Algemene doelstelling
De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten en van de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Voor de maritieme capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de maritieme eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als voor nationale taken.
Beleidsconclusie
In 2016 heeft het CZSK een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. Het CZSK heeft gedurende het jaar deelgenomen aan verschillende grote en kleine internationale operaties. Zo heeft CZSK bijgedragen aan de Nato Response Force (NRF) 2016, de Standing Nato Maritime Group 2 (SNMG2) en het Border Security Team (BST) op het Griekse Chios. Ook heeft CZSK deelgenomen aan de Frontex-operatie Triton ter ondersteuning van Italië bij het controleren van de EU-buitengrenzen en heeft CZSK als onderdeel van de EU-operatie Sophia de Libische kustwacht en Libisch marinepersoneel opgeleid. Zr.Ms. Tromp heeft als commandoplatform gefungeerd voor de Nederlandse Force Commander en grotendeels Nederlandse staf die de antipiraterij EUNAVFOR-operatie ATALANTA leidde. Voorts is de mijnenbestrijdingscapaciteit ingezet in de Standing Nato Mine Couter Measures Group.
Capaciteiten zijn beschikbaar gesteld voor structurele nationale taken, bijstand en steunverlening in Nederland inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk. Het CZSK heeft in het Caribisch gebied meerdere keren harde en zachte militaire bijstand en steun in openbaar belang geleverd. Deze bijstand varieerde van het observeren van landingsplekken voor mogelijke illegale migratie en forensisch onderzoek tot diverse beveiligingstaken.
Ook in Nederland is op verzoek van civiele autoriteiten herhaaldelijk assistentie verleend. Zo zijn military trackers ingezet om te zoeken naar sporen na een misdrijf, duikers van de Duik en Demonteergroep om te zoeken naar vermiste personen, bewijsmateriaal in het kader van strafrechtelijk onderzoek en pre-bomb checks. Gedurende het jaar zijn herhaaldelijk Russische militaire eenheden in de Noordzee begeleid. In het kader van operation Benificial Cooperation zijn mijnenbestrijdingseenheden ingezet voor het in kaart brengen en het ruimen van explosieven op de Noordzee. Vanwege de hydrografische achterstand ten opzichte van het oorspronkelijke opnameplan zijn beide hydrografische opnamevaartuigen voornamelijk ingezet op het Nederlands continentaal plat. De bestaande achterstand is hiermee in 2016 beperkt ingelopen.
Doelstellingenmatrix CZSK
De operationele doelstellingen waaraan het CZSK conform de begroting moet voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede (OG) eenheden. In onderstaande matrix is per organieke eenheid de realisatie tegen de doelstellingen afgezet. In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2016» geeft de verwachting voor 2016 aan, de kolom realisatie bevat de gerealiseerde OG. Een waarde in decimalen achter de komma geeft weer dat een eenheid niet het gehele jaar operationeel gereed is geweest.
Groep | Organieke component | Totaal aantal | Norm OG | OG 2016 | Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Staf | NLMARFOR | 1 | 1 | 1 | 1 |
Vlooteenheden | LC-Fregatten | 4 | 2 | 2 | 2 |
M-fregatten | 2 | 1 | 1 | 1 | |
Patrouilleschepen | 4 | 2 | 1 | 1,8 | |
Bevoorradingsschip | 1 | 0,5 | 0,5 | 0 | |
Landing Platform Docks | 2 | 1 | 1 | 1 | |
Onderzeeboten | 4 | 2 | 1 | 2 | |
Ondersteuningsvaartuig OZD | 1 | 0,2 | 0,2 | 0 | |
Mijnenbestrijdingsvaartuigen | 6 | 3 | 3 | 3 | |
Hydrografische opnemingsvaartuigen | 2 | 1 | 1 | 1 | |
Marinierseenheden | Marines Combat Group | 2 | 1 | 1 | 1 |
Surface Assault & Training Group | 1 | 0,5 | 0,5 | 1 | |
Sea-based Support Group | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Squadron NLMARSOF | 2 | 1,5 | 1,5 | 2 | |
CZMCARIB | Infanteriecompagnie Curacao | 1 | 1 | 1 | 1 |
Marinierscompagnie Caribisch gebied | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Infanteriepeloton Sint Maarten | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Bootpeloton Caribisch gebied | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Ondersteuningsvaartuig Caribisch gebied | 1 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | |
Overige eenheden | Defensie Duikgroep | 1 | 1 | 1 | 1 |
Toelichting
Inzet
Gedurende 2016 hebben eenheden van het CZSK deelgenomen aan diverse internationale operaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 1 Inzet. Het CZSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.
