De risico’s zijn zeer verschillend van aard
Er zijn verscheidene soorten risico’s. Sommige risico’s zijn expliciet opgenomen in de begroting en andere niet. Omdat de risico’s vaak zeer verschillend van aard zijn, ook qua mogelijk budgettair effect, is het onmogelijk om ze een-op-een te vergelijken of bij elkaar op te tellen.
Garanties en achterborgstellingen
Voor garanties en achterborgstellingen heeft de overheid vooraf aangegeven de kosten voor rekening te nemen als er een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt. Garanties en achterborgstellingen zijn dan ook opgenomen in de begroting. Een voorbeeld is de BMKB-regeling. Indien bepaalde midden- en kleinbedrijven hun lening met overheidsgarantie niet kunnen terugbetalen aan de bank, dan is de overheid verplicht om deze kosten te betalen. De overheid heeft immers vooraf aangegeven hiervoor garant te staan via de BMKB-regeling. De begrotingsregels geven aan dat over garanties een premie dient te worden geheven. Ook de gebruikers van de BMKB-regeling moeten dus een premie betalen. Uit de ontvangen premies worden de kosten van ingediende schades gedekt. Het saldo van de ontvangen premies en de betaalde schades wordt ultimo het begrotingsjaar verrekend met de begrotingsreserve op de begroting van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De BMKB-regeling is lang niet de grootste risicoregeling van het Rijk. Deze risicoanalyse geeft de grootste risicoregelingen weer. Het garantieoverzicht in bijlage 8 geeft een overzicht van alle regelingen.
Leningen en financiële interventies
Sommige risico's zijn al in de overheidsschuld verwerkt
Ook de steun aan de Nederlandse financiële sector en bilaterale leningen staan in de begroting. Het is duidelijk dat de overheid hierover risico loopt. Wel geldt hierbij een belangrijk onderscheid ten opzichte van veel andere risico’s. De meeste risico’s zijn namelijk niet in de overheidsschuld verwerkt, maar deze risico’s wel (zie ook box 2.2).
Om ABN AMRO/Fortis te kunnen kopen en leningen te kunnen verstrekken aan de financiële sector en Griekenland, heeft Nederland geld moeten lenen op de financiële markten. Hierdoor zijn deze leningen al volledig opgenomen in de huidige bruto schuldcijfers. Ook het Nederlandse aandeel in de Europese leningen aan Ierland, Portugal, en Griekenland is al verwerkt in de schuldcijfers. Hoewel er een risico bestaat dat Nederland dit uitgeleende geld niet volledig terugkrijgt, zal het afschrijven op deze leningen dus niet leiden tot een hogere overheidsschuld. Wel zal de schuld in een dergelijke situatie minder dalen dan verwacht. Daarnaast zal de afschrijving tot uitdrukking komen in de overheidsbalans en de staatsbalans, omdat de bezittingen van de overheid (namelijk de vorderingen op deze partijen) in dat geval zullen dalen.
Ook de ontvangers van een lening of financiële interventie betalen een premie.
Trendmatige ontwikkelingen
Verder zijn er bepaalde trendmatige ontwikkelingen, zoals de vergrijzing en klimaatverandering, waarvan zeker is dat deze zullen leiden tot kosten voor de overheid, maar waarbij de exacte omvang van deze kosten nog onduidelijk is. In het geval van vergrijzing weten we dat het aantal 65-plussers in de toekomst sterk oploopt, maar de exacte bevolkingsprognose van het CBS is met onzekerheden omgeven. Neemt bijvoorbeeld de levensverwachting sterker toe dan op dit moment wordt ingeschat, dan heeft dit gevolgen voor de begroting. Een ander voorbeeld is de toekomstige stijging in zorgkosten. Een doorsnee gezin besteedt nu bijna een kwart van zijn inkomen aan verplicht verzekerde zorg. Dit bedrag kan echter stijgen naar bijna de helft van het gezinsinkomen in 2040, tenzij er besloten wordt om grote hervormingen door te voeren in de zorg. De huidige zorgkosten zijn wel terug te vinden in de begroting, maar de toekomstige zorgkosten op de lange termijn niet. Deze kosten zullen in de toekomst echter wel leiden tot een hogere overheidsschuld.
Overig
Tot slot zijn er ook nog andere risico’s die kunnen leiden tot kosten voor de overheid. Een voorbeeld zijn tegenvallers voor de begroting. Als bijvoorbeeld de rente stijgt, dan zal de overheid meer rente moeten betalen over de overheidsschuld, maar tegelijkertijd minder belasting ontvangen doordat huizenbezitters dan meer hypotheekrente kunnen aftrekken. Een ander voorbeeld is een kernramp of een natuurramp. Het is zeker dat een dergelijke ramp grote kosten met zich meebrengt. Het is echter niet te voorzien of een dergelijke ramp zal plaatsvinden.