Base description which applies to whole site

4.2. Beleidsartikel 21 Commando zeestrijdkrachten

Algemene doelstelling

Het Commando zeestrijdkrachten (CZSK) levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Doelbereiking

Het CZSK heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan het halen van het Nederlandse ambitieniveau. Het CZSK heeft in 2011 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. Daarnaast is zowel gegarandeerde als niet-gegarandeerde capaciteit ter beschikking gesteld voor de uitvoering van structurele nationale taken en bijstand en steunverlening, zowel in Nederland als in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de beschikbaarheid van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te oefenen. De knelpunten die zich hebben voorgedaan in de personele vulling zijn mede veroorzaakt door het beperkte aanbod van technisch en medisch geschoold personeel. Het tekort aan technisch geschoold personeel had ook gevolgen voor de materiële gereedheid. Die materiële gereedheid is daarnaast negatief beïnvloed door lange levertijden van bepaalde reserveonderdelen en het niet kunnen aangaan van verplichtingen tijdens de verplichtingenstop. De voortgang met betrekking tot de instroom en de verwerving van gewenst materieel voor CZSK is opgenomen bij de tabellen «projecten in realisatie» en de toelichtingen daarop bij beleidsartikel 25 – DMO.

Budgettaire gevolgen van beleid

Onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde begroting voor 2011.

Bedragen x € 1 000

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Begroting 2011 incl NvW

Verschil

Verplichtingen

568 909

610 707

644 982

599 001

573 652

561 898

11 754

Uitgaven

             

Programma-uitgaven

             

Commando ZSK Nederland

536 296

507 713

530 595

521 057

498 245

484 002

14 243

Operationele eenheden

448 798

412 071

418 381

403 584

388 901

382 941

5 960

Opleidingen

87 498

95 642

112 214

117 473

109 344

101 061

8 283

Commando ZSK Caribisch Gebied

48 698

51 116

55 104

45 129

45 644

46 967

– 1 323

Kustwacht Nederland

5 864

8 315

22 388

24 690

26 932

24 329

2 603

Kustwacht voor de Nederlandse

7 166

2 538

3 416

2 796

2 748

2 871

– 123

Antillen en Aruba

             

Totaal programma-uitgaven

598 024

569 682

611 503

593 672

573 569

558 169

15 400

Apparaatsuitgaven

             

Staf Commando ZSK

33 397

19 991

20 225

14 783

11 896

17 407

– 5 511

Bijdragen aan baten-lastendiensten

7 931

6 023

6 620

5 394

4 749

5 204

– 455

Totaal apparaatsuitgaven

41 328

26 014

26 845

20 177

16 645

22 611

– 5 966

Totaal uitgaven

639 352

595 696

638 348

613 849

590 214

580 780

9 434

Ontvangsten

             

Totaal ontvangsten

14 587

14 002

13 613

11 791

9 876

13 564

– 3 688

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5,0 miljoen.

Verplichtingen

De posten die bij de programma-uitgaven worden genoemd, zorgen mede voor de hogere realisatie van verplichtingen.

Uitgaven

Programma-uitgaven

De realisatie van programma-uitgaven is € 15,4 miljoen hoger dan geraamd, voornamelijk door hogere formatie-uitgaven. Aan oefentoelagen is € 4 miljoen meer uitgegeven. Als gevolg van de ontwikkeling van het personeelsbestand is er een hogere realisatie van voornamelijk opleidingen voor een bedrag van € 7,7 miljoen. Verder is € 2 miljoen meer gerealiseerd aan personele uitgaven als gevolg van gewijzigde premies voor zorg en pensioenen. Dit is gecompenseerd in de uitdeling van de loonbijstelling.

In 2011 zijn de facilitaire activiteiten van Defensie geconcentreerd binnen het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) van de Bedrijfsgroep Facility Services van het CDC. Daardoor is bij CZSK voor € 1,6 miljoen minder uitgegeven aan facilitaire zaken. Tenslotte zijn er diverse kleinere mutaties tot een totaal van € 3,3 miljoen.

Apparaatsuitgaven

De lagere realisatie van de apparaatsuitgaven van € 5,9 miljoen wordt veroorzaakt door lagere personele uitgaven.

Verdeling realisatie operationele doelstellingen

In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen.

bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2011 excl. opleidingen

Realisatie 2011 excl. opleidingen

Begroting 2011 incl. opleidingen

Realisatie 2011 incl. opleidingen

operationele doelstelling 1

44,9

48,0

56,7

61,5

operationele doelstelling 2

189,5

200,6

239,5

257,0

operationele doelstelling 3

148,6

140,3

187,8

179,8

Totaal

382,9

388,9

484,0

498,2

Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 1: Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.

Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.

Operationele doelstelling 2: Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.

Om met eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie is een gedeelte van de eenheden (specifiek) operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend voor de organieke taak of een deel daarvan.

