Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII over 2021 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
Verplichtingen | 1.810.157 | 1.436.876 | 1.849.882 | 1.940.505 | 2.441.760 | 8.792.639 | ‒ 6.350.879 | 1 |
Uitgaven | 2.154.280 | 2.123.334 | 1.931.571 | 2.048.323 | 2.156.463 | 9.072.039 | ‒ 6.915.576 | |
13.02 Beheer onderhoud en vervanging | 1.372.035 | 1.514.397 | 1.457.826 | 1.506.274 | 1.595.770 | 1.497.541 | 98.229 | 2 |
13.03 Aanleg | 604.096 | 457.267 | 319.486 | 377.159 | 370.295 | 262.627 | 107.668 | |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 534.509 | 382.065 | 280.745 | 335.476 | 331.281 | 206.487 | 124.794 | 3 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 28.178 | 57.867 | 17.486 | 19.181 | 12.499 | 12.897 | ‒ 398 | |
13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer | 38.142 | 16.652 | 20.952 | 21.371 | 24.273 | 38.383 | ‒ 14.110 | 4 |
13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer | 3.267 | 683 | 303 | 1.131 | 2.242 | 4.860 | ‒ 2.618 | |
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 161.552 | 141.680 | 144.269 | 154.900 | 190.398 | 164.871 | 25.527 | 5 |
13.07 Rente en aflossing | 16.597 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 0 | 7.147.000 | ‒ 7.147.000 | 6 |
13.09 Ontvangsten | 242.727 | 222.780 | 203.626 | 234.471 | 187.656 | 198.538 | ‒ 10.882 | 7 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. Op de verplichtingen is € 6,4 miljard minder gerealiseerd dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de fiscale afrekening die samenhangt met de omvorming van ProRail tot ZBO (€ 7 miljard) is doorgeschoven naar 2022. Daarnaast is er voor ca. € 400 miljoen aan verplichtingenruimte voor de subsidie voor exploitatie, onderhoud en vervanging voor het jaar 2022 (die reeds in 2021 is verplicht) naar voren gehaald.
2. De hogere realisatie van € 98 miljoen wordt toegelicht in de specifieke toelichting bij artikel 13.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging.
3. De hogere realisatie van € 124 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma realisatie personenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.01.
4. De lagere realisatie van € 14 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma verkenningen en planuitwerking personenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.04.
5. De hogere realisatie van € 25,5 miljoen wordt toegelicht in paragraaf 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS.
6. De rente en aflossing ad € 7,1 miljard wordt niet gerealiseerd in verband met het uitstel van de omvorming van Prorail tot ZBO naar 2022.
7. De ontvangsten vallen per saldo € 11 miljoen lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de verrekening van het voorschot op de subsidies van € 34 miljoen aan ProRail voor Beheer en Onderhoud en aanlegprojecten. Daartegenover staat dat de voorlopige HSL-heffing 2020 € 33 miljoen lager is dan begroot en in 2021 de kosten van € 15 miljoen voor het inbouwen van ERTMS in de treinen zijn verrekend met de concessievergoeding. kosten verrekend is met de concessievergoeding. Voor een uitgebreidere toelichting op deze verschillen wordt verwezen naar paragraaf 13.09.
13.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging
Motivering
Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.
De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.
In bijlage 2 ‘Instandhouding’ van dit jaarverslag wordt ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
Producten
Subsidie voor kapitaallasten en onderhoud
In 2021 is € 98 miljoen (inclusief btw) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt veroorzaakt door het terugdraaien van de zbo-correctie voor btw 2021 (€ 17 miljoen), de prijsbijstelling 2021 van € 35 miljoen, uitgevoerd werk waarvoor het budget op andere artikelen was begroot (€ 12 miljoen), een kasschuif (versnelling) van per saldo € 32 miljoen en de verrekening van het voorschot bij vaststelling van de subsidie 2020 van € 2 miljoen (zie ook de ontvangsten op artikel 13.09). Afrekening van de subsidie 2021 vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar.
In onderstaand overzicht zijn de mutaties tussen begroting en realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over de betalingen door IenW aan ProRail.
