Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII over 2022 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | ||
Verplichtingen | 1.436.876 | 1.849.882 | 1.940.505 | 2.441.760 | 2.901.449 | 2.250.544 | 650.905 | 1 |
Uitgaven | 2.123.334 | 1.931.571 | 2.048.323 | 2.156.463 | 2.543.680 | 2.190.296 | 353.384 | |
13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing | 1.514.397 | 1.457.826 | 1.506.274 | 1.595.770 | 1.945.955 | 1.599.243 | 346.712 | 2 |
13.03 Ontwikkeling | 457.267 | 319.486 | 377.159 | 370.295 | 401.363 | 424.047 | ‒ 22.684 | |
13.03.01 Aanleg personenvervoer | 382.065 | 280.745 | 335.476 | 331.281 | 262.400 | 311.383 | ‒ 48.983 | 3 |
13.03.02 Aanleg goederenvervoer | 57.867 | 17.486 | 19.181 | 12.499 | 96.396 | 13.557 | 82.839 | 4 |
13.03.03 Optimalisering gebruik | 0 | 0 | 0 | 0 | 163 | 0 | 163 | |
13.03.04 Planning en studies personenvervoer | 16.652 | 20.952 | 21.371 | 24.273 | 39.813 | 85.383 | ‒ 45.570 | 5 |
13.03.05 Planning en studies goederenvervoer | 683 | 303 | 1.131 | 2.242 | 2.591 | 13.724 | ‒ 11.133 | 6 |
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 141.680 | 144.269 | 154.900 | 190.398 | 196.362 | 167.006 | 29.356 | 7 |
13.07 Rente en aflossing | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
13.09 Ontvangsten | 222.780 | 203.626 | 234.471 | 187.656 | 231.933 | 208.458 | 23.475 | 8 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. Op de verplichtingen is € 650,9 miljoen meer gerealiseerd dan begroot. Dat heeft met name te maken met de hoger dan begrote realisatie op 13.02 Exploitatie en Onderhoud en 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS en de hogere subsidies voor 2023 die voor deze artikelen worden verleend maar al in 2022 verplicht zijn;
2. De hogere realisatie van € 346,7 miljoen wordt toegelicht in de specifieke toelichting bij artikel 13.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging;
3. De lagere realisatie van € 49 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma realisatie personenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.01;
4. De hogere realisatie van € 82,8 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma realisatie goederenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.02;
5. De lagere realisatie van € 45,6 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma verkenningen en planuitwerking personenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.04;
6. De lagere realisatie van € 11,1 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma verkenningen en planuitwerking goederenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.05;
7. De hogere realisatie geïntegreerde contractvormen/PPS is € 29,5 miljoen. Voor een toelichting op dit verschil wordt verwezen naar de specifieke toelichting bij dit artikelonderdeel 13.04;
8. De ontvangsten zijn € 23,5 miljoen hoger dan begroot. Het verschil wordt toegelicht in paragraaf 13.09 Ontvangsten.
13.02 Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing
Motivering
Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.
De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet Mobiliteitsfonds en de Subsidieregeling taakuitoefening beheerders van de HSWI. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.
In bijlage 2 ‘Instandhouding’ van dit jaarverslag wordt ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
Producten
Subsidie voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing
In 2022 is € 347 miljoen (inclusief btw) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt veroorzaakt door de prijsbijstelling 2022 (€ 80 miljoen), de onvermijdelijke tegenvallers in 2022 (€ 165 miljoen, Kamerstukken II 2021/22, 35925 A, nr. 14), de onvermijdelijke tegenvallers in 2021 (€ 66 miljoen, Kamerstukken II 2021/22, 29 984, nr. 980), uitgevoerd werk waarvoor het budget op andere artikelen was begroot (€ 4 miljoen) en een kasschuif (versnelling) van per saldo € 32 miljoen. Afrekening van de subsidie 2022 vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar.
In onderstaand overzicht zijn de mutaties tussen begroting en realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over de betalingen door IenW aan ProRail.
Omschrijving | Vastgestelde Begroting 2022 | Prijsbijstelling 2022 | Toevoeging uit IR-middelen (tegenvallers 2022) | Toevoeging uit CA-middelen (tegenvallers 2021) | Overheveling uit aanleg-budget | Desaldering ontvangsten en kasschuiven per saldo | Desaldering i.v.m. voorschot subsidie 2021-2022 | Realisatie 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Subsidie exclusief btw | 1.256 | 63 | 136 | 55 | 3 | 35 | 10 | 1.558 |
Compensatie btw subsidie | 264 | 13 | 29 | 11 | 1 | 7 | 2 | 327 |
Compensatie btw gebruiksvergoeding | 79 | 4 | ‒ 10 | 73 | ||||
Totaal artikel 13.02 | 1.599 | 80 | 165 | 66 | 4 | 32 | 12 | 1.958 |
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
In het onderzoek uit 2020 naar de instandhoudingskosten van ProRail door PwC/Rebel (Kamerstukken II 2019/20, 35570 A, nr. 46). blijkt dat er sprake is van enig uitgesteld onderhoud. De risico’s van het uitgesteld onderhoud lijken beperkt, omdat een groot deel van dit uitgesteld onderhoud weloverwogen en bewust ontstaat omdat dit past binnen de asset management strategie van ProRail. In incidentele gevallen is sprake van achterstallig onderhoud. Dit speelt in de Rotterdamse haven. Voor het oplossen hiervan is een verbeterprogramma ingericht (zie o.a. Kamerstukken II 2021/22, 29984, nr. 954). Het wegwerken daarvan zal nog enkele jaren in beslag nemen. Zoals in de Kamerbrief over de halfjaarrapportage van ProRail is gemeld wordt daarop goede voortgang geboekt (Kamerstukken II 2022/23, 29984, nr. 1055).
