Het voortgezet onderwijs zorgt dat leerlingen in deze fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het bereidt hen voor op volwaardige deelname aan de samenleving en een bij hun talenten passende (toekomstige) positie op de arbeidsmarkt.
De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van voortgezet onderwijs dat zodanig functioneert, dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.
Financieren
De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het voortgezet onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren
De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren
De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
Kengetallen
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Totaal aantal ingeschreven leerlingen (aantallen x 1.000). Nader te verdelen in: | 941,6 | 952,1 | 948,1 | 940,0 | 931,1 | 919,8 | 913,0 |
vmbo/ havo/ vwo leerjaar 1-2 | 387,4 | 395,0 | 388,4 | 376,6 | 372,0 | 369,0 | 367,1 | |
vmbo leerjaar 3-4 | 187,5 | 193,4 | 195,8 | 197,6 | 194,3 | 188,6 | 186,0 | |
havo/vwo leerjaar 3 | 91,4 | 92,3 | 93,4 | 94,1 | 91,5 | 90,2 | 90,8 | |
havo/vwo vanaf leerjaar 4 | 241,2 | 236,2 | 235,1 | 236,5 | 238,4 | 237,4 | 234,5 | |
pro alle jaren | 29,1 | 29,1 | 29,2 | 29,2 | 28,9 | 28,7 | 28,6 | |
vavo vo | 5,0 | 6,0 | 6,1 | 6,0 | 6,0 | 6,0 | 6,0 | |
2 | Totaal aantal scholen | 641 | 641 | 641 | 641 | 641 | 641 | 641 |
3 | Gemiddeld aantal leerlingen per school | 1.469 | 1.485 | 1.479 | 1.466 | 1.453 | 1.435 | 1.424 |
De totale uitgaven uit tabel budgettaire gevolgen van beleid, exclusief de bijdragen aan agentschappen en ZBO’s/RWT’s, gedeeld door het aantal leerlingen in hetzelfde jaar, zoals opgenomen in tabel leerlingaantallen.
De belangrijkste beleidswijzigingen op het terrein van voortgezet onderwijs (vo) worden beschreven bij het onderdeel beleidsprioriteiten.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 11.033.861 | 11.865.636 | 11.290.093 | 11.429.005 | 11.408.869 | 11.327.760 | 10.680.666 |
Uitgaven | 10.858.519 | 11.737.614 | 11.459.272 | 11.494.444 | 11.409.170 | 11.335.436 | 11.228.585 |
Bekostiging | 10.361.148 | 10.868.276 | 10.512.339 | 10.414.877 | 10.354.394 | 10.314.435 | 10.217.482 |
Bekostiging vo-instellingen | 9.215.501 | 10.097.559 | 10.364.349 | 10.266.890 | 10.211.169 | 10.171.210 | 10.074.257 |
Aanvullende regelingen | |||||||
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen | 9.013 | 8.557 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 24.775 | 24.128 | 23.804 | 23.801 | 23.801 | 23.801 | 23.801 |
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters | 489.717 | 119.646 | 119.646 | 119.646 | 119.424 | 119.424 | 119.424 |
Aanvullende regelingen leerlingendaling | 4.513 | 4.540 | 4.540 | 4.540 | 0 | 0 | 0 |
Aanvullende bekostiging Nationaal Programma Onderwijs | 617.629 | 613.846 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 291.407 | 640.471 | 744.532 | 867.131 | 841.569 | 811.167 | 800.565 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo | 24.161 | 36.786 | 25.076 | 17.940 | 17.940 | 17.940 | 17.940 |
Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven | 2.551 | 5.577 | 5.637 | 5.767 | 5.982 | 5.982 | 5.982 |
Praktijkgerichte programma's | 8.071 | 10.241 | 10.501 | 10.501 | 10.501 | 10.500 | 41 |
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's | 94 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Regeling Heterogene brugklassen | 68.618 | 21.250 | 0 | 55.500 | 55.500 | 55.500 | 55.500 |
Basisvaardigheden | 113.598 | 176.214 | 254.366 | 250.162 | 242.371 | 243.518 | 244.065 |
Maatschappelijke diensttijd | 0 | 186.149 | 121.177 | 220.200 | 182.755 | 182.754 | 181.753 |
School en omgeving | 13.269 | 49.709 | 111.510 | 141.931 | 156.884 | 168.877 | 168.877 |
NGF Ontwikkelkracht | 0 | 12.689 | 19.972 | 22.381 | 13.921 | 0 | 0 |
