Base description which applies to whole site

Artikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid

A Algemene doelstelling

Een goede, eenvoudige en betrouwbare dienstverlening aan burgers door te zorgen voor veilige en betrouwbare voorzieningen voor efficiënt gebruik van overheidsinformatie en -gegevens, verbeteren van de informatiepositie van de burger en het bevorderen van maatschappelijk initiatief (actief burgerschap).

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een belangrijke rol als het gaat om de relatie tussen samenleving en overheid. Deze rol komt op verschillende manieren tot uitdrukking.

Voor het verankeren van het burgerperspectief (rechten en plichten) in het informatiebeleid heeft de Minister van BZK een coördinerende rol ten aanzien van de verschillende overheden en de relatie tussen overheden en burgers. Tevens heeft de Minister van BZK een stimulerende rol bij het bevorderen van de doe-democratie (programma burgerschap) en ten aanzien van open overheid en (her)gebruik van open overheidsdata.

De Minister van BZK stelt voor de Basisregistratie Personen (BRP) het beleid vast en is verantwoordelijk voor de uitvoering. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor een goed functionerende Wet Basisregistratie Personen en verantwoordelijk voor betrouwbare reis- en identiteitsdocumenten.

Net als voor de fysieke infrastructuur heeft de overheid de verantwoordelijkheid voor een beschikbare en veilige digitale infrastructuur waarvan burgers en bedrijven gebruik maken en die randvoorwaardelijk is voor het functioneren van de overheid zelf. In de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) moeten basisregistraties, digitaal berichtenverkeer, identificatie en authenticatie een plaats krijgen. De Minister van BZK is beleidsverantwoordelijk voor een groot deel van deze digitale voorzieningen.

C Beleidsconclusies

Vermindering Regeldruk

Het kabinet heeft de doelstelling om de rijksbrede regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals in de periode tot 2017 te verminderen met € 2,5 mld. volledig met maatregelen ingevuld (Kamerstukken II 2016–2017 29 515, nr. 397). Voor burgers en professionals is het oorspronkelijke bedrag van ruim € 400 mln. in 2013 aan geïdentificeerde maategelen toegenomen tot € 1.064 mln. in 2016.

De Minister van Economische Zaken (EZ) is trekker van het regeldrukdossier in zijn totaliteit en is in het bijzonder verantwoordelijk voor regeldrukvermindering bedrijven. De Minister van BZK is betrokken vanuit zijn rol als coördinerend bewindspersoon voor burgers & professionals en de regeldrukaspecten van de Hervormingsagenda Rijk. Hij is mede-ondertekenaar van de regeldrukrapportages.

Het Ministerie van BZK vervulde in 2016 om en om met het Ministerie van EZ het voorzitterschap en secretariaat van het regeldrukcoördinatorenoverleg (RCO).

Digitaal 2017

In het regeerakkoord is de doelstelling opgenomen dat burgers en bedrijven in 2017 digitaal zaken met de overheid moeten kunnen doen. Digitale dienstverlening moet toegankelijk, veilig en gebruikersvriendelijk zijn. Medio december 2016 is de «Voortgangsrapportage Digitaal 2017» met als bijlage de Monitor Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2016–2017 26 643, nr. 431).

Nationaal Commissaris Digitale Overheid

In het complexe speelveld is de Nationaal Commissaris Digitale Overheid (Digicommissaris) een belangrijke aanjager van beleid en vernieuwing. Om effectief bij te dragen aan de continuïteit en de veiligheid van de digitale overheidsdienstverlening wordt onder regie van de Digicommissaris gewerkt aan duurzame financiering. In dat kader zijn in 2016 de uitgangspunten voor de duurzame financiering van de GDI interbestuurlijk vastgesteld. Daarnaast is in 2016 de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid ingesteld om te werken aan voorstellen voor financiering en governance voor normstelling, infrastructuur en dienstverlening van de Digitale Overheid (Kamerstukken II 2016–2017 26 643, nr. 427).

