Het primair onderwijs (po) zorgt dat leerlingen in de eerste fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het legt bovendien de basis voor de huidige en toekomstige deelname van deze leerlingen aan de samenleving.
De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van primair onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.
Financieren
De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het primair onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren
De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren
De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
Kengetallen
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Leerlingen basisonderwijs | 1424,1 | 1.418,1 | 1.424,9 | 1.422,6 | 1.426,3 | 1.420,6 | 1.417,9 |
Leerlingen trekkende bevolking3 | 0,36 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
Leerlingen in het speciaal basisonderwijs | 36,1 | 35,9 | 35,2 | 34,7 | 34,5 | 34,3 | 34,2 |
Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs | 73,5 | 74,0 | 75,3 | 76,3 | 77,0 | 77,3 | 77,3 |
Totaal po | 1534,1 | 1.528,4 | 1.535,8 | 1.534,0 | 1.538,2 | 1.532,6 | 1.529,8 |
De totale uitgaven uit tabel 'Budgettaire gevolgen van beleid art 1', exclusief de bijdragen aan agentschappen en ZBO’s/RWT’s, gedeeld door het aantal leerlingen in hetzelfde jaar, zoals opgenomen in tabel 'Leerlingen primair onderwijs'.
De belangrijkste beleidswijzigingen op het terrein van primair onderwijs worden beschreven bij het onderdeel beleidsprioriteiten.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 22.261.087 | 15.494.847 | 15.363.520 | 15.243.180 | 15.369.617 | 15.338.076 | 15.296.513 |
Uitgaven | 15.434.003 | 16.082.302 | 15.428.036 | 15.329.292 | 15.359.535 | 15.326.965 | 15.285.402 |
Bekostiging | 14.464.959 | 14.730.346 | 14.033.924 | 13.993.762 | 13.974.590 | 13.916.228 | 13.873.027 |
Bekostiging po-instellingen | 12.939.474 | 13.781.342 | 13.765.148 | 13.724.730 | 13.705.613 | 13.647.251 | 13.578.116 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 28.918 | 30.443 | 30.142 | 30.398 | 30.398 | 30.398 | 30.398 |
Aanvullende bekostiging | 159.420 | 185.319 | 207.029 | 207.029 | 206.974 | 206.974 | 232.908 |
Aanpak lerarentekort G5 | 31.569 | 31.605 | 31.605 | 31.605 | 31.605 | 31.605 | 31.605 |
Aanvullende bekostiging NP Onderwijs | 1.305.578 | 701.637 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 233.526 | 433.834 | 703.480 | 646.906 | 662.247 | 687.676 | 689.105 |
Onderwijsvoorziening jonggehandicapten | 24.400 | 27.878 | 27.878 | 27.878 | 27.878 | 27.878 | 27.878 |
Nederlands onderwijs buitenland | 12.064 | 12.930 | 14.528 | 14.528 | 14.528 | 14.528 | 14.528 |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 14.764 | 17.473 | 18.051 | 18.051 | 18.051 | 18.051 | 18.051 |
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's | 54 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
School en omgeving | 20.733 | 77.740 | 174.404 | 221.983 | 245.373 | 264.134 | 264.132 |
Basisvaardigheden | 108.661 | 156.294 | 224.765 | 221.053 | 214.169 | 215.181 | 215.727 |
NGF Open Leermateriaal | 0 | 443 | 3.790 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Digitaal Onderwijs | 0 | 3.450 | 5.300 | 5.200 | 2.750 | 2.750 | 2.750 |
Schoolmaaltijden | 0 | 60.827 | 101.260 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Brugfunctionaris | 0 | 0 | 40.285 | 40.285 | 40.285 | 40.285 | 40.285 |
Overige subsidies | 52.850 | 76.799 | 93.219 | 97.928 | 99.213 | 104.869 | 105.754 |
Opdrachten | 15.667 | 51.489 | 42.683 | 43.622 | 40.379 | 39.795 | 40.095 |
Opdrachten | 11.372 | 45.897 | 42.683 | 43.622 | 40.379 | 39.795 | 40.095 |
Zelftesten | 4.295 | 5.592 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 40.642 | 45.040 | 39.813 | 39.770 | 42.049 | 42.012 | 42.170 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 40.642 | 45.040 | 39.813 | 39.770 | 42.049 | 42.012 | 42.170 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 13.379 | 14.013 | 11.189 | 8.262 | 8.262 | 8.262 | 8.013 |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds | 10.800 | 11.217 | 8.393 | 5.466 | 5.466 | 5.466 | 5.217 |
UWV | 2.579 | 2.796 | 2.796 | 2.796 | 2.796 | 2.796 | 2.796 |
Bijdrage aan medeoverheden | 665.830 | 807.386 | 596.753 | 596.776 | 631.814 | 619.281 | 619.281 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 536.651 | 571.367 | 572.386 | 572.386 | 609.248 | 609.248 | 609.248 |
Caribisch Nederland | 9.297 | 24.814 | 19.878 | 19.901 | 18.077 | 5.544 | 5.544 |
Scholenprogramma Groningen | 3.000 | 3.089 | 3.089 | 3.089 | 3.089 | 3.089 | 3.089 |
