1. Algemene doelstelling
Een sportieve samenleving waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en waarin uitblinken in sport wordt gestimuleerd.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
Aan het sportbeleid van de rijksoverheid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de rijksoverheid de intrinsieke waarde van sport.
Stimuleren:
-
– Het bevorderen van de samenwerking tussen partijen uit verschillende sectoren, zodat op lokaal niveau passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden tot stand komen en blijven.
-
– Het bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
Financieren:
-
– Het ontwikkelen en (mede)financieren van programma’s die er aan bijdragen dat er voor iedere Nederlander passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden in de buurt aanwezig zijn.
-
– Het faciliteren en mede financieren van de top 10 ambitie. Het scheppen van randvoorwaarden voor talenten en topsporters in Nederland, waardoor zij op een professionele en verantwoorde wijze kunnen uitblinken in sport, ook tijdens topsportevenementen in eigen land.
-
– Het (mede) financieren van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
3. Beleidsconclusies
In 2017 is binnen het sportbeleid ingezet op de thema’s sportparticipatie, topsport, kennis en innovatie, veilig sportklimaat en integriteit om van Nederland een krachtig sportland en sportieve samenleving te maken. Een land waar voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden zijn, waar uitblinken in sport wordt gestimuleerd en waar (top)sporters en sportbestuurders het goede voorbeeld geven. De voorgenomen beleidswijzigingen uit de begroting 2017 zijn volgens planning uitgevoerd.
Onderzoeksprogramma 2016
In 2017 is de eindevaluatie van het onderzoeksprogramma 2016 gereed gekomen (TK 30 234, nr. 167). Conclusie uit de evaluatie is dat het programma op alle 25 projecten waardevolle kennis, innovaties, interventies en andere producten opleveren voor de praktijk. De evaluatie is benut voor de vormgeving van het nieuwe onderzoeksprogramma 2018–2020. Kader hiervoor is de Nationale Kennisagenda Sport en Bewegen.
Naar een Veiliger Sportklimaat
In 2017 heeft de borging van de resultaten van het actieplan «Naar een Veiliger Sportklimaat» (VSK) in de bestaande infrastructuur van de sport centraal gestaan, zodat de VSK instrumenten (zoals trainingen en voorlichtingsmateriaal) na afloop van het actieplan beschikbaar blijven. Daarnaast is extra aandacht besteed aan zwakkere verenigingen waar relatief meer incidenten en excessen plaatsvinden. De monitor Veilig Sportklimaat van het Mulier Instituut (TK 30 234, nr.168) laat zien dat er het afgelopen jaar vooruitgang is geboekt in het toewerken naar een veiliger sportklimaat:
-
• Het aantal sportverengingen dat minstens één van de VSK-producten, zoals een training weerbaarheid voor scheidsrechters of een module sportief besturen, is het afgelopen jaar gestegen van 9.926 naar 10.557. Hiervan hebben 4.993 verenigingen tenminste twee producten afgenomen die zijn ontwikkeld in het kader van VSK.
-
• Het totale aantal aangevraagde Verklaringen Omtrent Gedrag (VOG) voor vrijwilligers in de sport is gegroeid van 76.731 in 2016 naar 98.361 in 2017.
-
• Het aantal getrainde vertrouwenscontactpersonen (VCP) is bijna verdubbeld van 533 in 2014 naar 1.044 in 2017. Het aantal verenigingen met een VCP is gestegen van 21% in 2008 naar 56% in 2017, bij voetbalverenigingen is dit zelfs gestegen naar 61%.
-
• Het aantal excessen in het voetbal is teruggelopen van 485 (2011/2012) naar 187 in het afgelopen seizoen (2016/2017).
Deze vooruitgang is het resultaat van maatregelen gericht op spelregels, tuchtrecht, gedragsregels, de aanpak van excessen en vrijwilligers alsmede samenwerking met lokale partijen en op het ondersteunen van bestuurders, trainers/coaches en scheidsrechters.
