Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 6 Sport en bewegen

1. Algemene doelstelling

Een sportieve samenleving waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en waarin uitblinken in sport wordt gestimuleerd.

2. Rol en verantwoordelijkheid Minister

Aan het sportbeleid van de rijksoverheid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de rijksoverheid de intrinsieke waarde van sport.

Stimuleren:

  • Het bevorderen van de samenwerking tussen partijen uit verschillende sectoren, zodat op lokaal niveau passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden tot stand komen en blijven.

  • Het bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

Financieren:

  • Het ontwikkelen en (mede)financieren van programma’s die er aan bijdragen dat er voor iedere Nederlander passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden in de buurt aanwezig zijn.

  • Het faciliteren en mede financieren van de top 10 ambitie. Het scheppen van randvoorwaarden voor talenten en topsporters in Nederland, waardoor zij op een professionele en verantwoorde wijze kunnen uitblinken in sport, ook tijdens topsportevenementen in eigen land.

  • Het (mede) financieren van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

3. Beleidswijzigingen

De uitwerking van de beleidsbrief «Sport» (TK 30 234, nr. 37) vormt het fundament voor het huidige sportbeleid. In 2017 wordt op enkele dossiers een belangrijke stap gezet:

  • De eerste stappen worden gezet in de uitvoering van de Nationale Kennisagenda Sport en Bewegen. Belangrijk doel is dat de Nederlandse sportpraktijk direct kan profiteren van nieuwe wetenschappelijke gegevens en inzichten. Daarbij wordt waarde gehecht aan borging van de opbrengsten van het huidige onderzoekprogramma sport.

  • Het actieplan «Naar een Veiliger Sportklimaat» wordt in 2017 aangepast en vernieuwd. Dit houdt in dat binnen het actieplan de focus meer gelegd wordt op de zwakkere verenigingen waar relatief meer incidenten en excessen plaatsvinden. Ook wordt er in het bijzonder aandacht besteed aan de verdere opleiding van bestuurders van verenigingen omdat zij vanuit hun functie een grote invloed hebben op het creëren van een veilig en plezierig sportklimaat. Tevens wordt een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om de integriteit van de sport verder te versterken.

  • Het programma «Sport en Bewegen in de Buurt» wordt in 2017 op basis van de ervaringen en effecten tot nu toe, op een aantal punten aangepast. Zo wordt voor het realiseren van nieuw sport- en beweegaanbod het maximaal aan te vragen bedrag per sportimpulsaanvraag verlaagd en wordt een verplichte cofinanciering ingevoerd om zodoende de kans op borging van het nieuwe aanbod te vergroten. Daarnaast zal meer aandacht worden gevraagd voor kwetsbare doelgroepen zoals ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking, ook om beter aansluiting te vinden binnen het sociaal domein. Tot slot zal in 2017 binnen de sportimpuls ruimte worden gecreëerd voor een aantal kleinere experimenten die extra input geven voor en meegenomen worden in de voorbereiding van een nieuw beleidskader.

  • In 2017 wordt een nieuw voorzieningenbeleid voor topsporters ingevoerd. Uitgangspunt is dat de financiële voorziening sober is ingericht en er scherper wordt gekeken naar wie hiervoor in aanmerking komt.

  • In 2016 is de Nederlandse Sportraad ingesteld. Deze raad is ingesteld om te adviseren over de vraag op welke manier meer rendement kan worden gehaald voor Nederland uit het organiseren van (grote) sportevenementen. In 2017 staan de thema’s professionalisering, versterken ondernemerschap en versterken maatschappelijke impact centraal.

  • Het nieuwe topsportbeleid, zoals beschreven in de Sportagenda 2017+ van NOC*NSF en de sportbonden, bouwt grotendeels voort op het beleid dat in de Sportagenda 2013–2016 is ingezet: focus op (potentieel) succesvolle takken van sport en topsporters om zo tot de 10 beste topsportlanden ter wereld te horen. De richting van het toekomstige topsportbeleid wordt door VWS ondersteund. VWS zet vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de rijksoverheid een aantal herkenbare accenten neer, waaronder: blijvende aandacht voor integriteit in de topsport, het versterken van de positie van topsporters, het vastleggen van afspraken met topsporters over hun maatschappelijke inzet, voldoende aandacht voor paralympische topsport en het stimuleren van een divers topsportlandschap dat uitnodigt om te presteren.

4. Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

63.971

67.727

112.747

118.729

128.045

112.373

117.782

               

Uitgaven

73.079

66.458

126.704

128.509

128.045

128.608

128.452

Waarvan juridisch verplicht (%)

   

97,7%

       
               

1. Passend sport- en beweegaanbod

25.144

19.340

79.514

83.461

82.869

83.431

82.920

                 
 

Subsidies

16.468

14.984

22.272

26.222

25.632

26.193

25.681

   

Gehandicaptensport

3.071

1.921

1.849

1.848

1.848

1.848

1.848

   

Verantwoord sporten en bewegen

2.418

104

292

292

292

621

609

   

Sport en bewegen in de buurt

3.459

5.622

12.880

16.832

16.241

16.473

15.973

   

Stimuleren van een veiliger sportklimaat

7.520

7.337

7.251

7.250

7.251

7.251

7.251

                 
 

Bekostiging

8.638

3.400

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

   

Compensatie van betaalde energiebelasting

8.638

400

0

0

0

0

0

   

Energiebesparing en duurzame energie

0

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

                   
 

Opdrachten

38

203

0

0

0

0

0

   

Sport en bewegen in de buurt

38

203

0

0

0

0

0

                 
 

Bijdragen aan medeoverheden

0

753

47.755

47.753

47.751

47.752

47.753

   

Sport en bewegen in de buurt

0

664

47.755

47.753

47.751

47.752

47.753

   

Energiebesparing en duurzame energie

0

89

0

0

0

0

0

                 
 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

6.487

6.486

6.486

6.486

6.486

   

Energiebesparing en verduurzaming

0

0

6.487

6.486

6.486

6.486

6.486

               

2. Uitblinken in sport

41.006

39.098

38.343

36.000

36.002

36.002

36.002

                 
 

Subsidies

29.783

26.477

27.748

25.406

25.407

25.407

25.407

   

Topsportevenementen

6.771

4.631

7.231

4.891

4.891

4.891

4.891

   

Topsportprogramma's

21.465

20.188

19.016

19.015

19.015

19.015

19.015

   

Dopingbestrijding

1.547

1.658

1.501

1.500

1.501

1.501

1.501

                 
 

Inkomensoverdrachten

11.025

12.441

10.415

10.414

10.415

10.415

10.415

   

Stipendiumregeling

11.025

12.441

10.415

10.414

10.415

10.415

10.415

                 
 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

198

180

180

180

180

180

180

   

Dopingbestrijding

198

180

180

180

180

180

180

               

3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling

6.929

8.020

8.847

9.048

9.174

9.175

9.530

                 
 

Subsidies

6.626

7.929

8.479

8.680

8.806

8.807

9.162

   

Kennis als fundament

6.626

7.929

8.479

8.680

8.806

8.807

9.162

                 
 

Opdrachten

251

29

306

306

306

306

306

   

Kennis als fundament

251

29

306

306

306

306

306

                 
 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

52

62

62

62

62

62

62

   

Overig

52

62

62

62

62

62

62

               

Ontvangsten

274

740

740

740

740

740

740

   

Overig

274

740

740

740

740

740

740

Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.

Belastinguitgaven:

Naast de genoemde begrotingsuitgaven zijn er ook belastinguitgaven: diensten door sportbonden en sportorganisaties aan de aangesloten sportclubs en diensten van sportclubs aan hun leden zijn vrijgesteld van BTW, als de bond, organisatie of club geen winstoogmerk heeft en de diensten te maken hebben met sportbeoefening. Hiermee is in 2017 een bedrag van circa € 46 miljoen gemoeid. Deze uitgaven zijn terug te vinden in bijlage 5 van de Miljoenennota (Belastinguitgaven en Inkomstenbeperkende regelingen).

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget voor 2017 van € 58,5 miljoen is 95% juridisch verplicht in verband met de financiering van aangegane verplichtingen voor instellingssubsidies en meerjarige projectsubsidies. Het betreft onder meer de instellingssubsidies aan NOC*NSF, het Kenniscentrum sport en de Anti-Doping Autoriteit Nederland. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer de Sportimpuls voor lokale sport- en beweegaanbieders en het programma «Naar een veiliger sportklimaat».

Bekostiging

Van het beschikbare budget voor 2017 van € 3 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de subsidieregeling energiebesparing en verduurzaming.

Inkomensoverdrachten

Van het beschikbare budget voor 2017 van € 10,4 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Stipendiumregeling voor topsporters.

