Inleiding
In de beleidsagenda gaan we in op de kernthema’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). In deze paragraaf benoemen we onze prioriteiten voor 2024, volgend uit het Coalitieakkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst, zoals dat in 2022 door het huidige demissionaire kabinet is overeengekomen.
We leven in een tijd van transitie, van transformatie, van technologische versnelling en van crisis en onzekerheden. Onzekerheid over oorlog, over geopolitieke verhoudingen, over het klimaat, ons milieu en over onze soevereiniteit. Het ervaren van onzekerheid / onveiligheid heeft effect op de brede welvaart. Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instituties zijn een essentieel element voor toename en behoud van die welvaart. Het vertrouwen in instituties staat al enige tijd onder druk maar is in EU-perspectief in Nederland relatief hoog: 61,3% van de bevolking van 15+ heeft (heel veel of tamelijk veel) vertrouwen. Meer specifiek kijkend naar politie en de rechterlijke macht zien wij dat het vertrouwen 77% respectievelijk 76,6% bedroeg en dat de middellange termijntrend tussen 2015 en 2022 opwaarts is geweest.1 Toenemende onzekerheden en risico’s kunnen dit vertrouwen onder druk zetten.
Daarom zetten we ook komend jaar in op een sterke rechtsstaat – ook als het gaat om de online wereld. Veel nadruk zal liggen op een stevige aanpak van cybercriminaliteit en een goede toegang tot het recht voor iedereen, ook voor nieuwkomers. We zetten in op een migratieagenda die zowel beheersbaar als rechtvaardig en uitvoerbaar is. Ook dit is van belang voor onze brede welvaart hier en nu, elders en later. Hoewel Nederland binnen de EU in 2020 relatief gunstig afsteekt met een positief oordeel van 38% van de bevolking van 15+, is dit een duidelijke minderheid. Als gevolg van knelpunten in de migratieketen bestaat het risico dat het draagvlak voor migranten aan verdere erosie onderhevig is. Dit vergt onze blijvende aandacht.
Zeker zo prominent gaat onze aandacht uit naar de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit, evenals van radicalisering, terrorisme en gewelddadig extremisme. Ook blijven we inzetten op de politie, zodat deze is toegerust voor de uitdagingen van de toekomst. We staan voor nationale veiligheid en doen er alles aan om slachtofferschap te voorkomen en (digitale) slachtoffers te beschermen. Daarbij hebben we specifieke aandacht voor jeugdigen.
Evenals vorig jaar passen onze prioriteiten voor het komende begrotingsjaar in een meerjarig beleid, gericht op een vitale rechtsstaat en een effectief en menswaardig migratiebeleid.
2.1.1 Sterke rechtsstaat
De rechtsstaat beschermt mensen tegen een almachtige overheid en kwaadwillende medemensen, en voorziet in vreedzame conflictbeslechting. De rechtsstaat houdt de samenleving bijeen. Nederland heeft een sterke rechtsstaat. Het is dan ook één van de minst corrupte landen ter wereld2. Het behoud van onze sterke, democratische rechtsstaat is dan ook onze eerste prioriteit. Daarom versterken we de keten, zetten we in op digitalisering en hebben alle aandacht voor onze burgers in toegang tot het recht en slachtofferschap.
Een versterkte justitiële keten
In 2024 zetten we in op het op orde te brengen van de capaciteit in de strafrechtketen, op het aanpakken van (logistieke) knelpunten daarin, op het terugdringen van zaak-voorraden en het verbeteren van de doorlooptijden. We doen dit mede in het licht van de in 2023 verschenen uitkomsten van de desbetreffende parlementaire verkenning. We zetten hiervoor o.a. het programma Tijdige rechtspraak in, evenals het Bestuurlijk Ketenberaad op de voorraden en doorlooptijden.
Ook dit jaar werken we verder aan diverse wetsvoorstellen die met elkaar het nieuwe Wetboek van Strafvordering vormen. De implementatie hiervan vergt een grote inspanning van de strafrechtketen. Het vergt het aanpassen van digitale systemen, het opnieuw inrichten van werkprocessen en het opleiden van professionals in de keten. De betrokken organisaties werken de komende jaren door aan de in 2023 gestarte voorbereidingen voor de implementatie.
We treffen de laatste voorbereidingen om het wetsvoorstel seksuele misdrijven in 2024 in werking te laten treden. Het wetgevingstraject ronden we af en het implementatietraject, dat JenV coördineert, zetten we voort. Hierbij monitoren we o.a. de capaciteit binnen de zedenteams van politie en het Openbaar Ministerie (OM). Politie en OM leiden zedenrechercheurs en -officieren van justitie op. Daarvoor gebruiken zij de middelen uit het coalitieakkoord en de Hermans-gelden.
