Megaprojecten zijn door de Tweede Kamer aangewezen grote projecten (grootprojectstatus). De aanwijzing van grote projecten gebeurt op basis van artikel 2 van de Regeling Grote Projecten. De grootprojectstatus behelst dat de Regeling Grote Projecten van toepassing is, die voorschrijft dat de Minister zich ten minste halfjaarlijks tegenover de Tweede Kamer verantwoordt over de voortgang via een Voortgangsrapportage.
Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:
– Hogesnelheidslijn-Zuid;
– Project Mainportontwikkeling Rotterdam;
– Programma ERTMS ;
– Zuidasdok;
– Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.
Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 14 Wegen en Verkeersveiligheid, 16 Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 376.259 | 1.682.052 | 365.977 | 860.256 | 163.803 | 831.888 | 221.695 |
Uitgaven | 401.044 | 383.545 | 455.830 | 450.713 | 396.227 | 615.156 | 843.929 |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 87% | ||||||
17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid | 262 | 453 | |||||
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam | 3.698 | 5.038 | 679 | 679 | 679 | 669 | 669 |
17.07 ERTMS | 84.210 | 102.953 | 146.041 | 73.282 | 10.371 | 229.142 | 262.553 |
17.07.01 Aanleg ERTMS | 82.380 | 100.479 | 143.633 | 73.282 | 10.371 | 229.142 | 262.553 |
17.07.02 Planning en studies ERTMS | 1.830 | 2.474 | 2.408 | ||||
17.08 Zuidasdok | 90.616 | 68.773 | 91.541 | 132.554 | 138.892 | 113.344 | 134.383 |
17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | 222.258 | 206.328 | 217.569 | 244.198 | 246.285 | 272.001 | 446.324 |
17.10.01 Aanleg PHS | 199.584 | 182.043 | 159.096 | 109.373 | 98.147 | 138.143 | 208.521 |
17.10.02 Planning en studies PHS | 22.674 | 24.285 | 58.473 | 134.825 | 148.138 | 133.858 | 237.803 |
Ontvangsten | 68.895 | 75.742 | 49.020 | 43.869 | 57.075 | 57.708 | 62.929 |
17.09 Ontvangsten | 68.895 | 75.742 | 49.020 | 43.869 | 57.075 | 57.708 | 62.929 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2022 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2022.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2035 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2035.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
17 | Megaprojecten Verkeer en Vervoer | Uitgaven | 383.545 | 455.830 | 450.713 | 396.227 | 615.156 | 843.929 | 644.945 | 405.404 |
17.03 | Hogesnelheidslijn-Zuid | 453 | ||||||||
17.06 | Project Mainportontwikkeling Rotterdam | 5.038 | 679 | 679 | 679 | 669 | 669 | 669 | 669 | |
17.07 | ERMTS | 102.953 | 146.041 | 73.282 | 10.371 | 229.142 | 262.553 | 180.164 | 172.208 | |
17.08 | ZuidasDok | 68.773 | 91.541 | 132.554 | 138.892 | 113.344 | 134.383 | 149.937 | 143.248 | |
17.10 | Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | 206.328 | 217.569 | 244.198 | 246.285 | 272.001 | 446.324 | 314.175 | 89.279 | |
17 | Megaprojecten Verkeer en Vervoer | Ontvangsten | 75.742 | 49.020 | 43.869 | 57.075 | 57.708 | 62.929 | 36.569 | |
17.09 | Ontvangsten | 75.742 | 49.020 | 43.869 | 57.075 | 57.708 | 62.929 | 36.569 |
2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2035 | 2021-2035 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
17 | Megaprojecten Verkeer en Vervoer | Uitgaven | 484.473 | 574.410 | 401.759 | 487.864 | 73.481 | 60.766 | 6.278.102 | |
17.03 | Hogesnelheidslijn-Zuid | 453 | ||||||||
17.06 | Project Mainportontwikkeling Rotterdam | 669 | 669 | 669 | 669 | 54.712 | 67.139 | |||
17.07 | ERTMS | 185.059 | 244.164 | 278.483 | 339.255 | 5.527 | 47.524 | 2.276.726 | ||
17.08 | Zuidasdok | 98.232 | 104.463 | 56.080 | 12.462 | 1.243.509 | ||||
17.10 | Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | 200.513 | 225.114 | 66.527 | 135.478 | 13.242 | 13.242 | 2.690.275 | ||
