Base description which applies to whole site

Art.nr. 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

A. Algemene doelstelling

Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat deelnemers hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Studenten worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van middelbaar onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele studenten en bij de behoeftes van de maatschappij. De beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) sector omvat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Het is een belangrijke leverancier van werknemers voor de arbeidsmarkt. Ook is het een belangrijke schakel tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs.

Financieren:

De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het middelbaar onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren:

De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van aanvullende bekostiging, subsidies, en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, bestuurlijke afspraken zoals de kwaliteitsafspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren:

De Minister vult haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Indicatoren/kengetallen

Indicatoren voor het onderwijsstelsel zijn te vinden op OCW in cijfers.

Tabel 4.1 Indicatoren

Doelstelling/indicator

Basiswaarde (jaartal)

Eerdere realisatie (jaartal)

Actuele realisatie (jaartal)

Tussen-/streefwaarden (jaartal)

Bron

1

Ambitieus onderwijs dat alle leerlingen en studenten uitdaagt

a)

Alle leerlingen en studenten worden uitgedaagd

         
 

Percentage studenten in het mbo dat zich uitgedaagd voelt

34% (2010)

37% (2016)

38% (2017)

Hoger (2018)

ROA 2017, 2018

b)

Vergroten studiesucces

         
 

Percentage mbo-deelnemers per niveau dat met diploma de instelling verlaat, jaarresultaat per niveau

2007–2008

2015–2016

2016–2017

2018

MBO Raad

     

Niveau 1: 66%

Niveau 1: 78%

Niveau 1: 79%

Hoger

     

Niveau 2: 62%

Niveau 2: 73%

Niveau 2: 72%

Hoger

     

Niveau 3: 63%

Niveau 3: 72%

Niveau 3: 72%

Hoger

     

Niveau 4: 65%

Niveau 4: 74%

Niveau 4: 75%

Hoger

     

Totaal: 64%

Totaal: 73%1

Totaal: 74%

Hoger

2

Scholen en instellingen werken met goed opgeleide en professionele leraren en schoolleiders die samen zorgen voor een veilig en ambitieus leerklimaat

b)

Verbetercultuur

         
 

Aandeel leraren dat is geregistreerd in het Lerarenregister

8% (2014)

35% (2017)1

Wordt niet meer gemeten2

100% (2019)

Lerarenregister

3

Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties

 

Aantal voortijdig schoolverlaters

41.800 (2008–2009)

23.7443 (2016–2017)

25.574 (2017–2018)

20.000 (2019–2020)

DUO

 

Studenten-tevredenheid

       

JOB-monitor 2016, 2018

   

Opleiding

7,0 (2014)

7,0 (2016)4

7,1 (2018)

7,3 (2020)

   

Instelling

6,5 (2014)

6,6 (2016)4

6,7 (2018)

6,7 (2020)

   

% tevreden over school en studie (meting tot 2018)

49% (2014)

52% (2016)

 

55% (2020)

   

% tevreden over school en studie (meting vanaf 2018)

 

62% (2018)5

   

4

Aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren

 

Aandeel mbo-studenten techniek

28% (2011)

27,2% (2017–2018)

27% (2018–2019)

Hoger (2018)

DUO

 

Percentage 25–64 jarigen dat deelneemt aan een leeractiviteit (Leven Lang Leren)

17% (2010)

19% (2016)

19,1% (2017)

20% (2020)

Eurostat, Labour Force survey (LFS)

 

Percentage gediplomeerden dat aangaf dat de aansluiting van de opleiding met de huidige functie voldoende/goed was

79% (2012)

76% (2016)

77% (2017)

Hoger (2018)

ROA 2017, 2018

 

Percentage leerbedrijven dat over vakkennis het oordeel (zeer) goed geeft

77% (2016)6

77% (2018)7

Hoger (2020)

SBB

 

Percentage leerbedrijven dat over beroepsvaardigheden het oordeel (zeer) goed geeft

76% (2016)6

80% (2018)7

Hoger (2020)

SBB

1

Het cijfer kan licht afwijken van het eerder gepubliceerde cijfer vanwege een mutatie in de onderliggende dataset.