Operationele gereedheid
Niet alle eenheden van het CZSK hebben kunnen voldoen aan de verwachting voor 2016 (OG2016) uit de doelstellingenmatrix. Het verwachte jaar waarin deze eenheden aan de gereedheidsnorm kunnen voldoen is echter ongewijzigd. De belangrijkste redenen worden hieronder uiteengezet.
Vlooteenheden – Bevoorradingsschip
Het bevoorradingsschip Zr.Ms. Karel Doorman was vanwege technische problemen met de voortstuwing (Kamerstuk 33 763, nr. 100) gedurende het grootste deel van 2016 niet beschikbaar.
Vlooteenheden – Ondersteuningsvaartuig Onderzeedienst (OZD)
De gereedheidsdoelstellingen voor het ondersteuningsvaartuig OZD, Zr.Ms. Mercuur, zijn niet gehaald vanwege de vertraging van de hermotorisering. De hermotorisering wordt in 2017 afgerond.
Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000) | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Begroting 2016 | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 679.465 | 697.563 | 750.869 | 790.537 | 720.181 | 689.550 | 30.631 | ||
Totaal Uitgaven | 671.975 | 711.618 | 736.193 | 744.365 | 743.972 | 689.550 | 54.422 | ||
Programma-uitgaven | 60.009 | 155.982 | 133.877 | 135.172 | 138.630 | 125.054 | 13.576 | ||
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK | 60.009 | 155.982 | 133.877 | 135.172 | 138.630 | 125.054 | 13.576 | ||
Gereedstelling1 | 57.328 | 59.002 | 20.161 | 20.147 | 19.037 | 15.957 | 3.080 | ||
– | waarvan bijdrage aan SSO Paresto | 2.645 | 2.480 | 4.684 | – 2.204 | ||||
Bijdrage aan agentschap | 16.619 | 16.199 | 15.519 | 12.981 | 2.538 | ||||
– | waarvan aan Rijkswaterstaat Corporate Dienst | 16.619 | 16.199 | 15.519 | 12.981 | 2.538 | |||
Instandhouding | 2.681 | 96.980 | 97.097 | 98.826 | 104.074 | 96.116 | 7.958 | ||
Apparaatsuitgaven | 611.966 | 555.636 | 602.316 | 609.193 | 605.342 | 564.496 | 40.846 | ||
Personele uitgaven | 491.725 | 491.414 | 534.497 | 543.656 | 545.381 | 502.604 | 42.777 | ||
– | waarvan eigen personeel | 491.725 | 491.414 | 531.846 | 538.651 | 539.659 | 502.604 | 37.055 | |
– | waarvan externe inhuur2 | 2.651 | 5.005 | 5.722 | 5.722 | ||||
Materiële uitgaven | 120.241 | 64.222 | 67.819 | 65.537 | 59.961 | 61.892 | – 1.931 | ||
– | waarvan bijdragen aan SSO Paresto | 4.731 | 6.645 | 6.917 | 2.173 | 1.939 | 1.939 | ||
– | waarvan IT2 | 24.583 | 2.139 | 3.308 | 2.488 | 1.837 | 2.657 | – 820 | |
– | waarvan overige exploitatie | 90.927 | 55.438 | 57.594 | 60.876 | 56.185 | 59.235 | – 3.050 | |
Apparaatsontvangsten | 10.418 | 18.882 | 19.714 | 14.387 | 15.841 | 19.951 | – 4.110 |
Toelichting op de financiële instrumenten
De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen worden hieronder nader toegelicht.
Verplichtingen
De hogere realisatie van de verplichtingen (€ 30,6 miljoen) is het directe gevolg van hogere uitgaven (€ 54,4 miljoen). Het verschil tussen de verplichtingen en uitgaven wordt veroorzaakt doordat in 2016 relatief veel betalingen hebben plaatsgevonden op verplichtingen uit voorgaande jaren. De hogere uitgaven worden hieronder toegelicht.