Een sterke ‘digitale rechtsstaat’
Europese en geopolitieke ontwikkelingen zijn uiterst belangrijk voor de opbouw en het behoud van een sterke digitale rechtsstaat. In 2024 verwachten we dat een aantal Europese verordeningen en richtlijnen op het gebied van digitalisering van kracht worden die van grote betekenis zijn voor ons rechtsbestel. Met name de eJustice Verordening, de AI Verordening en wijziging van de eIDAS Verordening zorgen voor verplichtingen voor organisaties binnen ons rechtsbestel.
Ook in 2024 evalueren we of het juridisch kader nog past bij nieuwe technologieën en digitale ontwikkelingen en of het nodig is aanvullend te reguleren of bestaande normen te verhelderen. We zijn betrokken bij onderhandelingen over nieuwe EU Tech laws, zoals de AI-verordening. Rechts- en gegevensbescherming nemen we hierin mee als twee belangrijke pijlers van een democratische rechtsstaat. Daarnaast initiëren we een strategische visie op internationale gegevensstromen en gegevensuitwisseling mét aandacht voor de invloed van toenemende globalisering op rechts- en gegevensbescherming.
In 2024 ligt er een breed gedragen Nederlandse visie op het gegevensbeschermingsrecht. Dit in aanloop naar de tweede evaluatie van de AVG. Daarbij hebben we speciaal aandacht voor effectief toezicht, rechten van minderjarigen en technologische ontwikkelingen. Door die visie klaar te hebben zijn Nederlandse standpunten effectief mee te nemen in de plannen van de dan nieuwe Europese Commissie.
Betere toegang tot het recht
‘Toegang tot het recht’ houdt in dat mensen toegang hebben tot informatie, advies, begeleiding, rechtsbijstand en de mogelijkheid van een beslissing door een neutrale instantie. Ook in het digitale tijdperk. Toegang tot het recht is een voorwaarde voor een goed functionerende rechtsstaat. Daarom versterken we de toegang. In 2024 doen we dat onder andere door het verlagen van griffierechten en door het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te vernieuwen. Dit betekent ook het voorkomen van onnodige juridische procedures van de overheid tegen burgers en versterking van de sociale advocatuur. Ook zetten we in op maatschappelijk effectieve rechtspraak, laagdrempelige alternatieve geschillenbeslechting en op herstelrecht. Het echt helpen oplossen van problemen, dat is waar het om gaat.
Belangrijke mijlpaal in de vernieuwing van het stelsel is een metastudie van pilots (WODC). Op basis hiervan borgen we werkzame elementen uit die pilots en implementeren we deze - voor zover hiervoor geen wetswijziging nodig is - in het stelsel. Onze inspanningen richten zich op een stelsel dat laagdrempelig is, vroegtijdig de juiste oplossingen biedt, het vertrouwen van burgers versterkt en de kwaliteit van rechtsbijstand met adequate vergoedingen daarvoor bevordert.
Recht doen aan slachtoffers en slachtofferschap voorkomen
Per 100.000 inwoners hebben 987 personen slachtofferhulp aangeboden gekregen in 2021. Om de rechten van slachtoffers te borgen gaan we door met het uitvoeren van maatregelen uit de Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022-2025. Zo treedt de verschijningsplicht in werking voor de verdachte bij inhoudelijke zittingen. Ter uitvoering van het amendement van Wijngaarden wordt een algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Het doel hiervan is de privacy van slachtoffers in het strafdossier te verbeteren.3 Ook breiden we de categorie slachtoffers van geweld- en zedenmisdrijven uit dat een beroep kan doen op de ongemaximeerde voorschotregeling bij een schadevergoedingsmaatregel in het strafproces.
In 2024 voeren we Samen tegen mensenhandel uit, met als doel: minder slachtoffers. Dat doen we door slachtofferschap te voorkomen, door snel en adequaat slachtoffers te signaleren, door ze uit de situatie te halen en hen zorg en ondersteuning te bieden en door de daders op allerlei manieren te frustreren en zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk aan te pakken.
Ook cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit maken veel slachtoffers.4 Daarom investeert het OM in de aanpak van cybercrime en versterkt het de opsporingscapaciteit in het digitale domein. In de Veiligheidsagenda staat een stapsgewijze verhoging van de opsporingsambitie bij cybercrime. BZK, JenV en EZK trekken samen op om cybercrime te voorkomen door bewustwording bij potentiële slachtoffers te versterken.