2

Deze indicator wordt niet langer op deze manier gemeten als gevolg van wijzigingen rondom het lerarenregister. Het nieuwe register is nog niet volledig operationeel en er wordt op dit moment gewerkt aan de opzet van een monitor die naar verwachting een indicator oplevert die goed bruikbaar is in begrotingsverband.

3

Het cijfer kan licht afwijken van eerdere gepubliceerde cijfer vanwege een mutatie van voorlopige naar definitieve cijfer.

4

De cijfers kunnen licht afwijken van eerdere gepubliceerde cijfers vanwege mutaties.

5

Vanwege een recente wijziging in de vraagstelling van de enquête over de studenttevredenheid is het cijfer voor 2018 niet vergelijkbaar met eerdere jaren.

6

Het gaat hier om een eerste meting van SBB onder erkende en niet erkende leerbedrijven. Voor de overige meetresultaten van het onderzoek naar leerwerkbedrijven zie de onderwijsmonitor en de website onderwijsincijfers.nl (http://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/mbo/aansluiting-mbo-arbeidsmarkt).

7

Het gaat hier om een tweede meting van SBB onder erkende en niet erkende leerbedrijven. Voor de overige meetresultaten van het

onderzoek naar leerwerkbedrijven zie de onderwijsmonitor en de website onderwijsincijfers.nl (http://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/mbo/aansluiting-mbo-arbeidsmarkt)

Tabel 4.2 Kengetallen
   

2014

2015

2016

2017

2018

1

Aantal studenten mbo (x 1.000 excl. «groen onderwijs», (uitgezonderd 2018) vavo)1

450,1

446,3

453,6

461,8

496,2

 

Bol

354,8

355,8

359,2

359,2

375,6

 

Bbl

94,4

90,3

94,5

102,5

120,6

 

Deeltijd-bol

0,9

0,2

0,0

0,0

0,0

 

Vavo

7,8

8,6

8,7

8,9

9,4

Bron: OCW-Referentieraming

         

2

Onderwijsuitgaven per mbo-student (x € 1.000)2

7,4

8,1

8,0

8,1

8,2

1

(Sub)totalen geven een kleine afwijking door het afronden van de aantallen.

2

De onderwijsuitgaven per student zijn berekend door de middelen voor het instrument bekostiging te delen door het ongewogen aantal mbo-studenten uit de referentieraming (telling 1 oktober 2018) plus de vavo studenten.

C. Beleidsconclusies

In het algemeen onderdeel beleidsprioriteiten zijn de belangrijkste beleidsconclusie over 2018 opgenomen. Aanvullend kan worden gemeld dat in 2018 het bekostigingsmodel voor het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is geëvalueerd. Vavo-instellingen waren met de invoering van de bekostiging door het rijk (per 2013) niet langer afhankelijk van gemeentelijke besluitvorming voor de omvang en samenstelling van het vavo-aanbod. Daarmee werd beoogd het vavo-aanbod te waarborgen, mede gezien de belangrijke rol bij het voorkomen van het voortijdig schoolverlaten (VSV). Uit het evaluatierapport blijkt dat de doelstelling een stabiel vavo-aanbod in stand te houden, is gerealiseerd. Ook uit de deelname aan het vavo (aantal vavo-studenten) blijkt dat de gestelde doelstelling wordt bereikt. Het vavo biedt leerlingen die hun opleiding voortijdig dreigen te verlaten of hebben verlaten een tweede kans of weg alsnog een vo-diploma te halen. De omvang en de samenstelling van het vavo is gecontinueerd waarmee dit perspectief op het behalen van een diploma voor deze doelgroep bestendigd kan worden mede door de wijziging van de wijze van bekostigen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4.3 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bedragen x € 1.000)
             

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

     

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Verplichtingen

3.898.698

3.964.746

4.478.441

4.333.854

4.424.079

4.449.579

– 25.500

Waarvan garantieverplichtingen

25.160

34.560

5.866

– 20.656

110.994

0

110.994

Waarvan overige verplichtingen

3.873.538

3.930.186

4.472.575

4.354.510

4.313.085

4.449.579

– 136.494

Uitgaven

3.757.009

4.065.903

4.118.177

4.209.212

4.601.918

4.496.879

105.039

                   