17 | Megaprojecten Verkeer en Vervoer | Ontvangsten | 72.375 | 455.287 | ||||||
17.09 | Ontvangsten | 72.375 | 455.287 |
17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid
Motivering
De HSL-Zuid corridor is een 125 kilometer lange, tweesporige hogesnelheidsspoorlijn tussen Amsterdam en de Belgische grens bij Breda die exclusief bestemd is voor het personenvervoer. De HSL-Zuid corridor kan ruwweg opgedeeld worden in enerzijds de nieuw aangelegde hogesnelheidsinfrastructuur tussen Hoofddorp en Rotterdam, tussen Barendrecht en de Belgische grens en de aftakking naar Breda en anderzijds het bestaande conventionele spoor tussen Amsterdam en Hoofddorp en tussen Rotterdam en Barendrecht. Op de HSL-Zuid zijn op de delen met hogesnelheidsinfrastructuur ERTMS en 25kV in bedrijf. De bovenbouw van de hogesnelheidsinfrastructuur is in 2006 en 2007 opgeleverd. Het traject tussen Amsterdam en Rotterdam is per 7 september 2009 officieel in gebruik genomen, het traject tussen Rotterdam en Antwerpen per 13 december 2009 en de aftakkingen naar Breda per 3 april 2011 en 9 april 2018. Naar aanleiding van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fyra (Kamerstukken II 2015–2016, 33 678, nr. 16) zet het kabinet in op een betere benutting van de HSL-Zuid met kortere reistijd voor de reizigers en een betrouwbare dienstverlening. In 2018 is met de introductie van de IC Amsterdam-Brussel en de Eurostar over de HSL, het alternatieve aanbod zoals overeengekomen na de Fyra gerealiseerd.
Eindevaluatie grootprojectstatus
Op 30 januari 2020 is de eindevaluatie van de grootprojectstatus HSL-Zuid aangeboden aan de Tweede Kamer. De door de Kamer ingediende schriftelijke vragen over de eindevaluatie zijn op 8 april 2020 beantwoord. Naar aanleiding hiervan heeft de Kamer verzocht om haar op basis van aanvullend onderzoek te informeren over in welke mate de oorspronkelijke maatschappelijke doelstellingen van de aanleg van de HSL-Zuid – te weten (a) de versterking van de economische ontwikkelingen van zowel Nederland als de Randstad en (b) treinverkeer als vervanging voor auto- en vliegverkeer (substitutie) – zijn verwezenlijkt. De aanvullende kwalitatieve evaluatie van deze doelstellingen is in de zomer van 2021 uitgevoerd en wordt aangeboden aan de Kamer.
Producten
De bouwwerkzaamheden aan het tracé zijn gereed. De infrastructuur wordt onderhouden door het consortium Infraspeed (zie artikel 13.04), inclusief het oplossen van geconstateerde gebreken in de onderbouw zoals zettingsproblematiek. Het Maatregelenpakket HSL-Zuid (verbeter- en geluidsmaatregelen) is een zelfstandig MIRT-project en wordt verantwoord op artikel 13.03. De afhandeling van de resterende (geluid)schades vindt plaats in de periode 2021-2025 en wordt gedaan door het Schadevergoedingsschap HSL-Zuid/A16/A4. De uitgaven van het Schadevergoedingsschap worden verantwoord op de begroting Hoofdstuk XII, artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor, evenals de nog uit te voeren Milieu Effect Rapportage (MER)-evaluatie nadat de geluidsmaatregelen zijn afgerond.
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | later | huidig | vorig |
HSL-Zuid (MF 17.03.01) | 6.138 | 6.137 | 6.137 | 1 | 2009 | 2009 | ||||||
HSL-Zuid hoofdwegen (MF 17.03.03) | 1.012 | 1.012 | 1.012 | |||||||||
HSL-Zuid hoofdwegen (MF 17.03.02) | 115 | 115 | 115 | |||||||||
Totaal | 7.265 | 7.264 | 7.264 | 1 |
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam
Motivering
Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft een tweeledige doelstelling:
– het versterken van de positie van de mainport Rotterdam, en
– het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond.
