Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. De wettelijke basis is geregeld in de Comptabiliteitswet 201641 en nader uitgewerkt in de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen42 (voor RWT’s), de Wet financiering decentrale overheden43 (voor decentrale overheden), de Wet financiering sociale verzekeringen44 en de Zorgverzekeringswet45 (voor sociale fondsen) en de Regeling Agentschappen46 (voor agentschappen).
Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de Rijksoverheid.
Bij schatkistbankieren heeft de minister van Financiën een beleidsmatige en uitvoerende rol. De uitvoering van het schatkistbankieren is belegd bij het Agentschap van de Generale Thesaurie. Schatkistbankieren houdt in dat deelnemers hun liquide (overtollige) middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën (de schatkist). De publieke middelen verlaten de schatkist niet eerder dan noodzakelijk voor de uitvoering van de publieke taak. Daarnaast kunnen onder voorwaarden sommige categorieën deelnemers aan schatkistbankieren ook leningen afsluiten.
Het schatkistbankieren heeft drie doelstellingen: reductie van de EMU-schuld (Europese Monetaire Unie), risicoreductie en doelmatig kasbeheer. Door alle overtollige middelen binnen de overheid te concentreren bij het ministerie van Financiën vermindert de leenbehoefte van de overheid als geheel. Deze lagere leenbehoefte zorgt voor een lagere EMU-schuld. Het risico dat deelnemers lopen met hun overtollige middelen is kleiner doordat er minder geld bij externe partijen in beheer is. Het kasbeheer is doelmatiger doordat, over de gehele collectieve sector bezien, deelnemers met een leenfaciliteit besparen op hun rentekosten omdat het ministerie van Financiën tegen lagere rentetarieven uitleent dan marktpartijen.
Het betalingsverkeer van het Rijk wordt door commerciële partijen uitgevoerd. Periodiek wordt hiertoe het betalingsverkeer, dat verdeeld is in verschillende zogenaamde percelen, aanbesteed. Het ministerie van Financiën coördineert deze aanbestedingen. Door deze aanbestedingen worden commerciële partijen geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. De doelstelling van het betalingsverkeer is het waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het bewaken van de kosten hiervan.
Kengetallen
Het schatkistbankieren kent kengetallen die laten zien hoeveel deelnemers er zijn, wat de omvang is van de aangehouden en uitgeleende middelen én wat de bijdrage is aan het reduceren van de EMU-schuld. De EMU-schuld bestaat uit alle schulden van de collectieve sector aan instellingen buiten de overheid. Doordat de deelnemers aan het schatkistbankieren hun overtollige middelen bij het Rijk aanhouden, hoeft het Rijk minder te lenen. Het gevolg is dat de omvang van de totale extern uitstaande schuld van de hele collectieve sector daalt en daardoor de EMU-schuld afneemt.
Overtollige middelen in rekening-courant en deposito (bedragen x € mld.) | Verstrekte leningen en roodstand (bedragen x € mld.) | |
---|---|---|
Agentschappen | 4,0 | 8,1 |
RWT's en derden | 21,2 | 5,7 |
Sociale fondsen | 26,8 | 12,3 |
Decentrale overheden | 15,7 | 0,0 |
Totaal | 67,7 | 26,1 |
In miljarden euro | 67,7 | |
---|---|---|
In procenten bbp | 7,2% |
In 2024 zijn geen beleidswijzigingen voorzien. Er zal in 2024 wel een beleidsdoorlichting van dit artikel plaatsvinden.
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2.777 | 5.626 | 6.243 | 6.088 | 6.133 | 6.374 | 6.721 |
Uitgaven | 2.777 | 5.626 | 6.243 | 6.088 | 6.133 | 6.374 | 6.721 |
Rente | 235 | 3.226 | 4.043 | 3.888 | 3.933 | 4.174 | 4.521 |
Rente kasbeheer | 233 | 3.226 | 4.043 | 3.888 | 3.933 | 4.174 | 4.521 |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 2.542 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 |
Verstrekte leningen | 2.542 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutaties in rekening courant en deposito | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 11.949 | 27.163 | 15.379 | 16.270 | 14.883 | 14.079 | 12.204 |
Rente | 97 | 120 | 156 | 201 | 242 | 278 | 313 |
Rente kasbeheer | 96 | 120 | 156 | 201 | 242 | 278 | 313 |
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 1.292 | 1.116 | 1.180 | 1.329 | 1.354 | 1.395 | 1.691 |
Ontvangen aflossingen | 1.292 | 1.116 | 1.180 | 1.329 | 1.354 | 1.395 | 1.691 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 10.560 | 25.927 | 14.043 | 14.740 | 13.287 | 12.406 | 10.200 |
Mutaties in rekening courant en deposito | 10.560 | 25.927 | 14.043 | 14.740 | 13.287 | 12.406 | 10.200 |
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 100% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Budgetflexibiliteit
De uitgaven en ontvangsten op dit artikel zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. Alle rentelasten en -baten zijn juridisch verplicht omdat deze volgen uit de leningen, deposito’s en rekening-courant-tegoeden die deelnemers in de schatkist aanhouden. De andere uitgaven en ontvangsten volgen ook uit de toename of afname van de middelen die door deelnemers in de schatkist worden aangehouden of uit de schatkist worden geleend.
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: rente, leningen en mutaties in rekening-courant en deposito.
Rente
Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen van het Rijk aan de deelnemers van schatkistbankieren. Deelnemers ontvangen rente, bij positieve rentestanden, over een positief saldo op hun rekening-courant en op de deposito’s die ze bij de schatkist hebben geplaatst. De rentebaten bestaan uit de door deelnemers aan het Rijk betaalde rente op leningen en op roodstanden in de rekening-courant. De verwachte rentelasten zijn hoger dan de verwachte rentebaten doordat er in totaal meer middelen in de schatkist worden aangehouden dan dat er zijn uitgeleend (in de vorm van leningen en roodstand op de rekening-courant). Vanaf het moment dat de rente weer positief werd, sinds medio 2022, betaalt de Nederlandse staat weer rente aan de deelnemers voor het aanhouden van middelen in de schatkist. Hierdoor zijn de rentelasten sterk gestegen in 2023. Voor 2024 wordt verwacht dat de rentelasten verder toenemen door een stijging van de rente. De door het CPB geraamde rentepercentages worden gebruikt voor de raming van de rentelasten.
Leningen
De posten verstrekte leningen en ontvangen aflossingen geven de geraamde uitgifte van nieuwe leningen (uitgave voor het Rijk) en de aflossingen op eerder afgesloten leningen (ontvangst voor het Rijk) weer. Als leningen voortijdig worden beëindigd dan worden deze afgelost tegen de marktwaarde van de lening op dat moment of wordt er een boetebedrag door de deelnemer betaald, afhankelijk van het type deelnemer. Hierdoor kan gedurende het jaar een extra uitgave of ontvangst voor het Rijk ontstaan. Deze worden geboekt als uitgaven of ontvangsten bij voortijdige beëindiging.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s
De posten toename en afname saldi in rekening-courant47 en deposito’s48 geven het bedrag weer dat naar verwachting door alle deelnemers in de schatkist wordt gestort (ontvangst voor het Rijk) of juist wordt opgenomen (uitgave voor het Rijk). Voor 2024 wordt een instroom van middelen, en dus inkomsten voor het Rijk, van € 14,0 mld. geraamd.