Algemene doelstelling
Het Commando zeestrijdkrachten (CZSK) levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Doelbereiking
Het CZSK heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan het halen van het Nederlandse ambitieniveau. Het CZSK heeft in 2011 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. Daarnaast is zowel gegarandeerde als niet-gegarandeerde capaciteit ter beschikking gesteld voor de uitvoering van structurele nationale taken en bijstand en steunverlening, zowel in Nederland als in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Externe factoren
Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de beschikbaarheid van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te oefenen. De knelpunten die zich hebben voorgedaan in de personele vulling zijn mede veroorzaakt door het beperkte aanbod van technisch en medisch geschoold personeel. Het tekort aan technisch geschoold personeel had ook gevolgen voor de materiële gereedheid. Die materiële gereedheid is daarnaast negatief beïnvloed door lange levertijden van bepaalde reserveonderdelen en het niet kunnen aangaan van verplichtingen tijdens de verplichtingenstop. De voortgang met betrekking tot de instroom en de verwerving van gewenst materieel voor CZSK is opgenomen bij de tabellen «projecten in realisatie» en de toelichtingen daarop bij beleidsartikel 25 – DMO.
Budgettaire gevolgen van beleid
Onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde begroting voor 2011.
Bedragen x € 1 000 | Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Begroting 2011 incl NvW | Verschil |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 568 909 | 610 707 | 644 982 | 599 001 | 573 652 | 561 898 | 11 754 |
Uitgaven | |||||||
Programma-uitgaven | |||||||
Commando ZSK Nederland | 536 296 | 507 713 | 530 595 | 521 057 | 498 245 | 484 002 | 14 243 |
Operationele eenheden | 448 798 | 412 071 | 418 381 | 403 584 | 388 901 | 382 941 | 5 960 |
Opleidingen | 87 498 | 95 642 | 112 214 | 117 473 | 109 344 | 101 061 | 8 283 |
Commando ZSK Caribisch Gebied | 48 698 | 51 116 | 55 104 | 45 129 | 45 644 | 46 967 | – 1 323 |
Kustwacht Nederland | 5 864 | 8 315 | 22 388 | 24 690 | 26 932 | 24 329 | 2 603 |
Kustwacht voor de Nederlandse | 7 166 | 2 538 | 3 416 | 2 796 | 2 748 | 2 871 | – 123 |
Antillen en Aruba | |||||||
Totaal programma-uitgaven | 598 024 | 569 682 | 611 503 | 593 672 | 573 569 | 558 169 | 15 400 |
Apparaatsuitgaven | |||||||
Staf Commando ZSK | 33 397 | 19 991 | 20 225 | 14 783 | 11 896 | 17 407 | – 5 511 |
Bijdragen aan baten-lastendiensten | 7 931 | 6 023 | 6 620 | 5 394 | 4 749 | 5 204 | – 455 |
Totaal apparaatsuitgaven | 41 328 | 26 014 | 26 845 | 20 177 | 16 645 | 22 611 | – 5 966 |
Totaal uitgaven | 639 352 | 595 696 | 638 348 | 613 849 | 590 214 | 580 780 | 9 434 |
Ontvangsten | |||||||
Totaal ontvangsten | 14 587 | 14 002 | 13 613 | 11 791 | 9 876 | 13 564 | – 3 688 |
Toelichting bij de verschillen groter dan € 5,0 miljoen.
Verplichtingen
De posten die bij de programma-uitgaven worden genoemd, zorgen mede voor de hogere realisatie van verplichtingen.
Uitgaven
Programma-uitgaven
De realisatie van programma-uitgaven is € 15,4 miljoen hoger dan geraamd, voornamelijk door hogere formatie-uitgaven. Aan oefentoelagen is € 4 miljoen meer uitgegeven. Als gevolg van de ontwikkeling van het personeelsbestand is er een hogere realisatie van voornamelijk opleidingen voor een bedrag van € 7,7 miljoen. Verder is € 2 miljoen meer gerealiseerd aan personele uitgaven als gevolg van gewijzigde premies voor zorg en pensioenen. Dit is gecompenseerd in de uitdeling van de loonbijstelling.