In drie deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Dat zijn: Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) (uitgevoerd door de gemeente Rotterdam), 750 hectare natuur- en recreatiegebied (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en Landaanwinning (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)). In samenhang met de Landaanwinning dient voldoende natuurcompensatie te worden gerealiseerd.
IenW beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn belegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarmee RWS is belast met de uitvoering. LNV is het aan te spreken ministerie voor de 750 hectare, IenW voor de landaanwinning en BZK voor BRG.
IenW is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten (Kamerstukken II 2006–2007, 30 351, nr. 3) aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de Minister van IenW verantwoordelijk voor de overall-projectbeheersing. De projectbeheersing is zodanig ingericht dat zij adequaat kan rapporteren over de processen die leiden tot de realisatie van de deelprojecten en sturing kan geven aan de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder haar verantwoordelijkheid valt. De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer heeft op voorstel van de minister (Kamerstukken II 2015–2016, 24 691, nr. 125), vanwege de fase waarin PMR zich bevindt, ingestemd met een eenvoudiger governance structuur en ermee ingestemd dat de voortgangsrapportage voortaan bestaat uit toezending van de jaarlijkse monitorinformatie van de Tafel van Borging (de zogenoemde Integrale rapportage Visie en Vertrouwen). De laatste reguliere Voortgangsrapportage betreft de veertiende Voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2015–2016, 24 691, nr. 123/124).
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer heeft op 25 september 2018 in een brief aan de minister van IenW aangegeven de procedure te zijn gestart die zal leiden tot de beëindiging van de grootprojectstatus. De commissie heeft daarin de minister van IenW verzocht een eindevaluatie op te stellen, zoals bedoeld in artikel 15 van de Regeling Grote Projecten. Deze eindevaluatie is Q2 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden. De Tweede Kamer heeft vervolgens in Q3 2021 ingestemd met het beëindigen van de grootprojectstatus, waarop de Commissie IenW tegelijkertijd heeft verzocht om jaarlijks geïnformeerd te worden over de resterende aandachtspunten van PMR.
Producten
In 2006 heeft het parlement de herstelde PKB PMR vastgesteld en ingestemd met het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De PKB PMR (deel 4: de definitieve tekst na parlementaire instemming) is uitgebracht (Staatscourant nr. 247, 2006). De eerste fase van het deelproject landaanwinning is gereed, de tweede fase is gestart, de natuurcompensatie is aangelegd en wordt gemonitord en van het BRG-programma is meer dan de helft van de projecten uitgevoerd. Van het deelproject 750 hectare zijn onderdelen Schiezone en Vlinderstreek vrijwel gereed, het onderdeel Buytenland van Rhoon is in uitvoering nadat het nieuwe streefbeeld in 2018 is vastgesteld.
De volgende producten worden onderscheiden:
– Uitvoeringsorganisatie: betreft de kosten die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing;
– 750 hectare Natuur- en recreatiegebied: betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden. De deelbijdrage van IenW is in 2006 volledig betaald aan de Stichting Nationaal Groenfonds;
– Groene Verbinding: betreft de kosten voor een verbinding tussen Midden-IJsselmonde en het stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een gemaximeerde IenW-bijdrage;
– BRG: dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren;
– Natuurcompensatie: betreft de aanleg van de Duincompensatie Delfland (Spanjaards Duin), welke nog de nodige tijd nodig heeft om te ontwikkeling, en het Monitorings- en Evaluatieprogramma. Betreft tevens de natuurcompensatie in de Voordelta, waarover momenteel een dialoog plaatsvindt tussen de PMR-partijen en de meest betrokken omgevingspartijen (natuur- en milieuorganisaties en visserij) om tot adequate natuurcompensatiemaatregelen te komen. Voorts zijn uit dit budget de Stimuleringsregelingen recreatie en toerisme en visserij en wordt de planschade/ nadeelcompensatie gefinancierd;
– Landaanwinning: betreft de vaste bijdrage van de rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour;
– Btw Buitencontour: betreft de niet-compensabele btw over de buitencontour naar rato van de overheidsbijdrage;
– Onvoorzien: dient onder voorwaarden ter bekostiging van onvoorziene uitgaven aan PMR. Als gevolg van de verbreding van het Breeddiep is een aanvulling op de uitwerkingsovereenkomst met het Havenbedrijf Rotterdam afgesloten. Dit was reeds als scopewijziging aangekondigd in de 13e Voortgangsrapportage PMR (Kamerstukken II 2014–2015, 24 691, nr. 121 en Kamerstukken II 2014–2015, 24 691, nr. 122). De dekking van de bijdrage van IenW wordt gevonden in de Post Onvoorzien.
