Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Procentuele verdeling uitgaven 2012 per operationele doelstelling

Procentuele verdeling uitgaven 2012 per operationele doelstelling

Algemene doelstelling

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Rol en verantwoordelijkheid

Regiefunctie

  • Interdepartementale regie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in beheers- en bestuursraden van internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.

Faciliterende rol

  • Effectieve inzet van fondsen en middelen ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten, waaronder het Mensenrechtenfonds.

Beleidstheorie

Een sterke rechtsorde maakt de wereld op termijn stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Nog afgezien van een definieerbaar eigenbelang, is dit waar Nederland sinds jaar en dag voor staat en wil blijven staan. Een sterke internationale rechtsorde vereist goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak, de strijd tegen straffeloosheid en een effectieve bescherming van de rechten van de mens.

In dit verband zal Nederland zich blijven inspannen voor de uitbreiding van lidmaatschap en erkenning van de rechtsmacht van internationale hoven en tribunalen, waaronder het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof, als ook het bevorderen van de nakoming van verplichtingen door statenpartijen. De Europese rechtsorde die ook een onderdeel is van de internationale rechtsorde komt aan bod in beleidsartikel 3 over Europese samenwerking.

Naleving van mensenrechten is nog steeds niet vanzelfsprekend. De roep om respect voor mensenrechten en democratie is wereldwijd zelfs groeiende, gesteund door internet en andere nieuwe media. De recente ontwikkelingen in de Arabische wereld illustreren dit. De inzet op onder andere burgerlijke en politieke vrijheden, en ondersteuning van mensenrechtenverdedigers, is juist nu van belang.

Daartoe zal Nederland in 2012 realistisch en selectief middelen en menskracht inzetten, waarbij de effectiviteit voorop staat. De mogelijkheden van internationale taakverdeling zullen daarbij worden onderzocht. Het Nederlandse mensenrechtenbeleid zal zich in het bijzonder richten op die terreinen waar vrijheid, veiligheid en welvaart elkaar versterken.

Nederland zet in op de volgende thema’s: vrijheid van meningsuiting, internetvrijheid, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, vrouwen- en LGBT («Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender»)-rechten, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), kinderarbeid, bevordering van SRGR en bescherming van mensenrechtenverdedigers. Ook zal Nederland consequent strijden tegen ernstige mensenrechtenschendingen als marteling, executies en verdwijningen. Hiertoe zal Nederland uitvoering geven aan de geactualiseerde mensenrechtenstrategie, «Verantwoordelijk voor Vrijheid» 11 en de notitie «Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst en levens- overtuiging: kernwaarden in het Nederlands buitenlands beleid» 12

Beleidswijzigingen

  • Regeringsreactie op het AIV-advies over Responsibility to Protect (R2P) zal in de praktijk worden gebracht. Dit zal leiden tot een breder draagvlak en verdere operationalisering van het R2P. 13

  • Regeringsreactie op het WRR-rapport «Aan het buitenland gehecht» 14. Hierin staat beschreven op welke wijze de buitenlandagenda van het regeerakkoord zal worden uitgevoerd. Daarbij wordt ingegaan op de gebieden waarop de Nederlandse belangen zich het sterkst doen gelden, de samenwerking met andere landen en internationale en niet-statelijke organisaties, en de regie en coördinatie.

  • Kamerbrief Modernisering Diplomatie. 15 Hierin staat beschreven hoe de Nederlandse diplomatie de komende jaren wordt herzien en het postennetwerk wordt ingericht Dit om niet alleen te komen tot een efficiënter en goedkoper postennetwerk, maar ook tot een flexibelere inzet die beter is toegerust op de eisen van deze tijd.

Operationele Doelstellingen

Operationele Doelstelling 1.1

Een goed functionerende internationale rechtsorde

Financiële instrumenten

  • Algemene verplichte bijdrage van ongeveer EUR 44,5 miljoen (waaronder verdragscontributies aan de reguliere VN-begroting van EUR 35 miljoen als ook contributies aan het Rwanda-tribunaal van EUR 2 miljoen en het Joegoslavië-tribunaal van EUR 2,5 miljoen) en EUR 3 miljoen verdragscontributie aan het Internationaal Strafhof.

  • Bijdrage aan OESO (EUR 5 miljoen)

  • Diverse bijdragen aan internationaalrechtelijke instellingen en NGO’s van in totaal EUR 2 miljoen op jaarbasis. Onder meer een bijdrage van EUR 0,5 miljoen aan de berechting van oud-president Habré van Tsjaad.

Beleidsinstrumenten

  • Deelname aan bestuur van internationaalrechtelijke instellingen, zoals aan de beheerscomités van de in Nederland gevestigde instellingen Speciaal Hof voor Sierra Leone (SCSL) en het Libanon-Tribunaal (STL). Nederland neemt daarnaast actief deel in de bijeenkomsten van de Vergadering van Statenpartijen bij het Internationaal Strafhof.