In 2011 zijn de facilitaire activiteiten van Defensie geconcentreerd binnen het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) van de Bedrijfsgroep Facility Services van het CDC. Daardoor is bij CZSK voor € 1,6 miljoen minder uitgegeven aan facilitaire zaken. Tenslotte zijn er diverse kleinere mutaties tot een totaal van € 3,3 miljoen.
Apparaatsuitgaven
De lagere realisatie van de apparaatsuitgaven van € 5,9 miljoen wordt veroorzaakt door lagere personele uitgaven.
Verdeling realisatie operationele doelstellingen
In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen.
bedragen x € 1 miljoen | Begroting 2011 excl. opleidingen | Realisatie 2011 excl. opleidingen | Begroting 2011 incl. opleidingen | Realisatie 2011 incl. opleidingen |
---|---|---|---|---|
operationele doelstelling 1 | 44,9 | 48,0 | 56,7 | 61,5 |
operationele doelstelling 2 | 189,5 | 200,6 | 239,5 | 257,0 |
operationele doelstelling 3 | 148,6 | 140,3 | 187,8 | 179,8 |
Totaal | 382,9 | 388,9 | 484,0 | 498,2 |
Operationele doelstellingen
Operationele doelstelling 1: Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.
Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.
Operationele doelstelling 2: Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.
Om met eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie is een gedeelte van de eenheden (specifiek) operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend voor de organieke taak of een deel daarvan.
Operationele doelstelling 3: Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden
Om een aantal eenheden gereed te hebben gedurende een langere periode en in aflossing te kunnen voorzien, is een groter aantal eenheden noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk om eenheden te laten recupereren, reorganisaties door te voeren, onderhoud uit te voeren, nieuw materieel in te voeren en het personeel opleidingen te laten volgen. Eenheden doorlopen daarna een opwerkprogramma tot het niveau «operationeel gereed» is bereikt.
Beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen)
De operationele doelstellingen waaraan het CZSK moest voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden. Uit de onderstaande matrix blijkt hoeveel eenheden voor de operationele doelstellingen beschikbaar moesten zijn en hoeveel daar in werkelijkheid beschikbaar waren. De planning gaat uit van de begroting 2011 inclusief de aanpassingen hierop in de 1e suppletoire begroting en de beleidsbrief.
Groep | Organieke eenheid | Totaal aantal eenheden | Inzet | Totaal aantal operationeel gerede eenheden | Voortzettings-vermogen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
OD1 | OD1 + OD2 | OD3 | ||||||||
Specifiek | Organiek | |||||||||
Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | |||
Staf | NLMARFOR | 0,5 | 0,5 | 1 | 1 | 1 | ||||
Schepen en onderzeeboten | Fregatten | 1 | 0,8 | 6 | 1→21 | 0,7 | 2→11 | 2,3 | 3 | 3 |
Bevoorradingsschepen | – | 0,3 | 2 | 0,7 | 0,5 | 1,3 | 1,5 | |||
Landing Platform Docks | 0,6 | 0,6 | 2 | 1,4 | 0,2 | – | 1,5 | 0,6 | 0,4 | |
Onderzeeboten | 0,6 | 0,5 | 4 | 2 | 1,6 | 2 | 2,4 | |||
Ondersteuningsvaartuig | 1 | 1 | 1 | |||||||
Mijnenbestrijdingsvaartuigen | 1,5 | 1,9 | 10→62 | 3 | 2,7 | 1 | 1,8 | 6→22 | 2,8 | |
Hydrografische opnemingsvaartuigen | 1 | 0,9 | 2 | 1,8 | 1,9 | 0,2 | 0,1 | |||
Ondersteuningsvaartuig CARIB | 1 | 0,8 | 0,8 | 0,2 | 0,2 | |||||
