Base description which applies to whole site

Artikel 11. Centraal apparaat

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 centraal apparaat suppletoire begroting september 2024 (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

875.750

32.085

907.835

     
 

Uitgaven

876.424

32.107

908.531

     

11.1

Apparaat (excl. AIVD)

876.424

32.107

908.531

 

Personele uitgaven

482.204

29.038

511.242

 

Eigen personeel

382.674

14.352

397.026

 

Inhuur externen

92.344

12.569

104.913

 

Overige personele uitgaven

7.186

2.117

9.303

 

Materiële uitgaven

393.608

3.069

396.677

 

Bijdrage SSO's

353.344

4.082

357.426

 

ICT

18.301

67

18.368

 

Overige materiële uitgaven

21.963

‒ 1.080

20.883

 

Bijdrage aan agentschappen

612

0

612

 

Diverse bijdragen

612

0

612

     
 

Ontvangsten

171.872

23.382

195.254

     

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

In 2024 zijn de kosten voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen en de SSO's hoger dan eerder geraamd. De agentschappen en SSO's hebben deze meerkosten (€ 8,9 mln.) betaald aan BZK. De ontvangst van deze meerkosten wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.

Inhuur externen

Er zijn hier diverse reallocaties van artikel 7, om zo op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Verder zijn er reallocaties binnen artikel 11 om zo op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

Dit betreft met name de bijdrage van diverse departementen voor de stijging van het aantal Individueel Arbeidsrelaties (IAR's). Het aantal waarvoor in 2023 gebruik wordt gemaakt van de dienstverlening van O&P-Rijk overstijgt het aantal waarvoor destijds budget is overgeheveld naar de centraal opdrachtgever (BZK).

Verder zijn er reallocaties binnen artikel 11 om zo op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

In 2024 zijn de kosten voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen en de SSO's hoger dan eerder geraamd. De agentschappen en SSO's hebben deze meerkosten (€ 2,3 mln.) betaald aan BZK. De ontvangst van deze meerkosten wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.

Overige materiële uitgaven

Er zijn reallocaties binnen artikel 11 om zo op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Ontvangsten

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

In 2024 is er een terugbetaling van € 11,1 mln. betreffende niet benodigde saneringsmiddelen. De ontvangst van deze terugbetaling wordt via een desaldering toegevoegd aan de begrotingsreserve Waarborgfonds Sociale Woningbouw op artikel 3.

In 2024 zijn de kosten voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen en de SSO's hoger dan eerder geraamd. De agentschappen en SSO's hebben deze meerkosten (€ 11,2 mln.) betaald aan BZK. De ontvangst van deze meerkosten wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.

Licence