2.1.2 Brede aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit
De georganiseerde misdaad heeft zich diep in onze maatschappij geworteld. Op verschillende plekken is dit pijnlijk duidelijk: in onze havens waar drugs wordt gesmokkeld, in het buitengebied waar drugsafval wordt gedumpt en in onze woonwijken waar kinderen worden geronseld voor de drugscriminaliteit. Dit ondermijnt en bedreigt onze samenleving en rechtsstaat. De aanpak van de georganiseerde drugscriminaliteit is daarom één van de topprioriteiten van het huidige kabinet. Deze is de afgelopen jaren verbreed naar een gezamenlijke en samenhangende aanpak. We zetten in op het versterken van de samenhang en samenwerking tussen partners en van initiatieven en samenwerkingsverbanden op regionaal, landelijk en internationaal niveau. Samen met partners zorgen we ervoor dat de aanpak inspeelt op veranderende omstandigheden en nieuwe vormen van ondermijnende criminaliteit. We kijken goed naar de effecten van de aanpak, zodat we waar nodig kunnen bijsturen. We bestrijden de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit door het zoveel mogelijk te voorkomen, te verstoren en te bestraffen. En waar mogelijk bieden we bescherming.
Voorkomen
We voorkomen dat kwetsbare jongeren terechtkomen of verder afglijden in de criminaliteit. We ontwikkelen een domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve en adaptieve aanpak waarvan we kunnen leren. Dit geldt ook voor de resultaten die wij beschikbaar stellen aan partners. We dringen het drugsgebruik en de beschikbaarheid van drugs verder terug. Samen met partners ontwikkelen we een strategische visie op drugsbeleid en zorgen we ervoor dat nieuwe psychoactieve stoffen onder de Opiumwet vallen. We bieden ondernemers weerbaarheidstrainingen aan zodat ze signalen van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit herkennen en weten wat dan te doen.
Verstoren
Financieel gewin is hét motief achter georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Met het crimineel verdiende geld kopen criminelen macht en aanzien, ook in de bovenwereld. Daarom is het belangrijk om criminele verdienmodellen te verstoren. Crimineel geld mag niet worden witgewassen of via ondergronds bankieren de wereld over gaan. We blijven inzetten op het opsporen en vervolgen van criminele netwerken en het ontnemen van vermogen van criminelen. We ontwikkelen manieren om criminele goederen maatschappelijk her te bestemmen en een positieve rol te laten spelen in de maatschappij. Om criminele netwerken en verdienmodellen te bestrijden, gaan we internationaal nog steviger samenwerken. Internationaal werken we ook op logistieke knooppunten samen (bijv. havens Rotterdam en Antwerpen) om de cocaïnesmokkel tegen te gaan en zodoende het crimineel proces te verstoren.
Bestraffen
Drugscriminelen moeten weten dat een krachtig strafrecht tegenover hen staat. Door het strafrecht effectief in te zetten, dringen we de georganiseerde ondermijnende criminaliteit terug. We nemen gelegenheidsstructuren voor criminele netwerken weg, laten de strafmaten van zware drugsdelicten aansluiten bij de ernstige gevolgen ervan en nemen knelpunten weg bij de strafrechtelijke aanpak. In 2024 gaat het wetsvoorstel Ondermijning II in werking en breiden we de aanpak van criminele machtsstructuren verder uit naar uitvoeringsorganisaties. Daarnaast blijven we investeren in uitvoeringskracht: de Dienst Landelijk Recherche breidt uit met specialisten die criminele netwerken ontmantelen en we passen toe wat de Italiaanse anti-maffia aanpak ons leert.
Beschermen
Het extreem gewelddadige optreden van drugscriminelen bedreigt onze democratische rechtsstaat. Daarom zorgen we voor bescherming van personen, objecten en diensten met een rol in de democratische rechtsorde. Essentieel is dat zij hun werk zonder vrees kunnen uitoefenen. Ook versterken we de weerbaarheid van het lokaal bestuur en heeft de aanpak van corruptie onze aandacht. Door samen met partners het misbruik van (publieke) machtsposities voor de ondermijnende, georganiseerde criminaliteit tegen te gaan, beschermen we de rechtstaat.
2.1.3 Migratie, nationaliteit en grenstoezicht
Van veel vormen van migratie gaan gunstige effecten uit. Voor een aantal specifieke vraagstukken en (economische) sectoren is migratie zelfs essentieel. Tegelijk legt migratie extra druk op bijvoorbeeld huisvesting en onderwijs. Voor een goede balans is grip op migratie dan ook noodzakelijk. Het migratiebeleid stoelt op twee pijlers: 1) het verbeteren en versterken van legale migratie, 2) het beperken van irreguliere migratie, bestrijden van overlast en bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf. Zo behouden en versterken we het draagvlak voor migratie in onze samenleving. Vooral bij asielopvang is dat een voorwaarde voor voldoende en goede opvang.