– Voor de verdieping van de Nieuwe Waterweg als concurrentieversterkende maatregel voor de mainport Rotterdam heeft IenW € 35 miljoen beschikbaar gesteld (Kamerstukken II 2015–2016, 34 003, nr. 25). De dekking van de bijdrage van IenW is gevonden in de post onvoorzien. Wegens opgetreden projectrisico’s (zoals aangetroffen kabels en leidingen en extra baggerinspanningen) is de post onvoorzien verder aangesproken, zodat de verdieping in totaal € 44 miljoen heeft gekost. Met het Havenbedrijf Rotterdam is een addendum op de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Landaanwinning PMR overeengekomen.
Project Mainportontwikkeling Rotterdam
– 2009 Procedures met betrekking tot landaanwinning en natuurcompensatie afgerond;
– 2010 Uitvoering Duincompensatie Delfland gereed;
– 2011 Eerste terreinuitgifte Maasvlakte II;
– 2011 Afronding procedure bestemmingsplanprocedures 750 hectare;
– 2012 Bestemmingsplannen 750 hectareonherroepelijk;
– 2013 Landaanwinning eerste fase gereed;
– 2014 Groene Verbinding opgeleverd en in gebruik genomen;
– 2014 Laatste infrastructurele projecten voor aansluiting Maasvlakte II op Maasvlakte I gereed;
– 2015 Officiële opening eerste terminal Maasvlakte II;
– 2016 De verbreding van het Breeddiep is toegevoegd aan het project en gerealiseerd;
– 2018 De verdieping van de Nieuwe Waterweg is toegevoegd aan het project;
– 2018 Deelproject 750 hectare natuur- en recreatieterrein: nieuw streefbeeld onderdeel Buytenland van Rhoon (650 ha) gereed;
– 2019 Verdieping van de Nieuwe Waterweg gereed;
– 2020 Eindevaluatie PMR volgens Regeling Grote Projecten naar Tweede Kamer;
– 2022 Deelprojecten BRG en 750 hectare natuur- en recreatieterrein, onderdelen Vlinderstrik en Schiezone afgerond;
– 2026 Deelproject 750 hectare natuur- en recreatieterrein, onderdeel Buytenland van Rhoon (650 ha) afgerond;
– Voor 2040 Terreinen Tweede Maasvlakte volledig uitgegeven.
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | later | huidig | vorig |
Project Mainportontwikkeling Rotterdam | ||||||||||||
Uitvoeringsorganisatie | 20 | 20 | 18 | 1 | nnb | nnb | ||||||
750 ha | 30 | 30 | 30 | nnb | nnb | |||||||
Groene verbinding | 31 | 31 | 31 | 2011 | 2011 | |||||||
Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) | 2021 | 2021 | ||||||||||
Landaanwinning | ||||||||||||
Voorfinanciering FES monitoringsprogramma | 2007 | 2007 | ||||||||||
Voorfinanciering FES natuurcompensatie | 104 | 103 | 95 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 6 | nnb | nnb |
Landaanwinning | 742 | 742 | 742 | 2013 | 2013 | |||||||
BTW Buitencontour | 138 | 138 | 138 | 2013 | 2013 | |||||||
Onvoorzien | 101 | 100 | 46 | 4 | 52 | nnb | nnb | |||||
Afrondingsverschillen | 2 | 1 | ||||||||||
Programma | 1.168 | 1.165 | 1.100 | 5 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 59 | ||
Begroting (MF 17.06) | 1.168 | 1.165 | 1.100 | 5 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 59 |
17.07 European Rail Traffic Management System (ERTMS)
Motivering
De Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040 (Kamerstukken II 202/21, 23645, nr. 746) zet erop in lange termijn keuzes voor het OV met bijdragen aan wonen, werken en recreëren in een duurzaam en welvarend Nederland te realiseren. Het digitaliseren van het treinbeveiligingssysteem is een van de bouwstenen om de doelen van Toekomstbeeld OV te bereiken. Het vervangen van het analoge huidige systeem, dat stamt uit de jaren ’50-60, door de digitale Europese standaard wordt vormgegeven binnen het groot project ERTMS. Deze vervanging sluit aan bij het algemene uitgangspunt om prioriteit te geven aan de instandhouding van het bestaande netwerk. Met deze beslissing wordt ook invulling gegeven aan Europese afspraken over de aanleg van ERTMS op de belangrijkste nationale en internationale verbindingen (TEN-T kernnetwerk). Daarnaast biedt ERTMS meer mogelijkheden dan de huidige treinbeveiliging, zoals meer veiligheid, de mogelijkheid om meer treinen te laten rijden, en op termijn automatisch rijden.
