Base description which applies to whole site

Artikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

A Algemene doelstelling

Het ondersteunen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij het verbeteren van het bestuur, de rechtszekerheid, de economische ontwikkeling, het onderwijs en de overheidsfinanciën.

Het versterken van de bestuurlijke samenhang en centrale coördinatie in Den Haag voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het stellen van randvoorwaarden die de rechtmatigheid en doelmatigheid van de inzet van middelen uit hoofdstuk IV van de rijksbegroting garanderen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten blijven volledig verantwoordelijk voor het beleid op de terreinen waarop de samenwerkingsprogramma’s met Nederland van toepassing zijn.

Voor de rijkscoördinatie van beleid met betrekking tot Caribisch Nederland is de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk. Dit krijgt vorm door het opstellen en monitoren van het meerjarenprogramma, het beheer van het BES-fonds, afstemming van rijksbeleid door middel van de zogenoemde Caribisch Nederland tafel, het beheer van de Rijksdienst Caribisch Nederland en het inzetten van de Rijksvertegenwoordiger in de nieuwe rol.

C Beleidswijzigingen

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport van de commissie van Gastel c.s. (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr. 35) zal om de rijkscoördinatie te verbeteren een meerjarig ontwikkelingsprogramma met de eilanden worden opgesteld, waarin prioritaire thema’s (economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten) worden vastgelegd die daarmee richtinggevend zijn bij beleid en uitvoering voor zowel het Rijk als de openbare lichamen.

D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen:

39.846

192.757

27.435

25.412

24.381

24.203

23.858

                 

Uitgaven:

247.217

364.236

196.552

175.341

210.362

196.634

52.375

 

Waarvan juridisch verplicht

   

96%

       
                 

2.1

Apparaat

9.077

9.876

9.797

9.704

9.360

9.182

9.182

 

Personele uitgaven

7.230

7.909

6.432

6.303

6.050

5.965

5.965

 

Eigen personeel

6.887

7.582

6.147

6.018

5.765

5.680

5.680

 

Externe inhuur

49

77

35

35

35

35

35

 

Overig personeel

294

250

250

250

250

250

250

 

Materiële uitgaven

1.847

1.967

3.365

3.401

3.310

3.217

3.217

 

Overig materieel

1.847

1.967

3.365

3.401

3.310

3.217

3.217

                 

2.2

Duurzame economische ontwikkeling

19.932

16.464

16.293

14.363

13.676

13.676

13.676

 

Subsidies

979

954

938

0

0

0

0

 

IUCN

979

954

938

0

0

0

0

 

Opdrachten

96

0

0

0

0

0

0

 

Overig

96

0

0

0

0

0

0

 

Inkomensoverdracht

4.244

4.209

5.009

5.009

5.009

5.009

5.009

 

Pensioenen

4.244

4.209

5.009

5.009

5.009

5.009

5.009

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

1.648

3.148

3.080

1.380

1.380

1.380

 

Sociaal-economische initiatieven BES

0

1.648

3.148

3.080

1.380

1.380

1.380

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

14.613

9.653

7.198

6.274

7.287

7.287

7.287

 

Samenwerkingsprogramma`s

14.613

9.653

7.198

6.274

7.287

7.287

7.287

                 

2.4

Schuldsanering

218.208

337.896

170.462

151.274

187.326

173.776

29.517

 

Leningen

218.208

337.896

170.462

151.274

187.326

173.776

29.517

 

Lopende inschrijving

218.208

337.551

170.117

150.929

186.981

173.431

29.517

 

Tijdelijke leenfaciliteit

0

345

345

345

345

345

0

                 

Ontvangsten:

34.705

34.455

31.618

31.618

31.618

31.618

31.618

D2 Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het budget 2015 is 100% juridisch verplicht. Het betreft de uitfinanciering van de (tijdelijke) subsidieregeling voor het International Union for Conservation of Nature (IUCN) die tot en met 2017 loopt.

Inkomensoverdracht

Van het budget 2015 is 86% juridisch verplicht. Conform de vaste verrekenkoersregeling voor de voormalige Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioenen worden de voor pensioengerechtigden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (NAf) en de euro gecompenseerd uit begrotingshoofdstuk IV.