Waar ProRail vorig jaar nog concludeerde dat de staat van de Nederlandse spoorinfrastructuur gemiddeld gezien goed was, concludeert ProRail nu dat deze in 2021 ruim voldoende was (Kamerstukken II, 36200 A, nr. 56). Er zijn in 2021 ten opzichte van 2020 weinig veranderingen opgetreden in levensduur en het aantal techniek gerelateerde storingen is gedaald. De reden waarom ProRail de staat van de infrastructuur over 2021 anders beoordeelt dan over 2020 is dat het aantal veiligheidsincidenten is gestegen. Tegelijkertijd ziet ProRail dat er meer aandacht nodig is voor het op norm houden of verbeteren van de staat van de spoorinfrastructuur. Dat blijkt uit een stijging van het aantal overschrijdingen op de meest kritische normwaarde voor het doen van onderhoud aan het spoor.
In 2021 is de Kamer geïnformeerd over een tweetal veiligheidsincidenten; loszittende spoorstaafverbindingen en de ontsporing van een trein nabij station Groningen. In het rapport ‘Staat van de Infrastructuur’ is dit terug te zien in de toename aan Onmiddellijke ActieWaarde (OAW) overschrijdingen. De OAW is de meest kritische normwaarde die ProRail kent. Indien deze overschreden wordt, dienen er direct beheersmaatregelen genomen te worden. Naar aanleiding hiervan heeft ProRail de aandacht voor een aantoonbaar veilige berijdbaarheid geïntensiveerd. In het rapport is er dan ook specifieke aandacht voor het programma Aantoonbare Veilige Berijdbaarheid.
13.03 Ontwikkeling Spoor
Motivering
IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfra structuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:
– door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
– uitvoering van deze projecten Producten.
Producten
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Realisatieprogramma Personenvervoer (13.03.01) | Kasbudget 2022 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2022 | 2022 | 2022 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Be- en bijsturing toekomst | 1 | 0 | ‒ 1 | 16 | 16 | 2021 | 2021 | |
Geluidsanering Spoorwegen | 33 | 8 | ‒ 25 | 711 | 582 | divers | divers | 1 |
Innovatieprogramma Spoortrillingen | 4 | 1 | ‒ 3 | 20 | 21 | divers | divers | |
Maatregelenpakket HSL-Zuid | 28 | 36 | 8 | 131 | 168 | divers | divers | 2 |
Programma Behandelen en Opstellen | 24 | 4 | ‒ 20 | 152 | 163 | divers | divers | 3 |
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) | 1 | 0 | ‒ 1 | 27 | 28 | 2011/ 2018- 2024 | 2011/ 2018- 2024 | |
Verbeteraanpak stations | 1 | 0 | ‒ 1 | 11 | 12 | 2020 | 2020 | |
Verbeteraanpak trein | 1 | 0 | ‒ 1 | 42 | 40 | 2018/2019 | 2018/2019 | |
Spoorcapaciteit 2030 | 30 | 21 | ‒ 9 | 240 | 250 | divers | divers | 4 |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Kleine stations | 0 | 0 | 0 | 11 | 12 | divers | divers | |
Toegankelijkheid stations | 39 | 24 | ‒ 15 | 505 | 514 | divers | divers | 5 |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||
Aanleg ATBvv | 6 | 0 | ‒ 6 | 72 | 75 | divers | divers | 6 |
Booggeluid | 0 | 0 | 0 | 4 | 2 | divers | divers | 7 |
Fietsparkeren bij stations | 31 | 17 | ‒ 14 | 424 | 478 | divers | divers | 8 |
Kleine projecten personenvervoer | 32 | 7 | ‒ 25 | 169 | 137 | divers | divers | 9 |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 7 | 5 | ‒ 2 | 21 | 28 | divers | divers | 10 |
Overwegenaanpak | 92 | 57 | ‒ 35 | 889 | 908 | divers | divers | 11 |
Ontsnippering | 4 | 1 | ‒ 3 | 81 | 69 | divers | divers | 12 |
Programma aanpak suïcidepreventie | 3 | 0 | ‒ 3 | 11 | 21 | 2021 | 2021 | 13 |
Programma kleine functiewijzigingen | 16 | 13 | ‒ 3 | 382 | 389 | divers | divers | |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Amsterdam CS, Cuypershal | 4 | 0 | ‒ 4 | 27 | 27 | 2022 | 2022 | 14 |
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 0 | 0 | 0 | 408 | 408 | 2016 | 2016 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Den Haag emplacement | 6 | 1 | ‒ 5 | 71 | 74 | 2023‒ 2025 | 2023‒ 2025 | 15 |
Rijswijk - Schiedam incl. spoorcorridor Delft | 0 | 0 | 0 | 612 | 609 | 2023‒ 2025 | 2023‒ 2025 | |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Maaslijn | 10 | 10 | 0 | 45 | 156 | 16 | ||
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Traject Oost | 5 | 1 | ‒ 4 | 238 | 220 | divers | divers | 17 |
Projecten Noord Nederland | ||||||||
Zwolle - Herfte | 18 | 19 | 1 | 264 | 266 | 2017/ 2021 | 2017/ 2021 | |
Sporendriehoek Noord-Nederland | 24 | 22 | ‒ 2 | 141 | 144 | divers | divers | |
Afrondingen | ‒ 1 | 2 | ||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 419 | 249 | ‒ 173 | 5.725 | 5.817 | |||
Planuitwerkingsuitgaven op 13.03.04 mbt realisatieprojecten | ‒ 73 | ‒ 22 | 51 | ‒ 278 | ‒ 206 | 17 | ||