Reguliere migratie, grenzen en nationaliteit
Het beheer van de buitengrenzen versterken we met de implementatie van het Europese raamwerk. Hieronder vallen de Europese Grens- en Kustwachtverordening,5 de Schengenevaluatieverordening en de nieuwe of aangepaste Europese informatiesystemen. Ook de rol van publiek-private samenwerking werken we verder uit. En we blijven ons inzetten voor andere, innovatieve projecten zoals de Digital Travellers Credentials.
Ook versterken we de aanpak van mensensmokkel. Dat doen we o.a. door het operationaliseren van het beleidskader mensensmokkel 2023. Prioriteit blijft het beschermen van de openbare orde en veiligheid in relatie tot vreemdelingen. Dat gebeurt door effectief vreemdelingentoezicht en de aanpak van overlastgevende, criminele en/of onrechtmatig verblijvende vreemdelingen.
We blijven inzetten op kennismigratie en het aantrekken en faciliteren van internationaal talent. Binnen de huidige toelatingsregelingen onderzoeken we hoe innovatieve start-ups en scale-ups verder te ondersteunen. Met het oog op economische veiligheid wegen we fraudegevoeligheid en risico’s van misbruik van die regelingen hierin mee. Ook gaan we kijken naar evaluatie van de implementatie van de herziene kennismigrantenrichtlijn (Europese Blauwe Kaart) die medio november 2023 voltooid moet zijn. Om aan te sluiten op de in 2021 gewijzigde SZW-regelgeving voor inburgering van nieuwkomers in Nederland,6passen we de regelgeving inzake naturalisatie aan.
Instroom, doorstroom, opvang, uitstroom en vertrek
Het is van belang dat er een duurzaam opvanglandschap ontstaat. Medeoverheden en partners binnen de migratieketen leveren grote inspanningen bij de opvang van asielzoekers. Door de realisatie van asielopvang niet afhankelijk te laten zijn van de vrijwillige medewerking van gemeenten, kunnen tekorten worden voorkomen en asielzoekers evenwichtiger worden verdeeld over het land. Dit werken we samen met andere overheden en (keten)partners uit. Maar voor het structureel oplossen van dit vraagstuk is meer nodig. Voor meer bestuurlijk en maatschappelijke draagvlak voor asielopvang zetten we samen met andere departementen in op het wegnemen van knelpunten op het gebied van onderwijs, zorg en huisvesting. Daarnaast wordt steeds ingezet op zowel preventie, als op een harde aanpak van overlast en criminaliteit. Hiertoe geldt de brede inzet zoals uiteengezet aan de Tweede Kamer.7
Daarnaast werken we aan grip op de asielmigratie. Enerzijds door te voorkomen dat we verder gaan dan waartoe het EU recht ons verplicht en Nederland onnodig aantrekkelijker wordt voor asielmigratie dan andere EU-landen. Anderzijds zet Nederland in EU-verband in op het doeltreffend reguleren van asielmigratie vanuit de kernbeginselen van solidariteit en verantwoordelijkheid. Nederland agendeert en bevordert dat de afspraken die de EU maakt voortvarend worden geïmplementeerd. In breder internationaal verband willen we migratiepartnerschappen met voor Nederland relevante herkomst- en transitlanden, gericht op het verminderen van aankomsten in de EU en bevorderen van terugkeer.
Verder pakken we de werkvoorraden in de asielketen aan, zodat asielzoekers die mogen blijven snel met hun integratie kunnen starten. Daar staat tegenover dat asielzoekers die niet mogen blijven, daadwerkelijk terugkeren naar het land van herkomst - bij voorkeur vrijwillig, maar waar nodig gedwongen. Dit op basis van goede samenwerkingsafspraken met herkomstlanden.
Opvang ontheemden uit Oekraïne
Als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari 2022 kwam een grote stroom vluchtelingen naar de EU. Om dit in goede banen te leiden, activeerde de EU voor het eerst de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB). Hiermee hebben ontheemden uit Oekraïne recht op bescherming en opvang. Omdat destijds de capaciteiten van de reguliere systemen ontoereikend waren, richtte Nederland het programma-DG Oekraïense ontheemden op. Helaas lijkt een einde van het conflict voorlopig nog niet in zicht. In het najaar van 2022 heeft de Europese Commissie daarom de duur van de bescherming onder de RTB met een jaar verlengd tot maart 2024. De RTB wordt naar verwachting opnieuw verlengd tot maart 2025. We blijven ons inzetten om samen deze groep ontheemden te blijven opvangen en voorzieningen te bieden. Hierbij verschuift de focus naar het uitvoeren van langetermijnbeleid gericht op het vergroten van participatie en zelfredzaamheid.
