Base description which applies to whole site

Art.nr. 95. Apparaat Kerndepartement

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel A. Apparaatsuitgaven Budgettaire gevolgen (Bedragen x € 1.000)
             

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Verplichtingen

260.103

256.178

249.788

243.981

234.043

242.370

– 8.327

Uitgaven

260.103

256.178

249.788

243.565

234.542

242.370

– 7.828

                   

Personele uitgaven

173.603

176.907

179.076

184.613

189.432

177.050

12.382

 

waarvan eigen personeel

161.046

164.778

170.675

174.681

180.150

166.863

13.287

 

waarvan externe inhuur

7.522

8.612

4.809

5.880

4.884

7.233

–2.349

 

waarvan overige personele uitgaven

5.035

3.517

3.592

4.052

4.398

2.954

1.444

                   

Materiële uitgaven

84.101

79.271

69.562

57.844

43.979

65.320

– 21.341

 

waarvan ICT

29.071

30.133

27.032

21.721

17.833

26.672

– 8.839

 

waarvan bijdrage aan SSO's

27.875

31.330

31.021

19.982

14.687

22.089

– 7.402

 

waarvan overige materiële uitgaven

27.155

17.808

11.509

16.141

11.459

16.559

– 5.100

                   

Begrotingsreserve schatkistbankieren

2.399

0

1.150

1.108

1.131

0

1.131

Ontvangsten

5.101

10.194

2.973

1.467

3.000

567

2.433

Als gevolg van Verantwoord Begroten en de invoering van de Rijksbrede kostensoortentabel heeft OCW vanaf de begroting 2013 de apparaatskosten technisch verdeeld naar instrumenten (Personeel en Materieel) op basis van de realisatiecijfers van voorgaande jaren. OCW stuurt op het totaal toegewezen budget aan de organisatieonderdelen en niet per instrument.

Uitgaven

De uitgaven voor de Apparaatskosten OCW zijn in 2017 € 7,8 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit is het saldo van een groot aantal mutaties die grotendeels in de suppletoire wetten zijn toegelicht:

  • Zo is voor de loon- en prijsbijstelling budget toegevoegd.

  • Daarnaast is een aantal grote projecten vertraagd, zoals de vervanging van de ICT werkplek en het programma Lerarenregister, waardoor er budget door een kasschuif is doorgeschoven naar 2018.

  • Door het uitstellen van het wetsvoorstel Monumentenaftrek is het beschikbare gestelde budget voor 2017 teruggeboekt naar het Ministerie van Financiën.

  • Daarnaast is door een teruggave van het OCW-deel van het surplus van het eigen vermogen van het Rijksvastgoedbedrijf het budget verhoogd.

  • Tenslotte staat OCW garant voor onderwijsinstellingen die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat OCW hierdoor loopt, ontvangt OCW een vergoeding (risicopremie). De risicopremie voor 2016 is ontvangen in 2017 en deze bedraagt € 1,1 miljoen. Deze premie wordt (via een desaldering) toegevoegd aan de begrotingsreserve schatkistbankieren.

Ontvangsten

De realisatie van de ontvangsten is in 2017 uiteindelijk € 2,4 miljoen hoger dan geraamd. Dit is onder andere het saldo van hogere ontvangsten dan geraamd omdat:

  • OCW garant staat voor onderwijsinstellingen die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat OCW hierdoor loopt, ontvangt OCW een vergoeding (risicopremie). De risicopremie voor 2016 is ontvangen in 2017 en bedraagt € 1,1 miljoen.

  • een vordering uit 2016 van ruim € 1,1 miljoen pas in januari 2017 is ontvangen.