Sport en Bewegen in de Buurt
Met het programma Sport en Bewegen in de Buurt wordt beoogd dat voor iedere Nederlander een passend sport- en beweegaanbod in de eigen buurt aanwezig is, dat veilig en toegankelijk is. Het programma bestaat uit twee onderdelen, namelijk de Brede impuls combinatiefuncties (buurtsportcoaches) en de Sportimpuls. Met gemeenten is afgesproken dat zij jaarlijks 2.900 fte buurtsportcoaches realiseren. In 2017 is het programma Sport en Bewegen in de Buurt op een aantal onderdelen geëvalueerd en of gemonitord. Uit de jaarlijkse monitor «Brede impuls combinatiefuncties» (TK 30 234, nr. 168) blijkt dat op 1 september 2017 in totaal 371 van de 388 gemeenten gezamenlijk ca. 4.500 buurtsportcoaches (2.911 fte) hebben gerealiseerd. Om de effecten van de buurtsportcoach lokaal inzichtelijk te maken, is door het Mulier Instituut in samenwerking met een groot aantal experts uit de sport- en wetenschapswereld een breed onderzoek opgezet. Dit onderzoek laat positieve resultaten zien, zoals:
-
• de Brede impuls wordt door 95% van de deelnemende gemeenten gezien als een echte impuls om het gemeentelijk sportbeleid (verder) te ontwikkelen;
-
• de vrijheid die gemeenten hebben om de impuls in te zetten waar het binnen de lokale situatie passend is, maakt deze effectief;
-
• de buurtsportcoach realiseert meer sport- en beweegaanbod voor verschillende doelgroepen, zorgt voor meer kwaliteit van het binnen- en buitenschoolse sport- en activiteitenaanbod in het primair onderwijs en zorgt voor meer verbindingen tussen verschillende domeinen, zoals zorg en onderwijs.
De Brede impuls combinatiefuncties is een succesvolle impuls gezien het aantal deelnemende gemeenten en de lokale resultaten die de buurtsportcoach realiseert.
Sportimpuls
De Sportimpuls richt zich op de sport- en beweegaanbieders zodat zij meer sport- en beweegaanbod voor verschillende doelgroepen kunnen realiseren. In 2017 zijn binnen de Sportimpuls 106 projecten toegekend, waarbij specifieke aandacht is gevraagd voor een aantal doelgroepen. Het gaat hierbij om mensen met een handicap (het percentage van het aantal gehonoreerde projecten is gestegen van 18% in 2012 tot 33% in 2017) en ouderen (26% in 2012 tot 68% in 2017). Ook voor de doelgroep chronisch zieken is in 2017 een toename te zien bij het aantal gehonoreerde projecten, namelijk van 15% in 2012 naar 38% in 2017. In de subsidieronde van 2017 is daarbij extra aandacht gegeven aan financiële borging en cofinanciering. Om de borging te realiseren is aan deelnemende partijen een verplichte bijdrage van 15% cofinanciering gesteld. Daarnaast is in 2017 geëxperimenteerd met kleine projecten gericht op kwetsbare groepen. Hierbij worden ondernemers uitgedaagd om kwetsbare groepen die minder bewegen (ouderen, mensen met een beperking, chronisch zieken, mensen met overgewicht en mensen met lage SES) duurzaam in beweging te krijgen en te houden. Van de 60 ingediende projecten zijn uiteindelijk 5 ondernemers geselecteerd die hun project mogen ontwikkelen en marktrijp mogen maken.
De Nederlandse Sportraad
De Nederlandse Sportraad heeft in 2017 haar expertise en onafhankelijke positie bij een groot aantal partijen onder de aandacht gebracht. Ook is het eerste brede advies over het rendement van sportevenementen verschenen (TK 30 234, nr. 163). Daaruit blijkt dat de waarde van deze evenementen voor de Nederlandse samenleving groot is: naast de maatschappelijke waarde is de economische impact meer dan € 100 miljoen. Deze impact kan worden vergroot door meer samenwerking tussen sport, bedrijfsleven en overheid. Concrete aandachtspunten zijn het verminderen van regeldruk, verbeteren van het fiscale klimaat en het versimpelen van het proces rond de vergunningverlening.
Topsportbeleid
Het nieuwe topsportbeleid, zoals beschreven in de Sportagenda 2017+ van NOC*NSF en de sportbonden, focust op (potentieel) succesvolle takken van sport en topsporters om zo tot de 10 beste topsportlanden ter wereld te horen. VWS heeft financieel bijgedragen aan de hoogwaardige topsport- en opleidingsprogramma’s met bijbehorende begeleiding en voorzieningen voor topsporters.
Zo is in 2017 een aantal investeringen gedaan in het voorzieningenbeleid voor topsporters. Het beschikbare budget voor de stipendiumregeling is structureel opgehoogd vanwege eerdere aanpassingen in de leeftijdsafhankelijke stipendia en door veranderingen in de samenstelling van de groep stipendiumsporters. Ook is een extra bijdrage gedaan aan de kostenvergoedingsregeling vanwege tegenvallende rentebaten van het Fondskapitaal waaruit deze regeling wordt gefinancierd. Hierdoor kon de kostenvergoeding op hetzelfde niveau gehandhaafd worden.
In 2017 is in totaal in 65 fulltime topsport- en opleidingsprogramma’s geïnvesteerd, waarvan 14 Paralympisch. Ten opzichte van 2013 (1 jaar na de vorige Zomerspelen) is de volgende ontwikkeling in topsportprestaties zichtbaar7:
-
• Voor Paralympische sporten is er sprake van een flinke stijging in het aantal behaalde medailles (74) en een toename in de takken van sport waarbinnen die medailles zijn behaald (13). In 2013 waren dit 38 medailles in 9 sporten.