Elektronische Identificatie (eID)

Digitaal zaken doen met de overheid vereist één regime voor identificatie en authenticatie. Daarnaast zijn betrouwbare authenticatiemiddelen van groot maatschappelijk belang, omdat burgers op een eenvoudige en betrouwbare wijze met één of meer hoogwaardige authenticatiemiddelen moeten kunnen inloggen bij de overheid. Ook mogen dienstaanbieders in het publieke domein niet afhankelijk zijn van een enkel inlogmiddel. Met de multimiddelenaanpak wordt hieraan tegemoet gekomen; de afhankelijkheid van DigiD (thans 12,5 miljoen gebruikers) wordt beperkt en burgers kunnen in de toekomst met zowel private als door de overheid zelf verstrekte publieke authenticatiemiddelen inloggen. Alle authenticatiemiddelen moeten hierbij voldoen aan de toelatingseisen die de Minister van BZK stelt en de uitvoering daarvan komt onder zijn toezicht te staan.

In 2016 zijn de pilots met een aantal nieuwe manieren om in te loggen in het BSN-domein afgerond. De commissie evaluatie pilots publieke en private authenticatiemiddelen (commissie Kuipers) heeft deze pilots geëvalueerd en concludeerde dat er voldoende aanleiding is om te komen tot zo concreet mogelijke vervolgstappen in de multimiddelenaanpak (Kamerstukken II 2015–2016 26 643, nr. 419). Ook heeft er in de afgelopen periode intensief interdepartementaal en interbestuurlijk overleg plaatsgevonden en overleg met andere (private) partijen om te komen tot gezamenlijke uitgangspunten. Hierover is de Tweede Kamer in augustus 2016 geïnformeerd (Kamerstukken II 2015–2016 26 643, nr. 419). In december 2016 is de Tweede Kamer over de volgende fases van Impuls eID ingelicht (Kamerstukken II 2016–2017 26 643, nr. 437).

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

Realisatie

2016

Vastgestelde begroting

2016

Verschil

2016

Verplichtingen:

193.538

102.722

136.236

242.013

170.392

151.477

18.915

 

Uitgaven:

145.866

125.526

134.488

178.095

193.829

151.477

42.352

 

6.1

Verminderen regeldruk

3.711

2.849

1.974

1.799

0

0

0

Subsidies

0

0

0

190

0

0

0

Vermindering regeldruk en administratieve lasten

0

0

0

190

0

0

0

Opdrachten

3.711

2.004

1.527

1.109

0

0

0

Vermindering regeldruk en administratieve lasten

3.711

2.004

1.527

1.109

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

0

845

347

388

0

0

0

Vermindering regeldruk en administratieve lasten

0

845

347

388

0

0

0

Bijdragen aan mede-overheden

0

0

100

0

0

0

0

Bijdrage aan gemeenten

0

0

100

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

112

0

0

0

Bijdragen internationaal

0

0

0

112

0

0

0

6.2

Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

37.699

31.562

37.341

43.812

34.653

28.333

6.320

Subsidies

0

0

414

741

282

0

282

(Door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen

0

0

414

741

282

0

282

Opdrachten

30.066

27.429

35.602

29.008

19.917

24.902

– 4.985

(Door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen

29.593

15.065

23.621

17.702

10.616

23.502

– 12.886

Aanpak fraudebestrijding

0

5.270

2.936

11.306

9.301

1.400

7.901

Agentschap Logius

473

0

0

0

0

0

0

Implementatie NUP (VNG)

0

7.094

9.045

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

7.632

4.133

1.325

13.838

14.121

3.431

10.690

(Door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen (Logius)

626

58

0

0

0

0

0

Aanpak fraudebestrijding

0

0

1.225

3.049

2.460

2.700

– 240

Agentschap Logius

7.006

4.075

100

5.209

9.823

731

9.092

Agentschap RvIG

0

0

0

5.365

1.259

0

1.259

Agentschap UBR

0

0

0

215

579

0

579

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

225

273

0

273

Loketkosten gemeenten

0

0

0

225

0

0

0

Bijdragen aan gemeenten1

0

0

0

0

273

0

273

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

60

0

60

(Door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen

0

0

0

0

60

0

60

 

