In 2024 ontvangt het Rijk naar verwachting 402,9 miljard euro aan belastingen en premies op EMU-basis. Daarvan zijn budgettair de loon- en inkomstenbelasting, omzetbelasting (btw), zorgpremies, premies volks- en werknemersverzekeringen en de vennootschapsbelasting (vpb) het meest van belang. Zie figuur 2.4.1. voor het totale overzicht van de verwachte belasting- en premieontvangsten in 2024.
Figuur 2.4.1 Belasting- en premieontvangsten 2024 (in miljarden euro)
In 2023 nemen de inkomsten met 34,6 miljard euro toe ten opzichte van 2022. In tabel 2.4.1 is te zien dat deze groei bijna volledig wordt gedreven door de economische ontwikkeling in 2023. De endogene groei is de groei die verklaard wordt door de algemene economische ontwikkeling. Deze bedraagt 30,6 miljard euro. Belangrijke bijdrages hieraan worden geleverd door de vennootschapsbelasting als gevolg van hoge winsten, en de loonheffing als gevolg van stijgende lonen. Daarnaast lopen de nominale ontvangsten op door de hoge inflatie. Beleidsmaatregelen leiden tot 4,0 miljard euro hogere belastingontvangsten ten opzichte van 2022. Hierbij gaat het vooral om het afbouwen van enkele belastingverlagingen die vorig jaar zijn getroffen in verband met de hoge energieprijzen.
De belasting- en premieontvangsten groeien in 2024 met 16,5 miljard euro. De endogene groei bedraag 12,3 miljard euro en is daarmee veel beperkter dan in 2023. Een nieuwe stijging van de belastbare winst, en dus van de vennootschapsbelasting wordt namelijk niet verwacht. De nominale consumptie (dus inclusief inflatie) stijgt en dus groeien de btw-ontvangsten ook, maar minder hard dan in 2023. Daarnaast volgt een neerwaartse correctie op de recente groei van de huizenprijzen. Beleidswijzigingen leiden tot een extra groei van de belastinginkomsten met 4,2 miljard euro. Onder andere door het aflopen van de verlaging van de brandstofaccijnzen en maatregelen in de loonheffing voor hogere inkomens. Op de middellange termijn groeien de ontvangsten verder tot ongeveer 478,7 miljard euro in 2028. De endogene groei ligt in deze periode ongeveer in lijn met de verwachte waardeontwikkeling van het bbp.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen op EMU-basis | 275,1 | 302,0 | 311,9 | 334,4 | 341,4 | 355,3 | 368,5 |
- waarvan belastingen | 233,2 | 260,4 | 269,8 | 286,4 | 291,4 | 302,2 | 313,5 |
- waarvan premies volksverzekeringen | 41,9 | 41,6 | 42,1 | 48,0 | 50,0 | 53,0 | 55,0 |
Premies Werknemersverzekeringen | 76,7 | 84,5 | 91,0 | 96,4 | 101,4 | 106,2 | 110,3 |
Totaal | 351,9 | 386,5 | 402,9 | 430,8 | 442,9 | 461,5 | 478,7 |
Mutatie | 34,6 | 16,5 | 27,9 | 12,0 | 18,6 | 17,3 | |
- waarvan endogene groei | 30,6 | 12,3 | 13,4 | 19,0 | 17,0 | 17,0 | |
- waarvan beleid | 4,0 | 4,2 | 14,5 | ‒ 7,0 | 1,5 | 0,2 | |
Endogene mutatie (in %) | 8,7% | 3,2% | 3,3% | 4,4% | 3,8% | 3,7% | |
Waardeontwikkeling BBP (in %) | 7,3% | 4,9% | 3,5% | 4,1% | 3,9% | 3,6% |
De totale beleidsmatige lastenontwikkeling (blo) laat een lastenverzwaring zien van 16 miljard in 2025 ten opzichte van 2021.
Een groot deel (ca. 10 miljard) van deze lastenverzwaring is niet het gevolg van beleid van het kabinet Rutte IV maar zat reeds in het basispad. De aanvullende oploop in de blo komt voornamelijk doordat zowel vorig jaar als dit jaar is besloten tot koopkrachtondersteuning via de uitgavenkant die gedekt is door lastenverzwaringen aan de inkomstenkant.
De blo voor burgers daalde in 2022 en loopt in latere jaren op naar 5,5 miljard euro lastenverzwaring. De blo voor bedrijven laat een oplopende lastenverzwaring zien naar ca. 10 miljard in 2025.
- is saldoverslechterend is lastenverlichting, in euro miljarden, standen | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
blo totaal | 3,1 | 7,1 | 11,8 | 16,0 |
w.v. burgers | ‒ 2,8 | ‒ 0,5 | 2,6 | 5,5 |
w.v. bedrijven | 5,9 | 7,5 | 9,0 | 10,3 |
w.v. buitenland | 0,0 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Fiscale maatregelen met een budgettair effect in 2024 staan in het teken van koopkracht, het stimuleren van gezonde keuzes, en het versimpelen van het belastingstelsel. Om de koopkracht te verbeteren en armoede te bestrijden neemt het kabinet diverse maatregelen, bijvoorbeeld het verhogen van de huurtoeslag, het kindgebonden budget, en de arbeidskorting. Om deze maatregelen te bekostigen, wordt onder andere gekozen om het inkomensniveau waarop het toptarief in de inkomstenbelasting van 49,5% start, minder te verhogen dan de inflatie. Dit levert hogere inkomsten in de loon- en inkomstenbelasting op. Daarnaast neemt het kabinet enkele fiscale maatregelen die het maken van gezonde keuzes stimuleren. Zo verhoogt het kabinet in 2024 de belasting op frisdrank en de accijnzen op sigaretten en alcohol. Tot slot werkt het kabinet verder aan het ingezette beleid om het belastingstelsel simpeler te maken. Fiscale regelingen die niet doeltreffend zijn of ingewikkelde constructies uitlokken, schaffen we af. In 2024 leidt dit onder andere tot een aantal hervormingen in de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting en maatregelen om dividendstripping aan te pakken. Het aanpakken van niet-doeltreffende regelingen of van constructies maakt het mogelijk om de belastingdruk elders te verlagen.