Korps Mariniers | Mariniersbataljons | – | 0,1 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||
Ondersteunende mariniersbataljons | 2 | 1→02 | 1,8 | 1→22 | 0,2 | |||||
Unit Interventie Mariniers | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||||
Marinierscompagnie CARIB | 1 | – | 1 | 1 | – | |||||
Bootpeloton Caribisch gebied | 1 | – | 1 | 1 | – | |||||
Overige eenheden | Defensie Duikgroep | – | 0,1 | 1 | 1 | 1 | ||||
Mobiele hospitaalfaciliteit | 1 | 1 | 1 |
Toelichting
Algemeen
Gedurende het jaar is door eenheden van het CZSK deelgenomen aan diverse reeds lopende crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 20 – Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties. De realisatie van de geplande inzetopdrachten komt door uiteenlopende oorzaken niet volledig overeen met de inzet die was voorzien in de begroting 2011. Het CZSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan. In die gevallen waarin aan boord van een schip een helikopter geëmbarkeerd was, wordt daarover gerapporteerd in beleidsartikel 23 – Commando luchtstrijdkrachten.
Internationale inzet
NLMARFOR
Tot juli 2011 heeft Nederland het commando gevoerd over de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2), een maritiem onderdeel van de Immediate Reaction Force (IRF) van de NATO Response Force (NRF). Dit verband is gedurende de commandoperiode ingezet in anti-piraterijoperatie Ocean Shield voor de kust van Somalië. Hiervoor is personeel van NLMARFOR ingezet.
Fregatten
Achtereenvolgens zijn Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Tromp, inclusief een boordhelikopter van het Defensie Helikopter Commando (DHC) en een boardingteam van het Korps Mariniers, ingezet als vlaggeschip van SNMG2 in anti-piraterijoperatie Ocean Shield. Hr.Ms. Tromp werd op de reis naar het operatiegebied voor een korte periode ingezet voor de kust van Libië ten behoeve van evacuaties van burgers.
Bevoorradingsschepen
In aanvulling op de planning in de begroting is Hr.Ms. Zuiderkruis met een boordhelikopter van het DHC, een boardingteam van het Korps Mariniers en een Maltees Vessel Protection Detachement (VPD) voor een periode van drie maanden ingezet in de operatie Atalanta, een anti-piraterijoperatie van de EU.
Onderzeeboten
In de eerste helft van 2011 is een gerubriceerde inzetopdracht uitgevoerd en in november is een tweede gerubriceerde inzetopdracht begonnen.
Mijnenbestrijdingsvaartuigen
In 2011 zijn Hr.Ms. Haarlem en Hr.Ms. Vlaardingen ingezet in de Standing NATO Mine Countermeasure Group 1 (SNMCMG1), een maritiem onderdeel van de Immediate Reaction Force (IRF) van de NATO Response Force (NRF). Eind maart werd Hr.Ms. Haarlem onttrokken aan dit verband en met enkele andere eenheden van het verband ingezet in de operatie Unified Protector (OUP) voor de kust van Libië. Ten behoeve van de voortzetting van de inzet werd in juni de bemanning van de Hr.Ms. Middelburg gewisseld met die van de Hr.Ms. Haarlem. Hr.Ms. Vlaardingen heeft zich na de beëindigen van de deelneming aan OUP weer bij SNMCMG1 gevoegd. De gehele maand juni zijn het ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Mercuur en de mijnenjagers Hr.Ms. Zierikzee en Hr.Ms. Willemstad op roulatiebasis ingezet voor de kust van Spanje bij de grensbewakingsoperatie Indalo van het Europees agentschap FRONTEX.