Nationaal Programma Onderwijs | 93.907 | 54.773 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ventilatie in scholen | 8.775 | 129.015 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Spuk vve Oekraïne | 0 | 9.675 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Spuk huisvesting noodlocaties po | 14.200 | 14.653 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 0 | 0 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 194 | 194 | 194 | 194 | 13.711 | 13.711 |
Brede scholen | 0 | 194 | 194 | 194 | 194 | 13.711 | 13.711 |
Ontvangsten | 26.363 | 9.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 22.261.087 | 15.494.847 | 15.363.520 | 15.243.180 | 15.369.617 | 15.338.076 | 15.296.513 |
waarvan garantieverplichtingen | 24.498 | ‒ 2.472 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 22.236.589 | 15.497.319 | 15.363.520 | 15.243.180 | 15.369.617 | 15.338.076 | 15.296.513 |
De garantieverplichtingen hebben betrekking op leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.
Budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 99,1% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,8% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,1% |
Van het totale budget voor artikel 1 is voor 2024 99,1 procent juridisch verplicht.
Bekostiging
Het beschikbare budget in 2024 is voor 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben onder meer betrekking op de lumpsumbekostiging aan de schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden. Hieraan ten grondslag liggen de Wet op het primair onderwijs, de Wet op expertisecentra, onderliggende besluiten en uitvoeringsregelingen. Het moment waarop de juridische verplichting wordt aangegaan vindt plaats voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
Subsidies
Het beschikbare budget in 2024 is voor 79,8 procent juridisch verplicht. Dit verplichte deel betreft de subsidies die voorafgaand aan het jaar van verstrekking worden vastgelegd. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.
Opdrachten
Het beschikbare budget in 2024 is voor 48,6 procent juridisch verplicht. Het gaat hierbij om diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken, onder andere voor passend onderwijs, voor- en vroegschoolse educatie (vve) en de uitvoeringskosten voor subsidieregelingen. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget ook juridisch wordt verplicht.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget in 2024 is voor 100 procent juridisch verplicht. Op basis van de managementafspraken tussen het bestuursdepartement en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zijn afspraken vastgelegd voor het komende jaar.
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
Het budget in 2024 is voor 100 procent juridisch verplicht. Het gaat hier om bijdragen aan het Vervangings- en Participatiefonds en het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Op basis van een beheersovereenkomst worden de middelen voorafgaand aan het jaar waarop de bijdragen betrekking hebben verplicht.
Bijdrage aan medeoverheden
Van het beschikbare budget voor 2024 is 99,7 procent juridisch verplicht. Het overgrote deel van de middelen wordt beschikbaar gesteld via een specifieke uitkering naar gemeenten in het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOAB).
Bekostiging
Bekostiging po-instellingen
Per 1 januari 2023 is de vereenvoudigde bekostiging in het primair onderwijs van kracht. De systematiek is onder andere vereenvoudigd door het reduceren van het aantal indicatoren en volledige kalenderjaarbekostiging.
Het Rijk verstrekt schoolbesturen lumpsumbekostiging voor personeel en materiële instandhouding. Deze bekostiging is grotendeels gebaseerd op het aantal leerlingen. Daarnaast wordt via de groeibekostiging en kleine scholentoeslag rekening gehouden met de groei en grootte van de school.
Met de groeibekostiging is circa € 43,3 miljoen gemoeid en met de kleine scholentoeslag circa € 162,3 miljoen. Tot slot wordt in de bekostiging rekening gehouden met een aantal specifieke kenmerken van leerlingen in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid ((speciaal) basisonderwijs (sbao) en (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so)) waar circa € 462,8 miljoen mee is gemoeid. Voor de aanpak van werkdruk is in kalenderjaar 2024 circa € 380,0 miljoen beschikbaar. Dit is op basis van de origineel beschikbaar gestelde reeks, maar inmiddels is het totale budget inclusief de jaarlijks toegekende loon- en prijsbijstelling voor 2024 opgelopen tot circa € 448,0 miljoen.