6.3

Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen

50.967

52.073

67.608

89.800

97.910

87.358

10.552

Opdrachten

9.915

7.270

2.316

2.052

2.447

3.404

– 957

Beheer e-overheidsvoorzieningen

7.023

3.630

0

0

600

1.624

– 1.024

Officiële publicaties en wettenbank

2.893

3.640

2.316

2.052

1.847

1.780

67

Bijdragen aan Agentschappen

41.052

44.803

65.292

87.748

95.463

83.954

11.509

Agentschap Logius

37.166

32.897

46.649

75.009

85.924

75.254

10.670

Agentschap RvIG

0

0

0

6.165

3.631

4.601

– 970

Agentschap BPR

2.973

7.393

12.461

0

0

0

0

Agentschap UBR

0

4.513

6.182

6.574

5.908

4.099

1.809

Beheer e-overheidsvoorzieningen (Logius)

913

0

0

0

0

0

0

 

6.4

Burgerschap

5.136

6.324

5.813

5.581

6.028

4.794

1.234

Subsidies

4.831

5.533

5.342

4.846

4.596

4.294

302

Comité 4/5 mei

140

109

107

106

106

106

0

Huis voor democratie en rechtstaat

3.898

0

0

0

0

0

0

ProDemos

0

5.019

5.006

4.188

4.238

4.188

50

Programma burgerschap

793

405

229

552

252

0

252

Opdrachten

305

791

471

735

1.432

500

932

Democratie

0

0

0

0

847

0

847

Programma burgerschap

305

791

471

735

585

500

85

 

6.5

Reisdocumenten en basisadministratie personen

48.354

32.718

21.752

37.103

55.238

30.992

24.246

Subsidies

179

40

10

0

0

0

0

Beleid GBA en reisdocumenten

179

40

10

0

0

0

0

Opdrachten

27.111

20.581

6.536

15.493

18.407

10.133

8.274

Beleid BRP en reisdocumenten

9.834

5.840

142

4.335

6.578

2.613

3.965

Modernisering GBA

16.376

14.741

6.394

0

0

0

0

ORRA

900

0

0

0

0

0

0

Operatie BRP

0

0

0

11.158

11.829

7.520

4.309

Bijdragen aan Agentschappen

21.064

12.097

15.206

21.610

36.661

20.859

15.802

Agentschap RvIG

0

0

0

21.610

36.661

20.859

15.802

Agentschap BPR

21.064

12.097

15.206

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

170

0

170

Bijdrage aan gemeenten

0

0

0

0

170

0

170

 

Ontvangsten:

21.569

17.480

10.020

13.053

17.246

624

16.622

1

In de 2e suppletoire begroting 2016 opgenomen als «Agentschap Logius»

E Toelichting op de financiële instrumenten

6.2 Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

Subsidies

(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

Uitgangspunt is dat de dienstverlening van de overheid toegankelijk is voor iedereen, ook voor mensen die minder digitaal vaardig zijn. In de Voortgangsrapportage Digitaal 2017 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stappen die zijn gezet om digitaal minder vaardigen te ondersteunen (Kamerstukken II 2016–2017 26 643, nr. 431). In 2016 heeft het Digitaal Hulpplein subsidie ontvangen van de Minister van BZK en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om mensen te helpen met het leren van basisvaardigheden of het krijgen van hulp in de buurt. Ook is in een drietal bibliotheken een proef gestart met als doel zowel de mensen die leerbaar zijn als de mensen die nooit digivaardig zullen worden effectief te helpen naar ofwel een cursus ofwel ondersteuning.

Daarnaast is subsidie verstrekt aan het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) voor het Kenniscentrum Dienstverlening.

Opdrachten

(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

Digitale dienstverlening

Met het credo «de burger centraal, de kosten minimaal, de overheid digitaal» wordt invulling gegeven aan de ambitie uit het regeerakkoord 2012 om de digitale dienstverlening aan bedrijven en voor burgers te versterken. In 2016 is ingezet op verdere digitalisering van diensten en producten door alle overheden en op verbetering van de kwaliteit van digitale diensten.

