Artikel 8 Apparaat kerndepartement
Stand ontwerpbegroting (1) | Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) | Mutaties 2020 | Mutaties 2021 | Mutaties 2022 | Mutaties 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 256.491 | 0 | 256.491 | – 129 | 256.362 | – 826 | – 1.006 | – 986 | – 926 |
Uitgaven | 256.491 | 0 | 256.491 | – 129 | 256.362 | – 826 | – 1.006 | – 986 | – 926 |
Personeel Kerndepartement | 174.632 | 0 | 174.632 | 2.016 | 176.648 | – 300 | – 300 | – 280 | – 202 |
Eigen personeel | 164.757 | 0 | 164.757 | 2.557 | 167.314 | 871 | 871 | 891 | 969 |
Inhuur externen | 9.402 | 0 | 9.402 | – 559 | 8.843 | – 1.189 | – 1.189 | – 1.189 | – 1.189 |
Overig personeel | 473 | 0 | 473 | 18 | 491 | 18 | 18 | 18 | 18 |
Materieel Kerndepartement | 81.859 | 0 | 81.859 | – 2.145 | 79.714 | – 526 | – 706 | – 706 | – 724 |
Waarvan ICT | 13.806 | 0 | 13.806 | – 1.606 | 12.200 | – 1.556 | – 1.756 | – 1.756 | – 1.756 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 39.173 | 0 | 39.173 | 137 | 39.310 | 181 | 182 | 182 | 182 |
Waarvan overig materieel | 28.880 | 0 | 28.880 | – 676 | 28.204 | 849 | 868 | 868 | 850 |
Ontvangsten | 52.953 | 0 | 52.953 | 515 | 53.468 | – 1.002 | – 1.002 | – 1.002 | – 1.002 |
Artikel 10 Nog onverdeeld
Stand ontwerpbegroting (1) | Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) | Mutaties 2020 | Mutaties 2021 | Mutaties 2022 | Mutaties 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 77.956 | 0 | 77.956 | 44.773 | 122.729 | 131.665 | 128.293 | 125.038 | 129.221 |
Uitgaven | 98.411 | 0 | 98.411 | 14.273 | 112.684 | 88.665 | 128.293 | 125.038 | 129.221 |
Programma onvoorzien | 40.873 | 0 | 40.873 | – 31.937 | 8.936 | 25.318 | 35.184 | 34.124 | 40.822 |
Apparaat onvoorzien | 42.659 | 0 | 42.659 | – 42.659 | 0 | – 37.155 | 4.146 | 1.136 | 1.032 |
Loonbijstelling | 4.466 | 0 | 4.466 | 83.462 | 87.928 | 83.005 | 72.150 | 72.976 | 70.679 |
Prijsbijstelling | 10.413 | 0 | 10.413 | 5.407 | 15.820 | 17.497 | 16.813 | 16.802 | 16.688 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen (+ € 44,8 mln.)
De verplichtingenmutaties zijn gelijk aan de uitgavenmutaties, behalve bij de vrijvallende middelen die gereserveerd waren voor de RVU-heffing (– € 30,5 mln. in 2019). De verplichtingen als gevolg van het aangaan van de vertrekregeling bij de Belastingdienst zijn namelijk direct bij het aangaan van de regelingen verwerkt in de begroting. Voor 2019 zijn derhalve geen verplichtingen begroot.
Uitgaven
Programma onvoorzien (– € 31,9 mln.)
Per saldo is het budget van programma onvoorzien verlaagd met € 31,9 mln. De voornaamste oorzaken van deze mutaties zijn:
-
– Het kabinet intensiveert bij de Belastingdienst voor aanpak van fraude, witwassen en ondermijning. Een bedrag van ca. € 1 mln. in 2019 oplopend tot structureel 29 mln. wordt beschikbaar gesteld voor dit pakket. Op dit moment worden deze intensiveringsmiddelen vooralsnog op artikel 10 Nog onverdeeld van de Financiënbegroting gereserveerd. Komende periode zal Financiën de precieze inzet van deze middelen bepalen, waarbij aandacht is voor aspecten van CW3.1. Op basis daarvan zullen deze intensiveringsmiddelen van artikel 10 Nog onverdeeld naar artikel 1 Belastingen worden overgeheveld;
-
– Het budget opstartkosten Invest-NL staat gereserveerd op artikel 10. Voor 2019 wordt in totaal € 4,5 mln. overgeheveld naar artikel 3 van deze begroting. Daarnaast wordt € 7 mln. doorgeschoven naar 2020 aangezien het traject rond Invest-NL-internationaal vertraagd is;
-
– De benodigde fiscale uitvoeringskosten (€ 4,2 mln. in 2019) voor de maatregelen uit het Regeerakkoord, het Belastingplan 2019 en overige fiscale maatregelen worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 van deze begroting;
-
– Tot slot worden, o.a. voor de fiscale uitvoeringskosten, middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Apparaat onvoorzien (– € 42,7 mln.)
Er doet zich een meevaller voor bij de RVU-heffing, omdat de uitspraak van de belastinginspecteur tot gevolg heeft dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst niet als RVU wordt aangemerkt. Hierdoor vallen de gereserveerde middelen in 2019 (€ 30,5 mln.) en 2020 (€ 43,0 mln.) vrij. Verder worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Loon- en prijsbijstelling (+ € 88,9 mln.)
De loon- en prijsbijstelling tranche 2019 wordt toegevoegd aan de departementale begrotingen. Ook hier worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.