Bekostiging

3.404.283

3.686.725

3.704.063

3.786.795

4.151.144

4.045.594

105.550

Hoofdbekostiging

3.166.278

3.381.311

3.278.808

3.298.079

3.607.090

3.506.738

100.352

 

Bekostiging roc's/ overige regelingen

2.995.643

3.268.662

3.210.597

3.229.517

3.537.697

3.437.190

100.507

 

Bekostiging kbb's

108.001

46.012

0

0

0

0

0

 

Bekostiging Caribisch Nederland

4.313

6.600

7.020

6.109

5.491

7.094

– 1.603

 

Bekostiging vavo

58.321

60.037

61.190

62.454

63.902

62.454

1.448

Kwaliteitsafspraken

31.845

214.086

298.623

366.000

399.635

400.000

– 365

 

Investeringsbudget

4.100

187.449

179.935

183.600

196.069

196.500

– 431

 

Resultaatsafhankelijk budget

27.745

26.637

118.688

182.400

203.566

203.500

66

Aanvullende bekostiging

206.160

91.327

126.632

122.716

144.419

138.856

5.563

 

Schoolmaatschappelijk werk in het mbo

13.922

13.939

15.003

15.000

14.938

15.000

– 62

 

Regionaal Investeringsfonds

3.575

11.218

15.834

20.691

22.729

25.861

– 3.132

 

Salarismix Randstadregio's

41.114

0

41.277

42.293

47.591

45.595

1.996

 

Regionaal programma

0

0

0

30.400

30.400

30.400

0

 

Plusvoorziening overbelaste jongeren en wijkscholen

30.408

30.400

30.400

0

0

0

0

 

Programmagelden regio's

19.458

19.150

19.150

0

0

0

0

 

Tegemoetkoming schoolkosten mbo

0

0

4.968

10.000

10.000

10.000

0

 

Gelijke kansen

0

0

0

4.332

18.761

12.000

6.761

 

Convenanten met RMC-regio's

16.329

16.620

0

0

0

0

0

 

Taal en Rekenen

52.600

0

0

0

0

0

0

 

Leerlinggebonden financiering (LGF)

18.529

0

0

0

0

0

0

 

School-ex 2.0

10.115

0

0

0

0

0

0

 

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2

110

0

0

0

0

0

0

                   

Subsidies

238.592

229.039

254.258

235.308

246.410

229.971

16.439

 

Subsidieregeling praktijkleren

197.055

188.825

188.450

196.500

201.500

196.500

5.000

 

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal

3.715

3.930

11.688

14.072

22.780

12.010

10.770

 

Loopbaanorientatie

700

1.700

737

1.462

2.949

1.700

1.249

 

ROC Leiden

0

0

32.458

7.017

525

525

0

 

Pilots laaggeletterdheid

5.000

5.000

0

0

0

0

0

 

Sectorplan mbo-hbo techniek

0

0

0

0

0

0

0

 

Netwerkscholen

3.500

0

0

0

0

0

0

 

Overige subsidies

28.622

29.584

20.925

16.257

18.656

19.236

– 580

                   

Opdrachten

6.556

17.351

11.642

15.567

8.573

2.314

6.259

 

In- en uitbesteding

6.556

3.644

3.515

6.214

4.228

2.314

1.914

 

Caribisch Nederland1

0

13.707

8.127

9.353

4.345

0

4.345

                   

Bijdragen aan agentschappen

19.123

21.191

29.760

24.328

21.108

24.101

– 2.993

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

19.123

17.372

27.312

22.128

18.312

21.601

– 3.289

 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

0

3.819

2.448

2.200

2.796

2.500

296

                   

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

45

20.833

3.984

51.901

54.910

62.945

– 8.035

 

College voor Toetsen en Examens

45

0

0

0

0

4.365

– 4.365

 

Wet SLOA

0

0

0

0

0

3.604

– 3.604

 

SBB

0

20.833

3.984

51.901

54.910

54.976

– 66

                   

Bijdragen aan medeoverheden

34.526

90.764

114.470

95.313

119.773

131.954

– 12.181

 

