Base description which applies to whole site

Artikel 12 Kasbeheer

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. De wettelijke basis is geregeld in de Comptabiliteitswet 201640 en nader uitgewerkt in de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen41 (voor RWT’s), de Wet financiering decentrale overheden42 (voor decentrale overheden), de Wet financiering sociale verzekeringen43 en de Zorgverzekeringswet44 (voor sociale fondsen) en de Regeling Agentschappen45 (voor agentschappen).

Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van het Rijk.

Bij schatkistbankieren heeft de minister van Financiën een beleidsmatige en uitvoerende rol. De uitvoering van het schatkistbankieren is belegd bij het Agentschap van de Generale Thesaurie. Schatkistbankieren houdt in dat deelnemers hun liquide (overtollige) middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën (de schatkist). De publieke middelen verlaten de schatkist niet eerder dan noodzakelijk voor de uitvoering van de publieke taak. Daarnaast kunnen onder voorwaarden sommige categorieën deelnemers aan schatkistbankieren ook leningen afsluiten.

Het schatkistbankieren heeft drie doelstellingen: reductie van de EMU-schuld (Europese Monetaire Unie), risicoreductie en doelmatig kasbeheer. Door alle overtollige middelen binnen de overheid te concentreren bij het ministerie van Financiën vermindert de leenbehoefte van de overheid als geheel. Deze lagere leenbehoefte zorgt voor een lagere EMU-schuld. Het risico dat deelnemers lopen met hun overtollige middelen is kleiner doordat er minder geld bij externe partijen in beheer is. Het kasbeheer is doelmatiger doordat, over de gehele collectieve sector bezien, deelnemers met een leenfaciliteit besparen op hun rentekosten omdat het ministerie van Financiën tegen lagere rentetarieven uitleent dan marktpartijen.

Het betalingsverkeer van het Rijk wordt door commerciële partijen uitgevoerd. Periodiek wordt hiertoe het betalingsverkeer, dat verdeeld is in verschillende zogenaamde percelen, aanbesteed. Het ministerie van Financiën coördineert deze aanbestedingen. Door deze aanbestedingen worden commerciële partijen geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. De doelstelling van het betalingsverkeer is het waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het bewaken van de kosten hiervan.

Kengetallen

Het schatkistbankieren kent kengetallen die laten zien wat de omvang is van de aangehouden en uitgeleende middelen én wat de bijdrage is aan het reduceren van de EMU-schuld. De EMU-schuld bestaat uit alle schulden van de collectieve sector aan instellingen buiten de overheid. Doordat de deelnemers aan het schatkistbankieren hun overtollige middelen bij het Rijk aanhouden, hoeft het Rijk minder te lenen. Het gevolg is dat de omvang van de totale extern uitstaande schuld van de hele collectieve sector daalt en daardoor de EMU-schuld afneemt.

Tabel 61 Deelnemers en omvang middelen (ultimo 2023)
 

Overtollige middelen in rekening-courant en deposito (bedragen x € mld.)

Verstrekte leningen en roodstand (bedragen x € mld.)

Agentschappen

4,1

8,7

RWT's en derden

23,0

6,4

Sociale fondsen

34,5

0,0

Decentrale overheden

17,1

0,0

Totaal

78,7

15,1

Tabel 62 EMU-schuldreductie (ultimo 2023)

In miljarden euro

 

78,7

In procenten bbp

 

7,6%

In 2025 zijn geen beleidswijzigingen voorzien. In 2024 wordt het beleid door middel van een Periodieke Rapportage voor het gehele artikel 12 integraal geëvalueerd.

