1. Inleiding
In dit niet-beleidsartikel worden de departementsbrede uitgaven vermeld die niet zinvol kunnen worden toegerekend aan een beleidsartikel.
2. Ministeriële verantwoordelijkheid
Het Ministerie van VWS is verantwoordelijk voor het stimuleren, afstemmen en waarborgen van internationale samenwerking op de beleidsterreinen van volksgezondheid, welzijn en sport. Op specifieke gebieden wordt hiertoe nadrukkelijk samengewerkt met andere ministeries. Vooral de samenwerking met de Ministeries van Buitenlandse Zaken (WHO en drugs), Veiligheid en Justitie (drugs), Economische zaken (antimicrobiële resistentie, life sciences and health, geneesmiddelenbeleid en voedselveiligheid) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (EU) is hierbij van belang.
3. Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | 2015 | |||
Verplichtingen | 71.254 | 29.611 | 36.020 | 31.095 | 28.144 | 2.951 | ||
Uitgaven | 82.468 | 22.577 | 39.260 | 33.736 | 28.144 | 5.592 | ||
1. Internationale samenwerking | 5.002 | 4.638 | 4.843 | 5.097 | – 254 | |||
Opdrachten | 0 | 0 | 75 | 0 | 75 | |||
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 5.002 | 3.834 | 3.964 | 5.097 | – 1.133 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
World Health Organization | 4.721 | 3.221 | 3.260 | 3.868 | – 608 | |||
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 804 | 804 | 0 | 804 | |||
2. Verzameluitkering VWS | 1.729 | 8.559 | 0 | 0 | 0 | |||
Verzameluitkering Sport | 421 | 421 | 0 | 0 | 0 | |||
Verzameluitkering Jeugd | 848 | 300 | 0 | 0 | 0 | |||
Verzameluitkering Langdurige Zorg | 461 | 7.838 | 0 | 0 | 0 | |||
3. Strategisch onderzoek RIVM | 15.846 | 26.062 | 28.893 | 23.047 | 5.846 | |||
Bekostiging | 15.846 | 26.062 | 28.893 | 23.047 | 5.846 | |||
Strategisch onderzoek RIVM | 15.846 | 26.062 | 28.893 | 23.047 | 5.846 | |||
Ontvangsten | 32.484 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
4. Toelichting op de instrumenten
1. Internationale samenwerking
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Bij het toedelen van de middelen voor het partnership voor 2014 en 2015, is op verzoek van de WHO besloten het aandeel van het RIVM in de uitvoering van het partnershipprogramma in financiële zin niet meer via de WHO te laten lopen. In plaats daarvan zijn de betreffende middelen rechtstreeks vanuit VWS aan het RIVM budget toegevoegd. Deze constructie heeft er toe geleid dat de middelen voor het partnership (€ 804.000) worden verantwoord onder het onderdeel bijdrage agentschappen.
Op dit artikel worden niet alleen bijdragen aan internationale organisaties verantwoord maar ook uitgaven in het kader van internationale conferenties, memorandums van overeenstemming, voorbereiding van het EU voorzitterschap 2016 en handelsreizen. In dat kader zijn de uitgaven lager uitgevallen waardoor niet het hele geraamde bedrag uit de begroting 2015 is uitgegeven.
3. Strategisch onderzoek RIVM
Bekostiging
Strategisch onderzoek RIVM
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is een agentschap van het Ministerie van VWS en doet projectmatig onderzoek voor zijn primaire opdrachtgevers: de Ministeries van VWS, IenM, EZ en SZW. Op dit artikel worden de middelen voor het Strategisch Programma RIVM (SPR) en specifieke huisvestingkosten van het RIVM verantwoord. Het Ministerie van VWS verstrekt jaarlijks een eigenaarsbijdrage aan het RIVM.
Het SPR (voorheen het Strategisch Onderzoek RIVM) bestaat uit onderzoek en andere werkzaamheden die het RIVM uitvoert om de kennis en expertise te ontwikkelen die nodig zijn voor de continuïteit van het instituut. De Wet op het RIVM vormt de wettelijke basis voor het SPR. Deze wet bepaalt dat de directeur-generaal RIVM jaarlijks een programma van onderzoek opstelt. Hierin beschrijft hij welke inzichten het instituut moet verwerven om de taken adequaat te kunnen uitvoeren. Het programma is gericht op de continuïteit van het RIVM op de langere termijn, bedoeld om te kunnen anticiperen op nieuwe kennisvragen van de opdrachtgevers op de middellange en lange termijn en om de positie van het RIVM in het wetenschappelijk veld te handhaven en waar nodig te versterken. Met deze wettelijke bepaling laat de wetgever zien dat het RIVM professioneel zelfstandig is.
Daarnaast draagt VWS bij aan de specifieke huisvestingskosten die niet door middel van het tarief van het RIVM bekostigd worden. Dit zijn kosten die te maken hebben met de instandhouding en het vervangen van bepaalde installaties van het RIVM.
De realisatie 2015 op deze doelstelling bedraagt € 28,9 miljoen. Dat is € 5,8 miljoen hoger dan het in de begroting 2015 opgenomen bedrag van € 23 miljoen. Dit houdt verband met mutaties die in de eerste en tweede suppletoire wet 2015 zijn toegelicht: een tijdelijke bijdrage van de eigenaar ten behoeve van de tarieven van het RIVM, een bijdrage van de eigenaar voor doelgroepenbeleid RIVM en een bijdrage van de eigenaar inzake een interne RIVM verhuizing. Tevens is hier een eenmalige bijdrage van circa € 4,3 miljoen van de eigenaar geboekt voor het CIBG.