De beschikbaarheid van de meest gebruikte producten is overheidsbreed gemiddeld 88% (Kamerstukken II 2016–2017 26 643, nr. 431). Bij de onderzochte producten van de rijksoverheid ligt dit percentage op gemiddeld 96%. Grote uitvoeringsorganisaties zoals Belastingdienst, UWV, SVB, RVO en DUO scoren 99% digitale beschikbaarheid, bij de producten van de rijksoverheid ligt dit op gemiddeld 96% en bij de medeoverheden is de beschikbaarheid 80%. Ook is gemeten hoe geavanceerd een product of dienst wordt aangeboden (digitale volwassenheid); via een afdrukbaar online formulier (33% volwassen) of via een vooringevuld digitaal formulier (100% volwassen). De digitale volwassenheid is in 2016 met 5 procentpunt gestegen tot 71% volwassen. De tevredenheid van burgers over de overheidsdienstverlening rond 60 levensgebeurtenissen, zoals het doen van belastingaangifte, trouwen of tijdelijk naar het buitenland gaan, blijft licht stijgen. Van een rapportcijfer van 6,7 in 2010 tot een 7,0 in 2015, komt het cijfer voor de waardering van de gezamenlijke overheidsorganisaties in de meting van 2016 uit op een 7,1 (Kamerstukken II 2016–217 26 643, nr. 431).

De verbetering van de digitale dienstverlening vereist dat gegevens over burgers juist en actueel zijn en dat het mogelijk is om onjuiste gegevens te corrigeren. Op verzoek van de Algemene Rekenkamer en de nationale ombudsman is in 2016 een onderzoek gestart naar de mogelijkheid om het inzage- en correctierecht te verbeteren (Kamerstukken II 2016–2017 32 802, nr. 34).

eID stelsel

Het eID stelsel zorgt voor een standaard voor toegang tot online dienstverlening. Voor een zo goed mogelijk verloop van de totstandkoming hiervan, is advies ingewonnen van het Bureau ICT toetsing (BIT), dat risicovolle ICT projecten van de overheid toetst. De commissie heeft de ingeslagen koers om complexiteit in het programma te verminderen bevestigd (Kamerstukken II 2015–2016 26 643, nr. 414). Daarnaast zijn in 2016 de pilots met een aantal nieuwe manieren om in te loggen in het BSN-domein geëvalueerd. In november 2016 heeft het onderzoek van Ecorys naar de businesscase «Inloggen in het BSN domein» bevestigd dat het verstandig is om te investeren in het eID-stelsel in het BSN-domein met middelen op betrouwbaarheidsniveau substantieel en hoog (Kamerstukken II 2016–2017 26 643, nr. 425).

Actieplan «Open overheid»

In 2016 is gestart met het tweede tweejarig Actieplan «Open overheid». Onderdeel van het Actieplan is de actieve openbaarmaking van overheidsinformatie (Kamerstukken II 2016–2017 32 802, nr. 35). Het Leer- en Expertisecentrum Open Overheid heeft in 2016 in opdracht van de Minister van BZK vraagstukken omtrent open overheid in kaart gebracht en kennis- en ervaringsdeling georganiseerd. Ook is het betrokken geweest bij de organisatie van diverse bijeenkomsten en leerkringen. In de summit van het Open Government Partnership in Parijs is het project «Open over geld: Openspending detaildata» van de Open State Foundation, beloond met een award voor de beste inzending uit Europa.

Open Data agenda

Via de nationale Open Data agenda worden steeds meer datasets opengesteld en worden overheden gestimuleerd om meer gebruik te maken van beschikbare data ten behoeve van betere besluit- en beleidsvorming. In de periode mei 2015 tot juni 2016 is het aantal door departementen actief beschikbaar gestelde datasets met 36% toegenomen van 1.523 tot 2.072 (Kamerstukken II 2015–2016 32 802, nr. 26). Van de 27 «high-value» datasets waren er in juni 2016 reeds 17 beschikbaar. Het gaat daarbij om datasets waarvan verwacht wordt dat zij hoge sociaal-economische meerwaarde hebben of in hoge mate bijdragen aan de transparantie en controleerbaarheid van de overheid. Op data.overheid.nl wordt alle beschikbare overheidsdata gepresenteerd. In december 2016 waren in totaal 10.035 datasets beschikbaar.9

Informatieveiligheid

De basis voor informatieveiligheid binnen het openbaar bestuur is vastgelegd in een baseline die geldt voor de betreffende bestuurslaag. In 2016 zijn belangrijke stappen gezet om de impact van baselines te versterken door deze te koppelen aan lastenverlichting in het auditproces. Hiervoor is het Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) programma opgezet. Ook zijn verkenningen gestart om de haalbaarheid te toetsen van één baseline informatiebeveiliging (BIO) voor de gehele overheid. Dit werk wordt verricht in nauwe samenhang met de herziening van bestaande baselines, en zou naar verwachting in 2017 tot resultaat moeten leiden.

