Base description which applies to whole site

Artikel 10. Handhaving en toezicht

Algemene beleidsdoelstelling

Het stimuleren en bewaken van veilige vervoers- en watersystemen en een duurzame leefomgeving.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

De inspectie heeft in 2012 steeds meer gestuurd op risicoselectie in haar optreden. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat de goedpresterende ondertoezichtstaanden minder zijn onderworpen aan inspecties. Hiermee geeft de inspectie invulling aan het beginsel «vertrouwen, tenzij» om toezichtlast voor burgers en bedrijven te beperken. Dit vertrouwen krijgt vorm in een handhavingsconvenant met de ondertoezichtstaanden. In 2012 zijn er in totaal 25 convenanten afgesloten. Naast de handhavingsconvenanten is het toezicht voor een belangrijk deel verschoven van fysieke (object) inspecties naar het instrument audit.

De naleving van de verschillende domeinen in 2012 laat een gedifferentieerd beeld zien. Binnen de domeinen luchtvaart, rail- en wegvervoer en water, bodem en bouwen is de naleving over het algemeen goed.

De naleving bij binnenvaart en zeevaart kan nog verder verbeteren. Binnen het domein risicovolle producten en stoffen is het beeld gedifferentieerd. In het domein risicovolle bedrijven is in 2012 een omslag gemaakt naar een meer inspecterende taakinvulling, mede naar aanleiding van het incident in Fukushima.

Externe factoren

De inspectie Leefomgeving en Transport is op 1 januari 2012 ontstaan uit een fusie van de voormalige Inspectie Verkeer en Waterstaat en de voormalige Vrom-inspectie. Deze fusie was het gevolg van het samenvoegen van de departementen van Verkeer en Waterstaat en VROM. Door de samenvoeging van de twee inspecties is een grote efficiency gerealiseerd op het terrein van de ondersteuning, de staven, huisvesting en ICT. Er is in 2012 veel werk gestoken in het verbeteren en uniformeren van de processen.

Als gevolg van politieke besluitvorming eind 2011 om een deel van de taken op het gebied van ruimte, wonen en bouwen onder te brengen bij het ministerie van BZK, is de in de begroting 2012 gepresenteerde structuur reeds begin 2012 aangepast. De domeinen Water- en bodembeheer en Ruimte, wonen en bouwen zijn per 1-1-2012 samengevoegd tot het nieuwe domein Water, bodem en bouwen.

Ook in 2012 heeft de inspectie de samenwerking met andere toezichthouders versterkt. Het gaat daarbij onder andere om samenwerking met de inspectie SZW, de NVWA, Rijkswaterstaat en de douane.

Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)

10 Inspectie Leefomgeving en Transport

 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

veiligheidsrisico's

2011

2012

2012

2012

 

Verplichtingen

113.368

153.565

145.251

8.314

 

Uitgaven

115.379

153.565

145.251

8.314

 

10.01 ILT

115.379

153.565

145.251

8.314

 

10.01.03 Bijdrage aan baten en lastendiensten

115.379

153.565

145.251

8.314

 

– Risicovolle bedrijven

11.537

23.024

15.070

7.954

1

– Rail en wegvervoer

25.386

32.643

31.102

1.541

 

– Scheepvaart

19.614

19.886

25.171

– 5.285

2

– Luchtvaart

19.614

18.356

25.972

– 7.616

3

– Risicovolle stoffen en producten

20.768

39.759

26.292

13.467

4

– Water en bodembeheer

8.076

19.897

9.940

9.957

5

– Ruimte, wonen, bouwen

10.384

0

11.704

– 11.704

6

10.09 Ontvangsten

2.714

0

882

– 882

7

1

Het betreft hier de conversiestand bij 1e suppletoire begroting 2012. Zie ook de leeswijzer.

Ad 1 t/m ad 5. De verschillen tussen de realisatie en de vastgestelde begroting 2012 zijn met name het gevolg van de overdracht van taken, de ontvlechting van centrale budgetten voormalig Vrom. Een deel van de centrale budgetten voormalig Vrom is overgedragen aan het agentschap zodat deze integrale kosten kan vaststellen. Dit heeft een effect op de budgetten van alle domeinen van de ILT.

Ad 6) De domeinen Water- en bodembeheer en Ruimte, wonen en bouwen zijn per 1-1-2012 samengevoegd tot het nieuwe domein Water, bodem en bouwen. Het budget Ruimte, Wonen en Bouwen is overgeboekt naar het onderdeel Water en bodembeheer.