-
• Voor Olympische sporten is het aantal medailles (43 in 2017 versus 44 in 2013) en het aantal sporten waarbinnen deze medailles zijn behaald nagenoeg gelijk gebleven (16 in 2017 en 2013).
Met de investeringen in topsport verwachten we in de huidige Olympische cyclus (2017–2020) een verdere groei in topsportprestaties en medailleperspectief te kunnen stimuleren en een stabiel niveau in het voorzieningenbeleid te bieden.
4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | |||
Verplichtingen | 84.156 | 84.715 | 63.971 | 58.865 | 83.088 | 112.747 | – 29.659 | ||
Uitgaven | 70.485 | 69.986 | 73.079 | 65.225 | 80.358 | 126.704 | – 46.346 | ||
1. Passend sport- en beweegaanbod | 25.334 | 26.825 | 25.144 | 17.388 | 19.010 | 79.589 | – 60.579 | ||
Subsidies | 17.219 | 17.596 | 16.468 | 14.094 | 15.111 | 22.347 | – 7.236 | ||
Gehandicaptensport | 2.966 | 2.828 | 3.071 | 1.704 | 1.534 | 1.664 | – 130 | ||
Verantwoord sporten en bewegen | 2.404 | 2.571 | 2.418 | 100 | 784 | 277 | 507 | ||
Sport en bewegen in de buurt | 3.430 | 4.773 | 3.459 | 5.052 | 2.393 | 13.155 | – 10.762 | ||
Stimuleren van een veiliger sportklimaat | 7.111 | 7.424 | 7.520 | 7.237 | 7.900 | 7.251 | 649 | ||
Overig | 1.308 | 0 | 0 | 1 | 2.500 | 0 | 2.500 | ||
Bekostiging | 8.065 | 9.229 | 8.638 | 3.013 | 3.000 | 3.000 | 0 | ||
Compensatie van betaalde energiebelasting | 8.065 | 9.229 | 8.638 | 13 | 0 | 0 | 0 | ||
Energiebesparing en duurzame energie | 0 | 0 | 0 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 0 | ||
Opdrachten | 50 | 0 | 38 | 281 | 899 | 0 | 899 | ||
Sport en bewegen in de buurt | 50 | 0 | 38 | 281 | 899 | 0 | 899 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 47.755 | – 47.755 | ||
Sport en bewegen in de buurt | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 47.755 | – 47.755 | ||
Energiebesparing en duurzame energie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.487 | – 6.487 | ||
Energiebesparing en verduurzaming | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.487 | – 6.487 | ||
2. Uitblinken in sport | 37.018 | 37.002 | 41.006 | 39.888 | 54.243 | 38.343 | 15.900 | ||
Subsidies | 26.842 | 25.533 | 29.783 | 27.774 | 41.775 | 27.748 | 14.027 | ||
Topsportevenementen | 4.065 | 4.912 | 6.771 | 4.624 | 9.688 | 7.231 | 2.457 | ||
Topsportprogramma's | 21.109 | 18.754 | 21.465 | 21.379 | 30.569 | 19.016 | 11.553 | ||
Dopingbestrijding | 1.668 | 1.866 | 1.547 | 1.771 | 1.518 | 1.501 | 17 | ||
Inkomensoverdrachten | 10.148 | 11.284 | 11.025 | 11.867 | 12.243 | 10.415 | 1.828 | ||
Stipendiumregeling | 10.148 | 11.284 | 11.025 | 11.867 | 12.243 | 10.415 | 1.828 | ||
Opdrachten | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 185 | 198 | 247 | 225 | 180 | 45 | ||
Dopingbestrijding | 0 | 185 | 198 | 247 | 225 | 180 | 45 | ||
3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling | 8.134 | 6.159 | 6.929 | 7.950 | 7.104 | 8.772 | – 1.668 | ||
Subsidies | 7.415 | 6.041 | 6.626 | 7.890 | 6.923 | 8.479 | – 1.556 | ||
Kennis als fundament | 5.691 | 6.041 | 6.626 | 7.890 | 6.923 | 8.479 | – 1.556 | ||
Overig | 1.724 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 661 | 63 | 251 | 7 | 128 | 231 | – 103 | ||
Kennis als fundament | 397 | 63 | 251 | 7 | 128 | 231 | – 103 | ||
Overig | 264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 58 | 55 | 52 | 53 | 53 | 62 | – 9 | ||
Overig | 58 | 55 | 52 | 53 | 53 | 62 | – 9 | ||
Ontvangsten | 661 | 738 | 274 | 312 | 645 | 740 | – 95 | ||
Overig | 661 | 738 | 274 | 312 | 645 | 740 | – 95 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
5. Toelichting op de instrumenten
1. Passend sport- en beweegaanbod
In 2016 deed 52% van de personen van 12 jaar en ouder wekelijks aan sport. Dit percentage is sinds 2001 stabiel. Ruim de helft van de Nederlanders van 12 jaar en ouder beweegt voldoende volgens de combinorm, dat wil zeggen voldoet aan de norm gezond bewegen (voor volwassenen is dat minstens een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op minimaal vijf dagen per week en voor jongeren een uur matig intensief bewegen op alle dagen van de week) en/of de fitnorm (minimaal drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit).