Aanpak fraudebestrijding

De landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA) is een risicogerichte benadering om adres- en adresgerelateerde fraude op te sporen en tegen te gaan. Met deze aanpak wordt ook de adreskwaliteit van de BRP verhoogd. De aanpak is ontwikkeld door het Ministerie van BZK samen met ruim 190 gemeenten en de Ministeries en uitvoeringsorganisaties van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Veiligheid en Justitie, Financiën en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In 2016 hebben 190 gemeenten circa 15.000 risicogerichte adresonderzoeken verricht en bij meer dan 45% van de adresbezoeken zijn afwijkende gegevens ten opzichte van de registraties in de BRP geconstateerd.10 In 2015 waren er 162 deelnemende gemeenten die gezamenlijk 7.012 adresonderzoeken hebben gedaan.11

Deze samenwerking in het kader van het project LAA tussen de gebruikers van de BRP en de gemeenten is een succes12 en het kabinet heeft besloten om deze aanpak structureel te continueren tot en met 2023 (Kamerstukken II 2015–2016 17 050, nr. 527).

Met het project «Naar Betrouwbare Persoonsgegevens» is invulling gegeven aan deskundigheidsbevordering bij de ambtenaren Burgerzaken van gemeenten. Met de overdracht van het project aan de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) is een nieuw ontwikkelde kwalificatiestructuur voor medewerkers Burgerzaken gericht op deskundigheidsbevordering, duurzaam geborgd.

Op het terrein van identiteitsfraude is het Barrièremodel Identiteitsfraude verder ontwikkeld; in dit barrièremodel zijn de kwetsbaarheden in de identiteitsketen in kaart gebracht. Als burgers slachtoffer zijn van identiteitsfraude of fouten met hun persoonsgegevens kunnen zij dat melden bij het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI). In 2016 zijn er 1.724 meldingen binnen gekomen bij het CMI.13 Dit is ruim een verdubbeling in meldingen ten opzichte van het voorafgaande jaar (805). Dit hoeft niet te betekenen dat er ook meer identiteitsfraude is, maar het kan ook te maken hebben met een toegankelijker webbased meldingsformulier en een grotere bekendheid van het CMI.

Bijdragen aan agentschappen

Aanpak fraudebestrijding

De agentschappen Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) en Logius hebben een bijdrage ontvangen om fraude actief aan te pakken. Hieronder valt het verbeteren van de systemen ter voorkoming van fraude en het aanbieden van slachtofferhulp.

Gebruikers van de GDI voorzieningen zoals DigiD dienen beschermd te worden tegen misbruik en oneigenlijk gebruik. Het Ministerie van BZK heeft het beheer van die voorzieningen belegd bij Logius, waarbij fraude aanpak een van de beheeractiviteiten is.

Agentschap Logius

In het voorjaar van 2016 zijn aanvullende middelen ter beschikking gesteld voor de realisatiefase van het eID stelsel en de publieke authenticatiemiddelen. Agentschap Logius heeft in het kader van eID bijdragen ontvangen voor onder andere het beheer van het BSN koppelregister en het ontwikkelen van de uniforme Set van Eisen.

Agentschap Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Agentschap RvIG heeft bijdragen ontvangen voor de werkzaamheden in het kader van eID en eIDAS, zoals het uitvoeren van een uitvoeringstoets.

Agentschap Uitvoering Bedrijfsvoering rijk (UBR)

Het betreft een bijdrage aan het Adviescollege toetsing regeldruk (Actal) voor werkzaamheden in het kader van regeldruk vermindering.

Bijdragen aan medeoverheden

Bijdragen aan gemeenten

Nederlandse grensgemeenten hebben een bijdrage ontvangen voor de uitgifte van DigiD’s aan niet-ingezetenen.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

Dit betreft bijdragen aan organisaties in het kader van eID en eIDAS, zoals een bijdrage aan de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) voor de pilots eID.