Bijdragen aan medeoverheden

Van het beschikbare budget voor 2017 van € 47,8 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de bestuurlijke afspraken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten over de inzet van buurtsportcoaches binnen de gemeenten.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Van het beschikbare budget voor 2017 vand € 6,5 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de subsidieregeling energiebesparing en duurzame energie.

5. Instrumenten
1. Passend sport- en beweegaanbod

In 2015 deed 53% van de personen van 12 jaar en ouder wekelijks aan sport. Dit percentage is sinds 2001 stabiel. Ruim de helft van de Nederlanders van 12 jaar en ouder beweegt voldoende volgens de combinorm, dat wil zeggen voldoet aan de norm gezond bewegen (voor volwassenen is dat minstens een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op minimaal vijf dagen per week en voor jongeren een uur matig intensief bewegen op alle dagen van de week) en/of de fitnorm (minimaal drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit).

Bron: www.staatvenz.nl

Subsidies

Gehandicaptensport

Sport en bewegen is voor iedereen, ook voor gehandicapten en chronisch zieken, van belang ter stimulering van een gezonde leefstijl. In 2015 is een nieuw beleidskader gehandicaptensport gestart waarbij de focus ligt op het bevorderen dat iedereen met een beperking sport- en beweegmogelijkheden in de regio gemakkelijker kan vinden en het aantal passende mogelijkheden wordt uitgebreid en versterkt. Om de sportdeelname van gehandicapten te bevorderen worden meerjarige subsidies aan NOC*NSF, VSG, Mee Nederland, Sportkracht 12 en SOS beschikbaar gesteld. In 2017 is hiervoor € 1,8 miljoen beschikbaar.

Verantwoord sporten en bewegen

Om het aantal sportblessures te verminderen is in 2016 een nieuw meerjarig programma sportblessurepreventie (via ZonMw) gestart dat zich richt op sporten met het hoogste aantal blessures. Daartoe zijn middelen overgeboekt naar artikel 4.3 Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling (€ 0,7 miljoen). Daarnaast wordt in het kader monitoring en kennisfunctie met betrekking tot blessurepreventie een subsidie aan Stichting VeiligheidNL verstrekt. In totaal is in 2017 € 0,3 miljoen beschikbaar.

Sport en bewegen in de buurt

In het kader van het programma Sport en Bewegen in de buurt wordt subsidie verstrekt voor onder meer de sportimpuls. Deze regeling is bedoeld om lokale initiatieven voor het creëren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt tot stand te brengen, waaronder speciale initiatieven voor kinderen met overgewicht en voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. De uitvoering van de sportimpuls is uitbesteed aan ZonMw. Daarnaast worden subsidies verstrekt voor ondersteuning van partijen bij het implementeren van de buurtsportcoaches en van de sportimpuls en voor monitoring van het programma. Tevens wordt ingezet op competentieontwikkeling pedagogische en organisatorische vaardigheden van het vrijwilligerskader in het lokale sport- en beweegveld. Totaal is in 2017 € 12,9 miljoen beschikbaar.

Stimuleren van een veiliger sportklimaat

Iedereen moet veilig en met plezier kunnen sporten zonder last te hebben van intimidatie of geweld. Daartoe wordt subsidie verleend aan NOC*NSF (circa € 7,3 miljoen), dat de uitvoering van het programma verzorgt in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB). Bij de uitvoering van dit programma zijn 42 andere sportbonden actief betrokken.

Bekostiging

Energiebesparing en duurzame energie

Aan de Stichting Waarborgfonds Sport wordt € 3 miljoen beschikbaar gesteld voor het verlenen van borgstellingen voor leningen van sportverenigingen die willen investeren in energiebesparende maatregelen en/of duurzame energie.

Bijdragen aan medeoverheden

Sport en bewegen in de buurt

Gemeenten stellen professionals aan als buurtsportcoaches en buurtcultuurcoaches. Zij leggen verbindingen tussen sport en sectoren als onderwijs, cultuur, zorg, welzijn en buitenschoolse opvang. De middelen (€ 47,8 miljoen in 2017) worden via het gemeentefonds in de vorm van decentralisatie-uitkeringen aan de gemeenten beschikbaar gesteld. Ook het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap draagt hier met € 10,9 miljoen aan bij. Per fte ontvangen de deelnemende gemeenten een rijksbijdrage van € 20.000. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor cofinanciering van € 30.000 per fte.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Energiebesparing en duurzame energie

Per 1 januari 2016 is de subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen en duurzame energie in de sport van start gegaan. Deze regeling heeft als doel energiebesparende maatregelen en duurzame energie te stimuleren bij sportaccommodaties. De regeling komt voort uit de motie van de leden Bruins Slot en Dijkstra (TK 33 400 XVI, nr. 108). Met de regeling worden de sportverenigingen gestimuleerd maatregelen te nemen zoals LED-verlichting, isolatie, zonnepanelen en zonneboilers. De regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In 2017 is hiervoor € 6,5 miljoen beschikbaar.