In de volgende tabel is het verloop van de ondersteuningsmiddelen opgenomen (gecorrigeerd voor de leerlingaantallen), die naast de basisbekostiging beschikbaar zijn voor de lichte en zware ondersteuning. Lichte ondersteuning betreft grotendeels middelen die naar de samenwerkingsverbanden po gaan en waar vanuit middelen rechtstreeks naar de sbao gaan. Bijdragen voor de zware ondersteuning zijn voor de samenwerkingsverbanden po en vo en het (v)so, waaronder de clusters 1 en 2. Sinds de invoering van passend onderwijs besluiten de samenwerkingsverbanden (clusters 3 en 4) over de plaatsing van leerlingen in het (v)so.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lichte ondersteuning - Samenwerkingsverbanden primair onderwijs | 505 | 505 | 505 | 505 | 505 | 505 | |
Zware ondersteuning - cluster 1 en 2 | 350 | 350 | 350 | 350 | 350 | 350 | |
Zware ondersteuning - samenwerkingsverbanden primair onderwijs | 710 | 710 | 710 | 710 | 710 | 710 | |
Zware ondersteuning - samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs1 | 755 | 755 | 750 | 740 | 730 | 725 | |
Lichte en zware ondersteuning - Totaal artikel 1 | 2.320 | 2.320 | 2.315 | 2.305 | 2.295 | 2.290 |
Bekostiging Caribisch Nederland
Het Rijk verstrekt bekostiging aan de schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.
Aanvullende bekostiging
Naast de reguliere bekostiging ontvangen de schoolbesturen middelen voor specifieke doeleinden. Voor kalenderjaar 2024 is in totaal circa € 207,0 miljoen aan aanvullende bekostiging beschikbaar. Daarvan is vanuit het coalitieakkoord circa € 25,3 miljoen beschikbaar voor het versterken van de infrastructuur voor basisvaardigheden. Verder is circa € 28,0 miljoen beschikbaar om onderwijs- en ondersteuningsaanbod voor hoogbegaafde leerlingen (verder) te ontwikkelen. Tot slot is circa € 153,7 miljoen beschikbaar voor de verdere professionalisering van het personeel en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders.
Aanpak tekorten G5
Naast de aanvullende bekostiging ontvangen de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere middelen voor de aanpak van het lerarentekort.
Subsidies
Voor het stimuleren en realiseren van diverse beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt (zie voor het totaaloverzicht de bijlage subsidies).
Verbetering basisvaardigheden
Te veel leerlingen verlaten het funderend onderwijs zonder goede beheersing van de basisvaardigheden, zoals taal, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Met het Masterplan Basisvaardigheden worden scholen bij de ontwikkeling van deze vaardigheden ondersteund. Vooruitlopend op het ontwikkelen van een structureel instrument is er voor de korte termijn subsidie beschikbaar. Voor 2024 is hiervoor circa € 224,8 miljoen beschikbaar.
School en Omgeving
Elke leerling verdient het om zijn talenten en vaardigheden in de volle breedte te ontwikkelen. Om voor zoveel mogelijk leerlingen een zo kwalitatief goed mogelijk programma van activiteiten rond de school te bieden is er een subsidieregeling. Hiernaast loopt het programma School en Omgeving ook mee in de brede specifieke uitkering (spuk) Kansrijke Wijk. De middelen voor de spuk Kansrijke Wijk zijn tot en met 2025 overgeboekt naar het Ministerie van BZK. De middelen voor het programma School en Omgeving staan verdeeld over artikel 1 (primair onderwijs) en artikel 3 (voortgezet onderwijs). Voor artikel 1 is € 174,4 miljoen en voor artikel 3 € 111,5 miljoen beschikbaar. Voor beide artikelen is in 2024 in totaal € 285,9 miljoen beschikbaar.
Schoolmaaltijden
Net als in 2023 worden er in 2024 maaltijden verstrekt op scholen in het primair en voortgezet onderwijs, zodat meer leerlingen zonder honger les kunnen volgen. Hiervoor ontvangt OCW middelen van de ministeries van SZW (€ 52,5 miljoen) en VWS (€ 10,0 miljoen). In totaal is € 166,0 mln beschikbaar, dat naar rato van leerlingenaantallen is verdeeld over de sectoren. Op artikel 1 voor het primair onderwijs is € 101,3 miljoen beschikbaar.
