1.1 Algemene doelstelling: het primair onderwijs zorgt dat leerlingen in de eerste fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het legt bovendien de basis voor de huidige en toekomstige deelname van deze leerlingen aan de samenleving
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
Alle kinderen hebben recht op passend en kwalitatief goed primair onderwijs in voldoende toegeruste scholen (Grondwet, artikel 23). De overheid houdt daarvoor een stelsel van (speciale) basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in stand en waarborgt de kwaliteit van het onderwijs. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, heeft de overheid als taak om ondersteuning te bieden en onderwijsachterstanden te voorkomen (Wet op het Primair Onderwijs en Wet op de Expertisecentra). Om het recht van ieder kind op onderwijs te borgen, verplicht de overheid de ouders door middel van de Leerplichtwet om hun kinderen onderwijs te laten volgen.
De wijze waarop de minister de algemene beleidsdoelstelling invult, is uitgewerkt in vier operationele beleidsdoelstellingen, te weten: «leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs», «leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit», «leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften» en «leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school». Om de operationele doelstellingen te bereiken is een aantal instrumenten ingezet. De resultaten van deze instrumenten dragen bij aan het behalen van de operationele doelstellingen en daarmee aan de algemene beleidsdoelstelling. De in de begroting 2011 genoemde instrumenten die ten dele of niet gerealiseerd zijn, worden hierna toegelicht.
Externe factoren
Een kritische succesfactor van het primair onderwijs is de onderwijsarbeidsmarkt; voldoende en goed onderwijspersoneel. De informatie hierover is opgenomen in beleidsartikel 9 (Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid).
Een andere kritische succesfactor is de demografische ontwikkeling. Door de ontgroening neemt het aantal schoolgaande kinderen al enige jaren af.
Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling
In dit jaarverslag zijn de indicatoren uit de begroting opgenomen die zijn gecontinueerd door het kabinet Rutte.
Daarnaast worden de indicatoren voor het primair onderwijsstelsel beschreven in Trends in Beeld (www.trendsinbeeld.minocw.nl) en het Onderwijsverslag 2010–2011.
1.2 Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting, incl. stand ISB (+/–) dep. herindeling | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | 2011 | ||
Verplichtingen | 8 789 236 | 9 282 969 | 9 625 193 | 9 460 186 | 9 914 081 | 9 502 556 | 411 525 | |
Waarvan garantieverplichtingen | 20 500 | |||||||
Totale uitgaven | 8 599 849 | 8 981 019 | 9 567 428 | 9 471 237 | 9 554 470 | 9 503 772 | 50 699 | |
Programma-uitgaven | 8 593 248 | 8 974 817 | 9 562 350 | 9 466 210 | 9 549 482 | 9 498 352 | 51 131 | |
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs | 8 149 909 | 8 533 357 | 9 062 249 | 9 108 154 | 9 032 811 | 8 928 254 | 104 558 | |
• | Personele bekostiging | 7 012 084 | 7 411 429 | 7 873 478 | 7 824 174 | 7 822 355 | 7 751 162 | 71 194 |
• | Materiële bekostiging | 1 068 875 | 1 089 307 | 1 145 841 | 1 142 896 | 1 154 479 | 1 136 952 | 17 526 |
• | Bekostiging Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 563 | 0 | 10 563 |
• | Conciërgeregeling | 9 724 | 0 | 9 724 | ||||
• | Verbeteren binnenmilieu | 0 | 1 354 | 1 775 | 105 555 | 1 454 | 2 047 | – 593 |
• | Onderwijspersoneelsbeleid | 8 176 | 4 603 | 6 432 | 3 314 | 2 204 | 3 517 | – 1 313 |
• | Invoering persoonsgebonden nummer | 4 409 | 4 116 | 3 552 | 898 | 1 000 | 2 000 | – 1 000 |
• | Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 0 | 1 963 | 5 529 | 7 440 | 8 196 | 10 000 | – 1 805 |
• | Aanpak (zeer) zwakke scholen | 0 | 180 | 989 | 1 616 | 1 037 | 960 | 77 |
• | Overig | 56 365 | 20 405 | 24 653 | 22 261 | 21 800 | 21 616 | 185 |
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit | 21 561 | 41 013 | 49 943 | 81 697 | 60 092 | 67 191 | – 7 099 | |
• | Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten | 3 049 | 13 421 | 20 680 | 41 009 | 20 141 | 31 496 | – 11 355 |
• | Excellentie en talentontwikkeling | 0 | 920 | 2 970 | 3 698 | 2 840 | 3 131 | – 291 |
• | Verbreding techniek in het basisonderwijs | 1 245 | 7 875 | 8 071 | 5 407 | 15 300 | 14 800 | 500 |
• | Cultuur en school | 15 700 | 16 774 | 18 119 | 27 949 | 18 659 | 10 782 | 7 877 |
• | Overig | 1 567 | 2 023 | 102 | 3 634 | 3 152 | 6 982 | – 3 830 |
Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften | 304 841 | 353 439 | 371 147 | 231 677 | 414 149 | 445 044 | – 30 895 | |
• | Passend onderwijs en LGF | 60 512 | 39 258 | 58 108 | 71 242 | 71 422 | 94 213 | – 22 791 |
• | Onderwijsachterstandenbeleid | 216 493 | 283 542 | 266 260 | 110 779 | 289 491 | 294 406 | – 4 915 |
• | Segregatie | 0 | 2 092 | 930 | 846 | 752 | 1 809 | – 1 057 |
• | Onderwijsvoorziening jonggehandicapten | 0 | 0 | 16 454 | 19 000 | 21 500 | 23 862 | – 2 362 |
• | Veiligheid op school | 21 262 | 21 614 | 22 217 | 22 594 | 23 886 | 23 410 | 476 |
• | Overig | 6 574 | 6 933 | 7 178 | 7 217 | 7 098 | 7 344 | – 246 |
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school | 68 091 | 5 776 | 31 493 | 1 495 | 4 884 | 15 454 | – 10 570 | |
• | Brede scholen | 31 676 | 970 | 28 931 | 1 412 | 788 | 11 106 | – 10 318 |
• | Dagarrangementen en combinatiefuncties | 465 | 673 | 2 345 | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Tussenschoolse opvang | 3 569 | 3 937 | – 5 | 0 | 4 096 | 4 348 | – 252 |
• | Overig | 32 381 | 196 | 222 | 83 | 0 | 0 | 0 |
Voorcalculatorische uitdelingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 473 | – 5 473 | |
Programmakosten overig | 48 847 | 41 232 | 47 518 | 43 187 | 37 546 | 36 936 | 610 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 38 735 | 32 807 | 36 341 | 30 807 | 26 700 | 24 937 | 1 763 |
• | Overig | 10 112 | 8 425 | 11 177 | 12 380 | 10 846 | 11 999 | – 1 153 |
Apparaatsuitgaven | 6 600 | 6 202 | 5 078 | 5 027 | 4 988 | 5 420 | – 432 | |
Ontvangsten | 101 845 | 71 405 | 61 435 | 45 002 | 20 668 | 1 661 | 19 007 |
N.B.: Verschillen in de optellingen worden veroorzaakt door afrondingsverschillen.
Toelichting:
De realisatie van de uitgaven in het primair onderwijs ligt circa € 51 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is circa € 19 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Hieronder worden de grootste verschillen toegelicht.
Verplichtingen
Het verschil in de verplichtingenstand wordt veroorzaakt doordat in 2011 verplichtingen zijn aangegaan voor 2012 en verder. Dit zijn vooral de verplichtingen voor de onderwijsachterstandsmiddelen die naar gemeenten gaan.
Uitgaven
-
• Personele bekostiging: Het verschil wordt grotendeels verklaard door het verwerken van de actuele prijzen (tegemoetkoming stijging werkgeverslasten en Actieplan Leerkracht Nederland) in de bekostiging (€ 57,4 miljoen). Daarnaast is € 7,7 miljoen toegevoegd ten behoeve van het Participatiefonds.
-
• Materiële bekostiging: De verhoging van € 17,5 miljoen is grotendeels veroorzaakt door de toevoeging van de prijsbijstelling aan de begroting.
-
• Bekostiging Caribisch Nederland: Het beschikbare budget (€ 10,6 miljoen) is overgeboekt van artikel 8 (Internationaal beleid) naar artikel 1 (Primair Onderwijs).