Afrekening voorschotten | 0 | 30 | 30 | 175 | 205 | 18 | ||
Programma Realisatie | 346 | 257 | ‒ 89 | 5.622 | 5.816 | |||
Realisatieuitgaven op 13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | 1 | 5 | 4 | 4 | 36 | 19 | ||
Budget Realisatie (MF 13.03.01) | 311 | 262 | ‒ 49 | 5.626 | 5.852 | |||
Overprogrammering (-) | ‒ 36 | 0 | 36 | 20 |
Toelichting
Op artikelonderdeel 13.03.01 is er € 49 miljoen minder gerealiseerd. Deze lagere realisatie is het gevolg van onderstaande mutaties bij de projecten:
1. Geluidsanering Spoorwegen (- € 25 miljoen): De in de begroting 2022 opgenomen kasreeks voor de realisatieprojecten was een indicatieve reeks, gebaseerd op inzichten van begin 2018. Op basis van nieuwe inzichten is deze reeks eind 2021 geactualiseerd. De kasreeks voor de planuitwerking is op basis van bijgestelde planningen van de opdrachtnemers eveneens geactualiseerd.
Projectbudget: Binnen de MJPG-middelen heeft een herverdeling van middelen plaatsgevonden tussen artikel 12 en 13 van het Mobiliteitsfonds gelet op de gevorderde realisatie van saneringsmaatregelen en meest actuele ramingen;
2. Maatregelenpakket HSL-Zuid (€ 9 miljoen): de realisatie in 2022 is € 8,6 miljoen hoger dan begroot vanwege een kasschuif i.v.m. versnelling van de uitgaven voor de geluidschermen.
Het projectbudget is met € 36,4 miljoen toegenomen door:
– Extra toegevoegd budget uit de investeringsruimte van € 37,5 miljoen voor de dekking van de uitgaven van de geluidschermen;
– Prijsbijstelling 2022 van € 1,4 miljoen;
– Overboeking budget naar onderhoud ‒ € 2,5 miljoen;
6. Programma behandelen en opstellen (- € 20 miljoen): de lagere realisatie wordt veroorzaakt door het annuleren of opschorten van een aantal projecten vanwege het taakstellend budget van het programma, wat anders overschreden dreigde te worden.
Projectbudget: De wisselsaneringen van € 2,7 miljoen die waren voorzien vanuit het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, worden gecombineerd met het Behandelen en Opstellen-project Watergraafsmeer. Door werk met werk te maken wordt het gecombineerde project hierdoor bijna € 2 miljoen goedkoper dan wanneer beide projecten afzonderlijk zouden worden uitgevoerd. Tevens is het projectbudget geïndexeerd naar prijspeil 2022 (€ 8,3 miljoen);
7. Spoorcapaciteit 2030 (- € 9 miljoen): Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie wordt onder andere verklaard door een tekort aan personele capaciteit binnen ProRail en bij externe partijen zoals gemeentes. Dit heeft voor vertraging gezorgd bij de vergunningverlening waardoor planningen van diverse deelprojecten naar achteren verschuiven. Tevens zijn er problemen met de levering van materialen en capaciteit op het landelijke en regionale elektriciteitsnet. Tenslotte kostte besluitvorming over de totale projectenportefeuille en financiering daarvan meer tijd dan eerder voorzien, waardoor enkele deelprojecten later startten dan gepland.
Projectbudget: de toename in projectbudget is voornamelijk toe te schrijven aan de toevoeging prijsbijstelling (€ 9 miljoen);
8. Toegankelijkheid stations (- € 15 miljoen): De lagere realisatie wordt veroorzaakt doordat de planning van een aantal deelprogramma’s (o.a. Bereikbaarheid perrons) is herijkt en de kasreeks daarop is aangepast. Daarnaast zijn als gevolg van het combineren van werkzaamheden de hiervoor geplande uitgaven uiteindelijk lager uitgevallen dan gepland. De hierdoor ontstane vrijval is toegevoegd aan de post onvoorzien;
9. Aanleg ATBvv (- € 6 miljoen): Omdat ProRail meer tijd nodig heeft ten behoeve van de voorbereiding en aanleg van ATB-Vv-installaties heeft er geen realisatie plaatsgevonden;
10. Booggeluid: projectbudget: Ter dekking van de kosten voor onderhoud van in beheer genomen deelproject Deventer is € 2 miljoen overgeboekt naar het programma Exploitatie, onderhoud en vernieuwing;
11. Fietsparkeren stations (- € 14 miljoen): bij een groot aantal stallinglocaties is nog geen door alle betrokken partijen gedragen plan. Het plan- en besluitvormingsproces rond deze vaak complexe projecten verloopt langzamer dan verwacht. Daarnaast is bij de diverse studie- en realisatieprojecten vertraging opgetreden als gevolg van capaciteitsgebrek bij de diverse gemeentes en/of ProRail waardoor onder andere de grondverwerving, het verkrijgen van opstalrecht of de verlening van benodigde vergunningen, meer tijd kost dan gepland. Ook verlopen bij een aantal stallinglocaties de afrondende werkzaamheden minder voorspoedig dan gedacht, met als gevolg latere opleveringen en een gewijzigde uitgavenprognose.