Schoolmaaltijden | 0 | 39.000 | 64.740 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Brugfunctionaris | 0 | 0 | 11.538 | 11.538 | 11.538 | 11.538 | 11.538 |
Overige subsidies | 61.045 | 102.856 | 120.015 | 131.211 | 144.177 | 114.558 | 114.869 |
Opdrachten | 9.892 | 45.637 | 80.477 | 91.717 | 89.242 | 85.925 | 86.361 |
Opdrachten | 8.409 | 28.925 | 63.925 | 71.117 | 69.372 | 66.054 | 65.989 |
Zelftesten | 1.483 | 2.643 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
MDT opdrachten | 0 | 14.069 | 16.552 | 20.600 | 19.870 | 19.871 | 20.372 |
Bijdrage aan agentschappen | 69.674 | 74.565 | 70.009 | 68.934 | 72.230 | 72.169 | 72.437 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 69.674 | 74.565 | 70.009 | 68.934 | 72.230 | 72.169 | 72.437 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 56.661 | 63.930 | 51.567 | 51.437 | 51.387 | 51.392 | 51.392 |
College voor Toetsen en Examens | 12.569 | 16.952 | 4.957 | 4.827 | 4.777 | 4.782 | 4.782 |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen | 44.092 | 46.978 | 46.610 | 46.610 | 46.610 | 46.610 | 46.610 |
Bijdrage aan medeoverheden | 69.505 | 44.387 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nationaal Programma Onderwijs | 60.038 | 35.019 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Spuk huisvesting noodlocaties vo | 9.467 | 9.368 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 232 | 348 | 348 | 348 | 348 | 348 | 348 |
GRAZ (ECML) en PISA | 232 | 348 | 348 | 348 | 348 | 348 | 348 |
Ontvangsten | 8.407 | 7.391 | 7.391 | 7.391 | 7.391 | 7.391 | 7.391 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 11.033.861 | 11.865.636 | 11.290.093 | 11.429.005 | 11.408.869 | 11.327.760 | 10.680.666 |
waarvan garantieverplichtingen | 1.884 | ‒ 5.658 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 11.031.977 | 11.871.294 | 11.290.093 | 11.429.005 | 11.408.869 | 11.327.760 | 10.680.666 |
De garantieverplichtingen hebben betrekking op leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.
Budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 98,2% |
bestuurlijk gebonden | 1,8% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Van het totale budget voor artikel 3 is voor 2024 98,0 procent juridisch verplicht.
Bekostiging
Het beschikbare budget voor 2024 is 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op de betalingen aan schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Hieraan ten grondslag liggen de Wet op het voortgezet onderwijs, onderliggende besluiten en uitvoeringsregelingen. Het moment van juridisch verplichten vindt plaats voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
Subsidies
Van het beschikbare budget is in 2024 82,5 procent juridisch verplicht. Dit deel betreft de subsidies die voorafgaand aan het jaar worden beschikt. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget ook juridisch wordt verplicht. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.
Opdrachten
Van het beschikbare budget in 2024 is 26,0 procent juridisch verplicht. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget ook juridisch wordt verplicht, bijvoorbeeld voor de ondersteuning van onvoldoende en (zeer) zwakke scholen.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor 2024 is 100 procent juridisch verplicht. Op basis van managementafspraken tussen het bestuursdepartement en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zijn afspraken vastgelegd voor het komende jaar.
Bijdrage aan ZBO's en RWT's
Het budget voor 2024 is 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de bijdrage aan het College voor Toetsen en Examens en de onderwijs ondersteunende instellingen (SLOA). Op basis van overeenkomsten worden de middelen voorafgaand aan het jaar waarop de bijdragen betrekking hebben verplicht.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het beschikbare budget in 2024 is 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de bijdragen aan de genoemde internationale organisaties.