RMC's

32.200

32.550

33.350

34.068

35.309

34.067

1.242

 

Educatie

0

56.700

57.548

58.985

60.391

58.985

1.406

 

Caribisch Nederland

2.326

1.514

1.722

2.260

1.480

17.052

– 15.572

 

Regionaal Programma

0

0

21.850

0

22.593

21.850

743

                   

Bijdragen aan sociale fondsen

53.884

0

0

0

0

0

0

 

Participatiebudget

53.884

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

8.038

10.875

3.338

2.786

6.742

3.000

3.742

1

Dit is inclusief verbetermiddelen Caribisch Nederland. Zie overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland van het BES-fonds

E. Toelichting op de financiële instrumenten

De realisatie van de uitgaven 2018 ligt € 105 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 3,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De verschillen worden bij de toelichting op de instrumenten verduidelijkt.

Bekostiging

Hoofdbekostiging

Bekostiging roc’s/overige regelingen

De rijksbijdrage die de mbo-instellingen ontvangen, is gebaseerd op de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). De bekostiging is nader uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit WEB.

In 2018 waren er nog twee afzonderlijke budgetten een voor de roc’s en vakinstellingen en een voor aoc’s verdeeld over de respectievelijke instellingen. Het landelijk budget dat beschikbaar is voor de onderscheiden mbo-instellingen wordt verdeeld in een budget voor entreeopleidingen en een budget voor de niveaus 2 t/m 4. Het budget voor de entreeopleidingen wordt verdeeld over de instellingen naar rato van het aantal ingeschreven studenten. Het budget voor de niveaus 2 t/m 4 wordt verdeeld naar rato van het aantal ingeschreven studenten en het aantal afgegeven diploma’s van elke instelling. De mate waarop een student meetelt, is afhankelijk van de leerweg (bol of bbl), de opleiding (c.q. de prijsfactor van de opleiding) en het aantal verblijfsjaren in het mbo (cascade). De mate waarin een diploma meetelt is afhankelijk van het niveau en de vraag of de student al eerder een mbo-diploma heeft behaald. In 2018 is € 100,5 miljoen toegevoegd aan de lumpsum voor de roc’s en vakinstellingen en de aoc’s gezamenlijk. Deze stijging van beide budgetten wordt grotendeels verklaard door de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018. Bovendien is voor de aoc’s in 2018 eenmalig € 11 miljoen toegevoegd aan de lumpsum naar aanleiding van het bestuursakkoord mbo 2018–2022.

Bekostiging Caribisch Nederland

Deze middelen zijn bedoeld om de instellingen in Caribisch Nederland via lumpsumbekostiging te financieren voor de studenten die middelbaar beroepsonderwijs volgen. In Caribisch Nederland wordt op alle drie de eilanden, Bonaire, St. Eustatius en Saba (Bes eilanden) middelbaar beroepsonderwijs (mbo) aangeboden. Op de twee Bovenwinds gelegen eilanden (St. Eustatius en Saba) wordt alleen een beperkt aantal entree-opleidingen en opleidingen op niveau 2 aangeboden. Op het Benedenwinds gelegen eiland Bonaire worden op alle mbo-niveaus opleidingen aangeboden.

Bekostiging vavo

De rijksbijdrage voor het verzorgen van het vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs) is voor 2018 beschikbaar gesteld op basis van het vanaf 2015 ingevoerde bekostigingsmodel voor het vavo. De verdeling van de beschikbare middelen voor 2018 heeft plaatsgevonden aan de hand van het aantal ingeschreven studenten op 1-10-2016, het aantal vakken dat door studenten met een voldoende is afgesloten en het aantal afgegeven diploma’s in het kalenderjaar 2016.

Kwaliteitsafspraken

Investeringsbudget

Met als doel de verbetering van de kwaliteit van het mbo zijn er in 2015 kwaliteitsafspraken gemaakt. In 2015 hebben alle mbo-instellingen hun ambities ten aanzien van de verbetering van de onderwijskwaliteit in een kwaliteitsplan vastgelegd. In 2018 hebben de instellingen verder gewerkt aan de uitvoering van de kwaliteitsplannen en zijn de plannen van de kwaliteitsafspraken 2015 t/m 2018 afgerond. Aan de instellingen is voor de uitvoering van de kwaliteitsplannen een vast investeringsbudget beschikbaar gesteld.