Bijdragen aan medeoverheden

Van het budget 2015 is 100% juridisch verplicht. De juridische verplichting heeft betrekking op projecten voor integrale aanpak van sociale en economische ontwikkeling in Caribisch Nederland.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Van het budget 2015 is 15% juridisch verplicht. De juridische verplichting heeft betrekking op jaarlijks kleine terugkerende onderwerpen zoals het organiseren van het Koninkrijksconcert, de kosten voor de uitvoering van de openstaande leningen van Aruba en de bijdragen aan het Centraal Bureau voor de Statistiek in Caribisch Nederland.

Leningen

Van het budget 2015 is 100% juridisch verplicht. De juridische verplichting heeft betrekking op de reeks betalingen aan rente en aflossingen door de Landen, die enerzijds samenhangen met de overname van de restschuld van de voormalige Nederlandse Antillen door Nederland en anderzijds met de lopende inschrijvingen op leningen. Over de voorwaarden waarop Nederland schulden saneert en leningen verstrekt zijn afspraken vastgelegd in de toetredings- en overgangsakkoorden.

E Toelichting op de instrumenten

2.1. Apparaat

Personele uitgaven / Materiële uitgaven

In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van de directie Koninkrijksrelaties opgenomen, inclusief de apparaatsuitgaven voor de Vertegenwoordigingen en het College financieel toezicht. De uitgaven voor personeel laten voor komende jaren als gevolg van de taakstelling een daling zien. De taakstelling wordt deels ingevuld door continuering van de efficiencykorting van 1,5% per jaar in de jaren 2016, 2017 en 2018 (structureel 4,5%).

2.2. Duurzame economische ontwikkeling

Subsidies

International Union for Conservation of Nature (IUCN)

Sinds 2006 wordt een subsidie verleend aan de Stichting International Union for Conservation of Nature Nederlands Comité (IUCN NL). De subsidieverlening is bedoeld voor het veiligstellen van het natuurbeheer in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Duurzaam natuurbeheer is van groot belang, niet alleen vanwege de intrinsieke waarde van de natuur, maar behoud van natuur is een randvoorwaarde voor de toeristische sector en daarmee de eilandelijke economieën. Mede daarom is er gekozen voor een subsidieregeling met een duur van 10 jaar en een substantieel jaarlijks subsidiebedrag.

IUCN stelt de subsidie ter beschikking aan de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), de overkoepelende organisatie van natuurparken. Om te komen tot een duurzame inkomstenstroom van de operationele kosten van het beheer van de natuurparken is door DCNA een Trust Fund opgericht. Dit fonds heeft tot doel om na het jaar 2016 de rendementen van het fonds uit te keren aan de bij DCNA aangesloten parkorganisaties.

Inkomensoverdracht

Pensioenen

Conform de vaste verrekenkoersregeling voor de voormalige Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioenen worden de voor pensioengerechtigden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (NAf) en de euro gecompenseerd uit begrotingshoofdstuk IV.

Bijdragen aan medeoverheden

Sociaal-economische initiatieven Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES)

Ten einde de sociaal-economische ontwikkeling van de eilanden te bevorderen stelt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de periode 2014 tot en met 2016 een deel van de overgebleven gelden die vrijkomen door afronding van de samenwerkingsprogramma’s ter beschikking voor de bijzondere uitkering integrale projecten op sociaal-economisch terrein. Vanaf 2015 lopen deze ook via de begroting van Koninkrijksrelaties.

Voorheen vonden via het BES-fonds uitbetalingen plaats van middelen die beschikbaar zijn gesteld door verschillende departementen in het kader van de integrale aanpak van sociaal-economische initiatieven. Vanaf 2015 zullen deze middelen eveneens via de begroting van Koninkrijksrelaties lopen.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Samenwerkingsprogramma’s

De autonome landen binnen het Koninkrijk zijn op basis van het Statuut zelf verantwoordelijk voor goed bestuur, rechtszekerheid, economische ontwikkeling, onderwijs en overheidsfinanciën.