Tabel B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (Bedragen x € 1 miljoen)1
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

260,1

256,2

249,7

243,6

234,5

242,4

– 7,9

Kerndepartement

135,1

132,5

136,7

135,9

131,8

137,7

–5,9

Rijksdienst Cultureel Erfgoed

52,9

47,8

38,0

34,6

32,9

33,6

–0,7

Inspectie van het Onderwijs

62,8

67,3

66,8

64,0

61,5

63,6

–2,1

Erfgoedinspectie

2,5

2,4

2,3

2,3

2,4

2,3

0,1

Onderwijsraad

2,4

2,4

2,2

2,9

2,3

2,4

–0,1

Raad voor Cultuur

2,9

2,4

2,3

2,5

2,5

2,1

0,4

Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid

1,5

1,4

1,4

1,4

1,1

0,7

0,4

               

Totaal apparaatskosten Agentschappen

301,7

307,2

336,6

356,4

351,4

284,7

66,7

Dienst Uitvoering Onderwijs

277,5

278,9

303,4

313,3

314,1

239,0

75,1

Nationaal Archief

24,2

28,3

33,2

43,1

37,3

45,7

–8,4

               

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's

108,8

112,1

111,5

118,6

 

107,1

 

Stichting Fonds voor de Podiumkunsten

4,5

4,6

4,4

4,4

 

6,3

 

Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

2,2

2,2

1,9

1,9

 

3,1

 

Stichting Mondriaanfonds

2,0

2,0

2,2

2,2

 

3,7

 

Stichting Nederlands Filmfonds

2,5

3,0

3,1

2,6

 

3,5

 

Stichting Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie

1,6

1,4

1,6

1,1

 

1,9

 

Stichting Nederlands Letterenfonds

2,0

2,0

2,0

1,1

 

2,6

 

Bureau Architectenregister

       

0,0

0,0

 

Stichting Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds)

1,5

1,6

1,6

1,7

 

0,0

 

Commissariaat voor de Media (CvdM)

4,2

4,7

3,8

5,3

 

5,0

 

Nederlandse Publieke Omroep (NPO)

2,4

2,3

2,6

2,6

 

2,0

 

Stichting Regionale Publieke Omroep (RPO)

   

0,0

0,0

 

0,0

 

Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

3,9

3,8

4,0

3,8

3,6

3,3

 

Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW)

13,3

15,0

15,0

13,5

 

13,6

 

Koninklijke Bibliotheek (KB)

15,3

15,3

15,3

26,5

 

26,5

 

Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

31,1

32,3

32,3

30,7

 

30,2

 

Stichting Participatiefonds

2,8

2,6

2,5

2,3

 

2,1

 

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

15,3

15,3

15,3

15,3

     

Stichting Vervangingsfonds

3,6

3,4

3,2

3,0

 

2,8

 

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

0,6

0,6

0,7

0,6

 

0,5

 
1

De cijfers in bovenstaande tabel zijn niet met elkaar te consolideren aangezien het zowel uitgaven als kosten betreft.

In onderstaande tabel staat de verdeling van de taakstelling op de Apparaatsuitgaven/-kosten uit het vorige Regeerakkoord (Rutte II) weergegeven. Deze taakstelling is verdeeld over kerndepartement, agentschappen en ZBO’s.

Tabel D. Extracomptabele tabel invulling taakstelling (Bedragen x € 1 miljoen)
 

2016

2017

2018

Structureel

Departementale taakstelling (totaal)

24,0

54,0

67,0

67,0

         

Kerndepartement

6,9

20,0

26,5

26,5

         

Agentschappen

       

DUO

12,1

23,5

27,9

27,9

NA

0,8

1,0

1,0

1,0

Totaal Agentschappen

12,9

24,5

28,9

28,9

         

ZBO’s

       

Cultuurfondsen

0,5

1,1

1,4

1,4

Commissariaat voor de Media

0,2

0,5

0,6

0,6

Nederlandse Publieke Omroep

0,1

0,3

0,4

0,4

Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

0,2

0,4

0,5

0,5

Kon.Ned.Academie van Wetenschappen (KNAW)

0,7

1,6

2,0

2,0

Kon.Bibliotheek (KB)

0,6

1,3

1,6

1,6

Ned.organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

1,5

3,5

4,3

4,3

Participatiefonds

0,1

0,3

0,4

0,4

Vervangingsfonds

0,2

0,4

0,5

0,5

Stimuleringsfonds voor de Pers

0,0

0,1

0,1

0,1

Totaal ZBO's

4,2

9,5

11,6

11,6

Licence