Producten
Op 17 mei 2019 heeft het Kabinet de programmabeslissing ERTMS (Kamerstukken II 2018/19, 33652, n2. 65) genomen en besloten het huidige treinbeveiligingssysteem landelijk te vervangen door ERTMS. Tot en met 2030 worden door ProRail en vervoerders tientallen werkprocessen aangepast om treinen te kunnen laten rijden, circa 1.300 treinen en locomotieven omgebouwd of opgewaardeerd naar ERTMS en ten minste 15.000 gebruikers opgeleid. Ook zal het systeem en de operatie worden beproefd en uiteindelijk 345 km spoor op zeven baanvakken van ERTMS voorzien. Het Kabinet heeft in 2019 tevens besloten structureel middelen te reserveren voor de uitrol van ERTMS in de rest van Nederland in de periode 2030-2050. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op artikelonderdeel 20.03.
In 2022 zal ProRail de aanbesteding voor het ERTMS-systeem voor de infrastructuur gunnen. Ook voor NS, Arriva en goederenvervoerders lopen er aanbestedingstrajecten. Bij ProRail en de vervoerders worden de bedrijfsvoering en de centrale ICT-systemen voorbereid op de komst van ERTMS. Tevens zal de besluitvorming rondom het toevoegen van de noordelijke lijnen aan de scope van het Programma ERTMS worden afgerond (Kamerstukken II 2020/21, 33562, nr. 80).
Het programma ERTMS is door de Kamer aangewezen als Groot Project. De Kamer wordt daarom twee keer per jaar door middel van een voortgangsrapportage geïnformeerd. De laatste voortgangsrapportage van de staatssecretaris van IenW betreft de veertiende voortgangsrapportage (Kamerstukken II 20/21, 652, nr. 79).
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | later | huidig | vorig |
ERTMS | ||||||||||||
Aanleg | 2.426 | 2.375 | 159 | 115 | 154 | 156 | 173 | 280 | 262 | 1.127 | divers | divers |
Planning en studies | 96 | 95 | 87 | 2 | 2 | 3 | divers | divers | ||||
Programma | 2.521 | 2.470 | 246 | 117 | 156 | 156 | 173 | 280 | 262 | 1.131 | ||
Afrekening voorschotten | 22 | 20 | 20 | 2 | ||||||||
Begroting (MF 17.07.01) | 2.543 | 2.490 | 266 | 103 | 146 | 73 | 10 | 229 | 263 | 1.452 | ||
Overprogrammering (-) | ‒ 16 | ‒ 10 | ‒ 82 | ‒ 163 | ‒ 51 | 1 | 322 |
17.08 Zuidasdok
Motivering
De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer-Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en ov-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam-Zuid toe. De vergroting en kwalitatieve opwaardering van de stations capaciteit is nodig om de groeiende reizigersstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP-kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de ov-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. Een investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie. In de Kamerbrief van 30 april 2021 is de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van Zuidasdok (Kamerstukken 2020-2021, 32 668, nr. 17).