Omschrijving | Begroting 2021 | Terugdraaien zbo-effect btw 2021 | Prijsbijstel-ling 2021 | Overheveling uit andere budgetten | Kasschuif en saldo i.v.m. versnelde uitgaven 2020-2021 | Desaldering i.v.m. vaststelling subsidie 2020 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Subsidie exclusief btw | 1.187 | 29 | 10 | 32 | 2 | 1.260 | |
Compensatie btw subsidie | 233 | 17 | 6 | 2 | 6 | 0 | 264 |
Compensatie btw gebruiksvergoeding | 78 | ‒ 6 | 72 | ||||
Totaal artikel 13.02 | 1.498 | 17 | 35 | 12 | 32 | 2 | 1.596 |
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
In het onderzoek naar de instandhoudingskosten van ProRail dat in 2020 door PwC/Rebel is uitgevoerd is tevens een analyse uitgevoerd naar het uitgesteld en achterstallig onderhoud van de spoorassets (Kamerstukken II 2019/20, 35570, nr. 46). Uit deze analyse blijkt dat er sprake is van enig uitgesteld onderhoud. De risico’s van het uitgesteld onderhoud lijken beperkt, omdat een groot deel van dit uitgesteld onderhoud weloverwogen en bewust ontstaat omdat dit past binnen de asset management strategie van ProRail. In incidentele gevallen is sprake van achterstallig onderhoud (Rotterdamse haven; voor het oplossen hiervan is een verbeterprogramma ingericht, zie o.a. Kamerstukken II 2021/22, 29984, nr. 954).
In haar rapportage «Staat van de Infra» concludeert ProRail dat de technische staat van de Nederlandse spoorinfrastructuur in 2020, net als in 2017 en 2019, gemiddeld goed was (Kamerstukken 35925-A-25). Er heeft vergeleken met 2019 beperkt verandering plaatsgevonden in de veroudering of verjonging van de systemen. De hoeveelheid storingen is vergelijkbaar met de hoeveelheid in 2019, en de hoeveelheid veiligheidsincidenten is gedaald. ProRail stelt, net als over 2019, dat de spoorinfrastructuur veilig en betrouwbaar is. Een belangrijk aandachtspunt blijft de de situatie in de Rotterdamse haven. ProRail is daar begonnen met het wegwerken van het achterstallig onderhoud, wat nog enkele jaren in beslag zal nemen. ProRail is naar aanleiding van de rapportage van CrisisLab verzocht om in het Staat van de Infrastructuurrapport de koppeling aan te scherpen tussen de situatie in de praktijk en de theoretische levensduur. ProRail heeft daar uitvoering aan gegeven door de technische conditie van de assets, zoals deze vastgesteld wordt door het uitvoeren van inspecties en metingen in de praktijk, te integreren met de theoretische levensduur, zoals deze wordt bepaald op basis van levensduurtabellen en beleid. Hiermee kan de resterende levensduur nauwkeuriger bepaald worden en kan tijdig de vervanging ingepland worden. De beweging hiervoor is ingezet voor de systemen ‘Spoor’ en ‘Bruggen & Tunnels’, en zal de aankomende jaren uitgebreid worden naar de andere systemen.
13.03 Aanleg Spoor
IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
– door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
– uitvoering van deze projecten.
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Realisatieprogramma Personenvervoer (13.03.01) | Kasbudget 2021 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2021 | 2021 | 2021 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Be- en bijsturing toekomst | 0 | 2 | 2 | 16 | 16 | 2021 | 2021 | 1 |
Geluidsanering Spoorwegen | 12 | 13 | 1 | 699 | 711 | divers | divers | |
Innovatieprogramma Spoortrillingen | 0 | 3 | 3 | 0 | 20 | divers | divers | |
Maatregelenpakket HSL-Zuid | 36 | 46 | 10 | 132 | 130 | divers | divers | 2 |
Programma Behandelen en Opstellen | 23 | 6 | ‒ 17 | 155 | 152 | divers | divers | 3 |
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) | 1 | 0 | ‒ 1 | 27 | 27 | 2011/ 2018- 2024 | 2011/ 2018- 2024 | |
Verbeteraanpak stations | 1 | 0 | ‒ 1 | 11 | 11 | 2020 | 2020 | 4 |
Verbeteraanpak trein | 0 | 0 | 0 | 43 | 42 | 2018/2019 | 2018/2019 | |
Spoorcapaciteit 2030 | 36 | 23 | ‒ 13 | 138 | 240 | divers | divers | 5 |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Kleine stations | 0 | 0 | 0 | 53 | 53 | divers | divers | 6 |
Toegankelijkheid stations | 35 | 36 | 1 | 500 | 505 | divers | divers | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||
Aanleg ATBvv | 13 | 1 | ‒ 12 | 70 | 72 | divers | divers | 7 |
Booggeluid | 1 | 1 | 0 | 3 | 4 | divers | divers | |
Fietsparkeren bij stations | 65 | 32 | ‒ 33 | 418 | 424 | divers | divers | 8 |
Kleine projecten personenvervoer | 10 | 7 | ‒ 3 | 103 | 228 | divers | divers | |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 5 | 1 | ‒ 4 | 69 | 70 | divers | divers | 9 |
Overwegenaanpak | 28 | 29 | 1 | 759 | 889 | divers | divers | 10 |
Ontsnippering | 6 | 3 | ‒ 3 | 81 | 81 | divers | divers | 11 |
Programma aanpak suïcidepreventie | 2 | 4 | 2 | 10 | 11 | 2021 | 2021 | 12 |
Programma kleine functiewijzigingen | 22 | 22 | 0 | 383 | 382 | divers | divers | |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Amsterdam CS, Cuypershal | 6 | 0 | ‒ 6 | 27 | 27 | 2022 | 2022 | 13 |
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 0 | 0 | 0 | 408 | 408 | 2016 | 2016 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | 0 | 0 | 0 | |||||
Den Haag emplacement | 3 | 3 | 0 | 66 | 71 | 2023‒ 2025 | 2023‒ 2025 | 14 |
Rijswijk - Schiedam incl. spoorcorridor Delft | 3 | 4 | 1 | 608 | 612 | 2023‒ 2025 | 2023‒ 2025 | 15 |
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Traject Oost | 6 | 0 | ‒ 6 | 240 | 238 | divers | divers | 16 |
Projecten Noord Nederland | ||||||||
Zwolle - Herfte | 36 | 58 | 22 | 217 | 264 | 2017/ 2021 | 2017/ 2021 | 17 |
Sporendriehoek Noord-Nederland | 28 | 15 | ‒ 13 | 140 | 142 | divers | divers | 18 |
Afrondingen | ‒ 2 | 2 | 4 | 0 | ||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 376 | 311 | ‒ 65 | 5.376 | 5.830 | |||
Planuitwerkingsuitgaven op 13.03.04 mbt realisatieprojecten | ‒ 45 | ‒ 10 | 35 | ‒ 288 | ‒ 228 | |||
Afrekening voorschotten | 29 | 29 | 146 | 175 | ||||
Programma Realisatie | 331 | 330 | ‒ 1 | 5.234 | 5.777 | |||
Realisatieuitgaven op 13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | 1 | 1 | 0 | 4 | ||||
Budget Realisatie (IF 13.03.01) | 332 | 331 | ‒ 1 | 5.238 | 5.777 | |||
Overprogrammering (-) | ‒ 126 | 0 | 126 |
Toelichting
Op artikelonderdeel 13.03.01 is er € 124 miljoen meer gerealiseerd. Deze hogere realisatie is het gevolg van onderstaande mutaties bij de projecten.
1. Be- en bijsturing Toekomst: De hogere realisatie wordt met name verklaard doordat er via scope-uitbreiding van de bestaande deelprojecten nadere invulling is gegeven aan het resterende budget.
2. Maatregelenpakket HSL-Zuid: de start van de 2e fase van geluisschermen is eerder van start gegaan dan gepland in de begroting (2022).
3. Programma Behandelen en Opstellen:
Kas: de lagere kasrealisatie is met name het gevolg van het later afronden van een aantal planstudies. De uitwerking van extra onderzoeksvragen i.v.m. integratie met het 740m-goederenwachtspoor en integratie van wisselsaneringen bij bovenbouwvernieuwingen kostte meer tijd dan verwacht. Daarnaast is er vanwege het taakstellend budget een herprioritering doorgevoerd en wordt op basis daarvan de programmascope anders ingevuld.
Projectbudget: vanuit het programma Behandelen en Opstellen is behoefte aan extra opstelcapaciteit in de regio. Deze uitbreiding wordt meegenomen in de uitwerking van PHS Nijmegen. Om die reden is de hiervoor gereserveerde € 6,2 miljoen overgeboekt naar het PHS budget (IF 17.10.02)
4. Verbeteraanpak stations: Bij het opstellen van de begroting 2021 was het uitgangspunt dat bij een succesvolle pilot van het project Informatiepunt er in 2020 een subsidieaanvraag voor tranche 4 zou worden ingediend. Op basis van de uitkomsten van de pilot is besloten is het project te schrappen waardoor de hiervoor geplande uitgaven niet zijn gerealiseerd.
5. Spoorcapaciteit 2030
– Kas: bij het opstellen van de Ontwerpbegroting 2021 was het programma nog beperkt uitgewerkt, tijdens het uitwerken van de subsidieaanvraag tranche III is gedetailleerd zicht gekomen op de exacte benodigde investeringen inclusief de planning en bijbehorende kasstromen.
– Projectbudget: het projectbudget is verhoogd met € 87 miljoen vanuit de investeringsruimte voor diverse maatregelen zoals verzwaring van tractie- en energievoorziening en perronverlengingen in de verschillende delen van het land. Daarnaast is € 15 miljoen toegevoegd voor verdere voorbereidende stappen voor een systeemkeuze in de tractie-energievoorziening (Kamerstuk 35570-A nr. 45) en € 1,2 miljoen vanuit het programma Verbeteraanpak Trein zijnde de vrijval binnen dit programma. Voor de aanleg van de scope van Overwegen Gilze en Rijen is € 2,5 miljoen overgeboekt naar het programma Overwegen (LVO). Tenslotte is vanuit het projectbudget Spoorcapaciteit 2030 € 1,9 miljoen overgeboekt naar PHS Amsterdam om de corridor Alkmaar-Amsterdam toekomstvast aan te leggen door het aanleggen van aanvullende seinen en € 1,5 miljoen voor het toekomstvast aanleggen van PHS Rotterdam-Rijswijk door een perronverlenging op Rotterdam CS.
8. Kleine stations:
– Projectbudget: de verlaging van het projectbudget wordt verklaard doordat de voor Station Hoogkerk gereserveerde middelen ad € 6,9 miljoen zijn overgemaakt naar de provincie Groningen
10. Aanleg Atb-vV:
De verdere aanleg van ATB-Vv heeft als doel om het aantal STS-passages (stop tonend sein passages) en de veiligheidsrisico’s als gevolg daarvan terug te dringen. De afgelopen periode heeft met de spoorsector overleg plaatsgevonden over de vraag welke seinen nog in aanmerking komen voor uitrusting met ATB-Vv en waar eventuele andere maatregelen effectief zijn. Als gevolg van dit overleg en de doorlooptijd die dit kostte is de realisatie van de verdere ATB-Vv-aanleg achtergebleven bij de eerdere prognoses.
11. Fietsparkeren bij stations:
De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat in de begroting 2021 de toegevoegde tranches vanuit het Klimaatakkoord niet gebaseerd waren op geraamde uitgaven van aan te leggen stallingen. Daarnaast is er bij een groot aantal stallinglocaties nog geen door alle betrokken partijen gedragen plan waardoor vertraging in het besluitvormingsproces ontstaat. Tevens verlopen de afrondende werkzaamheden bij een aantal stallinglocaties minder voorspoedig dan gedacht waardoor geplande uitgaven naar latere jaren verschuiven.
12. Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:
Uitgaven op de post nazorg betreffen o.a. reserveringen voor met name afwikkeling van claims, geschillen, grond juridische zaken en geluidsanering. Deze uitgaven zijn onzeker en derhalve lastig te prognosticeren. De raming voor 2021 bleek te hoog ingeschat.
13. Overwegenaanpak:
Projectbudget: sinds 2018 zijn 67 van de 180 onbeveiligde overwegen (NABO’s) uit het NABO-programma aangepakt. Om de overige 113 NABO’s ook aan te kunnen pakken is besloten om de komende drie jaar ca. € 37,5 miljoen per jaar extra in het NABO-programma te investeren (Kamerstukken 29 893, nr. 249). Daarnaast is voor de aanleg van de scope van Overwegen Gilze en Rijen vanuit het PHS-budget € 4,3 miljoen toegevoegd en vanuit het budget Spoorcapaciteit 2030 € 2,5 miljoen.
14. Ontsnippering: Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. In de begroting 2021 was uitgegaan van de uitvoering van deelproject «Notterveld» door ProRail. Besloten is dat dit project in samenhang met het project N35 Nijverdal-Wierden zal worden uitgevoerd door RWS. Gevolg is een lagere kasrealisatie in 2021.
15. Programma Suïcide:
Een groot deel van de voor 2022 geplande maatregelen bleek al uitvoerbaar in 2021 waardoor de uitgaven in 2021 hoger zijn uitgevallen dan eerder gepland.
16. Amsterdam Cuypershal:
Bij het opstellen van de kasraming voor 2021 werd uitgegaan van een succesvolle aanbesteding. Het verschil tussen het beschikbare budget en de inschrijvingen op de aanbesteding bleek echter dermate groot, dat verstrekken van de opdracht niet mogelijk bleek. Hierdoor worden er geen uitgaven gerealiseerd in 2021. Met ProRail wordt overlegd hoe het project opgesplitst kan worden, opdat urgente werkzaamheden zo snel mogelijk binnen het budget gerealiseerd kunnen worden. De resterende werkzaamheden kunnen waarschijnlijk pas na realisatie van het project PHS Amsterdam CS (na 2030) worden uitgevoerd.
17. Emplacement Den Haag Centraal
Projectbudget: aan het project zijn de werkzaamheden vanuit het programma Kleine Functiewijzigingen op het emplacement Binckhorst toegevoegd. Om die reden is € 3,6 mln. vanuit dit programma aan het projectbudget toegevoegd.
18. Sporen Schiedam -Rotterdam: Dit project is afgerond.
19. Traject Oost:
Dit programma bestaat uit 2 deelprojecten. Bij het deelproject Maarsen is sprake van opgelopen vertraging in de grondverwerving door de Provincie Utrecht waardoor de start van de bouw is verschoven van begin naar eind 2022. De hiermee samenhangende uitgaven verschuiven eveneens. Bij het deelproject Driebergen-Zeist blijkt het mogelijk om op basis van een inventarisatie van de restwerkzaamheden en restrisico’s een deel van het projectbudget in te leveren.
20. Zwolle – Herfte:
– Kas: de eerder afgegeven raming is met name bijgesteld naar aanleiding van de verwerking van de bijgestelde termijnstaten van de Alliantie en het bijstellen van de begrote kosten van de buitendienststelling (buskosten) voor de zogenoemde «blauwe brug».
– Projectbudget: Gedurende de uitvoering bleek dat bij de toenmalige aanbesteding de (financiële) risico’s onvoldoende in beeld waren en er een tekort zou ontstaan. De buitensituatie bleek complexer dan aangenomen en het uitgevraagde ontwerp bleek niet maakbaar waardoor aanpassingen in ontwerp en fasering nodig waren. Tevens was er sprake van hogere verbussingskosten door nieuwe bouwfaseringen. Om de hierdoor ontstane meerkosten te dekken is € 45,6 miljoen toegevoegd aan het projectbudget vanuit de investeringsruimte Spoor (Artikelonderdeel 20.05)
Uitvoeringsprogramma Geluid (UPGE):
De lagere realisatie wordt veroorzaakt doordat de uitvoering van de locaties Venlo en Heerlen on hold staat. Er spelen op deze locaties projecten (bijv. langere goederensporen op Venlo, bij Heerlen de spoorverdubbeling en mogelijk verplaatsing van Arriva-activiteiten) waardoor het op dit moment onduidelijk is hoe de toekomstige representatieve bedrijfssituaties gaan zijn. Als dat helder is kan pas geluidsonderzoek plaatsvinden en een vergunningaanvraag opgesteld worden.
18. Sporendriehoek Noord Nederland:
– Dit programma bestaat meerdere deelprojecten. Bij het deelproject Hoogeveen snelheidsverhoging is de indienststellingsdatum vanwege het niet toekennen van gevraagde TVP's (Trein Vrije Periodes) verschoven van oktober 2021 naar medio 2022. Dit heeft geleid tot een kasschuif van 2020 en 2021 naar latere jaren. Daarnaast was voor 2021 rekening gehouden met onvoorziene uitgaven (risico’s) ten behoeve van het gehele programma, maar het bleek niet nodig deze post in 2021 aan te spreken.
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Realisatieprogramma Goederenvervoer (13.03.02) | Kasbudget 2021 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2021 | 2021 | 2021 | |||||
ProRail Projecten | ||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Kleine projecten goederenvervoer | 0 | 0 | 0 | 11 | 10 | divers | divers | |
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua | 2 | 2 | 0 | 170 | 170 | divers | divers | |
Programma Emplacementen op orde | 4 | 4 | 0 | 61 | 71 | divers | divers | 1 |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Calandbrug | 0 | 1 | 1 | 162 | 163 | 2020/ 2025 | 2020/ 2025 | |
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn | 0 | 0 | 0 | 24 | 23 | divers | divers | |
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding | 0 | 0 | 0 | 227 | 231 | divers | divers | |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) | 6 | 6 | 0 | 137 | 138 | divers | divers | 2 |
Overige projecten | 0 | |||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 0 | 0 | 0 | 9 | 9 | divers | divers | |
Afrondingen | ||||||||
Totaal uitvoeringsprgramma | 12 | 13 | 1 | 800 | 815 | |||
Planuitwerkingskosten realisatieprogramma t.l.v. IF 13.03.05 | ‒ 106 | ‒ 112 | ||||||
Afrekening voorschotten | 1 | 1 | 0 | 17 | 18 | |||
Programma Realisatie | 13 | 14 | 1 | 711 | 721 | |||
Realisatieuitgaven binnen het planuitwerkingsprogramma | ‒ 2 | |||||||
Budget Realisatie (IF 13.03.02) | 13 | 12 | ‒ 1 | 711 | 721 |
Toelichting
Op artikelonderdeel 13.03.02 is er € 1 miljoen minder gerealiseerd. Deze lagere realisatie is het gevolg van onderstaande mutaties bij de projecten.
1. Programma emplacementen op orde:
– Kas: in de begroting 2021 was het deelproject Brandbestrijdingsvoorzieningen op de Havenemplacementen Rotterdam nog niet voorzien. Voor dit deelproject is medio 2021 de realisatiebeschikking afgegeven en is de uitvoering gestart wat heeft geleid tot een hogere realisatie in 2021 dan gepland.
– Projectbudget: binnen het programma PAGE was rekening gehouden met een bijdrage voor de Zuidelijke spoorboog Sittard. Dit project wordt echter niet uitgevoerd en de resterende middelen zijn toegevoegd aan het programma emplacementen op orde. Dit programma heeft dezelfde doelstelling, namelijk het verlagen van het omgevingsrisico op goederenemplacementen.
– Page risicoreductie: Binnen het programma PAGE was rekening gehouden met een bijdrage voor de Zuidelijke spoorboog Sittard. Dit project wordt echter niet uitgevoerd en de resterende middelen zijn toegevoegd aan het programma emplacementen op orde. Dit programma heeft dezelfde doelstelling, namelijk het verlagen van het omgevingsrisico op goederenemplacementen.
2. Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst-Deventer-Twente: Dit programma bestaat uit meerder deelprojecten. De realisatie en oplevering van onderdoorgang Lentsesteeg (onderdeel deelproject Rheden) was geland voor in 2020/ 2021 maar door het niet verkrijgen van een geschikte TVP (Trein Vrije Periode) en vertraging ontstaan bij het proces om te komen tot een onherroepelijk bestemmingsplan, is de realisatie doorgeschoven naar 2023. Ook de overige overwegen in Rheden bleken complexer in de uitvoering dan verwacht waardoor de uitgaven verschuiven naar 2022.
13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor
Planuitwerkingsprogramma Personenvervoer (13.03.04) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | |
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.01 | 288 | 228 | |||
Projecten Nationaal | |||||
Beter Benutten Decentraal Spoor (fase 2) | 14 | 10 | divers | divers | 1 |
Grensoverschrijdend Spoorvervoer | 71 | 119 | divers | divers | 2 |
Kleine projecten Personenvervoer | 10 | 14 | divers | divers | |
Reizigersfonds | 3 | 3 | nvt | nvt | |
Regionale Knelpunten | 32 | 12 | divers | divers | 3 |
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Maaslijn | 44 | 45 | 2024 | 2024 | |
Toekomstvast Spoor Zuid NL | 0 | 101 | divers | divers | |
Projecten Zuidwest-Nederland | 0 | 0 | |||
Projecten Oost-Nederland | |||||
Quick scan decentraal spoor Gelderland | 18 | 18 | divers | divers | |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
Multimodale knoop Schiphol | 258 | 264 | divers | divers | |
Overige projecten en reserveringen | |||||
Studie en innovatiebudget | 32 | 39 | 5 | ||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 770 | 853 | |||
Realisatieuitgaven binnen het planuitwerkingsprogramma | |||||
afrekening voorschotten | 9 | 9 | |||
Begroting (IF 13.03.04) | 779 | 862 |
Toelichting
Op artikelonderdeel 13.03.04 is er € 58 miljoen minder gerealiseerd. Deze lagere realisatie is het gevolg van onderstaande mutaties bij de projecten.
1. Beter Benutten:
De verlaging wordt verklaard door de overboeking vanuit het Infrastructuurfonds ten behoeve van de afrekeningen volgend uit de 1e tranche Beter Benutten. De afrekeningen zijn via de specifieke uitkering MaaS aan de regionale partijen overgemaakt.
2. Grensoverschrijdend Spoorvervoer:
De wijziging van het projectbudget wordt met name verklaard door de toevoeging van € 50 miljoen voor de reistijdversnelling van de IC Amsterdam-Berlijn, € 15 miljoen toevoeging voor een pakket toekomstvaste maatregelen voor de aanleg van een directe verbinding Eindhoven-Düsseldorf en € 10 miljoen voor de verbinding Emmen-Rheine. Daarnaast is € 11 miljoen overgeboekt naar de provincie Limburg ten behoeve van Heerlen-Landgraaf, € 13,7 miljoen naar de provincie Groningen ten behoeve van de 1e bouwstap van de Wunderline en is € 7 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII ter dekking van het exploitatietekort NS in verband met het doortrekken van de nachttrein Wenen/Innsbruck-Düsseldorf naar Amsterdam vv.
3. Regionale knelpunten:
In verband met diverse uitkeringen aan de regio is het projectbudget overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII. Het betreft de projecten Sneek-Leeuwarden in de spits, Uitbreiding perroncapaciteit Heerlen Oost, Transfercapaciteit Nijmegen Heyendaal en Eindhoven XL HOV-3.
4. Studie- en innovatie:
Het budget studie – en innovatie is een stelpost voor studies waarvoor gedurende het jaar opdrachten worden verstrekt. Het is op voorhand niet aan te geven welk bedrag exact benodigd is voor welke studie. Daarnaast bepaalt het moment van facturering het verloop van de studie en het moment waarop de opdrachtnemer de factuur indient. Voor 2021 is de inschatting te positief geweest.
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer
Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | ||
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.02 | 106 | 112 | ||||
Projecten Nationaal | ||||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 22 | 15 | divers | divers | 1 | |
Overige projecten en reserveringen | ||||||
Calandbrug | ||||||
Projecten in voorbereiding | ||||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||||
Gesignaleerde Risico's | ||||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 128 | 127 | ||||
afrekening voorschotten | ||||||
Begroting (IF 13.03.05) | 128 | 127 |
Toelichting
1. Kleine projecten:
De post kleine projecten bestaat uit meerdere deelprojecten. Het verschil in het totale projectbudget wordt met name veroorzaakt door de overboeking van € 12 miljoen naar de beleidsbegroting ten behoeve van de uitkering aan de Regio voor het project Railterminal Valburg.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.
Producten
Geïntegreerde contractvormen Spoorwegen (13.04) | Kasbudget 2021 | Projectbudget | Indienststelling | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | huidig |
Beschikbaarheidsvergoeding1 | 163 | 190 | 27 | 3636 | 3588 | 2006 |
Rente- en belastingaanpassingen2 | 2 | 0 | ‒ 2 | ‒ 91 | ‒ 105 | |
Totaal | 165 | 190 | 25 | 3545 | 3483 | |
Begroting (IF 13.04) | 165 | 190 | 25 | 3545 | 3483 |
Toelichting
1. De toename in de uitgaven voor de beschikbaarheidsvergoeding en overige afrekeningen bedraagt € 42 miljoen en heeft betrekking op indexering (€ 2 miljoen), compensatie voor spoorstaafschade (€ 33 miljoen) en de uitgevoerde maatregelen in het kader van met name de zettingsproblematiek (€ 7 miljoen).
2. De lagere uitgaven als gevolg van het effect van de renteaanpassing voor 2021 bedraagt € 17 miljoen.
13.07 Rente en aflossing
Motivering
Op dit artikelonderdeel waren de eenmalige uitgaven (€ 7,147 miljard) begroot die samenhangen met de afrekeningen van de incidentele Vennootschapsbelasting, dividendbelasting en BTW tussen ProRail en de Belastingdienst als gevolg van de voorgenomen omvorming van ProRail tot zbo per 1 juli 2021. Over de achtergrond hiervan is de Kamer geïnformeerd bij de brieven van 11 december 2020 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13) en 4 februari 2021 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 15).
Producten
Doordat de omvorming is uitgesteld heeft deze afrekening niet in 2021 plaatsgevonden.
13.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde partijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen is in mindering gebracht op de subsidie die aan ProRail wordt betaald voor beheer, onderhoud en vervanging (artikelonderdeel 13.02).
Producten
13.09 ontvangsten | Begroting | Realisatie | Verschil | Toelichting |
---|---|---|---|---|
Concessieprijs HRN, vervoerconcessie artikel 66.1 | 80 | 80 | 0 | |
Beheer reisinformatiesysteem, vervoerconcessie artikel 66.2 | ‒ 8 | ‒ 8 | 0 | |
Exploitatieverlies IC-Brussel 2019-2020, vervoerconcessie artikel 66.3 | ‒ 2 | ‒ 2 | 0 | |
Decentralisatie stoptreindiensten, vervoerconcessie artikel 66.4 | 6 | 6 | 0 | |
Ombouw toegankelijkheid, vervoerconcessie artikel 32 en bestuursovereenkomst | ‒ 2 | ‒ 2 | 0 | |
Ombouw ERTMS, vervoerconcessie artikel 70 en convenant | 0 | ‒ 15 | ‒ 15 | 1 |
HSL-heffing 2020 | 88 | 55 | ‒ 33 | 2 |
Aflossing HSA 2009-2014, termijn 2021 | 33 | 33 | 0 | |
Rentevergoeding HSA 2009-2014, termijn 2021 | 3 | 3 | 0 | |
Prestatieboetes | 0 | 0 | 0 | |
Concessievergoedingen | 198 | 150 | ‒ 48 | |
Terugbetaling voorschotten | 0 | 34 | 34 | 3 |
Bijdragen van derden | 1 | 4 | 3 | |
Totaal | 199 | 188 | ‒ 11 |
Toelichting
1. In 2021 zijn de kosten voor het inbouwen van ERTMS in de treinen (€ 15 miljoen) verrekend met de concessievergoeding.
2. De voorlopige HSL-heffing 2020 is € 33 miljoen lager dan begroot vanwege de niet verschuldigde treinpaden als gevolg van de Corona-maatregelen. De definitieve heffing wordt op een later moment vastgesteld.
3. Met ProRail is in 2021 in totaal € 34 miljoen verrekend in verband met voorschotten op de verleende subsidies. Hiervan heeft € 32 miljoen betrekking op aanlegprojecten en € 2 miljoen op beheer, onderhoud en vervanging. Deze ontvangsten zijn verrekend met de uitgaven op de artikelonderdelen 13.03 en 13.02.