Projectbudget: De huidige capaciteit aan fietsparkeerplaatsen bij OV-knooppunten is onvoldoende om te voorzien in de groeiende behoefte. Het huidige kabinet heeft in het coalitieakkoord daarom € 50 miljoen gereserveerd voor de beschikbaarheden ontsluiting van fietsenstallingen bij OV knopen. Deze € 50 miljoen is toegevoegd aan het programma Fietsparkeren. Daarnaast is ter dekking van de kosten voor onderhoud van in beheer genomen aanlegprojecten € 6,4 miljoen overgeboekt naar het programma Exploitatie, onderhoud en vernieuwing, artikel 13.02;
12. Kleine projecten personenvervoer (- € 25 miljoen): om tegemoet te komen aan de wens om op het traject Roosendaal-Belgische grens de treinfrequenties te verhogen zou het noodzakelijk geweest zijn om de uitrusting van beveiligingssystemen in het materieel en/of de spoorweginfrastructuur te verbeteren. Het eerder naar voren gekomen voorstel om in de spoorweginfrastructuur het Belgische beveiligingssysteem TBL1+ aan te leggen bleek bij nader inzien geen doelmatige oplossing gebleken en is daarom niet gerealiseerd. De hiervoor geserveerde middelen van € 2,4 miljoen zijn derhalve teruggeboekt naar de dekkingsbron op het programma EOV (programma reistijdwinst NS) en niet gerealiseerd op MF 13.03. Zoals bij het projectbudget toegelicht is er € 22,8 miljoen overgeboekt in 2022 naar Hoofdstuk XII.
Projectbudget: de lagere realisatie wordt met name verklaard doordat in 2022 € 22,8 miljoen via een Specifieke uitkering (SPUK) naar verschillende Provincies is overgemaakt. Deze uitgaven worden verantwoord op hoofdstuk XII;
13. Nazorg gereedgekomen lijnen en halten (- € 2 miljoen): de uitgaven op de post Nazorg zijn in hun aard onzeker en hierdoor lastig te prognosticeren in een specifiek kasjaar. Het betreft een reservering voor met name afwikkeling van claims, geschillen, grond juridische zaken en geluidsanering.
Projectbudget: De resterende nazorgwerkzaamheden van projecten waarvan de subsidie op 1 januari 2022 is vastgesteld zijn aan het projectbudget toegevoegd;
14. Overwegenaanpak (- € 35 miljoen): In de uitgavenreeks was onvoldoende rekening gehouden met het feit dat een aantal LVO-projecten door gemeentes zou worden uitgevoerd in plaats van door ProRail. In februari 2022 is de ‘Tijdelijke regeling specifieke uitkering Landelijk Verbeterprogramma Overwegen 2022–2028’ gepubliceerd, waarmee het mogelijk is om voor de periode 2022-2028 de bijdragen vanuit het ministerie voor projecten te beschikken. In de loop van 2022 is gebleken dat alleen het LVO-project in Apeldoorn zich nu in de fase bevindt waarop een bijdrage kan worden verstrekt. De andere LVO-projecten bevinden zich nog in een fase waarbij nog niet aan alle voorwaarden van de SPUK-regeling is voldaan. Hierdoor verschuift een groot deel van de voor 2022 geplande kasuitgaven naar 2023 en latere jaren.
Projectbudget: Het projectbudget is geïndexeerd naar prijspeil 2022;
15. Ontsnippering (- € 3 miljoen): De lagere realisatie wordt verklaard doordat de uitgaven met betrekking tot het deelproject Notterveld uitgevoerd worden door RWS.
Projectbudget: De middelen van het deelproject Notterveld van € 6,7 miljoen zijn overgeboekt naar MF 12.03.01 en worden daar verantwoord. Het programma ontsnippering is hiermee gereed en de subsidievaststelling heeft plaatsgevonden. De resterende uitgaven (€ 5 miljoen) worden verantwoord via de post Nazorg gereedgekomen lijnen en halten;
16. Programma aanpak suïcide (- € 3 miljoen): ten tijde van het opstellen van de begroting 2022 was voorzien dat in 2021 een beperkt deel aan maatregelen zou worden gerealiseerd. Later bleek dat er dat jaar alsnog voor een fors deel aan maatregelen zou worden gerealiseerd. Dit heeft geleid tot lagere uitgaven in 2022.