Ad 7) De ontvangsten worden ontvangen door het agentschap ILT. Hier tegenover staan lagere uitgaven aan het agentschap.

10.01 ILT

Artikelonderdeel

Doelbereiking

De belangrijkste prestaties in 2012 zijn geweest:

Risicovolle bedrijven

  • Het incident in Fukushima leidt nog steeds tot tal van extra werkzaamheden, waaronder de stresstesten van nucleaire installaties. Ook is een start gemaakt met de audit die het Internationale Atoom Agentschap (IAEA) in 2014 gaat uitvoeren op het Nederlandse systeem van wetgeving, vergunningverlening en handhaving. Bij de externe veiligheid is aandacht besteed aan inzicht in de naleving, zo zijn er in het toezicht op buisleidingen 45 audits gedaan die inzicht hebben gegeven in risicomanagementsystemen. Bij defensie zijn positieve ervaringen gedaan met een systeemgerichte wijze van inspecteren (audits). Bij de genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) is specifiek aandacht geweest voor verbetering van het nalevingsniveau. Tot slot is er veel aandacht besteed aan de milieuverplichtingen in nationaal en Europees verband. Omgevingsvergunningen worden door de Provincies verleend. De inspectie heeft er in 2012 200 beoordeeld.

Risicovolle stoffen en producten

  • De inspectie heeft in 2012 inspecties uitgevoerd in het kader van de EVOA (Europese verordening overbrenging afvalstoffen) en REACH (registratie en autorisatie van chemische stoffen). Daarnaast heeft de Inspectie ook toezicht gehouden op explosiegevaarlijke stoffen bij producenten, transporteurs en importeurs; dit in het kader van de Wet explosieven voor civiel gebruik en het Vuurwerkbesluit.

Rail- en wegvervoer

  • Rail. Het veiligheidsniveau van het spoorstelsel in Nederland was hoog (bron: Nederlandse Autoriteit voor Spoorveiligheid, Den Haag ILT 2012. In 2012 is gestart met de machinistenvergunning. Vanaf 2012 is de inspectie tevens belast met de afhandeling van passagiersrechten op het spoor.

  • Taxi/bus. De inspectie heeft in 2012 een aantal handhavingsconvenanten gesloten. Daarnaast is specifiek aandacht besteed aan de thema actie rolstoelvervoer. Evenals in eerdere jaren heeft de inspectie aandacht besteed aan illegaal betaald taxivervoer («snorders»). Op grond van de opnieuw geconstateerde goede naleving in het busvervoer heeft de Inspectie geen noodzaak gezien om het toezicht te verscherpen.

  • Goederenvervoer. In 2012 is gestart met inspecties gericht op de manipulatie van de digitale tachograaf. Dit inspectieproces is intensiever en tijdrovender dan waar aanvankelijk van uit werd gegaan. Ook is de controle op overbelading geïntensiveerd. In de loop van 2012 is het aantal meetpunten voor overbelading van acht naar twintig meetpunten uitgebreid. In de toekomst zal hierdoor een grote hoeveelheid digitale inspecties mogelijk worden.

Binnenvaart

  • De inspectie heeft in 2012 ingezet op handhaving van de binnenvaartwet. De samenwerking met Rijkswaterstaat op dit terrein is verder geïntensiveerd. Richting de sector is in 2012 aandacht gegeven aan de nieuwe Binnenvaartwet, het Scheepsafvalstoffenbesluit (SAB) en het scheepsafvalstoffenverdrag (SAV).

Luchtvaart

  • De inspectie heeft ook in 2012 een aantal veiligheids- en voorlichtingscampagnes uitgevoerd. Ook is het toezichtsprogramma aan de sector gepresenteerd. Wederom is veel aandacht besteed aan «denied boarding compensation»: passagiers kunnen een klacht over de afhandeling door de operator bij de inspectie indienen. De naleving in de luchtvaartsector is nog steeds hoog. De luchtwaardigheid van de Nederlandse luchtvaartuigen is over het algemeen goed. Bij de scores van de kwaliteitsrisico’s van bedrijven is vooral het naleefgedrag van de luchtvaartoperationele bedrijven een aandachtspunt. De inspectie heeft in 2012 samengewerkt met de Militaire Luchtvaartautoriteiten (MLA) en de inspectie SZW.