Een robuuste keten en financiën
Samen met bestuurlijke partners werken we aan een fundamentele heroriëntatie op de inrichting van de asielketen. Uitgangspunten hierin zijn: stabiliteit, wendbaarheid en sturing. Het doel is een keten die asielzoekers en andere migranten opvangt, zowel humaan, rechtmatig als efficiënt, en die hen beoordeelt en begeleidt naar een leven in Nederland of terugkeer naar het land van herkomst.
Daarnaast werken we aan stabiele financiering van de migratieketen. In 2023 spraken we af om een hogere vaste voorraad bij het COA structureel te financieren. Hiermee kan het COA schommelingen in de opvangcapaciteit beter opvangen. Voor de IND onderzoeken we mogelijkheden tot andere financiering. Ook werken we in 2024 aan nieuwe indicatoren die een beter beeld geven van de activiteiten binnen de migratieketen.
2.1.4 Preventie
Jeugd: preventie door betere bescherming en aanpak criminaliteit
Jaarlijks hebben ongeveer 35.000 kinderen met jeugdbescherming te maken. Met het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming verbeteren en vereenvoudigen we de jeugdbeschermingsketen. Dit om kinderen en gezinnen beter te helpen. In dat kader werken we de regionale Veiligheidsteams verder uit op basis van de uitkomsten van de Adviescommissie Rechtsbescherming. In proeftuinen en regio’s proberen we gericht nieuwe werkwijzen uit en schalen we het aantal proeftuinen op. We implementeren de Hervormingsagenda om de jeugdhulp beter beschikbaar te stellen voor kinderen in de jeugdbescherming. Om de rechtsbescherming van kinderen en ouders te verbeteren, werken we onder andere een voorstel uit om rechtsbescherming structureel te verbeteren bij een jeugdbeschermingsmaatregel. Ook hierbij betrekken we de aanbevelingen van de Adviescommissie Rechtsbescherming.
De professionals in de jeugdbeschermingssector hebben onze aandacht. We zorgen voor een structurele workload-verlaging, o.a. door afspraken met gemeenten en Gecertificeerde Instellingen (GI’s) over een landelijk tarief.8 Om de administratieve lasten te verlichten vereenvoudigen we het normenkader. Bij voorjaarsnota 2023 heeft het kabinet daarom structureel 50 miljoen uitgetrokken voor jeugdbescherming, werkdrukverlaging, kwaliteitsverbetering en rechtsbescherming.
Voor de gedupeerde gezinnen van de toeslagenaffaire die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing (UHP KOT) zetten we de ondersteuningsaanpak voort en borgen we de geleerde lessen van het Ondersteuningsteam in het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Tevens geven we uitvoering aan de Wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT.
Als het gaat om interlandelijke adoptie staan we voor een grote transformatie-opgave en is een wetsvoorstel in voorbereiding waarin het nieuwe, striktere stelsel van interlandelijk adoptie wordt vastgelegd. Een nieuwe Centrale Bemiddelingsorganisatie Interlandelijke adoptie krijgt vorm. In overleg met de vergunninghouders worden de landendossiers overgedragen aan deze nieuwe organisatie en bouwen de huidige vergunninghouders hun werkzaamheden verder af naar eind 2025. Daarnaast zetten we in op het verder doorontwikkelen van het expertisecentrum interlandelijke adoptie en ondersteunen we belangenorganisaties betrokken bij interlandelijke adoptie.
Door in te zetten op een brede domein-overstijgende wijkaanpak voorkomen we dat jongeren afglijden naar criminaliteit of na een overtreding draaideurcriminelen worden. Dit doen we onder andere door vroegtijdig kwetsbaarheden en risico’s te signaleren en in te zetten op bewezen methodes en gedragsinterventies. In het coalitieakkoord heeft het (nu demissionair) kabinet middelen uitgetrokken voor een domein-overstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit; dit om de leefbaarheid en veiligheid te bevorderen en justitiële functies in de wijk te versterken. In het kader van Preventie met gezag ondersteunen we daarom 27 gemeenten bij de uitvoering van hun domein-overstijgende, gebiedsgerichte aanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit. Aanvullend daarop zetten we in op het ondersteunen van (kleinere) gemeenten en gebieden waar de risico’s voor jeugdcriminaliteit meer aanwezig zijn dan elders.
Aanpak personen met verward gedrag
Om ervoor te zorgen dat personen met verward gedrag passende zorg en ondersteuning krijgen en niet onnodig met politie en justitie in aanraking komen, investeren we ook in 2024 in de samenwerking tussen de zorg-, ondersteuning- en veiligheidsdomeinen. We organiseren in alle veiligheidsregio’s een werkconferentie. Daarnaast besluiten we hoe de aanpak van personen met verward gedrag te financieren. Voor de levensloop-aanpak komen we eveneens tot een besluit over de financieringswijze en de uitvoering daarvan. Hiervoor voeren we een uitvoeringstoets uit.