Projectbudget: De oorspronkelijke scope is afgerond. Het resterende budget behorende bij die scope wordt ingezet voor het vervolg van het programma (afschermingsmaatregelen). Daarnaast is € 10 miljoen toegevoegd vanuit de generieke investeringsruimte waardoor het programma verlengd kan worden tot en met 2026. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie uit de Beleidsagenda Spoorveiligheid om het aantal suïcides op het spoor te verminderen en wordt aangesloten bij de ambities vanuit de landelijke agenda suïcidepreventie;
17. Amsterdam CS Cuypershal (- € 4 miljoen): De aanbesteding voor het Cuypersgebouw en de Oostvleugel is in 2021 mislukt. Dit heeft geleid tot een bijstelling van de planning; de beoogde indienststelling van het project is verschoven van 2023 naar de 2e helft van 2024. De kasreeks is aangepast. Binnen het huidige budget worden met prioriteit voorzieningen voor reizigers gerealiseerd en uitgebreid en wordt de gevel van de Cuypershal en Oostvleugel gerestaureerd. Na uitvoering van PHS zullen afspraken worden gemaakt over de resterende scope (met name restauratie van het interieur van de Cuypershal);
18. Den Haag emplacement (- € 5 miljoen): De lagere realisatie is veroorzaakt door een mislukte aanbesteding;
19. Traject Oost (- € 4 miljoen): de lagere kasrealisatie wordt verklaard doordat bij het deelproject Maarsbergen vertraging is ontstaan bij de grondverwerving. Hierdoor is de start van bouw vertraagd en zijn de hiermee samenhangende uitgaven verschoven naar latere jaren.
Projectbudget: Het deelproject Driebergen-Zeist is in dienst gesteld. Op basis van de door ProRail uitgevoerde inventarisatie van de nog uit te voeren activiteiten, de nog te verwachten kosten en het risico-dossier bleek het verantwoord om € 16,8 miljoen van het projectbudget onvoorzien vrij te laten vallen. Dit bedrag is toegevoegd aan de generieke investeringsruimte (artikel 11.04). Daarnaast is € 2,6 miljoen overgeboekt naar de MIRT-post Nazorg (artikel MF 13.03);
20. Planuitwerkingsuitgaven op 13.03.04 mbt realisatieprojecten (€ 45 miljoen): Dit betreft met name de planuitwerkingsuitgaven op Programma Overwegenaanpak (zie toelichting 11) en Maatregelenpakket HSL -zuid ad ‒ €15 miljoen, waarvan de faseovergang naar realisatei sneller is dan gepland;
21. Afrekening voorschotten (€ 30 miljoen): Dit betreft de terugbetaling van de te hoge bevoorschotting aan ProRail van het 2e haljaar 2021. In lijn met Comptabiliteitswet 2001 wordt dit in 2022 als ontvangst verantwoord. Om het uitgavenbudget in stand te houden worden tegelijktertijd de uitgaven opgehoogd;
22. Realisatieuitgaven op 13.03.01 met betrekking tot planuitwerkingsprojecten (€ 10 miljoen): Dit betreft projectendie eerder in de realisatiefasen zijn gekomen dan voorzien. Het betreft de projecten Maaslijn ad € 3 miljoe, Multimodlae Knoop Schiphol € 3 miljoen en Grensoverschrijdend Spoorvervoer € 1 miljoen;
23. Overprogrammering (€ 36 miljoen): in de ontwerpbegroting 2022 is er een overprogrammering gehanteerd van € 36 miljoen. Na slotwet resteert er geen overprogrammering meer op 13.03.01;
Diverse kleine mutaties (- € 9 miljoen).
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Realisatieprogramma Goederenvervoer (13.03.02) | Kasbudget 2022 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2022 | 2022 | 2022 | |||||
ProRail Projecten | ||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Kleine projecten goederenvervoer | 0 | 0 | 0 | 10 | 10 | divers | divers | |
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua | 1 | 0 | ‒ 1 | 170 | 170 | divers | divers | |
Programma Emplacementen op orde | 5 | 88 | 83 | 71 | 198 | divers | divers | 1 |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Calandbrug | 3 | 0 | ‒ 3 | 163 | 182 | 2020/ 2025 | 2020/ 2025 | 2 |
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn | 1 | 0 | ‒ 1 | 23 | 22 | divers | divers | |
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding | 8 | 0 | ‒ 8 | 231 | 239 | divers | divers | 3 |
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) | 4 | 5 | 1 | 138 | 143 | divers | divers | |
Overige projecten | 0 | |||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 2 | 0 | ‒ 2 | 7 | 7 | divers | divers | |
Afrondingen | ‒ 2 | 2 | ||||||
Totaal uitvoeringsprgramma | 22 | 95 | 73 | 813 | 971 | |||
Planuitwerkingskosten realisatieprogramma t.l.v. MF 13.03.05 | ‒ 8 | ‒ 112 | ||||||
Afrekening voorschotten | 0 | 2 | 2 | 18 | 20 | |||
Programma Realisatie | 14 | 97 | 83 | 719 | 991 | |||
Realisatieuitgaven binnen het planuitwerkingsprogramma | ||||||||
Budget Realisatie (MF 13.03.02) | 14 | 97 | 83 | 719 | 991 |
Toelichting
Op artikelonderdeel 13.03.02 is er € 83 miljoen meer gerealiseerd. Deze hogere realisatie is het gevolg van onderstaande mutaties bij de projecten.