2. Uitblinken in sport

De medailleklassementen zijn een momentopname, maar geven wel een indicatie van de mate waarin Nederland erin slaagt om zich te scharen bij de beste tien sportlanden.

Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Zomerspelen

Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Zomerspelen

Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Winterspelen

Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Winterspelen

Bron: De medailleklassementen van de Olympische zomer- en winterspelen worden opgesteld door het International Olympic Committee (IOC).

In Turijn 2006 deed Nederland niet mee aan de Paralympische Winterspelen.

Subsidies

Topsportevenementen

Er zijn middelen beschikbaar voor (sport)organisaties voor het verkrijgen en organiseren van aansprekende topsportevenementen in Nederland (€ 7,2 miljoen). Daarbij ligt de focus op strategische evenementen en op vergroting van de maatschappelijke spin-off daarvan.

Topsportprogramma’s

Om de top 10 ambitie waar te kunnen maken voeren NOC*NSF en de sportbonden topsportprogramma’s uit. VWS verleent subsidie aan NOC*NSF (€ 19 miljoen) om bij te dragen aan de uitvoering van die topsportprogramma’s.

Subsidies en Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Dopingbestrijding

Voor het tegengaan van dopinggebruik worden op basis van internationale afspraken subsidies (€ 1,5 miljoen) en bijdragen (€ 0,2 miljoen) verleend aan (inter)nationale anti-dopingorganisaties.

Inkomensoverdrachten

Stipendiumregeling

Het Fonds voor de Topsporter verzorgt het uitkeren van een stipendium aan A-topsporters en nationale toptalenten met een inkomen dat lager is dan het minimumloon. Zo kunnen zij zich vrij maken voor hun sportcarrière. Het Fonds voor de Topsporter zorgt bovendien voor het uitkeren van onkostenvergoedingen aan topsporters. De bijdrage bedraagt € 10,4 miljoen.

3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling

Subsidies

Kennis als fundament

Een aantal boegbeelden uit sport, bedrijfsleven, wetenschap en overheid is door de Minister van VWS gevraagd om voor de komende jaren een Kennis- en Innovatieagenda sport op te stellen en uit te voeren:

  • Topteam Sport (www.sportinnovator.nl) geeft met het programma Sportinnovator een belangrijke impuls aan een rendabel ecosysteem voor sportonderzoek en innovatie. Regionale centra voor sportinnovatie worden (tijdelijk) gesubsidieerd en er vindt begeleiding plaats via het Topteam. Een belangrijk initiatief is ook de Sport Data Valley, waarin data kunnen worden gedeeld en gezamenlijke projecten tussen sportonderzoekers en sportinnovatoren kunnen worden opgezet.

  • Op 25 april 2016 is de «Kennisagenda Sport en Bewegen – Van traplopen tot podium» verschenen. De kennisagenda is in opdracht van het Topteam opgesteld. Er is € 6 miljoen beschikbaar voor de periode tot en met 2020, waarvan € 0,9 miljoen in 2017. Deze middelen zijn aanvullend op de huidige inzet op het programma Sportinnovator. Het is de inzet om zo te komen tot een geïntegreerd programma voor sportonderzoek en innovatie.

De VWS-middelen voor het verder brengen van het sportonderzoek zullen in partnerschap met de NWO-familie, ZonMw en NRPO-SIA worden ingezet.

Daarnaast wordt ingezet op het valideren van kansrijke sport- en beweeginterventies en op het borgen en verspreiden van beschikbare kennis via het Kenniscentrum en Kennisportal sport.

Het Mulier Instituut, het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) krijgen subsidie om de monitoring van kernindicatoren in de sport uit te voeren. In totaal is voor kennissubsidies € 8,5 miljoen beschikbaar in 2017.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Overig

In internationaal verband vindt afstemming plaats binnen de Europese Unie en in de Raad van Europa. Daarbij hebben onder meer zaken als goed sportbestuur, doping, spelersmakelaars en matchfixing de aandacht. Voor onderzoeken en bijdragen, onder meer voortvloeiend uit de European Partial Agreement on Sports, is € 0,1 miljoen beschikbaar.

Licence