Aanpak in detentie
In de Factsheet Brede welvaart 2023 bij deze begroting is te zien dat in 2020 per 100.000 inwoners 63 personen gedetineerd waren, en dat dit aantal ten opzichte van de meeste andere EU-lidstaten relatief laag is.9
Vanaf dag één van detentie werken we aan re-integratie. Daarom verbeteren we de ketensamenwerking rond re-integratie. Dat doen we door ervoor te zorgen dat medewerkers van DJI, de reclassering en (ook de kleine) gemeenten elkaar beter weten te vinden. Daarnaast vergroten we de kennis van de mogelijkheden tot informatiedeling. De eind 2023 uitgerolde nieuwe werkwijze voor de uitgifte van ID-kaarten aan gedetineerden zetten we in 2024 voort en monitoren deze. Immers: zonder identiteitsbewijs geen goede re-integratie.
Een klein deel van de gedetineerden zoekt continu naar mogelijkheden om ook tijdens detentie criminele activiteiten voort te zetten. Er is een breed gedragen gevoel van ernst en urgentie om dit aan te pakken. Daarom maken we het voor deze specifieke groep mogelijk om de contacten met de buitenwereld vergaand te beperken. Om strengere regels te kunnen opleggen – zoals minder belmomenten en minder bezoekers - passen we wet- en regelgeving aan. We introduceren visueel toezicht op gesprekken tussen hoog risico-gedetineerden en hun advocaat en een maximum van twee advocaten met wie een gedetineerde vertrouwelijk kan communiceren. In 2024 is een extra ontsluitingsweg naar de PI Vught klaar voor de hoog risico transporten van het Bijzonder Ondersteuningsteam. We investeren in de weerbaarheid van medewerkers en intensiveren de internationale samenwerking en kennisdeling. Daarnaast werken we aan een Detentie Intelligence Unit (OM, DJI en politie) voor gezamenlijke analyse en het uitwisselen van data. Georganiseerde criminaliteit moet immers georganiseerd worden bestreden.
Beter straffen
Eind 2022 startte een lange-termijnverkenning naar mogelijkheden om het sanctiestelsel en de sanctietoepassing te verbeteren en verder te ontwikkelen.10 Medio 2023 selecteerden we een aantal maatregelen om meer maatwerk te bieden en beter rekening te houden met de omstandigheden van de gestrafte (zoals behoud van werk of huisvesting). We verwachten daarmee recidive effectiever te voorkomen en re-integratie te verbeteren. In 2024 werken we samen met de ketenpartners de gekozen maatregelen verder uit. Daarbij brengen we in kaart: de eventueel benodigde wijzigingen in wet- en regelgeving, het doenvermogen van burgers, de effectiviteit en de uitvoerbaarheid van de maatregelen en de financiële en operationele impact.
2.1.5 Nationale veiligheid
Dreigingen zijn steeds complexer en meer met elkaar verweven. Daarom publiceerden we de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029. Deze strategie stelt kaders voor het beschermen van de nationale veiligheidsbelangen en geeft de komende zes jaar richting aan onze koers, activiteiten en prioriteiten. Het doel is drieledig:
1. een veilig Koninkrijk in een multipolaire wereld,
2. een weerbare democratie,
3. een veerkrachtige en adaptieve samenleving.
De strategie is onder coördinatie van de NCTV samen met alle departementen, Caribische delen van het Koninkrijk en vertegenwoordigers van Veiligheidsregio’s opgesteld. Uitvoering van de strategie vraagt de inzet van iedereen: niet alleen van overheden, maar ook van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
Crisisbeheersing: naar een robuust en landelijk dekkend stelsel
Recente crises onderstrepen het belang van een robuuste en toekomstbestendige inrichting van de crisisbeheersing en brandweerzorg in Europees en Caribisch Nederland. Het kabinet heeft de contouren opgesteld van één samenhangend landelijk dekkend stelsel. De meerjarige landelijke agenda crisisbeheersing bundelt en richt de gezamenlijke ambities en activiteiten van ministeries, veiligheidsregio’s en andere betrokken publieke en private partners. In dat kader zetten we in 2024 aanzienlijke stappen.11Voor het versterken van de crisisbeheersing hebben we via de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) een budget beschikbaar gesteld, oplopend tot structureel € 83 mln. vanaf 2026.
Cybersecurity, vitale belangen, statelijke dreigingen en economische veiligheid
Nederland is hoogontwikkeld, innovatief en sterk internationaal verbonden. Cybercriminaliteit, (digitale) spionage, ongewenste buitenlandse overnames en investeringen, inmenging, verstoring en sabotage bedreigen onze veiligheid, economie en samenleving. Dit kan ervoor zorgen dat burgers minder vertrouwen hebben in onze digitale infrastructuur en onze rechtsstaat. Die dreiging wordt versterkt door veranderende geopolitieke verhoudingen, technologische ontwikkelingen en de afhankelijkheid en verwevenheid van digitale systemen. Dit brengt grote risico’s met zich mee. Niets doen kan tot grote schade leiden.