Marinierseenheden
De schepen die zijn ingezet voor anti-piraterijoperaties waren voorzien van een boardingteam van het Korps Mariniers. Voorts zijn in 2011 tien VPD’s ingezet op civiele schepen voor de beveiliging van kwetsbare scheepstransporten tegen piraten.
Nationale inzet
Stationsschip in het Caribisch gebied
Achtereenvolgens zijn Hr.Ms. Rotterdam (LPD), Hr.Ms. Johan de Witt (LPD) en Hr.Ms. Van Amstel (fregat) met een boordhelikopter van het DHC ingezet als stationsschip in het Caribisch gebied.
Kustwacht Nederland
Door de mijnenbestrijdingsvaartuigen zijn in het kader van operatie Beneficial Cooperation explosieven geruimd op het Nederlandse deel van het continentaal plat. In totaal was de doelstelling 180 vaardagen. Door de maatregelen uit de beleidsbrief is het aantal mijnenbestrijdingsvaartuigen verlaagd van tien naar zes. In overleg met de Kustwacht is overeengekomen dat het aantal vaardagen wordt verlaagd naar 120. Van deze vaardagen waren 100 voor operatie Beneficial Cooperation en 20 dagen voor handhavingstaken op afroep in urgente gevallen. In totaal zijn er 104 vaardagen voor de kustwacht gerealiseerd voor explosievenopruiming in het kader van operatie Beneficial Cooperation. Van de beschikbaarheid op afroep is geen gebruik gemaakt.
Hydrografische opnamedagen
Ten behoeve van het actualiseren van zeekaarten en nautische publicaties van het Nederlandse deel van het continentaal plat en Caribisch Nederland zijn 233 hydrografische opnamedagen gerealiseerd. De doelstelling voor 2011 was gesteld op 270 opnamedagen door mijnenbestrijdingsvaartuigen en hydrografische opnemingsvaartuigen. Door problemen met de voortstuwing, opnameapparatuur, de weersomstandigheden en de gevolgen van de beleidsbrief voor de mijnenbestrijdingsvaartuigen zijn niet alle opnamedagen gerealiseerd.
Defensie Duikgroep (DDG)
Door eenheden van de DDG is regelmatig steun verleend aan civiele autoriteiten ter ondersteuning van zoekacties en justitieel onderzoek.
Operationele gereedheid
Het grootste deel van de eenheden heeft de gereedheidsdoelstellingen volledig gerealiseerd. Dit wordt daarom niet verder toegelicht. Hieronder worden die eenheden toegelicht waarvoor geldt dat deze voor het grootste deel wel operationeel gereed zijn geweest, maar waarbij de doelstelling niet volledig is gerealiseerd.
Bevoorradingsschepen
Door defecten aan en modificaties van de voortstuwing van Hr.Ms. Zuiderkruis was de gereedheid van dit schip in de eerste helft van het jaar onvoldoende om de doelstelling in de begroting te behalen. In de tweede helft van het jaar is het schip in aanvulling op de reeds voorziene inzet van CZSK-eenheden ingezet voor de anti-piraterijoperatie Atalanta.
Onderzeeboten
Wegens recuperatie na inzet en een noodzakelijke onderhoudsperiode ter waarborging van de zeewaardigheid is de eindejaarsrealisatie lager uitgekomen.
Ondersteunende mariniersbataljons
Het amfibisch logistiek bataljon heeft een personele ondervulling en is daardoor in staat gebleken slechts één mariniersbataljon tegelijkertijd te ondersteunen.
Marinierseenheden CARIB
Door het ontbreken van nachtzichtapparatuur, .50 mitrailleurs en goed werkende verbindingsapparatuur is de materiële gereedheid zodanig dat de eenheden in het Caribisch gebied minder goed in staat zijn taken in het hoogste deel van het geweldsspectrum uit te voeren.
Bootpeloton Caribisch gebied
De gereedheid van het bootpeloton Caribisch gebied wordt beperkt vanwege meerdere defecte Boston Whalers.