Base description which applies to whole site

Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van een voldoende begroting en het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

C. Beleidsconclusies

De Afdeling advisering

Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen. In de onderstaande tabel zijn de instroom en de afhandeling van adviesaanvragen vanaf het jaar 2011 weergegeven.

Tabel 1.1 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 

2011

2012

2013

2014

2014

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Ontwerpbegroting

Realisatie

Instroom

553

514

474

575

488

Afhandeling

510

566

444

575

492

Toelichting

De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2014 zijn in lijn met de trend uit de voorgaande jaren.

De Afdeling bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer. In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.

Tabel 1.2 Doorlooptijd in weken
 

Norm doorlooptijd

Realisatie 2013 gemiddelde doorlooptijd

Realisatie 2014 gemiddelde doorlooptijd

Ruimtelijke-ordeningskamer

52

28

29

Algemene kamer

40

33

30

Vreemdelingenkamer

23

24

13

Totaal bestuursrechtspraak

 

27

21

De gemiddelde doorlooptijd in de Vreemdelingenkamer is in 2014 gedaald ten opzichte van die van 2013 (toen was dit 24 weken). Doordat in 2013 het laatste deel van de hoge instroom van vreemdelingenzaken uit de jaren 2010–2011 is afgedaan, was de doorlooptijd in dat jaar (evenals de voorgaande jaren) hoog. Daarnaast heeft de verminderde instroom van vreemdelingenzaken in 2014 het mogelijk gemaakt de doorlooptijd aanzienlijk te verkorten. De instroom en de afhandeling van zaken zijn weergegeven in tabel 1.4.

Tabel 1.3 Instroom en afhandeling van zaken Ruimtelijke-ordeningskamer en Algemene kamer (in aantallen) (Hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen)
 

2011

2012

2013

2014

2014

2014

 

Ingekomen

Ingekomen

Ingekomen

Ontwerp

begroting

Ingekomen

Afgedaan

Ruimtelijke- ordeningskamer

2.207

1.635

2.438

1.950

2.107

2.215

Algemene kamer

3.683

3.717

3.784

3.800

3.784

3.941

De instroom en de afhandeling van zaken in de Vreemdelingenkamer is weergegeven in tabel 1.4.

Tabel 1.4 Instroom en afhandeling van zaken Vreemdelingenkamer (in aantallen)
 

2011

2012

2013

2014

2014

2014

 

Ingekomen

Ingekomen

Ingekomen

Ontwerp

begroting

Ingekomen

Afgedaan

Asiel

6.458

5.398

4.144

5.570

3.781

4.006

Regulier

2.972

2.776

2.892

3.710

2.414

2.644

Totaal HBV

9.430

8.174

7.036

9.280

6.195

6.650

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Raad van State

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
           

Realisatie

Oorspronkelijk

vastgestelde

begroting

Verschil

   

2010

2011

2012

2013

2014

2014

2014

Verplichtingen:

60.683

63.806

59.949

59.254

58.577

59.650

– 1.073

                 

Uitgaven:

58.882

65.264

59.863

58.990

58.521

59.650

– 1.129

                 

1.3

Raad van State

58.882

65.264

59.863

58.990

58.521

59.650

– 1.129

                 

Ontvangsten:

3.025

2.858

2.686

2.987

2.560

2.002

558

E. Toelichting artikelonderdelen

Artikel 1.3 Raad van State

Bij gelegenheid van de 1e suppletoire begroting 2014 is het uitgavenartikel verhoogd met per saldo circa € 1,4 mln. Dit bedrag is samengesteld uit een uitgavenverhoging met € 1,9 mln. ten behoeve van investeringen in de digitalisering van de bestuursrechtspraak binnen de Raad van State en een uitgavenverlaging met € 0,7 mln. die voorkomt uit de bekostigingsafspraken van het Hoger Beroep Vreemdelingen. De derde mutatie betrof de desaldering met een bedrag van € 0,15 mln. van uitgaven ten behoeve van werkzaamheden voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire.

In vergelijking met de stand bij de 2e suppletoire begroting 2014 zijn de gerealiseerde uitgaven circa € 1,5 mln. lager. Hiervan betreft € 1,0 mln. personele uitgaven binnen de diverse onderdelen van de Raad van State. Daarnaast was er sprake van lager dan geraamde materiële uitgaven, in het bijzonder bij de bibliotheekaanschaffingen en ICT-middelen. Deze onderuitputting was in beide gevallen het gevolg van het niet slagen van (deels Rijksbrede) EU aanbestedingen.

Het begrotingsartikel van de Raad van State bevat alleen apparaatsuitgaven. In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven gespecificeerd.

Specificatie apparaatsuitgaven

(bedragen x € 1.000)

Apparaat

2014

Personeel

50.438

Eigen personeel

48.569

Externe inhuur

1.676

Overig personeel

193

Materieel

8.083

Waarvan: Overig materieel

234

Totaal apparaat

58.521

Ontvangsten

De ontvangen griffierechten zijn circa € 0,1 mln. lager dan geraamd.

1

Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.

Licence