We implementeren de Europese richtlijnen die bijdragen aan het versterken van de weerbaarheid van de vitale infrastructuur, van publieke en private organisaties. Als beleidsverantwoordelijk departement coördineert JenV de implementatie, waaronder de inzet door departementen van de hiervoor beschikbare middelen. Concreet betekent dit voor 2024 onder andere:
– Indiening en parlementaire behandeling van de wetsvoorstellen ter implementatie van NIS2-richtlijn en de CER-richtlijn, naast een Europese verplichting ook onderdeel van de in 2023 aangekondigde versterkte aanpak vitaal.
– Voortzetten van integratie van het NCSC, DTC en CSIRT-DSP’s is. Eind 2024 is dit operationeel; er is dan één nationale cybersecurityorganisatie voor alle organisaties in Nederland.
– Het ontwikkelen van een publiek-privaat platform voor wederkerige cybersecurity informatie- en kennisdeling.12
Ook in 2024 doen we er alles aan om ongewenste buitenlandse inmenging tegen te gaan en onze economische veiligheid te versterken. In dit kader ligt het wetsvoorstel uitbreiding strafbaarheid spionage ter behandeling voor in de Tweede Kamer, gericht op inwerkingtreding in 2024. De inzet van het kabinet op economische veiligheid richt zicht vooral op het tegengaan van ongewenste kennis- en technologieoverdracht en het mitigeren van risicovolle strategische afhankelijkheden en het bevorderen van onze economische sterktes in strategische waardeketens (‘promote’-beleid), waarvoor primair het ministerie van EZK verantwoordelijk is. Samen met andere departementen en partners werken we dit jaar ook aan het Rijksbreed responskader.
Bewaken en beveiligen
Wijzigende dreigingsontwikkelingen en analyses van het stelsel13maken een fundamentele vernieuwing van het stelsel noodzakelijk. Het nieuwe stelsel richt zich op personen die ernstig worden bedreigd door terrorisme, statelijke dreigingen, georganiseerde criminaliteit en geradicaliseerde eenlingen. Het fundament onder dit stelsel bestaat uit:
1. eenduidig en gecentraliseerd gezag bij de NCTV onder verantwoordelijkheid van de Minister van JenV,
2. een nieuwe dreigingsanalysefunctie voor het gezag met een betere toegang tot en uitwisseling van informatie,
3. een robuuste en slagkrachtige uitvoering op bewaken en beveiligen,
4. een aangepast wettelijk kader,
5. een onafhankelijk toezichthouder en een onafhankelijk adviesorgaan.
Ook in dit stelsel staat de te beveiligen persoon centraal. In 2024 gaan we verder met acties gericht op de toekomstbestendige inrichting. De verbetertrajecten - die al liepen vóór het besluit om het stelsel te vernieuwen en verbeteren - zetten we verder door (o.a. de versterking van de capaciteit bij Politie en KMar om beveiligingsmaatregelen uit te voeren).14
Radicalisering, terrorisme en gewelddadig extremisme
In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 58 staat dat de terroristische dreiging vanuit het buitenland tegen Europa en Nederland is toegenomen en de extremistische dreiging in Nederland zich verbreedt. Opnieuw wordt de jihadistische beweging genoemd als voornaamste dreiging en blijft een terroristische aanslag vanuit rechts-terroristische hoek voorstelbaar. Daarnaast heeft Nederland in toenemende mate te maken met anti-institutioneel extremisme.
Met dit dreigingsniveau blijft het van cruciaal belang om terroristisch en extremistisch geweld in een zo vroeg mogelijk stadium de kop in te drukken. Nederland heeft daarvoor een stevige en brede aanpak van terrorisme, een hoog niveau van kennis en expertise en beproefde samenwerkingsverbanden. Onze inzet voor 2024 bouwt dan ook voort op voorgaande jaren, waarbij we – aan de hand van de dreiging - doorlopend bezien of het huidige pakket aan maatregelen volstaat of dat aanscherping nodig is. Als kader hiervoor gelden de Nationale Contraterrorismestrategie 2022-2026.
Lokaal, nationaal en internationaal doen we er alles aan om tijdig signalen te onderkennen en aanslagen te voorkomen. We hebben extra aandacht voor de dreiging die uitgaat van potentieel gewelddadige extremistische eenlingen. Dit geldt ook voor het anti-institutioneel extremisme en de verspreiding van complottheorieën van extremistische aard. Het verspreiden van deze theorieën kan afbreuk doen aan het publieke vertrouwen in de democratische instituties, leiden tot polarisatie of aanzetten tot opruiing, bedreigingen of geweld. Daarnaast vraagt het online domein om meer en nieuwe (technologische) oplossingen voor signalering en detectie, en tegen het verspreiden van gewelddadig extremistische en terroristische content.