Producten
– Programmaorganisatie en voorbereiding (inclusief A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel, artikel 12.03.01 op het Mobiliteitsfonds);
– Uitbreiding van de ov-terminal (regionaal ov en ketenmobiliteit);
– Tunnel en uitbreiding van de wegcapaciteit A10-zuid;
– Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. Naast een verhoging van het projectbudget met toegekende prijsbijstelling is het budget verhoogd met € 0,5 miljoen ter dekking van gemaakte meerkosten bij RWS door COVID-19. Bij Voorjaarsnota 2021 zijn hiervoor generale middelen toegevoegd aan artikel 11.03, bij de Ontwerpbegroting zijn de middelen toegevoegd aan de diverse projecten.
Overzicht van de bijdragen
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de financiering van het project. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds en achteraf zal inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).
Tabel 50 Overzicht van de bijdragen (bedragen x € 1 miljoen) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Totaal | t/m 2020 | 2.021 | 2.022 | 2023 | 2.024 | 2.025 | 2.026 | later |
Bijdragen Rijk | 1125 | 315 | 14 | 43 | 89 | 82 | 56 | 71 | 455 |
Bijdrage gemeente Amsterdam | 231 | 59 | 14 | 12 | 25 | 33 | 33 | 36 | 20 |
Bijdrage Vervoersregio Amsterdam | 174 | 44 | 11 | 9 | 19 | 24 | 25 | 27 | 16 |
Bijdrage Provincie Noord Holland | 86 | 28 | 29 | 29 | |||||
EU-ontvangsten | 3 | 3 | |||||||
Bijdrage derden | 105 | 32 | 73 | ||||||
Programma | 1723 | 481 | 68 | 92 | 133 | 139 | 113 | 134 | 564 |
Begroting (IF 17.08) | 1.723 | 481 | 68 | 92 | 132,554 | 139 | 113,344 | 134 | 564 |
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | later | huidig | vorig |
Zuidasdok | ||||||||||||
Generieke en ruimtelijke inrichting | 87 | 87 | 78 | 7 | 2 | 1 | ||||||
Projectorganisatie en voorbereiding | 287 | 285 | 167 | 27 | 29 | 32 | 29 | 1 | 3 | |||
Tunnel en A10 | 945 | 925 | 103 | 2 | 7 | 40 | 55 | 69 | 115 | 554 | ||
OVT incl. keerspoor | 405 | 395 | 133 | 32 | 54 | 61 | 54 | 45 | 18 | 8 | ||
Afrondingen | ||||||||||||
Programma | 1.724 | 1.692 | 481 | 68 | 92 | 133 | 139 | 113 | 134 | 564 | 2032- 2036 | 2032- 2036 |
Begroting (MF 17.08) | 1.724 | 1.692 | 481 | 68 | 92 | 133 | 139 | 113 | 134 |
17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Motivering
Vanaf 2018 heeft het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer de status van groot project. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven van PHS verantwoord. De basisrapportage, die voortvloeit uit de status van groot project, is in april 2019 naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2018-2019, 32 404, nr. 92). Sindsdien zijn er halfjaarrapportages naar de Kamer gestuurd, de laatste betreft de tweede helft van 2021 (VGR 2020-2).
Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Ook het spoorgoederenvervoer neemt toe. Dat vraagt om een aanpak om meer capaciteit te bieden en een hoogwaardig spoorvervoer mogelijk te maken. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) heeft tot doel op de drukste trajecten in het land te komen tot hoogfrequent spoorvervoer en een toekomst vaste routering van het goederenvervoer met zo intensief mogelijk gebruik van de Betuweroute. Er gaan meer treinen rijden in de drukste delen van het land en er komt extra ruimte voor goederenvervoer op het spoor naast maatregelen om het gebruik van de Betuweroute nog extra te stimuleren.
Het gaat om de volgende corridors en frequenties:
– Alkmaar-Amsterdam (6 intercity’s en 6 sprinters);
– Amsterdam-Utrecht-Eindhoven (6 intercity’s op de corridor en 6 sprinters tussen Utrecht en Geldermalsen);
– Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen (6 intercity’s op de corridor en 4 sprinters tussen Breukelen en Driebergen-Zeist);
– Den Haag-Rotterdam-Breda (8 intercity’s en 6 sprinters tussen Den Haag en Rotterdam en 4 intercity’s tussen Rotterdam en Breda);
– Breda-Eindhoven (4 intercity’s en 4 sprinters Breda-Tilburg);
– Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) Schiphol-Amsterdam Zuid-Almere-Lelystad (4 intercity’s en 4 sneltreinen tussen Flevoland, via Amsterdam Zuid, en Schiphol, 4 intercity’s tussen Schiphol, via Amsterdam Zuid, en Hilversum, 6 sprinters tussen Almere en Amsterdam Centraal, 4 sprinters tussen Hilversum/Gooi en Amsterdam Centraal);
– Goederenroutering Zuid-Nederland.