-
• Conciërgeregeling: Met ingang van schooljaar 2011–2012 is het budget voor de conciërgeregeling (€ 9,7 miljoen) overgeboekt van artikel 9 (Lerarenbeleid) naar artikel 1 (Primair Onderwijs).
-
• Verbeteren taal- en rekenopbrengsten: Het verschil van € 11,4 miljoen komt grotendeels doordat de volledige betaling van de Subsidieregeling Taal en Rekenen van het schooljaar 2010–2011 in 2010 heeft plaatsgevonden.
-
• Cultuureducatie: Het verschil (€ 7,9 miljoen) wordt verklaard doordat het deel van het beschikbare budget voor het schooljaar 2011–2012 dat betrekking heeft op 2011 is overgeboekt van artikel 14 (Cultuur) naar artikel 1 (Primair Onderwijs).
-
• Overige uitgaven «leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit»: De realisatie is € 3,8 miljoen lager dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat middelen zijn vrijgemaakt voor de bijdrage aan het Nationaal Programma kwaliteitssprong Zuid in de jaren 2012–2015.
-
• Passend onderwijs en LGF: De realisatie is € 22,8 miljoen lager dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat er minder rugzakleerlingen zijn dan is geraamd (€ 18,6 miljoen).
-
• Onderwijsachterstandenbeleid: De realisatie is € 4,9 miljoen lager dan begroot. Oorzaak is onder andere dat de uitgaven (€ 1,4 miljoen) voor het toezicht op de voorschoolse educatie voortvloeiend uit de wet OKE zijn overgeboekt naar de Inspectie van het Onderwijs. Daarnaast is het project VVE Versterk later gestart dan gepland (€ 2,7 miljoen).
-
• Onderwijsvoorziening jonggehandicapten: Door minder beroep op de regeling dan verwacht, is van het beschikbare budget € 2,4 miljoen minder uitgegeven.
-
• Brede Scholen: Het budget is met € 10,3 miljoen verlaagd onder andere door een overboeking naar het Gemeentefonds ten behoeve van de realisatie van combinatiefuncties in het kader van de impuls brede scholen, sport en cultuur.
Ontvangsten
-
• De ontvangsten zijn € 19,0 miljoen hoger dan geraamd. De Oorzaken zijn:
-
○ € 11,3 miljoen, schoolbesturen en gemeenten maken minder gebruik van de middelen die voor specifieke doelen bestemt zijn.
-
○ € 7,7 miljoen is teruggevorderd bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten. Dit bedrag is weer beschikbaar gesteld aan het Participatiefonds.
-
1.3 Operationele beleidsdoelstelling
1.3.1 Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs
De overheid heeft de verantwoordelijkheid om scholen goed toe te rusten, zodat scholen in staat zijn te voldoen aan eisen voor toegankelijkheid en kwaliteit. Scholen en schoolbesturen moeten kunnen inspelen op de specifieke omstandigheden en onderwijs op maat bieden. De lumpsumbekostiging stelt hen daarbij in staat om zelf af te wegen hoe het beschikbare budget het beste kan worden ingezet. Hierover verantwoordt het bestuur zich.
• Aanpak (zeer) zwakke scholen
Doelbereiking
De daling van het aantal zeer zwakke scholen in het primair onderwijs zet door. Op 1 januari 2012 waren nog slechts 32 scholen zeer zwak. Echter, niet alle scholen die zeer zwak zijn verbeteren binnen een jaar. In een brief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 31 293, nr. 86) staan de plannen uitgewerkt om deze ambitie uit het Regeerakkoord te realiseren. Ten eerste wordt het toezicht meer signalerend van aard. De Inspectie van het Onderwijs waarschuwt scholen en besturen eerder en indringender als de kwaliteit van het onderwijs achteruit gaat. Ten tweede wordt het hulpaanbod voor zeer zwakke scholen via de sectorraden geïntensiveerd en gecontinueerd. Ten slotte is in 2011 gestart met de voorbereiding van een wetswijziging die het mogelijk maakt de scholen die na een jaar nog steeds zeer zwak zijn te sluiten.
Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling
Realisatie | Raming | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | ||
Leerlingen basisonderwijs | |||||||
– | geen gewicht | 1 275,9 | 1 316,6 | 1 344,3 | 1 338,5 | 1 330,0 | 1 334,1 |
– | 0,25 | 74,6 | 37,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
– | 0.3 | 66,0 | 89,0 | 117,2 | 111,7 | 104,5 | 108,0 |
– | 0,4 | 0,7 | 0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
– | 0,7 | 1,4 | 0,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
– | 0,9 | 89,8 | 47,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
– | 1.2 | 43,5 | 61,6 | 86,3 | 84,7 | 82,5 | 81,3 |
Subtotaal1 | 1 551,8 | 1 553,0 | 1 547,8 | 1 534,9 | 1 517,3 | 1 523,4 | |
Leerlingen trekkende bevolking | 0,5 | 0,4 | 0,5 | 0,4 | 0,4 | 0,5 | |
Totaal1 | 1 552,3 | 1 553,5 | 1 548,3 | 1 535,3 | 1 517,7 | 1 523,9 | |
Leerlingen in het speciaal basisonderwijs | 44,9 | 44,1 | 43,3 | 42,8 | 41,8 | 41,7 | |
– | waarvan anderstalige leerlingen | 8,6 | 8,4 | 8,4 | 8,5 | 8,4 | 8,1 |
Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs | 65,0 | 66,8 | 68,5 | 68,9 | 70,1 | 70,3 | |
– | waarvan anderstalige leerlingen | 11,5 | 11,4 | 11,6 | 11,7 | 11,9 | 11,5 |
Ambulant begeleide leerlingen | 35,5 | 39,4 | 42,3 | 38,9 | 39,6 | 42,4 |
N.B.: De gewichtenregeling is herzien per 1 augustus 2006. Hierdoor zijn twee nieuwe gewichten (0,3 en 1,2) ingevoerd. Per 1 oktober 2009 is de oude gewichtenregeling afgebouwd.
Bron: Referentieraming 2011, raming op teldatum 1 oktober van de respectievelijke jaren. De realisatie 2011 is op basis van een voorlopige telling.
Realisatie | Raming | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | |
WPO: basisonderwijs en speciaal basisonderwijs | 4,5 | 4,7 | 5,0 | 5,0 | 5,1 | 5,1 |
WEC (voortgezet) speciaal onderwijs | 18,7 | 19,9 | 21,6 | 22,1 | 22,0 | 21,8 |
Primair onderwijs | 5,1 | 5,3 | 5,7 | 5,7 | 5,8 | 5,8 |
Bron: DUO-tellingen, op teldatum 1 oktober van de respectievelijke jaren. De realisatie 2011 is op basis van een voorlopige telling.
Realisatie | Raming | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | |
Scholen voor basisonderwijs | 6 898 | 6 892 | 6 881 | 6 848 | 6 807 | 6 882 |
Scholen voor speciaal basisonderwijs | 316 | 313 | 311 | 308 | 304 | 311 |
Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs | 323 | 323 | 324 | 324 | 324 | 324 |
Totaal primair onderwijs | 7 537 | 7 528 | 7 516 | 7 480 | 7 435 | 7 517 |
Bron: DUO-tellingen, op teldatum 1 oktober van de respectievelijke jaren. De realisatie voor 2011 is op basis van een voorlopige telling.
1.3.2 Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit
Het primair onderwijs moet het voor de leerling mogelijk maken naar die vorm van voortgezet onderwijs te gaan die het beste aansluit bij zijn of haar capaciteiten. Dit vraagt om kwalitatief goed primair onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en rapporteert hierover jaarlijks in het Onderwijsverslag.
Doelbereiking
De Inspectie van het Onderwijs is over het geheel genomen positief over de kwaliteit van het basisonderwijs.
Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling
Indicator | Basiswaarde | Realisatie | Realisatie | Streefwaarde | Realisatie | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 2010 | 2011 | 2011 | ||||
1. | Gemiddelde taalvaardigheidscores in groep 8 van het basisonderwijs: | ||||||
a. | woordenschat | 250 | 249 | 257 | ≥ realisatie voorgaand jaar; tenminste 250 | 251 | |
b. | spelling | 250 | 250 | 252 | ≥ realisatie voorgaand jaar; tenminste 250 | 252 | |
c. | begrijpend lezen | 250 | 252 | 254 | ≥ realisatie voorgaand jaar; tenminste 250 | 257 | |
Bron: Cito – Jaarlijks Peilingsonderzoek van het Onderwijsniveau | Peildatum: 2008 | Peildatum: 2008/2009 | Peildatum: 2010 | Peildatum: 2010/2011 | Peildatum: 2011 | ||
2. | Gemiddelde rekenvaardigheidscores in groep 8 van het basisonderwijs: | ||||||
a. | getallen en bewerkingen | 250 | 250 | 252 | ≥ realisatie voorgaand jaar; tenminste 250 | 252 | |
b. | breuken, procenten en verhoudingen | 250 | 250 | 254 | ≥ realisatie voorgaand jaar; tenminste 250 | 253 | |
c. | meten, meetkunde, tijd en geld | 250 | 249 | 254 | ≥ realisatie voorgaand jaar; tenminste 250 | 254 | |
Bron: Cito – Jaarlijks Peilingsonderzoek van het Onderwijsniveau | Peildatum: 2008 | Peildatum: 2008/2009 | Peildatum: 2010 | Peildatum: 2010/2011 | Peildatum: 2011 | ||
3. | Percentage zeer zwakke scholen in het basisonderwijs | 1,4% | 1,3% | 0,7% | 0,65% | 0,45% | |
Bron: Inspectie van het Onderwijs | Peildatum: 01.01.2006 | Peildatum: 01.01.2010 | Peildatum: 01.01.2011 | Peildatum: 01.01.2011 | Peildatum: 01.01.2012 |
N.B.: In dit jaarverslag zijn de indicatoren uit de begroting opgenomen die zijn gecontinueerd door het kabinet Rutte.
1.3.3 Leerlingen kunnen zonder drempel het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften
Sommige leerlingen zijn zonder extra ondersteuning niet of niet goed in staat om (regulier) onderwijs te volgen, bijvoorbeeld leerlingen met leermoeilijkheden, grote leerachterstanden of leerlingen met een handicap of stoornis. Voor kinderen met laag opgeleide ouders, die een grotere kans hebben op onderwijsachterstand, en voor scholen in achterstandsgebieden (impulsgebieden) biedt de gewichtenregeling extra middelen voor de basisscholen. Het doel van passend onderwijs is voor ieder kind een passend onderwijsaanbod te realiseren. Waar mogelijk zal een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, in het regulier onderwijs opgevangen moeten worden.
• Passend onderwijs
Doelbereiking
In 2011 is in de beleidsbrief «Naar passend onderwijs» (Kamerstuk 31 497, nr. 31) het beleid ten aanzien van het nieuwe stelsel passend onderwijs en de invulling van de ombuiging op passend onderwijs uiteengezet. In de tussenrapportage passend onderwijs (Kamerstuk 31 497, nr. 66) is de voortgang van passend onderwijs weergegeven. Eind 2011 is het wetsvoorstel passend onderwijs naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstuk 31 106, nrs. 1, 2 en 3).
• Veiligheid op school
De invoering van een wettelijke verplichting voor scholen om incidenten te registreren treedt een schooljaar later dan gepland in werking. Over het aangepaste traject is de Tweede Kamer separaat geïnformeerd (Kamerstuk 29 240, nr. 44). Het wetsvoorstel is in 2011 naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstuk 32 857, nr. 2).
Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling
Indicator | Basiswaarde | Realisatie | Realisatie | Streefwaarde | Realisatie | |
---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 2010 | 2011 | 2011 | |||
Percentage zeer zwakke scholen: | ||||||
a. | in het speciaal basisonderwijs | 6,4% | 1,7% | 1,3% | 3,2% | 1,6% |
b. | in het (voortgezet) speciaal onderwijs | 5,0% | 2,0% | 1,3% | 2,5% | 1,6% |
Bron: Inspectie van het Onderwijs | Peildatum: 01.01.2007 | Peildatum: 01.01.2010 | Peildatum: 01.01.2011 | Peildatum: 01.01.2012 | Peildatum: 01.01.2012 |
N.B.: In dit jaarverslag zijn de indicatoren uit de begroting opgenomen die zijn gecontinueerd door het kabinet Rutte.
Toelichting:
-
• In afwijking van 2010 is in 2011 het aantal zeer zwakke scholen in het speciaal onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs apart geteld. Dit zorgt voor een lichte stijging van het percentage zeer zwakke (v)so scholen, omdat twee onderwijskundige eenheden (één voor so en één voor vso) nu als twee zeer zwakke scholen worden gerekend in plaats van één.