Resultaatsafhankelijk budget

Daarnaast is er een resultaatafhankelijk budget beschikbaar gesteld voor een aantal onderwerpen, namelijk de studiewaarde, voortijdig schoolverlaten en de verbetering van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming. In 2018 zijn de mbo-instellingen verder gegaan met de uitvoering van deze verbeterplannen en zijn de plannen van de kwaliteitsafspraken 2015 t/m 2018 afgerond. Indien aan de voorwaarden hiervoor is voldaan, zijn extra middelen aan de instellingen uitgekeerd.

Aanvullende bekostiging

Schoolmaatschappelijk werk in het mbo

Voor schoolmaatschappelijk werk zijn middelen aan de mbo-sector ter beschikking gesteld. Met deze middelen hebben de instellingen studenten met psychosociale problemen die dit (tijdelijk) nodig hebben, ondersteuning geboden. Deze ondersteuning helpt studenten voorkomende problemen op te lossen en levert zo een bijdrage aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten.

Regionaal investeringsfonds (RIF)

Met het Regionaal investeringsfonds mbo, zijn in de periode 2014 tot en met 2017 middelen beschikbaar gesteld voor duurzame publiek-private samenwerking (pps) in het beroepsonderwijs. Mbo-instellingen, bedrijfsleven en bijvoorbeeld regionale overheden kunnen gezamenlijk een aanvraag indienen. Deze aanvragen moeten bijdragen aan een betere aansluiting van het beroepsonderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt. Bovendien moeten bedrijfsleven en, bij voorkeur, regionale overheden in de desbetreffende regio financieel bijdragen. Uit de evaluatie is gebleken dat het fonds als katalysator werkt om de totstandkoming van pps'en te stimuleren. Wegens succes is het fonds in 2018 verlengd. Van 2014 tot en met 2018 zijn 119 publiek-private samenwerkingsverbanden tot stand gekomen en is in totaal door het Ministerie van OCW € 108 miljoen verplicht in het kader van het RIF. Daarvan is € 18,4 miljoen verplicht in 2018.

Salarismix Randstadregio’s

In het mbo zijn, aanvullend op de lumpsum, middelen beschikbaar gesteld om tot een versterking van de salarismix te komen in de Randstadregio’s. Aan de hand van behaalde competenties zijn docenten benoemd in een hogere schaal. De mbo-instellingen hebben de doelstellingen van de regeling zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin nagenoeg behaald. Met instellingen die de doelstellingen nog niet hebben behaald zijn nadere afspraken gemaakt waarmee op korte termijn wel invulling wordt gegeven aan de doelstellingen van de salarismix. Hiervoor was in 2018 € 47,6 miljoen beschikbaar.

Regionaal Programma

In 2018 zijn alle 39 RMC-regio’s (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt) verder gegaan met de uitvoering van de afspraken uit de vierjarige regionale programma’s voor de aanpak van voortijdig schoolverlaten en de begeleiding van jongeren in een kwetsbare positie. Voor de uitvoering van de regionale maatregelen was in 2018 in totaal € 52,99 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 30,4 miljoen via de contactschool naar de regio gekomen. Het andere deel van het beschikbare budget is via de RMC-contactgemeente naar de regio gegaan (zie bijdrage aan medeoverheden). In het schooljaar 2017/2018 is het aantal vsv’ers 25.574.

Tegemoetkoming schoolkosten MBO

Via de «Regeling tijdelijke voorziening leermiddelen» is in 2018 € 10 miljoen beschikbaar gesteld om de schoolkosten voor minderjarige bol-studenten uit minimagezinnen te beperken. Hiermee wordt geborgd dat minderjarige bol-studenten niet vanwege financiële redenen afzien van een mbo-opleiding en dat deze studenten de opleiding volgen die bij hun talenten en ambities past.

Gelijke kansen

Van de middelen bestemd voor de Gelijke kansen is een deel besteed voor de uitvoering van het Actieprogramma Gelijke Kansen. Van de € 12 miljoen die beschikbaar was in 2018 voor mbo, was € 7,5 miljoen bestemd voor de regeling doorstroom mbo-hbo, € 4 miljoen voor de regeling compensatie langere inschrijvingsduur en € 0,5 miljoen was bestemd voor de regeling stimulering doorstroom niet verwant mbo-pabo. Uiteindelijk is er in 2018 op dit onderdeel € 18,8 miljoen gerealiseerd. Deze hogere realisatie is onder andere te verklaren omdat de middelen die in 2017 verplicht waren voor de regeling doorstroom mbo-hbo, conform regeling, in 2018 tot uitbetaling kwamen.

Subsidies

Subsidieregeling praktijkleren

Het doel van de subsidieregeling praktijkleren is om werkgevers te stimuleren praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen te bieden aan leerlingen, studenten en onderzoekers. De subsidie is een tegemoetkoming voor de kosten van de begeleiding in de praktijk. In 2018 is het beschikbare budget volledig uitgeput. Er zijn meer aanvragen gedaan voor de bbl dan het beschikbare budget. De regeling, die per 1 januari 2019 zou vervallen, is verlengd tot 2023 naar aanleiding van de motie van het lid Tielen om de subsidieregeling praktijkleren meerjarig vast te leggen.

Tel mee met taal

Ter ondersteuning van de aanpak van laaggeletterdheid zijn in 2018 middelen beschikbaar gesteld als bijdrage aan het actieplan «Tel mee met Taal 2016–2018» dat door de Ministeries van OCW, SZW en VWS wordt uitgevoerd en bekostigd. Met dit actieprogramma werden onder andere gemeenten, aanbieders van cursussen, bibliotheken en maatschappelijke organisaties ondersteund om laaggeletterden te herkennen, door te verwijzen en te scholen. Ook werden taalhuizen en taalpunten opgericht en taalvrijwilligers getraind. De activiteiten worden door verschillende partijen uitgevoerd. Het programma is verlengd tot en met eind 2019. Daarnaast is om de aanpak van laaggeletterdheid te versterken, in het Regeerakkoord afgesproken om het structurele budget voor de aanpak van laaggeletterdheid vanaf 2018 met € 5 miljoen per jaar te verhogen. Daarnaast kan de hogere realisatie in 2018 verklaard worden door bijdragen van andere departementen en een kasschuif uit 2017. In 2018 is de regeling geëvalueerd en is in voorjaar van 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Loopbaanoriëntatie (LOB)

De LOB middelen zijn ingezet voor de LOB portal KiesMBO, dat in november 2018 is gelanceerd. Voorts zijn de middelen besteed aan het LOB Expertisepunt vo-mbo om de kwaliteit van loopbaanbegeleiding te verbeteren en de bestuurlijke afspraken in de LOB agenda’s vo en mbo te ondersteunen. Tevens wordt het project LOB en Gelijke Kansen in het mbo uitgevoerd ter versterking van de jongeren in een achterstandspositie en voor het creëren van gelijke kansen.

ROC Leiden

In het kader van de problematiek rondom ROC Leiden is in totaal een (maximale) financiële bijdrage van € 40 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag is in tranches in 2016 tot en met 2018 verstrekt. Het budget is conform vastgestelde begroting in 2018 in zijn geheel uitgeput.

Overige subsidies

Hieronder vallen posten zoals het Techniekpact, het Netwerk Burgerschap en het Steunpunt taal & Rekenen.

Opdrachten

In- en uitbesteding

Dit betreft middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken.

Caribisch Nederland

Een groot gedeelte van het budget is bestemd voor de verbetering van de onderwijshuisvesting. Daarnaast zijn deze middelen onder meer ingezet voor het scholen van docenten en de transitie naar de Engelse taal op St. Eustatius om de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren. De middelen voor Caribisch Nederland waren begroot op het instrument bijdrage aan medeoverheden. Vanuit dat instrument heeft er een overboeking van € 4,3 miljoen naar het instrument opdrachten plaatsgevonden.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Uitvoering Onderwijs

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van de bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft hier het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel.