1. Programma emplacementen op orde (€ 83 miljoen): Om aan de eisen van de omgevingsvergunningen te voldoen zijn aanpassingen aan de brandblusvoorzieningen in het havengebied van Rotterdam noodzakelijk. Het projectbudget is hiervoor ten opzichte van de begroting 2022 met € 123 miljoen verhoogd vanuit de generieke investeringsruimte (Artikel MF 11.04). Een groot deel is hiervan reeds in 2022 gerealiseerd.
2. Calandbrug: Vanwege personele capaciteit heeft de planuitwerkingsfase vertraging opgelopen en zijn de uitgaven verschoven in de tijd. Inmiddels zijn de capaciteitsproblemen opgelost.
3. Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding (- € 8 miljoen): De lagere realisatie wordt met name verklaard door de verschuiving van een op te leveren mijlpaal bij het deelproject Emplacement Waalhaven Zuid van eind 2022 naar begin 2023. Hierdoor verschuiven ook de hieraan gekoppelde betalingen.
4. Projectbudget: prijsindexatie 2022
Diverse kleine mutaties (€ 11 miljoen).
13.03.03 Optimalisering gebruik spoor
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de weg bevorderen. Dit zijn maatregelen die door ProRail worden uitgevoerd. Voorbeelden hierbij zijn betere aansluiting tussen fiets en openbaar vervoer (fietsstallingen).
Producten
Optimalisering gebruik spoor (13.03.03) | Projectbudget | |
---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig |
Modal shift OVS | 0 | 8 |
Totaal optimalisering gebruik | 0 | 8 |
Begroting (MF 13.03.03) | 0 | 8 |
Toelichting
1. Gedurende 2022 is het project Modal Shift OVS ontstaan. Er is € 8 miljoen toegevoegd aan het projectbudget.
13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor
Planuitwerkingsprogramma Personenvervoer (13.03.04) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | |
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma mF 13.03.01 | 278 | 206 | |||
Projecten Nationaal | |||||
Beter Benutten Decentraal Spoor (fase 2) | 10 | 10 | divers | divers | |
Grensoverschrijdend Spoorvervoer | 130 | 115 | divers | divers | 1 |
Kleine projecten Personenvervoer | 13 | 42 | divers | divers | 2 |
Reizigersfonds | 3 | 3 | nvt | nvt | |
Regionale Knelpunten | 32 | 15 | divers | divers | 3 |
Wind in de Zeilen | 1 | ||||
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Toekomstvast Spoor Zuid NL | 101 | 107 | divers | divers | |
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||
Knooppunt Den Bosch | 1 | ||||
Projecten Oost-Nederland | |||||
Quick scan decentraal spoor Gelderland | 18 | 12 | divers | divers | 5 |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
Multimodale knoop Schiphol | 264 | 276 | divers | divers | 6 |
Amsterdam Zuid 3e perron | 25 | ||||
Lelylijn Deltaplan | 1 | ||||
Overige projecten en reserveringen | |||||
Studie en innovatiebudget | 38 | 53 | 7 | ||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 887 | 867 | |||
Realisatieuitgaven binnen het planuitwerkingsprogramma | ‒ 4 | ‒ 36 | |||
afrekening voorschotten | 9 | 11 | |||
Begroting (MF 13.03.04) | 892 | 842 |
Toelichting
Op artikelonderdeel 13.03.04 is er € 46 miljoen minder gerealiseerd. Deze lagere realisatie is het gevolg van onderstaande mutaties bij de projecten.
1. Grensoverschrijdend spoorvervoer (- € 14 miljoen): Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Voor het deelproject Berlijntrein was een indicatieve kasreeks opgenomen. Medio 2022 is de subsidiebeschikking voor zowel de planuitwerking als de realisatie verleend. De eerder voor dit deelproject geplande uitgavenplanning bleek te optimistisch ingeschat en is aangepast.
Projectbudget: Naast de toegevoegde indexatie is conform de BO-MIRT afspraken € 17,5 mln. overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII en vandaaruit overgemaakt naar de provincie Limburg ten behoeve van Heerlen-Landgraaf. Daarnaast is € 4,4 mln. overgeboekt naar het programma Exploitatie, onderhoud en vernieuwing (EOV) (Artikel MF 13.02) ter dekking van de kosten voor onderhoud van in beheer genomen aanlegprojecten. Vanuit de generieke investeringsruimte is € 1,4 mln. toegevoegd ter dekking van de kostenstijging bij het deelproject Opheffen ATBNG & NABO’s Landgraaf-Grens. Tevens is het projectbudget geïndexeerd naar prijspeil 2022.
2. Kleine projecten personenvervoer (- € 2 miljoen): De gereserveerde uitgaven voor het project Bijdrage exploitatietekort IC Dordrecht-Eindhoven zijn ten behoeve van de betaling aan NS overgeboekt naar HXII. Deze uitgaven worden derhalve niet op het Mobiliteitsfonds verantwoord.
3. Regionale knelpunten (- € 10 miljoen): de lagere realisatie is het gevolg van een achterblijvende realisatie op dit project. Daarnaast is er in het jaar 2022 € 1,8 miljoen overgeboekt naar MF 13.03.01 ten behoeve van het project Heino Raalte. Daarnaast hebben er diverse uitkeringen aan de Regio plaatsgevonden via een SPUK.