Operationele doelstelling 3: Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden

Om een aantal eenheden gereed te hebben gedurende een langere periode en in aflossing te kunnen voorzien, is een groter aantal eenheden noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk om eenheden te laten recupereren, reorganisaties door te voeren, onderhoud uit te voeren, nieuw materieel in te voeren en het personeel opleidingen te laten volgen. Eenheden doorlopen daarna een opwerkprogramma tot het niveau «operationeel gereed» is bereikt.

Beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen)

De operationele doelstellingen waaraan het CZSK moest voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden. Uit de onderstaande matrix blijkt hoeveel eenheden voor de operationele doelstellingen beschikbaar moesten zijn en hoeveel daar in werkelijkheid beschikbaar waren. De planning gaat uit van de begroting 2011 inclusief de aanpassingen hierop in de 1e suppletoire begroting en de beleidsbrief.

Realisatie operationele doelstellingen 1, 2 en 3 Commando Zeestrijdkrachten 2011

Groep

Organieke eenheid

Totaal aantal eenheden

Inzet

Totaal aantal operationeel gerede eenheden

Voortzettings-vermogen

OD1

OD1 + OD2

OD3

 

Specifiek

Organiek

 
   

Doelstelling

Realisatie

 

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Staf

NLMARFOR

0,5

0,5

1

   

1

1

   

Schepen en onderzeeboten

Fregatten

1

0,8

6

1→21

0,7

2→11

2,3

3

3

Bevoorradingsschepen

0,3

2

   

0,7

0,5

1,3

1,5

Landing Platform Docks

0,6

0,6

2

1,4

0,2

1,5

0,6

0,4

Onderzeeboten

0,6

0,5

4

   

2

1,6

2

2,4

Ondersteuningsvaartuig

   

1

   

1

1

   

Mijnenbestrijdingsvaartuigen

1,5

1,9

10→62

3

2,7

1

1,8

6→22

2,8

Hydrografische opnemingsvaartuigen

1

0,9

2

   

1,8

1,9

0,2

0,1

Ondersteuningsvaartuig CARIB

   

1

   

0,8

0,8

0,2

0,2

Korps Mariniers

Mariniersbataljons

0,1

2

1

1

   

1

1

Ondersteunende mariniersbataljons

   

2

1→02

1,8

1→22

0,2

   

Unit Interventie Mariniers

1

1

1

   

1

1

   

Marinierscompagnie CARIB

   

1

1

1

   

Bootpeloton Caribisch gebied

   

1

1

1

   

Overige eenheden

Defensie Duikgroep

0,1

1

   

1

1

   

Mobiele hospitaalfaciliteit

   

1

   

1

1

   
1

Doelstelling is gewijzigd bij de 1e suppletoire begroting

2

Doelstelling is gewijzigd als gevolg van de beleidsbrief

Toelichting

Algemeen

Gedurende het jaar is door eenheden van het CZSK deelgenomen aan diverse reeds lopende crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 20 – Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties. De realisatie van de geplande inzetopdrachten komt door uiteenlopende oorzaken niet volledig overeen met de inzet die was voorzien in de begroting 2011. Het CZSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan. In die gevallen waarin aan boord van een schip een helikopter geëmbarkeerd was, wordt daarover gerapporteerd in beleidsartikel 23 – Commando luchtstrijdkrachten.

Internationale inzet

NLMARFOR

Tot juli 2011 heeft Nederland het commando gevoerd over de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2), een maritiem onderdeel van de Immediate Reaction Force (IRF) van de NATO Response Force (NRF). Dit verband is gedurende de commandoperiode ingezet in anti-piraterijoperatie Ocean Shield voor de kust van Somalië. Hiervoor is personeel van NLMARFOR ingezet.

Fregatten

Achtereenvolgens zijn Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Tromp, inclusief een boordhelikopter van het Defensie Helikopter Commando (DHC) en een boardingteam van het Korps Mariniers, ingezet als vlaggeschip van SNMG2 in anti-piraterijoperatie Ocean Shield. Hr.Ms. Tromp werd op de reis naar het operatiegebied voor een korte periode ingezet voor de kust van Libië ten behoeve van evacuaties van burgers.

Bevoorradingsschepen

In aanvulling op de planning in de begroting is Hr.Ms. Zuiderkruis met een boordhelikopter van het DHC, een boardingteam van het Korps Mariniers en een Maltees Vessel Protection Detachement (VPD) voor een periode van drie maanden ingezet in de operatie Atalanta, een anti-piraterijoperatie van de EU.

Onderzeeboten

In de eerste helft van 2011 is een gerubriceerde inzetopdracht uitgevoerd en in november is een tweede gerubriceerde inzetopdracht begonnen.