Water, bodem, bouwen

  • Het Domein Water, bodem, bouwen is eind 2011 ontstaan uit de domeinen Water en Bodembeheer en Ruimte, Wonen, Bouwen. De inspectie heeft in 2012 binnen dit domein toezicht gehouden op Rijkswaterstaat, de waterveiligheid, het drinkwater, legionella, bodembeheer (kwalibo), CE markeringen bij bouwproducten en het ruimtelijke ordeningsbeleid bij de provincies.

Indicatoren
 

Vergunningen

Inspecties

Audits

Convenanten

Ongevalsonderzoeken

 

Planning

Realisatie

Planning

Realisatie

Planning

Realisatie

Planning

Realisatie

Planning

Realisatie

Risicovolle bedrijven

225

0

805

1.559

0

144

1

0

10

6

Risicovolle stoffen/prod

0

0

3.040

3.942

25

26

0

2

0

0

Water, bodem en bouwen

325

210

5.745

5.334

2

0

2

0

0

0

Rail- en weg-vervoer

                   

Rail

3.790

1.141

1.750

4.556

77

70

3

1

700

1.230

Taxi

0

0

4.600

4.190

40

6

5

5

0

0

Bus

0

0

1.450

1.133

80

12

12

14

0

0

Goederen-vervoer

0

0

19.750

13.482

140

41

20

23

0

0

Gevaarlijke stoffen

   

4.000

3.079

           

Scheepvaart

                   

Binnenvaart

500

5.375

710

974

53

3

10

5

10

7

Koopvaardij

4.800

4.937

2.300

3.720

0

0

20

2

60

37

Visserij

850

834

225

216

0

0

0

0

0

0

Gevaarlijke stoffen

   

1.704

1.260

           

Luchtvaart

                   

Luchtvaart

15.000

5.841

1.305

950

0

277

30

12

0

0

Gevaarlijke stoffen

   

1.940

1.980

           

De geplande aantallen in bovenstaand overzicht zijn afkomstig uit het Meerjarenplan ILT 2012–2016 en kunnen incidenteel afwijken van de aantallen die in de begroting 2012 staan vermeld. Dit wordt veroorzaakt door de latere opstelling van het Meerjarenplan, het voortschrijdend inzicht in de gevolgen van gewijzigde taken en wijziging in het gehanteerde begrippenkader na de fusie.

Het aantal vergunningen is over de hele linie met zo’n 28% achtergebleven ten opzichte van de planning in de begroting. Naast het feit dat de productie van vergunningen vraagafhankelijk is, is een belangrijke oorzaak dat van de 15.000 vergunningen bij luchtvaart er vanaf 2012 9.500 vergunningen worden afgegeven door KIWA in plaats van door de inspectie. Het grote aantal vergunningen bij binnenvaart wordt veroorzaakt doordat de inspectie deze zelf nog heeft afgegeven omdat een deel van de klassenbureaus in de binnenvaart door technische problemen nog niet in staat bleek alle vergunningen af te geven.

Het aantal inspecties is op 3,6% na volledig gerealiseerd. Er zijn binnen en tussen de domeinen verschillen. De belangrijkste afwijking betreft de afwijking bij het aantal inspecties in het goederenvervoer. De controles op de manipulatie van de digitale tachograaf bleken meer tijd te kosten waardoor het aantal inspecties substantieel is achtergebleven. De belangrijkste categorie bij inspecties koopvaardij betreft de havenstaat inspecties (Port State Control). In 2012 waren 1.510 havenstaat inspecties gepland en er zijn 1.522 havenstaat inspecties uitgevoerd. Nederland voldoet daarmee aan de internationaal afgesproken aantallen inspecties.

Het aantal audits is in totaliteit ruim de helft hoger dan geraamd; bij rail- en wegvervoer zijn er minder audits gerealiseerd omdat dit op vrijwillige basis geschiedt en het bedrijf aan auditeringscriteria dient te voldoen. Bij luchtvaart heeft er een verschuiving van objectinspecties naar deze vorm van toezicht plaatsgevonden.

Het aantal convenanten is nog wat achtergebleven ten opzichte van de raming.

Het aantal ongevalsonderzoeken is substantieel hoger omdat dit vanaf 2012 inclusief de incidentafhandeling is.

De onderzoeken binnenvaart zijn uitgesteld naar 2013 omdat inzet van inspecteurs is geleverd voor de overdracht van vergunningdossiers naar gemandateerde externe partijen. Daarnaast is ingezet op een snellere afwikkeling van de lopende vergunningaanvragen.

Licence