Ook in 2024 hebben we aandacht voor veilige re-integratie na detentie, in samenhang met de maatregel tot intrekking van het Nederlanderschap na een onherroepelijke veroordeling voor een terroristisch misdrijf (artikel 14, tweede lid, Rijkswet op het Nederlanderschap).
2.1.6 Politie: basis op orde, goed toegerust en klaar voor de toekomst
De Monitor Brede Welvaart van het CBS raakt met een aantal indicatoren aan de politie, in het bijzonder aan het beeld van veiligheid in Nederland. De monitor laat zien dat het slachtofferschap van misdaad zich gunstig ontwikkelt en dat gevoelens van onveiligheid in de buurt niet toenemen.
Visie op de politiefunctie
Onze samenleving verandert steeds sneller, onder meer als gevolg van internationalisering, digitalisering, polarisatie en sociale media. Het is belangrijk om te weten wat deze ontwikkelingen betekenen voor de politiefunctie in de toekomst, zodat deze relevant en legitiem blijft én kan blijven rekenen op een breed draagvlak. We werken aan een visie op de politiefunctie met als doel: een stevig verankerde politiefunctie en zelfbewuste organisaties, die met gezag kunnen opereren in de samenleving van de 21ste eeuw.
Een goed toegeruste politieorganisatie
In 2024 werken we verder aan een goed toegeruste politieorganisatie. Als gevolg van eerder genomen besluiten van het huidige (demissionaire) en vorige kabinetten, stijgt de operationele formatie van de politie. Het betreft o.a. formatieve uitbreidingen voor agenten in de wijk, de afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM), zeden, bewaken en beveiligen en ondermijning. Grote cohorten aspiranten leiden we op. Zij bezetten nieuwe formatieplaatsen en vervangen vertrekkende operationele medewerkers. We zien een verbetering in de bezetting van operationele functies en we doen er alles aan om dit in 2024 voort te zetten.
Voorts gaan we door met de transitie van de Landelijke Eenheid. Het streven is dat vanaf 1 januari 2024 twee separate landelijke eenheden bestaan: een eenheid landelijke expertise en operaties en een eenheid landelijke opsporing en interventies. Daarnaast werken we aan de doorontwikkeling van de twee landelijke eenheden (de tweede transitiestap), waarbij het vak centraal staat. We realiseren de eerste ambities, o.a. de capaciteitsversterking van de Dienst Landelijke Recherche. Ook blijven we ons inspannen voor werkcultuur en leiderschap. De monitoringscommissie Schneiders blijft deze transitie van de Landelijke Eenheid volgen.
Binnen de organisatie is blijvend aandacht voor uitsluiting, discriminatie en racisme. Met Politie voor Iedereen werken we aan een veilige, inclusieve en diverse organisatie die meebeweegt met ontwikkelingen in de samenleving.
Ook versterken we de forensische geneeskunde. Hiervoor maakt het kabinet ca. € 17 mln. vrij in 2024, oplopend naar ca. € 22 mln. per 2027. We werken aan de concentratie van dienstverlening aan de politie voor forensisch medisch onderzoek en lijkschouw door de GGD-en en verwante organisaties. En we zorgen ervoor dat het beroep van forensisch arts aantrekkelijker wordt.
Meldkamerdomein
Voor onze veiligheid is het belangrijk dat burgers snel geholpen kunnen worden, hulpverleners snel ter plaatse zijn en dat zij hun werk veilig kunnen uitvoeren. De continuïteit van de 112-keten en de meldkamervoorzieningen van de hulpdiensten moet goed geborgd zijn. Daarom treffen we continu maatregelen om de beschikbaarheid van C2000 zo hoog mogelijk te houden en starten we voorbereidingen om C2000 te vervangen door een nieuwe missie kritische voorziening.
In 2024 verstevigen we het multidisciplinair meldkamerdomein en werken we toe naar gemeenschappelijk beheer van de meldkamervoorzieningen en een concentratie van tien gemeenschappelijke meldkamers in 2025. We ontwikkelen een visie op het meldkamerdomein na 2025 en streven ernaar om informatiebeveiligingsbeleid verder in de hulpdiensten - politie, brandweer, ambulance en KMar - te verstevigen en te implementeren. Voor alerteren wordt NL-Alert in 2024 verder doorontwikkeld. Hiermee vergroten we het bereik en wordt het gebruik efficiënter. Ook werken we aan de toekomst van het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem.