De Waterwet voorziet in een zogenoemde experimenteerbepaling die het mogelijk maakt om uit het Deltafonds uitgaven te doen voor maatregelen en voorzieningen op andere beleidsterreinen zoals natuur, milieu of economische ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat deze maatregelen samenhangen met maatregelen ten behoeve van waterveiligheid of zoetwatervoorziening en dat er sprake is van additionele financiering in de vorm van het toevoegen van extra middelen aan het fonds afkomstig van andere begrotingen van het Rijk of derden.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
Verplichtingen | 6.200 | 1.751.065 | 21.159 | 97.742 | 40.663 | 29.166 | 11.497 | 1 |
Uitgaven | 6.200 | 20.974 | 20.920 | 74.384 | 50.884 | 42.699 | 8.185 | |
4.01 Experimenteerprojecten | 6.200 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
4.01.01 Experimenteerprojecten | 6.200 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
4.02 GIV/PPS | 0 | 20.174 | 20.920 | 74.384 | 50.884 | 42.699 | 8.185 | 2 |
4.02.01 GIV/PPS | 0 | 20.174 | 20.920 | 74.384 | 50.884 | 42.699 | 8.185 | |
4.09 Ontvangsten experimenteerartikel | 3.200 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.09.01 Ontvangsten experimenteerartikel | 3.200 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdeel en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hogere realisatie op de verplichtingen (€ 11 miljoen) heeft betrekking op de wijzigingsovereenkomst 3 m.b.t de zogenaamde Hydraulische randvoorwaarden (HR) voor de Afsluitdijk.
2. De hogere realisatie (€ 8 miljoen) is het gevolg de gewijzigde Hydraulische randvoorwaarden, aanvulling va de risicoreservering en meerkosten projectbeheersing (Kamerstukken, vergaderjaar 2020-2021, 35 570 A, nr. 59).
4.01 Experimenteerprojecten
Motivering
Het experimenteerartikel staat ten dienste van een integrale uitvoering van het Deltaprogramma en biedt de mogelijkheid tot integrale bekostiging.
4.02 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samenwerking (PPS) bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud én financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is DBFM (Design, Build, Finance and Maintain) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar systeem te realiseren.
Producten
In de brief van 14 juni 2011 (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500 A, nr. 83; Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water) is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen.
Het project Afsluitdijk is met een DBFM-contract op de markt gezet en verkeert in de realisatiefase. Openstelling (waterveilig) is voorzien in 2022. Het project betreft de versterking van het dijklichaam volgens het principe van de overslagbestendige dijk, met behoud van de groene (vegetatie) uitstraling, het versterken van de schut- en spuicomplexen en het vergroten van de waterafvoercapaciteit door het aanbrengen van pompen in het spuicomplex Den Oever.
Kasbudget 2021 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting2021 | realisatie | verschil | begroting2021 | huidig | begroting2021 | huidig | |
Afsluitdijk | 43 | 51 | 8 | 1.621 | 1.797 | 2022 | 2025 | 1 |
Programma realisatie | 43 | 51 | 8 | 1.621 | 1.797 | |||
begroting DF 4.02.01 | 43 | 51 |
Toelichting
1. Kasbudget: De hogere realisatie (€ 8 miljoen) is het gevolg de gewijzigde Hydraulische randvoorwaarden, aanvulling va de risicoreservering en meerkosten projectbeheersing (Kamerstukken, vergaderjaar 2020-2021, 35 570 A, nr. 59).
Projectbudget: De toename van het projectbudget (€ 176 miljoen) wordt veroorzaakt door afspraken over meerkosten voor rekening van de opdrachtgever, aanvulling van de risicoreservering en meerkosten voor de projectorganisatie en projectbeheersing (€ 120 miljoen) (Kamerstukken, vergaderjaar 2020-2021, 35 570 A, nr. 59), prijsbijstelling (€ 27,2 miljoen), en de gevolgen COVID-19 (€ 7,2 miljoen).