1.3.4 Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school
De samenhang van voorzieningen zoals in een brede school in het primair onderwijs vergroot de ontwikkelingskansen van 0 tot 12-jarigen, kan bijdragen aan de combinatie van arbeid en zorg voor de ouders van deze kinderen en kan bovendien een bijdrage leveren aan het voorkomen van achterstanden, uitval en leer- en gedragsmoeilijkheden.
• Brede scholen
Doelbereiking
De projecten in het kader van de Regeling stimulering aanpassing huisvesting brede scholen moeten door de gemeenten uiterlijk 31 december 2011 zijn afgerond. Voor deze projecten vindt verantwoording plaats via de jaarrekening van gemeenten (SiSa).
1.4 Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid
Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling
Onderzoek onderwerp | AD of OD | Start | Afgerond | Vindplaats | |
---|---|---|---|---|---|
Effectenonderzoek ex post | Peiling prestaties leerlingen (Cito)> | 1.3.2. | 2008 | 2009, 2010, 2011 | |
Effecten taal- en rekenverbeterprojecten | 1.3.2. | 2008 | 2011 | ||
Passend onderwijs: stelseleffecten (NWO-BOPO) | 1.3.3. | 2009 | 2012/13 | ||
Passend onderwijs: schooleffecten (NWO-BOPO) | 1.3.3. | 2009 | 2012/13 | ||
Effecten wijziging gewichtenregeling (NWO-BOPO) | 1.3.3. | 2010 | 2011 | ||
Retentieonderzoek schakelklassen | 1.3.3. | 2011 | 2011 | ||
Overig evaluatieonderzoek | Monitor Jaarrekeningen PO | 1.3.1. | 2008 | 2011 | www.onderwijsinspectie.nl (Onderwijsverslag 2009–2010) |
Relatie personeelsbeleid en onderwijskwaliteit (NWO-BOPO) | 1.3.1. | 2009 | 2011 | ||
Demografische krimp en effecten op bekostiging | 1.3.1. | 2011 | 2011 | ||
Evaluatie WMS | 1.3.1. | 2010 | 2012 | ||
Evaluatie materiële bekostiging | 1.3.1. | 2010 | 2011 | ||
Draagvlak Kwaliteitsagenda PO onder besturen, directies en leerkrachten | 1.3.1. | 2009 | 2010, 2011 | ||
Verbeteren professionaliteit opbrengstgericht werken, samenwerken en leren van elkaar (NWO-BOPO) | 1.3.2. | 2010 | 2012 | ||
Rol gemeenten en schoolbesturen bij VVE (NWO-BOPO) | 1.3.3. | 2010 | 2012 | ||
Monitor VVE | 1.3.3. | 2011 | 2011 | ||
Evaluatie impulsgebieden | 1.3.3. | 2011 | 2011 | zie toelichting | |
Monitor combinatiefuncties | 1.3.4. | 2008 | 2011 | http://beheer.nisb.nl/cogito/modules/uploads/docs/77001331624920.pdf |
Toelichting:
-
• Het onderzoek naar Passend onderwijs is vertraagd als gevolg van beleidsontwikkeling. Naar verwachting zal het onderzoek in 2012–2013 leiden tot een rapportage.
-
• Het onderzoek naar de relatie tussen personeelsbeleid en onderwijskwaliteit wordt in twee stappen uitgevoerd (2010–2011 en 2011–2012). In 2012 wordt het eindrapport verwacht.
-
• De evaluatie van de WMS is in 2011 uitgevoerd. De rapportage is in het voorjaar van 2012 afgerond.
-
• Het onderzoek naar het verbeteren van de professionaliteit en opbrengstgericht werken kende een vertraging in de dataverzameling. In 2012 wordt gerapporteerd.
-
• Het onderzoek naar de rol van gemeenten en schoolbesturen bij VVE is in 2011 afgerond. Het rapport hierover wordt in de loop van 2012 gepubliceerd.
-
• De interne evaluatie van de impulsgebieden is in 2011 uitgevoerd. De resultaten worden verwerkt in een brief over het onderwijsachterstandbeleid, die voor de zomer 2012 aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.