Het PHS-programma en de diverse projecten die hier onderdeel van uit maken moeten de gewenste treinaantallen mogelijk maken in combinatie met een zo goed mogelijke dienstregeling (goede verdeling van de treinen over het uur, goede aansluitingen, combinatie met goederenvervoer e.d.). Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat de PHS-corridors onderdeel vormen van een samenhangend spoorwegnet en treindienstregeling, waarbij er vele afhankelijkheden bestaan en er in de loop der tijd rekening moet worden gehouden met nieuwe inzichten en ontwikkelingen. De uiteindelijke dienstregeling wordt conform de vervoerconcessie van IenW aan NS opgesteld door NS. NS stelt deze vast op basis van de daadwerkelijk beschikbare infrastructuur, de daadwerkelijk marktvraag per traject, overleg met betrokken overheden en consumentenorganisaties. De scope, planning en financiële stand van zaken (peildatum eind 2018) zijn opgenomen in de basisrapportage PHS; deze dient als referentie voor de opeenvolgende voortgangsrapportages over PHS die elk half jaar verschijnen.
Producten
Op 4 juni 2010 (Kamerstukken II 2009-2010, 32 404, nr. 1) heeft het kabinet een voorkeursbeslissing genomen over PHS. Sinds begin 2011 loopt de planuitwerking. PHS is een samenhangend en langlopend programma en wordt stap voor stap gerealiseerd. Fasegewijs zullen de frequenties worden verhoogd, als de benodigde infrastructuur dat mogelijk maakt.
Inmiddels is een aantal projecten uitgevoerd en gaat PHS steeds verder in realisatie en worden onderdelen vastgelegd in subsidiebeschikkingen. In het MIRT overzicht is per onderdeel in realisatie een MIRT-blad opgenomen en is de voortgang van de diverse PHS onderdelen aangegeven. Elk halfjaar wordt in de opeenvolgende voortgangsrapportages PHS de inhoudelijke en financiële voortgang van PHS en de diverse corridors aangegeven.
In de laatste VGR2020-2 is aangegeven dat het PHS-programma in volle uitvoering is en tot circa 80% van het budget in 2021 is verplicht. Ook is duidelijk geworden dat een aantal belangrijke onderdelen eerst rond 2029-2030 gereed zullen zijn.
Eind 2021 (dienstregeling 2022) zal de tienminutentrein tussen Arnhem-Utrecht-Schiphol-Den Haag-Rotterdam gaan rijden.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. Planning en studies PHS: Bij het BO MIRT in het najaar 2020 zijn afspraken gemaakt met de regio over integrale aanpak van de HUB-functie en transferproblematiek bij station Den Bosch in een op te starten MIRT-verkenning. Vanuit PHS is hiervoor € 40 miljoen beschikbaar gesteld, waarmee transfermaatregelen binnen PHS vervallen. Deze gelden zijn overgeboekt naar artikelonderdeel 11.01 Verkenningen. Daarnaast is voor de realisatie van de scope van Overwegen Gilze en Rijen € 4,3 miljoen overgeboekt naar het Overwegenprogramma, is € 1,3 miljoen overgeboekt naar het programma beheer en onderhoud vanwege areaalgroei (Amsterdam Sloterdijk en Perronverlenging Bunnik-Rhenen) en € 1,0 miljoen voor het 24/7 bereikbaar moeten zijn van de VL-post ten behoeve van PHS Amsterdam. In verband met de faseovergang van planuitwerking naar realisatiefase van het project Nijmegen west-entree is € 9,8 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma.