Bekostiging
Bekostiging vo-instellingen
Vanaf 1 januari 2022 is de nieuwe vereenvoudigde bekostiging in het voortgezet onderwijs van kracht. Schoolbesturen in het vo ontvangen van het Rijk een lumpsumbekostiging voor de reguliere uitgaven. Schoolbesturen ontvangen bekostiging om (onderwijs)personeel aan te stellen en overige arbeidsvoorwaarden te vervullen en te voorzien in de kosten van de materiële instandhouding van scholen. De basisbekostiging is gebaseerd op het aantal vestigingen en het aantal leerlingen. Naast de basisbekostiging zijn er drie aanvullende regelingen. Er zijn extra bijdragen voor leerlingen in de gemengde leerweg van het voortgezet middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), voor vestigingen met een breed onderwijsaanbod en voor geïsoleerde vestigingen. Daarnaast wordt in de bekostiging rekening gehouden met bepaalde groepen leerlingen (leerplus, eerste opvang nieuwkomers en Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs (IGVO)) en de regeling functiemix VO Randstadregio’s vanwege Randstedelijke problematiek. Met het leerplusarrangement is € 167,8 miljoen gemoeid, in dit bedrag is de intensivering van € 105 miljoen uit het Regeerakkoord verwerkt. Daarnaast is voor regeling functiemix VO Randstad-regio’s € 77,2 miljoen beschikbaar en is voor IGVO € 9,4 miljoen beschikbaar. Voor de regeling sterk techniekonderwijs is in 2024 € 97,0 miljoen beschikbaar. Voor de aanpak van werkdruk is in kalenderjaar 2024 circa € 317,1 miljoen beschikbaar. Dit is op basis van de origineel beschikbaar gestelde reeks van circa € 300,0 miljoen inclusief de toegekende loon- en prijsbijstelling voor 2024. Vanaf 1 januari 2016 is de bekostiging van de lichte ondersteuning aan samenwerkingsverbanden geïntegreerd in het kader van passend onderwijs. Deze bekostiging bestaat uit twee delen: een budget voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) en een budget voor regionale ondersteuning. De ondersteuningsbekostiging wordt verrekend met het budget voor lwoo en pro van het samenwerkingsverband. In de volgende tabel zijn de ondersteuningsmiddelen opgenomen die naast de basisbekostiging hiervoor beschikbaar zijn.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lichte ondersteuning lwoo/pro | 699,1 | 699,1 | 699,1 | 699,1 | 699,1 | 699,1 | |
Regionale ondersteuning | 104,5 | 104,5 | 104,5 | 104,5 | 104,5 | 104,5 | |
Totale ondersteuningsmiddelen art. 3 | 803,6 | 803,6 | 803,6 | 803,6 | 803,6 | 803,6 |
Bekostiging Caribisch Nederland
Het Rijk verstrekt sinds 10 oktober 2010 bekostiging aan schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters
Er zijn middelen beschikbaar voor het verbeteren van strategisch personeelsbeleid, de begeleiding van startende leraren en schoolleiders, en het aanpakken van verzuim.
Aanvullende regeling leerlingendaling
Scholen ontvangen middelen om een meerjarig plan voor het toekomstbestendig maken van het onderwijsaanbod in de regio uit te voeren.
Subsidies
Voor het stimuleren en realiseren van diverse beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt (zie voor het totaaloverzicht de bijlage subsidies).
Verbetering basisvaardigheden
Te veel leerlingen verlaten het funderend onderwijs zonder goede beheersing van de basisvaardigheden, zoals taal, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Met het Masterplan Basisvaardigheden worden scholen bij de ontwikkeling van deze vaardigheden ondersteund. Vooruitlopend op het ontwikkelen van een structureel instrument is er een subsidieregeling beschikbaar met een looptijd van twee jaar. Voor 2024 is hiervoor circa € 254,4 miljoen beschikbaar.
Maatschappelijke diensttijd
Met de subsidie voor Maatschappelijke Diensttijd (MDT) worden maatschappelijke organisaties ondersteund om projecten te realiseren die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Zij kunnen trajecten van maximaal zes maanden volgen waarbij zij zich vanuit hun talenten en interesses kunnen inzetten voor een ander. Voor MDT is totaal ruim € 202,7 miljoen per jaar beschikbaar. Dit bedrag is verdeeld over subsidies (circa € 184,4 miljoen per jaar) en opdrachten (circa € 18,3 miljoen per jaar). Het totaal beschikbare subsidiebudget van MDT fluctueert per jaar. Dit wordt veroorzaakt doordat – in aansluiting op het betaalritme – de subsidieplafonds per jaar verschillen. Om tot het benodigde subsidiebudget per jaar te komen dat past bij het tot doel gestelde aantal te realiseren trajecten en bijbehorende betaalritme, is een kasschuif verwerkt. Dit leidt in 2024 tot een daling van het subsidiebudget van circa € 38,2 miljoen en in 2025 tot een stijging van € 38,2 miljoen. Daarnaast is € 25 miljoen van het beschikbare subsidiebudget in 2024 ingezet voor het verlengen van het programma schoolmaaltijden in 2024. In totaal is in 2024 € 121,2 miljoen beschikbaar voor de diverse subsidieregelingen MDT.
School en Omgeving
Elke leerling verdient het om zijn talenten en vaardigheden in de volle breedte te ontwikkelen. Om voor zoveel mogelijk leerlingen een zo kwalitatief goed mogelijk programma van activiteiten rond de school te bieden is er een subsidieregeling, waarbij scholen middelen ontvangen. Hiernaast loopt het programma School en Omgeving ook mee in de specifieke uitkering (spuk) Kansrijke Wijk aan gemeenten. Het deel van de middelen dat wordt uitgeven via Kansrijke Wijk wordt overgeboekt naar het Ministerie van BZK, die de spuk uitvoert. De middelen voor het programma School en Omgeving staan verdeeld over artikel 1 (primair onderwijs) en artikel 3 (voortgezet onderwijs). Voor artikel 1 is € 174,4 miljoen en voor artikel 3 € 111,5 miljoen beschikbaar. Voor beide artikelen is in 2024 in totaal € 285,9 miljoen beschikbaar.