Subsidies
Sport en bewegen in de buurt
Aan andere activiteiten op het terrein van sport en bewegen in de buurt, clubkaderontwikkeling, duurzaam zwemveilig Nederland en evaluatie en monitoring is € 2,4 miljoen uitgegeven. Het verschil tussen begroting en realisatie kan als volgt worden verklaard. In 2017 is € 6,1 miljoen ingezet voor de Sportimpuls, met als doel het stimuleren van sport- en beweegaanbod op lokaal niveau. Dit bedrag is overgeboekt naar artikel 4 Zorgbreed beleid. Vanuit dat artikel is de opdracht aan ZonMw verstrekt. Ook is op een aantal andere thema’s, zoals de Gezonde school en de Alliantie Gelijke Spelen een bijdrage verleend, en zijn hiervoor budgetten overgeheveld, evenals een aantal interne herschikkingen binnen de financiële instrumenten van artikel 6 (2017 in totaal € 4,7 miljoen, deels toegelicht bij de eerste suppletoire wet 2017).
Overig
Er is € 2,5 miljoen ingezet voor het programma «Rijksimpuls +25.000 kinderen 2016–2018» van het Jeugdsportfonds. Hierdoor kunnen 25.000 extra kinderen een lidmaatschap voor sport of dans ontvangen en ongeacht hun sociaaleconomische situatie deelnemen aan sport en bewegen.
Bekostiging
Energiebesparing en duurzame energie
Per 1 januari 2016 is de Subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen en duurzame energie in de Sport ingegaan. Aan de Stichting Waarborgfonds is hiertoe in 2017 € 3 miljoen beschikbaar gesteld voor het verlenen van borgstellingen voor leningen van sportverenigingen die willen investeren in energiebesparende maatregelen en/of duurzame energie.
Bijdragen aan medeoverheden
Sport en bewegen in de buurt
Met het programma Sport en Bewegen in de Buurt worden binnen gemeenten in Nederland buurtsportcoaches ingezet om de verbinding te leggen tussen sport en andere sectoren als onderwijs, welzijn, zorg, en dergelijke. Totaal is in 2017 € 58,1 miljoen uitgekeerd aan 371 deelnemende gemeenten waarbij gezamenlijk voor 2.911 fte is ingetekend. Deze decentralisatie-uitkeringen zijn verleend via het gemeentefonds. Daarvoor zijn middelen overgeboekt vanuit de begrotingen van OCW (€ 11,1 miljoen) en VWS (€ 47 miljoen) naar het gemeentefonds. Daarnaast is € 0,8 miljoen overgeboekt naar het BTW-compensatiefonds.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Energiebesparing en duurzame energie
Per 1 januari 2016 is de Subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen en duurzame energie in de Sport ingegaan. Met deze regeling worden sportverenigingen gestimuleerd maatregelen te nemen zoals het plaatsten van LED-verlichting, isolatie, zonnepanelen en zonneboilers. De regeling is uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In 2017 is hiervoor € 6,5 miljoen overgeboekt naar de begroting van Economische Zaken.
2. Uitblinken in sport
Subsidies
Topsportprogramma’s
Om de top tien ambitie waar te kunnen maken is het topsportprogramma dat NOC*NSF samen met de sportbonden en andere partijen uitvoert financieel ondersteund. Bovenop het reguliere budget is als uitvloeisel van het fusietraject tussen de Lotto en de Staatsloterij incidenteel € 1,2 miljoen toegevoegd en bij de Augustusbesluitvorming in 2017 is € 10,3 miljoen structureel extra budget beschikbaar gesteld voor de Nederlandse topsport (zie tweede suppletoire wet 2017). Daarnaast is nog een aantal kleine mutaties doorgevoerd voor een bedrag van € 0,1 miljoen.
De medailleklassementen zijn een momentopname, maar geven wel een indicatie van de mate waarin Nederland erin slaagt om zich te scharen bij de beste tien sportlanden.
Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Zomerspelen
Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Winterspelen
3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling
Subsidies
Kennis als fundament
Ingezet is op het verspreiden van beschikbare en gevalideerde kennis via onder meer het Kenniscentrum Sport, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), en het Mulier Instituut. In totaal is in 2017 € 6,9 miljoen aan kennis en innovatie besteed.