6.3 Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen

Opdrachten

Beheer e-overheidsvoorzieningen

ICTU beheert in opdracht van de Minister van BZK de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA). NORA maakt deel uit van de GDI en bevat de vigerende, breed geldende afspraken van de digitale overheid.

Officiële publicaties en wettenbank

Het Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP), onderdeel van Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR), verzorgt het beheer van de officiële publicaties en wettenbank, zie ook «Agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk». De productie van gegevens wordt door een externe partij (SDU) verzorgd.

Bijdragen aan agentschappen

Agentschap Logius

Logius heeft een bijdrage ontvangen voor het beheer en de exploitatie van e-overheidsvoorzieningen, die onderdeel uitmaken van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Dit betreft onder andere DigiD (en DigiD Machtigen), MijnOverheid en de Stelselvoorzieningen Digikoppeling, Digimelding, Digilevering en Stelselcatalogus. Daarnaast zijn in 2016 middelen toegekend voor de vernieuwing van de berichtenvoorziening voor burgers van MijnOverheid.

De meetbare gegevens zijn opgenomen in de bijlage baten-lastenagentschappen van Logius. Logius valt onder de begroting van Wonen en Rijksdienst (XVIII).

Agentschap Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Agentschap RvIG heeft een bijdrage ontvangen voor de beheervoorziening Burgerservicenummer.

Agentschap Uitvoering Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

UBR, onderdeel KOOP, heeft een bijdrage ontvangen voor het beheer van diverse officiële publicaties op overheid.nl (Staatscourant, centrale en decentrale wettenbank, tuchtrecht en open data), voor de standaard van metadata voor de overheid en voor de e-overheidsvoorzieningen Overheidsorganisaties en Overheid.nl.

6.4 Burgerschap

Subsidies

Comité 4/5 mei

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei ontvangt jaarlijks een subsidie voor het bevorderen van het debat en de voorlichting rondom de thema’s vrijheid, burgerschap, democratie en rechtsstaat. Dit wordt jaarlijks op de 14 bevrijdingsfestivals gerealiseerd via een deel van het inhoudelijke programma onder de noemer Debat en Dialoog. De Bevrijdingsfestivals zijn in staat om een groot en jong publiek in aanraking te laten komen met de voornoemde thema’s. In 2016 stond het credo «Geef vrijheid door» centraal, en op deze Bevrijdingsdag trokken de Bevrijdingsfestivals het recordaantal van 1 miljoen bezoekers.14

ProDemos

ProDemos zet zich in voor het vergroten van de betrokkenheid en kennis van onze democratische rechtsstaat bij burgers en dan in het bijzonder jonge mensen. ProDemos doet dit onder andere door middel van rondleidingen in het Haagse politieke centrum, educatieve programma’s, bijeenkomsten en trainingen.15 Over de deelname aan de activiteiten rapporteert ProDemos in zijn eigen jaarverslag.

Programma Burgerschap

In 2016 heeft het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners een subsidie ontvangen en is het gestart met een onderzoek om verschillende vormen van burgerparticipatie in kaart te brengen. Daarbij wordt ook onderzocht hoe gemeenten zich verhouden tot deze verschillende vormen van burgerparticipatie. Daarnaast subsidieert het Ministerie van BZK een project van Netwerk Democratie gericht op het ontwikkelen van digitale participatietools die gemeenten kunnen gebruiken om bewoners langs de digitale weg te betrekken bij beleidsontwikkeling.

De Universiteit van Tilburg heeft een subsidie ontvangen voor een project dat erop gericht is meer inzicht te verschaffen in de plaats en betekenis van het referendum in de Nederlandse democratie. In dit project wordt ingegaan op enerzijds het duiden van de dynamiek rond het Oekraïne- referendum en anderzijds de plaats van het referendum in onze democratie. In het project wordt ook aandacht besteed aan de referendumtraditie in Nederland, er wordt een vergelijking gemaakt met relevante andere landen en er wordt duiding gegeven aan de hand van actuele literatuur rond democratische transformaties.