Tabel 63 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)1

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

4.871

6.046

5.598

5.575

5.954

6.401

6.739

        

Uitgaven

4.871

6.046

5.598

5.575

5.954

6.401

6.739

        

Rente

2.542

3.346

2.898

2.875

3.254

3.701

4.039

Rente kasbeheer

2.542

3.346

2.898

2.875

3.254

3.701

4.039

Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)

0

0

0

0

0

0

0

        

Leningen

2.328

2.700

2.700

2.700

2.700

2.700

2.700

Verstrekte leningen

2.328

2.700

2.700

2.700

2.700

2.700

2.700

        

Mutaties in rekening-courant en deposito's

0

0

0

0

0

0

0

Mutaties in rekening courant en deposito

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

24.456

18.495

15.194

15.355

17.018

16.495

15.909

        

Rente

125

145

193

247

297

344

383

Rente kasbeheer

125

145

193

247

297

344

383

Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer

1

0

0

0

0

0

0

        

Leningen

1.181

1.202

1.364

1.417

1.473

1.779

1.792

Ontvangen aflossingen

1.181

1.202

1.364

1.417

1.473

1.779

1.792

        

Mutaties in rekening-courant en deposito's

23.150

17.148

13.637

13.691

15.248

14.371

13.735

Mutaties in rekening courant en deposito

23.150

17.148

13.637

13.691

15.248

14.371

13.735

1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Tabel 64 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Budgetflexibiliteit

De uitgaven en ontvangsten op dit artikel zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. Alle rentelasten en -baten zijn juridisch verplicht omdat deze volgen uit de leningen, deposito’s en rekening-courant-tegoeden die deelnemers in de schatkist aanhouden. De andere uitgaven en ontvangsten volgen ook uit de toename of afname van de middelen die door deelnemers in de schatkist worden aangehouden of uit de schatkist worden geleend.

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: rente, leningen en mutaties in rekening-courant en deposito.

Rente

Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen van het Rijk aan de deelnemers van schatkistbankieren. Deelnemers ontvangen rente, bij positieve rentestanden, over een positief saldo op hun rekening-courant en op de deposito’s die ze bij de schatkist hebben geplaatst. De rentebaten bestaan uit de door deelnemers aan het Rijk betaalde rente op leningen en over roodstanden op de rekening-courant. De door het Centraal Planbureau (CPB) geraamde rentepercentages worden gebruikt voor de raming van de rentelasten. De verwachte rentelasten zijn hoger dan de verwachte rentebaten doordat er in totaal meer middelen in de schatkist worden aangehouden dan dat er zijn uitgeleend (in de vorm van leningen en roodstand op de rekening-courant). Door een verwachte daling van de korte rente in 2025 wordt verwacht dat de rentelasten zullen dalen. Vanaf 2027 nemen de rentelasten weer toe met name door een verwachte instroom van aangehouden middelen in de schatkist.

Leningen

De posten verstrekte leningen en ontvangen aflossingen geven de geraamde uitgifte van nieuwe leningen (uitgave voor het Rijk) en de aflossingen op eerder afgesloten leningen (ontvangst voor het Rijk) weer. Als leningen voortijdig worden beëindigd dan worden deze afgelost tegen de marktwaarde van de lening op dat moment of wordt er een boetebedrag door de deelnemer betaald, afhankelijk van het type deelnemer. Hierdoor kan gedurende het jaar een extra uitgave of ontvangst voor het Rijk ontstaan. Deze worden geboekt als uitgaven of ontvangsten bij voortijdige beëindiging.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

De posten toename en afname saldi in rekening-courant46 en deposito’s47 geven het bedrag weer dat naar verwachting door alle deelnemers in de schatkist wordt gestort (ontvangst voor het Rijk) of juist wordt opgenomen (uitgave voor het Rijk). Voor 2025 wordt een instroom van middelen, en dus inkomsten voor het Rijk, van € 13,6 mld. geraamd.

46

Een rekening waarop de bij- en afschrijvingen van de bankrekening(en) en de betalingen/ ontvangsten van deposito’s en eventuele leningen plaatsvinden en het geeft daarmee de onderlinge financiële verhouding weer tussen de deelnemer van het schatkistbankieren en het ministerie van Financiën.

47

Een deposito is geld dat door een deelnemer van schatkistbankieren tegen een vaste rentevergoeding en voor een bepaalde looptijd wordt vastgezet. De looptijd van een deposito kan variëren van een dag tot meerdere jaren.

Licence