Schoolmaaltijden
Net als in 2023 worden er in 2024 maaltijden verstrekt op scholen in het primair en voortgezet onderwijs, zodat meer leerlingen zonder honger les kunnen volgen. Hiervoor ontvangt OCW middelen van de ministeries van SZW (€ 52,5 miljoen) en VWS (€ 10,0 miljoen). In totaal is € 166,0 mln beschikbaar, dat naar rato van leerlingenaantallen is verdeeld over de sectoren. Op artikel 3 voor het voortgezet onderwijs is € 64,7 miljoen beschikbaar.
Brugfunctionaris
Voor het versterken van de verbinding tussen school, kind en gezin en de ondersteuningsstructuur op school zijn middelen beschikbaar gesteld. De middelen staan verdeeld over artikel 1 (primair onderwijs) en artikel 3 (voortgezet onderwijs). In 2024 bedraagt dit respectievelijk € 40,3 miljoen en € 11,5 miljoen. In totaal is voor dit doel € 51,8 miljoen beschikbaar gesteld in 2024.
Overige subsidies
Grote subsidies zijn verder de pilots voor de praktijkgerichte programma’s, voor stichting Kennisnet en in het kader van kansengelijkheid. Stichting Kennisnet ondersteunt onderwijsinstellingen bij het benutten van ICT (€ 25,1 miljoen), in dit bedrag zijn ook de groeifondsmiddelen verwerkt (€ 7,1 miljoen). De subsidie voor kansengelijkheid wordt onder andere gebruikt voor het bevorderen van doorstroom van po naar vo en vmbo-havo en vmbo-mbo (€ 28,0 miljoen). Er wordt een nieuwe regeling ontwikkeld voor doorstroomprogramma’s po-vo die vanaf 2024 in werking treedt. Op basis van de evaluatie wordt bepaald of er een nieuwe regeling wordt ontwikkeld voor doorstroomprogramma’s vmbo-havo en vmbo-mbo. Daarnaast is een budget beschikbaar voor subsidies techniekhavo (€ 8,1 miljoen) om praktijkgerichte programma’s op de havo te stimuleren.
Opdrachten
Dit betreft de middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken. De belangrijkste hiervan is een opdracht voor het ondersteuningsprogramma voor onvoldoende en (zeer) zwakke scholen en regionale begeleiding sterk techniekonderwijs in het vmbo.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst Uitvoering Onderwijs
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor artikel 3 (voortgezet onderwijs).
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
College voor Toetsen en Examens
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) zorgt voor uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot de centrale examens in het reguliere vo, het mbo en de volwasseneneducatie. Daarnaast zorgt het CvTE voor de staatsexamens voor het vo en voor Nederlands als tweede taal (NT2). Dit geldt ook voor Caribisch Nederland. Het CvTE is verantwoordelijk voor de invoering van de digitale examens. Daarnaast is het CvTE regievoerder over de examenketen en heeft zij een regierol voor de centrale eindtoets po. In die hoedanigheid heeft zij de taak om namens de overheid de kwaliteit van al deze toetsen en examens te waarborgen en te zorgen voor een vlekkeloze (digitale) afname. De bijdragen van artikel 1 (primair onderwijs) en artikel 4 (beroepsonderwijs en volwasseneducatie) voor het CvTE worden zoals gebruikelijk bij Voorjaarsnota naar artikel 3 (voortgezet onderwijs) overgeboekt.
SLOA: Onderwijsondersteunende instellingen primair-, voortgezet- en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Op 1 januari 2014 is de wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunde Activiteiten 2013 (SLOA) in werking getreden. De wet biedt de wettelijke grondslag voor subsidiëring van de wettelijke taken van stichting Cito en SLO. De hoogte van de individuele instellingssubsidies voor Cito en SLO voor toets- en examenontwikkeling en normering alsmede leerplanontwikkeling zijn pas begin november 2023 bekend.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Dit betreft bijdragen aan de internationale organisaties European Centre for Modern Languages (ECML) en Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) ten behoeve van het Programme for International Student Assessment (PISA).
Het ECML geldt in Europa en daarbuiten als hét expertisecentrum voor het talenonderwijs. Door deelname hieraan blijft Nederland op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen op dit terrein.
De bijdrage aan OECD is een voorwaarde voor deelname aan het PISA-project, waardoor één keer in de drie jaar kan worden gemeten hoe de prestaties van 15-jarigen zich ontwikkelen op het gebied van wiskunde, lezen en "science".
Official Development Assistence (ODA) toerekening
Onderstaande tabel is opgenomen naar aanleiding van een toezegging van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Kamerstukken II 2015/16, 34300, nr. 58).
2024 | |
Bijdrage primair onderwijs | 28.994 |
Bijdrage voortgezet onderwijs | 9.339 |
Totaal | 38.333 |