Opdrachten

Democratie

In 2016 is middels verschillende opdrachten uitvoering gegeven aan de Agenda Lokale Democratie. Op 22 juni 2016 is de tweede voortgangsrapportage van de Agenda Lokale Democratie naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 VII, nr. 67). Deze bevat de stand van zaken over de ontwikkeling van zowel de participatieve als de representatieve democratie.

Programma Burgerschap

Burgerschap is van de samenleving. Voor de realisatie van «meer burger, minder overheid» is het noodzakelijk dat overheden en maatschappelijke instellingen meer ruimte geven aan maatschappelijk initiatief en daar beter bij aansluiten (Kamerstukken II 2012–2013 33 400 VII, nr. 79).

De Minister van BZK werkt met tal van overheden en maatschappelijke netwerken aan de transitie naar een meer doe-democratie (www.doe-democratie.net). Voor deze transitie wordt – onder andere via de Agenda Lokale Democratie en Agenda Stad – gewerkt aan vernieuwende vormen van participatieve democratie, overheidsparticipatie bij maatschappelijke waardecreatie, en het opruimen van allerlei knelpunten voor maatschappelijk initiatief en sociaal ondernemerschap.

De Minister van BZK heeft het in het kader van de uitvoering van de motie Van Dam het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gevraagd een onderzoeksrapport over gedeelde waarden in de Nederlandse samenleving op te stellen. Op 29 april 2016 is het rapport per brief aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2015–2016 29 279, nr. 319).

De door het Ministerie van BZK georganiseerde burgerconferentie heeft zich bewezen als een productief instrument voor participatie en verbondenheid. Er is een rijke oogst aan visies en opvattingen voor toekomstig beleid. Ook is het inzicht verbeterd in perspectieven die burgers hanteren in discussies over democratie, waarden en onderlinge verbondenheid.16

6.5 Reisdocumenten en basisadministratie personen

Opdrachten

Beleid Basisregistratie Personen (BRP) en reisdocumenten

Conform de toezegging van de Minister van BZK aan de Tweede Kamer is de permanente monitoring van het voorkomen van dubbele inschrijvingen in de BRP in 2016 ontwikkeld en in gebruik genomen (Kamerstukken II 2014–2015 17 050, nr. 493).

Het project Versnelling Eerste Inschrijving Vergunninghouders (VEIV) is succesvol afgerond. In de periode van december 2015 t/m december 2016 zijn met behulp van mobiele teams iets meer dan 9.000 vergunninghouders versneld ingeschreven in de BRP.

Operatie BRP

Operatie BRP heeft als doel actuele en betrouwbare persoonsgegevens 24 uur per dag online beschikbaar te stellen voor geautoriseerde gebruikers. Dit levert een gestandaardiseerde en moderne uitwisseling van de persoonsgegevens op en een betere controle op de kwaliteit van de gegevens. De Tweede Kamer is geïnformeerd over de resultaten van het programma in de voortgangsrapportages van april 2016 (Kamerstukken II 2015–2016 27 859, nr. 91) en november 2016 (Kamerstukken II 2016–2017 27 859, nr. 97).

Bijdragen aan agentschappen

Agentschap Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Het baten-lastenagentschap Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) heeft een bijdrage ontvangen voor het beheer van de BRP die onder het in 2008 afgesproken systeem van budgetfinanciering valt en voor het beheer van de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI).

Tevens heeft RvIG een bijdrage ontvangen voor het beheer van de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba (PIVA-V) en de Sédula (officiële Curaçaose identiteitskaart).

Bijdragen aan medeoverheden

Bijdrage aan gemeenten

Enkele gemeenten die een loket voor het registreren van niet-ingezetenen in de BRP exploiteren, hebben een bijdrage ontvangen voor kosten die ze daarbij gemaakt hebben, conform de garantieregeling die daarvoor is afgesproken.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten van afgerekende voorschotten van ICTU en Logius en het resultaat reisdocumenten van RvIG.

10

Q4 Rapportage ICTU, Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

11

Q4 Rapportage ICTU, Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

12

Rapport Landelijke Aanpak Adreskwaliteit, ICTU 2016.

13

Management Informatierapportage RvIG, december 2016.

15

ProDemos Activiteitenprogramma en subsidieaanvraag 2016

16

Eindevaluatie Burgerconferentie 25 juni 2016

Licence