In de afgelopen jaren was het samenwerkingsbeleid voor Curaçao en Sint Maarten erop gericht om de landen te ondersteunen bij het verwezenlijken van hun verantwoordelijkheden op deze terreinen. In de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen op 10 oktober 2010 is daarom onder meer door middel van schuldsanering toegewerkt naar een betere financiële startpositie. Hierdoor kon het samenwerkingsbeleid worden afgebouwd. De samenwerkingsprogramma's werden gesubsidieerd via de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) en tot eind 2013 door de Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie (AMFO).

De beëindiging van het samenwerkingsbeleid via Fondo Desaroyo Aruba (FDA) is in februari 2012 door Aruba en Nederland vastgesteld op eind 2015. De samenwerkingsprogramma’s die onder SONA vallen, worden in 2015 geëvalueerd. Het betreft onder meer het Onderwijs en Jongeren Samenwerkingsprogramma (OJSP), het Sociaal Economisch Initiatief (SEI) en het programma Institutionele Versterking van de Bestuurskracht (IVB).

De restmiddelen van de AMFO zullen in 2014, 2015 en 2016 besteed worden overeenkomstig de doelstelling die ten grondslag ligt aan de stichting, zoals vastgelegd in artikel 20 lid 6 van de Statuten van de stichting. Dit betekent onder andere dat een deel van de middelen in Curaçao wordt aangewend voor de financiering van projecten die betrekking hebben op de thema’s armoedebestrijding, zorg & welzijn en vorming en educatie bij de Stichting Fonds voor Sociale Ontwikkeling en Economische bedrijvigheid (Reda Sosial) (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr 6).

Het FDA financiert projecten om het bestuur, het onderwijs, de rechtshandhaving en de overheidsfinanciën op Aruba te versterken. Het eindpunt van het FDA programma is in februari 2012 vastgesteld op eind 2015. Zowel Nederland als Aruba storten in het fonds. De laatste bijdrage vanuit Nederland is begin 2013 gestort en er zijn concrete afspraken in brieven aan het FDA vastgelegd over een verantwoorde afronding en afwikkeling van de projecten die in het kader van de samenwerking met Aruba zijn uitgevoerd.

De kosten voor de grote evaluaties (staatkundige positie van de openbare lichamen en de rijkswetten financieel toezicht en op het terrein van veiligheid en justitie) worden op dit instrument verantwoord.

Het structureel beschikbare bedrag voor samenwerkingsmiddelen zal worden ingezet voor onderzoek, evaluaties, ter beschikking stellen van deskundigheid, quickwins, uitvoering toezicht, koninkrijksconferentie. Ook eventuele kosten voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van economische samenwerking zoals in de beleidsagenda beschreven zullen hieruit worden gedekt.

Rijkscoördinatie Caribisch Nederland

Het beschikbare budget wordt ingezet voor kosten die rijksbrede coördinatie t.a.v. Caribisch Nederland met zich mee brengt (onder andere de Caribisch Nederland-week) en voor opdrachtverlening aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) om deze data te vergaren.

2.4 Schuldsanering

Leningen

Lopende inschrijving

Op grond van art. 16 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten heeft Nederland onder nauwkeurig in de rijkswet omschreven voorwaarden een lopende inschrijving op alle openbare en onderhandse geldleningen van de landen Curaçao en Sint Maarten. De geldleningen waarop wordt ingeschreven moeten passen binnen de normen en criteria uit de rijkswet. Het College financieel toezicht ziet hierop toe. Zowel Curaçao als Sint Maarten hebben (vooral in 2014) gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot lopende inschrijving.

De reeks loopt in 2019 sterk af in verband met de rente en het aflossingsschema dat is afgesproken ten behoeve van de schuldsanering van de Nederlandse Antillen.

Tijdelijke leenfaciliteit

Bij de oprichting van de openbare lichamen tijdens de transitie 10-10-’10 zijn voor elk van de eilanden doelsaldi gestort als financiële buffer. Van 2014 t/m 2018 worden de doelsaldi teruggevorderd door deze in te houden op de Vrije Uitkering BES-fonds.

De afwikkeling van deze vordering wordt inzichtelijk gemaakt op dit begrotingshoofdstuk.

Ontvangsten

De ontvangsten binnen dit artikel hebben betrekking op aflossingen en rentebedragen van uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Licence