Projectbudget: Er is € 1,8 miljoen overgeboekt naar MF 13.03.01 ten behoeve van het project Heino Raalte. Daarnaast hebben er diverse uitkeringen aan de Regio plaatsgevonden via een SPUK (Heerlen Oost € 2,7 miljoen, Nijmegen Heyendaal € 6,5 miljoen en Eindhoven XL HOV 3 € 13 mijoen) en is € 0,3 miljoen overgeboekt naar het programma EOV zijnde de EOV kosten Nijmegen Heyendaal. Het budget is opgehoogd met € 5,5 miljoen vanuit het resterende budget Regionale lijnen (13.03.04) ten behoeve van de hogere kosten Zwolle Enschede en tot slot is de prijsbijstelling 2022 toegevoegd van € 0,7 miljoen;
4. Maaslijn (- € 5 miljoen): het project is in realisatie gegaan. De middelen zijn van 13.03.04 overgeboekt naar 13.03.01.
Projectbudget: Medio 2020 hebben het Rijk en de provincie Limburg bestuurlijke afspraken gemaakt over een financieel arrangement en aansturing van het project Maaslijn. Dit is gemeld in een brief aan de Kamer (TK 35 570 A, nr. 89). Deze afspraken zijn juridisch verankerd in een addendum bij de Bestuursovereenkomst Maaslijn (Staatscourant 27 december 2021, nr. 48349). Hierin is vastgelegd is dat het Rijk een aanvullende bijdrage doet aan het taakstellend budget Maaslijn. De totaal gereserveerde bijdrage van het Rijk komt daarmee op € 148 miljoen. In december 2021 is de Voorkeursbeslissing genomen, waarmee de Realisatiefase is gestart. Dit is gemeld in een brief aan de Kamer (TK 35 925 A, nr. 18). Er zijn grote gevolgen naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne voor de levering van materialen voor spoorprojecten en daarmee ook de Maaslijn. Duidelijk is dat de eerder beoogde planning van 2024 niet langer haalbaar is. De precieze effecten zijn nog ongewis. Over deze ontwikkelingen is op 20 april 2022 een brief aan de Kamer gezonden (TK 35 925 A, nr. 69). Tevens is het projectbudget geïndexeerd naar prijspeil 2022. (€ 8 miljoen).
5. Quick scan decentraal spoor Gelderland (- € 0,1 miljoen):
Projectbudget: Er is € 6,2 miljoen overgeboekt naar het programma Regionale knelpunten ter dekking van de geactualiseerde kostenraming van het project verbetermaatregelen Zwolle-Enschede.
6. Multimodale knoop Schiphol (- 8 miljoen): voor het deelproject plazastijgpunten is er in 2022 € 8 miljoen overgeboekt naar 13.03.01.
Projectbudget: Het projectbudget is geïndexeerd naar prijspeil 2022 (€ 12 miljoen).
7. Studie- en innovatiebudget (€ 2 miljoen):
Projectbudget: Het projectbudget is verhoogd met € 4 miljoen naar aanleiding van de extrapolatie en daarnaast is € 1,6 mln. toegevoegd vanuit het verkenningenbudget OV en Wonen ten behoeve van de verkenning die uitgevoerd wordt binnen deze post. Er is vanuit het pakket Zeeland € 2,3 miljoen overgeboekt naar het studiebudget. Daarnaast is € 4,7 miljoen toegevoegd vanuit de reservering stikstof. Bovendien is € 1,4 miljoen prijsbijstelling toegevoegd.
Geluid HSL-Zuid (- € 8 miljoen): Er is € 8,4 miljoen planstudiebudget overgeboekt naar 13.03.01.
Diverse kleine mutaties (€ 3 miljoen).
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.
Producten
Geïntegreerde contractvormen Spoorwegen (13.04) | Kasbudget 2022 | Projectbudget | Indienststelling | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | huidig | vorig | eind contract | |
Beschikbaarheidsvergoeding | 165 | 209 | 44 | 3689 | 3779 | 2006 | 2006 | 2031 | 1 |
Rente- en belastingaanpassingen | 2 | ‒ 13 | ‒ 15 | ‒ 105 | ‒ 138 | 2 | |||
Totaal | 167 | 196 | 29 | 3584 | 3641 | ||||
Begroting (MF 13.04) | 167 | 196 | 29 | 3584 | 3641 |
Toelichting
1. De toename in de uitgaven voor de beschikbaarheidsvergoeding en overige afrekeningen bedraagt € 44 miljoen en heeft betrekking op indexering (€ 4 miljoen), compensatie voor spoorstaafschade (€ 6 miljoen), de afwikkeling van GSM-R (€ 3 miljoen) en de uitgevoerde maatregelen in het kader van met name de zettingsproblematiek (€ 11 miljoen), het aanpassen van randelementen en drainage voorzieningen (€ 9 miljoen) en GSM-P aanpassingen (€ 3 miljoen);
2. De lagere uitgaven als gevolg van het effect van de renteaanpassing voor 2022 bedraagt € 15 miljoen.
Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05)
Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | ||
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma MF 13.03.02 | 112 | 0 | ||||
Projecten Nationaal | ||||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 12 | 2 | divers | divers | 1 | |
Overige projecten en reserveringen | ||||||
Calandbrug | 163 | 182 | 2 | |||
Projecten in voorbereiding | ||||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||||
Gesignaleerde Risico's | ||||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 287 | 184 | ||||
afrekening voorschotten | 1 | |||||
Begroting (MF 13.03.05) | 287 | 184 |
Toelichting
Op artikelonderdeel 13.03.05 is er € 11 miljoen minder gerealiseerd. Deze lagere realisatie is het gevolg van onderstaande mutaties bij de projecten.