Vanuit het programma Behandelen en Opstellen is behoefte aan extra opstelcapaciteit in de regio. Deze uitbreiding wordt meegenomen in de uitwerking van PHS Nijmegen. Om die reden is de hiervoor gereserveerde € 6,2 miljoen toegevoegd aan PHS budget.
In mei 2021 is een Bestuursovereenkomst getekend tussen het rijk, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Vught over de realisatie van de verdiepte spoorligging in Vught. In deze Bestuursovereenkomst is onder meer afgesproken dat de 3 financiers hun financiële bijdragen voor de realisatie rechtstreeks overmaken naar ProRail. Binnen het projectbudget PHS was echter rekening gehouden met de bijdragen van de provincie en de gemeente. Om die reden is zowel de ontvangst- als de uitgavenbegroting verlaagd met € 130,6 miljoen.
De integrale aanpak van emplacement Venlo is voorzien als onderdeel van Toekomstvast spoor Zuid Nederland. De opgave voor € 740 miljoen opstelruimte op Venlo wordt overgedragen vanuit PHS naar het programma Toekomstvast spoor Zuid Nederland inclusief het hiervoor binnen PHS gereserveerde budget van € 24,6 miljoen.
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | later | huidig | vorig |
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | ||||||||||||
Aanleg | 2.768 | 2.720 | 1.225 | 199 | 225 | 165 | 113 | 154 | 213 | 475 | ||
PHS: Doorstroomstation Utrecht | 256 | 256 | 252 | 1 | 1 | 1 | 2017 | 2017 | ||||
PHS: Spooromgeving Geldermalsen | 141 | 140 | 98 | 24 | 1 | 17 | 2021 | 2021 | ||||
PHS: Meteren - Boxtel | 264 | 259 | 27 | 18 | 16 | 20 | 20 | 27 | 32 | 102 | 2028- 2029 | 2028- 2029 |
PHS: Rijswijk - Rotterdam | 364 | 356 | 96 | 54 | 64 | 36 | 19 | 10 | 42 | 42 | 2023- 2025 | 2023- 2025 |
PHS Ede | 53 | 52 | 5 | 5 | 19 | 8 | 7 | 4 | 4 | 2 | 2024 | 2021 |
PHS Amsterdam | 829 | 809 | 40 | 47 | 79 | 53 | 46 | 106 | 130 | 328 | 2030- 2032 | |
OV-SAAL korte termijn | 630 | 630 | 630 | 2016 | 2016 | |||||||
OV-SAAL middellange termijn | 48 | 48 | 40 | 5 | 3 | 2026- 2028 | 2026-2028 | |||||
PHS maatregelen TEV | 26 | 25 | 1 | 18 | 4 | 3 | divers | |||||
PHS Alkmaar-Amsterdam | 10 | 10 | 5 | 5 | 2027/ 2028 | |||||||
PHS Nijmegen en West-entree | 10 | 1 | 8 | 1 | 2027 | |||||||
PHS: Overige maatregelen (projecten < € 50 miljoen) | 137 | 135 | 35 | 20 | 24 | 26 | 21 | 7 | 5 | divers | divers | |
Afrondingen | ||||||||||||
Planning en studies | 1.412 | 1.587 | ||||||||||
Corridor Alkmaar-Amsterdam | ||||||||||||
Corridor Amsterdam-Utrecht-Eindhoven | ||||||||||||
Corridor Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen | ||||||||||||
Corridor Breda-Eindhoven | ||||||||||||
Corridor Den Haag– Rotterdam | ||||||||||||
Corridor OV SAAL middellange termijn | ||||||||||||
Routering goederenvervoer Zuid-Nederland | ||||||||||||
Overige (planstudiekosten) | ||||||||||||
Afrondingen | ||||||||||||
Programma | 4.180 | 4.307 | 1.225 | 199 | 225 | 165 | 113 | 154 | 213 | 475 | ||
Afrekening voorschotten | 48 | 37 | 37 | 11 | ||||||||
Begroting (MF 17.10) | 4.228 | 4.344 | 1.262 | 210 | 225 | 165 | 113 | 154 | 213 | 475 | ||
Overprogrammering (-) | ‒ 29 | ‒ 59 | ‒ 96 | 45 | ‒ 73 | 22 | 191 |
17.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord en de afrekeningen van voorschotten op de subsidies aan ProRail.