De gerealiseerde uitgaven liggen € 3,3 miljoen lager dan in de oorspronkelijke begroting opgenomen. Dit verschil betreft onder meer de toegepaste loon- en prijsbijstelling 2018 (€ 0,5 miljoen hoger) én een verlaging van € 5,1 miljoen in het kader van de (op totaalniveau budget neutrale) herverdeling basisbetaling DUO over de begrotingsartikelen van het Ministerie van OCW. Deze middelen zijn herverdeeld naar aanleiding van de resultaten van een onderzoek door een extern onderzoeksbureau.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden middelen verstrekt voor het uitvoeren van de subsidieregeling praktijkleren.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

College voor Toetsen en Examens

Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is een ZBO dat verantwoordelijk is voor de examens voor rekenen en taal in het beroepsonderwijs en staatsexamens Nederlands als tweede taal. De realisatie is in 2018 € 4,4 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit komt met name doordat de middelen zijn overgeheveld naar art.nr 3 (Voortgezet onderwijs).

Wet SLOA

De middelen worden ingezet voor het ontwikkelen van centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels in het mbo door Cito. De subsidieverlening voor het Cito verloopt op basis van de wet SLOA. De realisatie in 2018 is € 3,6 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit komt met name doordat de middelen zijn overgeheveld naar art.nr 3 (Voortgezet onderwijs) ten behoeve van Cito.

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

SBB heeft middelen ontvangen om de wettelijke taken uit te voeren. Hiermee is een bijdrage geleverd aan het primaire proces van het beroepsonderwijs. Dit omvat zowel het ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiestructuur, als het werven en accrediteren van leerbedrijven. Daarnaast zorgt SBB voor voldoende praktijkplaatsen en bevordert de kwaliteit van deze praktijkplaatsen.

Bijdrage aan medeoverheden

RMC’s

Dit betreft de bekostiging van de rmc-functie van 39 rmc-regio’s. De rmc-functie heeft tot taak met de vsv’ers van 18 jaar en ouder uit vo en mbo contact te leggen en hen zoveel mogelijk terug te begeleiden naar school of naar een combinatie van school en werk. Hiervoor was in 2018 € 35,3 miljoen beschikbaar.

Educatie

Sinds 1 januari 2015 wordt het educatiebudget per specifieke uitkering verstrekt aan samenwerkende gemeenten binnen een arbeidsmarktregio (via de contactgemeente). De verplichte besteding bij roc's, die tussen 2015 en 2017 geleidelijk is afgebouwd, is per 2018 geheel vervallen. Zo kunnen gemeenten beter maatwerk bieden voor de diverse doelgroepen van de volwasseneneducatie.

Caribisch Nederland

Aan de openbare lichamen in Caribisch Nederland wordt jaarlijks een bijzondere uitkering verstrekt voor de Sociale Kanstrajecten Jongeren. Ook zijn er voor de samenwerking met Curaçao, Sint Maarten en Aruba middelen beschikbaar gesteld, bestemd voor het stimuleren van studeren in de regio en het bevorderen van voorzieningen in de regio, mede ten behoeve van de inwoners van Caribisch Nederland. De gerealiseerde opdrachten en subsidies ten behoeve van Caribisch Nederland zijn onder de instrumenten opdrachten en subsidies gerealiseerd. Daarnaast hebben er kasschuiven naar latere jaren plaatsgevonden, met name vanwege vertraging in de onderwijshuisvesting. Hierdoor is de op dit instrument de realisatie € 15,6 miljoen lager.

Regionaal Programma

Voor de uitvoering van het regionaal programma voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie was in de begroting 2018 een bedrag van € 21,85 miljoen opgenomen. Dit is in de vorm van een specifieke uitkering aan RMC-contactgemeenten verstrekt. Door een administratieve fout is er op dit begrotingsartikel daarnaast nog € 0,7 miljoen betaald, terwijl dit pas in 2019 had moeten gebeuren. Dit leidt in 2018 tot een overschrijding van het budget met € 0,7 miljoen.

Ontvangsten

De ontvangsten van € 6,7 miljoen in 2018 zijn het gevolg van onder andere afrekeningen die betrekking hadden op subsidies en regelingen.

Licence