Brugfunctionaris
Voor het versterken van de verbinding tussen school, kind en gezin en de ondersteuningsstructuur op school zijn middelen beschikbaar gesteld. De middelen staan verdeeld over artikel 1 (primair onderwijs) en artikel 3 (voortgezet onderwijs). In 2024 bedraagt dit respectievelijk € 40,3 miljoen en € 11,5 miljoen. In totaal is voor dit doel € 51,8 miljoen beschikbaar gesteld in 2024.
Overige subsidies
De grootste subsidies zijn verder de Regeling onderwijsvoorziening jonggehandicapten (circa € 27,9 miljoen), de Regeling Nederlands onderwijs in het buitenland (circa € 14,5 miljoen) en de Regeling subsidieverstrekking voor godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs (circa € 18,1 miljoen).
Daarnaast worden er onder andere subsidies verstrekt voor andere eindtoetsen in het po, voor onderwijs aan zieke leerlingen, ten behoeve van de Gelijke Kansen Alliantie en voor het aanpassen van lesmateriaal ten behoeve van visueel gehandicapte en dyslectische leerlingen.
Opdrachten
Dit betreft de middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken, onder andere voor passend onderwijs, vve en uitvoeringskosten van subsidieregelingen.
Bijdrage aan agentschappen
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van de bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatie-voorziening. Het betreft hier het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor artikel 1 (primair onderwijs).
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
De stichtingen Vervangingsfonds (VF) en Participatiefonds (PF) ontvangen als privaatrechtelijke ZBO’s middelen voor het beheren en verevenen van respectievelijk de vervangings- en werkloosheidsuitgaven van schoolbesturen in het primair onderwijs. De kosten die het VF en PF vergoeden worden nagenoeg geheel gedekt uit de premies die schoolbesturen afdragen. Het Ministerie van OCW verstrekt een (vaste) bijdrage in de kosten van het ondersteunende bureau van de fondsen.
Het UWV ontvangt middelen voor de uitvoering van de Regeling onderwijsvoorziening jonggehandicapten.
Bijdrage aan medeoverheden
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
Gemeenten ontvangen middelen voor onderwijsachterstandenbeleid. GOAB bestaat uit meerdere instrumenten, waaronder vve, schakelklassen en zomerscholen.
Het overgrote deel van dit budget bestaat uit de middelen voor GOAB (€ 566 miljoen). Het overige deel bestaat uit middelen ten behoeve van het programma Ontwikkeling Jonge Kind.
Caribisch Nederland
Naast de GOAB-middelen voor gemeenten bevat dit financiële instrument middelen die worden ingezet voor het OCW-beleid in Caribisch Nederland. Dat behelst onder meer het verder verbeteren van de kwaliteit van het gehele onderwijs in Caribisch Nederland tot een naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar niveau. Een groot gedeelte van het budget is bestemd voor de verbetering van de onderwijshuisvesting. Daarnaast is er voor samenwerking met Curaçao, Sint Maarten en Aruba structureel een beperkt budget beschikbaar, bestemd voor het bevorderen van voorzieningen in de regio, mede ten behoeve van de inwoners van Caribisch Nederland. In 2024 gaat het in totaal om een bedrag van circa € 19,9 miljoen aflopend naar circa € 5,5 miljoen in 2028.
Scholenprogramma Groningen
Voor het scholenprogramma Groningen is er tot en met 2034 vanuit het Ministerie van OCW jaarlijks circa € 3,0 miljoen beschikbaar om 101 scholen aardbevingsbestendig en toekomstbestendig te maken.
Overig
Op de post «overig» wordt vanaf 2024 € 1,4 miljoen per jaar geboekt. Naar aanleiding van het aangenomen amendement van der Molen c.s. worden deze middelen overgeboekt naar de provincie Friesland ter ondersteuning van de curriculum herziening voor de Friese Taal.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Brede scholen
Er worden structurele middelen ter beschikking gesteld ten behoeve van de «Brede impuls combinatie-functies» via een specifieke uitkering bij het Ministerie van VWS. Het doel van deze impuls is om onder andere sport-, beweeg- en cultuuronderwijs op en rond scholen te versterken. In 2023 is voor de periode 2023 tot en met 2026 circa € 12,7 miljoen per jaar overgeboekt naar het Ministerie van VWS.