Uitgaven
De uitgaven zijn € 54,4 miljoen hoger de begroting 2016. Deze stijging wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de apparaatsuitgaven en wordt hieronder toegelicht. De hogere realisatie bij de programma uitgaven wordt met name veroorzaakt door de extra uitgaven voor gereedstelling en instandhouding.
Met het meer inzichtelijk maken van de diensten van de Shared Service Organisaties (SSO’s) zijn de uitgaven gesplitst in programma- en apparaatsuitgaven. De operationele catering, die door SSO Paresto wordt uitgevoerd, is een onderdeel van de gereedstelling. De reguliere catering valt onder het bedrijfsvoeringsbudget voeding en wordt gepresenteerd onder materiële uitgaven (apparaat).
Instandhouding
Er zijn extra uitgaven gedaan voor het onderhoud van de Zr.Ms. Johan de Witt. Tevens is het onderhoud van de Zr.Ms. Urk eerder afgerond dan gepland waardoor de betaling in 2016 plaats heeft gevonden in plaats van in 2017. Het totaal aan extra uitgaven voor instandhouding bedraagt € 8 miljoen.
Onder deze post valt ook het onderhoud aan het schip De Groene Draeck.
De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck betreffen met name personele kosten en worden daarom onder dit instrument begroot. Naar aanleiding van het second opinion onderzoek bij de Kamerbrief van 2 juni 2016 (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 X, nr. 110) en de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300-I, nr. 6) heeft de Minister-President, mede namens de Minister van Defensie, gemeld dat het jaarlijks onderhoudsbudget naar 87.000 euro is bijgesteld. De uitvoering van het onderhoud blijft bij Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. Daarbij is aangegeven dat de daadwerkelijke uitgaven ook bij Defensie over de jaren heen fluctueren. Gestuurd wordt op het niet overschrijden van het totaal beschikbare bedrag (435.000 euro over een periode van vijf jaar, gemiddeld 87.000 euro per jaar). In 2016 zijn onderhoudswerkzaamheden verricht aan het drinkwatersysteem, het lakwerk en zijn conserveringswerkzaamheden uitgevoerd. Hier is uiteindelijk € 84.000 aan uitgegeven.
Realisaties 2016 | |
---|---|
Defensie, Groene Draeck | 84 |
Apparaatsuitgaven
De hogere apparaatsuitgaven (€ 40,8 miljoen) worden veroorzaakt door hogere personele uitgaven (€ 42,7 miljoen) en een lagere realisatie op materiële uitgaven (€ 1,9 miljoen).
Personele uitgaven
De personele uitgaven zijn gestegen met € 42,7 miljoen ten opzichte van de begroting. De belangrijkste mutaties die deze stijging veroorzaken, zijn de doorwerking van het bovensectoraal loonakkoord en de ontwikkeling in de pensioenpremies en sociale lasten (€ 19 miljoen), de compensatie voor de meerkosten Eigen Huishouding naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak (€ 1,6 miljoen) en de meerkosten ten gevolge van de afschaffing van het VUT-equivalent (€ 3 miljoen). Tevens zijn de hogere uitgaven voor toelagen in het buitenland gestegen als gevolg van de hogere dollarkoers.
Waarvan externe inhuur
In de begroting wordt structureel geen budget toegekend voor externe inhuur terwijl hier bij het CZSK wel behoefte aan was. In de loop van het jaar vrijvallende gelden binnen de begroting zijn gebruikt voor inhuur om hiaten in de bedrijfsvoering op te vangen. Het verschil (€ 5,7 miljoen) tussen de realisatie en de begroting betreft de uitvoering van deze geplande inhuur (zowel inhuur SAP als reguliere inhuur).
Ontvangsten
In 2016 heeft een budgetontvlechting voor de ontvangsten van medische artikelen plaatsgevonden naar het CDC/Divisie Gezondheidszorg Organisatie (DGO). Als gevolg hiervan is ontvangstenbegroting voor 2016 met € 4,3 miljoen neerwaarts bijgesteld naar € 15,6 miljoen.