1. Kleine projecten Goederenvervoer (- € 1 miljoen):
Projectbudget: In verband met de faseovergang van planuitwerking naar realisatie is het projectbudget Capaciteitsvergroting Moerdijk overgeboekt naar de post Kleine projecten Goederenvervoer (realisatie) op 13.03.02.
2. Calandbrug (- € 3 miljoen): Vanwege personele capaciteit heeft de planuitwerkingsfase vertraging opgelopen en zijn de uitgaven verschoven in de tijd. Inmiddels zijn de capaciteitsproblemen opgelost.
Projectbudget: In de overeenkomst Theemswegtracé van 2016 tussen HBR en IenW is opgenomen dat IenW, naast de reeds beschikbaar gestelde € 112 miljoen, maximaal € 16,7 miljoen aanvullend bijdraagt indien de totale projectkosten meer dan € 262 miljoen zouden bedragen. Aangezien dit feit zich heeft voorgedaan is € 16,7 miljoen toegevoegd aan het projectbudget vanuit de generieke investeringsruimte (Artikel MF 11.04).
Spooraansluiting Tweede Maasvlakte (- 7 miljoen): Dit project is in realisatie. Op de planuitwerkingskosten is € 7 miljoen minder gerealiseerd. Dit is toegelicht bij toelichting 3 onder tabel 13.03.02.
13.07 Rente en aflossing
Motivering
Op dit artikelonderdeel waren de eenmalige uitgaven (€ 7,336 miljard) begroot die samenhangen met de afrekeningen van de incidentele Vennootschapsbelasting, dividendbelasting en BTW tussen ProRail en de Belastingdienst als gevolg van de voorgenomen omvorming van ProRail tot zbo per 1 januari 2022. Over de achtergrond hiervan is de Kamer geïnformeerd bij de brieven van 11 december 2020 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13) en 4 februari 2021 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 15).
Producten
Doordat de omvorming is uitgesteld heeft deze afrekening niet in 2022 plaatsgevonden.
13.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde partijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen is in mindering gebracht op de subsidie die aan ProRail wordt betaald voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing (artikelonderdeel 13.02).
Producten
13.09 ontvangsten | Begroting | Realisatie | Verschil | Toelichting |
---|---|---|---|---|
Concessieprijs HRN, vervoerconcessie artikel 66.1 | 80 | 80 | 0 | |
Beheer reisinformatiesysteem, vervoerconcessie artikel 66.2 | ‒ 8 | ‒ 8 | 0 | |
Exploitatieverlies IC-Brussel 2019-2020, vervoerconcessie artikel 66.3 | ‒ 2 | ‒ 2 | 0 | |
Decentralisatie stoptreindiensten, vervoerconcessie artikel 66.4 | 6 | 6 | 0 | |
Ombouw toegankelijkheid, vervoerconcessie artikel 32 en bestuursovereenkomst | ‒ 2 | 0 | 2 | 1 |
Ombouw ERTMS, vervoerconcessie artikel 70 en convenant | 0 | ‒ 15 | ‒ 15 | 2 |
HSL-heffing 2020 | 99 | 67 | ‒ 32 | 3 |
Aflossing HSA 2009-2014, termijn 2021 | 33 | 33 | 0 | |
Rentevergoeding HSA 2009-2014, termijn 2021 | 2 | 2 | 0 | |
Prestatieboetes | 0 | 0 | 0 | |
Concessievergoedingen | 208 | 163 | ‒ 45 | |
Terugbetaling voorschotten | 0 | 39 | 39 | 4 |
Bijdragen van derden | 0 | 30 | 30 | 5 |
Totaal | 208 | 232 | 24 |
Toelichting
1. In 2022 heeft geen verrekening van kosten voor toegankelijkheid plaatsgevonden. Met de verrekening in 2020 en 2021 zijn in principe alle kosten verrekend; definitieve vaststelling vindt plaats in 2023/2024;
2. In 2022 zijn de kosten voor het inbouwen van ERTMS in de treinen (€ 15 miljoen) verrekend met de concessievergoeding;
3. De voorlopige HSL-heffing 2021 is € 32 miljoen lager dan begroot vanwege de niet verschuldigde treinpaden als gevolg van de Corona-maatregelen. De definitieve heffing wordt op een later moment vastgesteld;
4. Met ProRail is in 2022 in totaal € 39 miljoen verrekend in verband met voorschotten op de verleende subsidies. Dit heeft betrekking op aanlegprojecten. Deze ontvangsten zijn verrekend met de uitgaven op de artikelonderdelen 13.03;
5. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft de onderhoudsbijdrage (€ 29 miljoen) voor de sporen op de Tweede Maasvlakte in 2022 in één keer afgekocht. Daarnaast is ca. € 1 miljoen aan uitgaven voor GSM-P (HSL) doorbelast aan derden.