  • Samenbrengen van partijen en het formuleren van tekstvoorstellen om het hervormingsproces van de VN-veiligheidsraad vooruit te stuwen.

  • Onderzoek naar draagvlak voor een initiatief om te komen tot een multilateraal verdrag over interstatelijke rechtshulp bij nationale berechting van internationale misdrijven (samen met ministerie van Veiligheid en Justitie).

  • Co-voorzitterschap van de Group of Friends of Responsibility to Protect (R2P) in New York, gericht op het creëren van draagvlak voor en operationalisering van het principe van R2P.

  • Aanbieden van technische assistentie om nationale uitvoeringswetgeving te faciliteren en rechters te trainen in landen die partij zijn bij het Statuut van Rome.

  • Procesvertegenwoordiging van de Staat bij internationale hoven en tribunalen.

  • Vertegenwoordigen van Nederland bij de onderhandelingen over VN-begrotingen en management in New York, waarbij het streven nominale nulgroei van de reguliere VN-begroting is.

Operationele Doelstelling 1.2

Bescherming van de rechten van de mens

Financiële instrumenten

  • Mensenrechtenfonds (EUR 34,2 miljoen) ter ondersteuning van de prioriteiten uit de mensenrechtenstrategie en in landen op basis van de volgende criteria: ernst van de mensenrechtensituatie, kansen in transitielanden van de MENA regio, in landen die deel uitmaken van de pilot vrijheid van godsdienst of de pilot maatschappelijk verantwoord ondernemen en OS-partnerlanden en effectiviteit van de inzet van middelen.

  • Middelen voor mensenrechten waaronder de bijdrage aan Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) (EUR 9 miljoen.)

  • Bijdragen aan regionale organisaties als Organisation of American States en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking (OVSE) in Europa (circa EUR 1 miljoen.).

  • Jaarlijkse bijdrage (circa EUR 5 miljoen.) aan de International Labour Organisation (ILO).

Beleidsinstrumenten

  • Inzet van postennetwerk voor onder meer dialogen, demarches, projecten onder het Mensenrechtenfonds, contacten met mensenrechtenverdedigers en rapportages over zorgelijke mensenrechtensituaties.

  • In het kader van het VN-raamwerk van Ruggie over mensenrechten en handel wordt MVO en mensenrechten ook via de posten bevorderd in hun contacten met (Nederlandse) bedrijven gezien hun actieve rol als handelsbevorderaars. Samen met het Nederlandse bedrijfsleven zal een reeks bijeenkomsten over de toepassing van het Ruggie-raamwerk worden georganiseerd met als doel te verduidelijken wat de verantwoordelijkheid om mensenrechten te respecteren voor bedrijven inhoudt. Daarnaast zet Nederland zich actief in voor de expert werkgroep die zal worden ingesteld tijdens de 18de mensenrechtenraad als vervolg op het mandaat van Ruggie 16.

  • Inzet van Mensenrechtenambassadeur.

  • Mensenrechten waar relevant onderdeel van bilaterale bezoeken, handelsmissies en andere contacten met autoriteiten in landen.

  • Gebruik maken van internationale kanalen, waaronder EU, VN, Raad van Europa en OVSE, om naleving van mensenrechten te bevorderen. Daarbij bijzondere aandacht voor complementariteit binnen de EU en het doorbreken van blokvorming binnen de VN.

  • Bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM.

Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Bedragen in EUR 1 000

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

99 812

91 110

95 262

93 245

90 740

90 140

90 140

                 

Uitgaven:

             
                 

Programma-uitgaven totaal

100 659

108 636

100 562

98 045

95 140

94 140

94 140

                 

1.1

Een goed functionerende internationale rechtsorde

48 741

58 525

51 729

51 229

50 729

50 229

50 229

                 
 

Juridisch verplicht

   

90%

90%

90%

90%

90%

 

Overig verplicht

   

10%

10%

10%

10%

10%

 

Beleidsmatig nog niet ingevuld

   

0%

0%

0%

0%

0%

                 

1.2

Bescherming van de rechten van de mens

51 918

50 111

48 833

46 816

44 411

43 911

43 911

                 
 

Juridisch verplicht

   

16%

14%

12%

12%

12%

 

Overig verplicht

   

84%

86%

88%

88%

88%

 

Beleidsmatig nog niet ingevuld

   

0%

0%

0%

0%

0%

11

Kamerstuk 32 735, nr. 11.

12

Kamerstuk 32 735, nr. 2.

13

Brief regering – minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal – 11 februari 2011 Regeringsreactie op AIV-advies: Nederland en de «Responsibility to Protect» – 32 500 V, nr. 147

14

Brief regering – minister van Algemene Zaken, M. Rutte – 3 februari 2011 Regeringsreactie op het adviesrapport «Aan het buitenland gehecht» van de

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid – 32 635, nr. 1.

15

Brief regering – minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal – 8 april 2011

Modernisering Nederlandse diplomatie – 32 734, nr. 1.

16

Refererend naar motie Peters Kamerstuk 32 735 V, nr. 15.

Licence