Mijnenbestrijdingsvaartuigen

In 2011 zijn Hr.Ms. Haarlem en Hr.Ms. Vlaardingen ingezet in de Standing NATO Mine Countermeasure Group 1 (SNMCMG1), een maritiem onderdeel van de Immediate Reaction Force (IRF) van de NATO Response Force (NRF). Eind maart werd Hr.Ms. Haarlem onttrokken aan dit verband en met enkele andere eenheden van het verband ingezet in de operatie Unified Protector (OUP) voor de kust van Libië. Ten behoeve van de voortzetting van de inzet werd in juni de bemanning van de Hr.Ms. Middelburg gewisseld met die van de Hr.Ms. Haarlem. Hr.Ms. Vlaardingen heeft zich na de beëindigen van de deelneming aan OUP weer bij SNMCMG1 gevoegd. De gehele maand juni zijn het ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Mercuur en de mijnenjagers Hr.Ms. Zierikzee en Hr.Ms. Willemstad op roulatiebasis ingezet voor de kust van Spanje bij de grensbewakingsoperatie Indalo van het Europees agentschap FRONTEX.

Marinierseenheden

De schepen die zijn ingezet voor anti-piraterijoperaties waren voorzien van een boardingteam van het Korps Mariniers. Voorts zijn in 2011 tien VPD’s ingezet op civiele schepen voor de beveiliging van kwetsbare scheepstransporten tegen piraten.

Nationale inzet

Stationsschip in het Caribisch gebied

Achtereenvolgens zijn Hr.Ms. Rotterdam (LPD), Hr.Ms. Johan de Witt (LPD) en Hr.Ms. Van Amstel (fregat) met een boordhelikopter van het DHC ingezet als stationsschip in het Caribisch gebied.

Kustwacht Nederland

Door de mijnenbestrijdingsvaartuigen zijn in het kader van operatie Beneficial Cooperation explosieven geruimd op het Nederlandse deel van het continentaal plat. In totaal was de doelstelling 180 vaardagen. Door de maatregelen uit de beleidsbrief is het aantal mijnenbestrijdingsvaartuigen verlaagd van tien naar zes. In overleg met de Kustwacht is overeengekomen dat het aantal vaardagen wordt verlaagd naar 120. Van deze vaardagen waren 100 voor operatie Beneficial Cooperation en 20 dagen voor handhavingstaken op afroep in urgente gevallen. In totaal zijn er 104 vaardagen voor de kustwacht gerealiseerd voor explosievenopruiming in het kader van operatie Beneficial Cooperation. Van de beschikbaarheid op afroep is geen gebruik gemaakt.

Hydrografische opnamedagen

Ten behoeve van het actualiseren van zeekaarten en nautische publicaties van het Nederlandse deel van het continentaal plat en Caribisch Nederland zijn 233 hydrografische opnamedagen gerealiseerd. De doelstelling voor 2011 was gesteld op 270 opnamedagen door mijnenbestrijdingsvaartuigen en hydrografische opnemingsvaartuigen. Door problemen met de voortstuwing, opnameapparatuur, de weersomstandigheden en de gevolgen van de beleidsbrief voor de mijnenbestrijdingsvaartuigen zijn niet alle opnamedagen gerealiseerd.

Defensie Duikgroep (DDG)

Door eenheden van de DDG is regelmatig steun verleend aan civiele autoriteiten ter ondersteuning van zoekacties en justitieel onderzoek.

Operationele gereedheid

Het grootste deel van de eenheden heeft de gereedheidsdoelstellingen volledig gerealiseerd. Dit wordt daarom niet verder toegelicht. Hieronder worden die eenheden toegelicht waarvoor geldt dat deze voor het grootste deel wel operationeel gereed zijn geweest, maar waarbij de doelstelling niet volledig is gerealiseerd.

Bevoorradingsschepen

Door defecten aan en modificaties van de voortstuwing van Hr.Ms. Zuiderkruis was de gereedheid van dit schip in de eerste helft van het jaar onvoldoende om de doelstelling in de begroting te behalen. In de tweede helft van het jaar is het schip in aanvulling op de reeds voorziene inzet van CZSK-eenheden ingezet voor de anti-piraterijoperatie Atalanta.

Onderzeeboten

Wegens recuperatie na inzet en een noodzakelijke onderhoudsperiode ter waarborging van de zeewaardigheid is de eindejaarsrealisatie lager uitgekomen.

Ondersteunende mariniersbataljons

Het amfibisch logistiek bataljon heeft een personele ondervulling en is daardoor in staat gebleken slechts één mariniersbataljon tegelijkertijd te ondersteunen.

Marinierseenheden CARIB

Door het ontbreken van nachtzichtapparatuur, .50 mitrailleurs en goed werkende verbindingsapparatuur is de materiële gereedheid zodanig dat de eenheden in het Caribisch gebied minder goed in staat zijn taken in het hoogste deel van het geweldsspectrum uit te voeren.

Bootpeloton Caribisch gebied

De gereedheid van het bootpeloton Caribisch gebied wordt beperkt vanwege meerdere defecte Boston Whalers.

Licence