Het economisch beeld voor 2023
De oorlog in Oekraïne zorgde in 2022 voor een grote schok: in eerste plaats leidde de oorlog tot veel menselijk leed en geopolitieke spanningen. Daarnaast droeg de oorlog samen met de naweeën van de coronacrisis bij aan een forse oploop van de inflatie, met name door toenemende energieprijzen. Dit geldt niet alleen in Nederland, maar ook in andere Europese landen en de Verenigde Staten. Ook in 2023 zijn deze gevolgen nog een belangrijke factor in het economische beeld. Het kabinet heeft maatregelen genomen om de abrupte daling in koopkracht te verzachten, maar kan niet iedereen volledig compenseren zonder de rekening bij toekomstige generaties neer te leggen.
De klimaatcrisis neemt steeds ernstigere vormen aan en raakt ook de economie, zowel doordat maatregelen genomen worden als directe schade van klimaatverandering zelf. Het klimaat verandert nog sneller dan eerder verwacht, stelt de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) in meest recente rapport.4 Het IPCC geeft aan dat het doel van 1,5 graden opwarming alleen nog haalbaar is als het gebruik van fossiele brandstoffen op zeer korte termijn wordt gestaakt. Dit is extra motivatie voor het kabinet om haast te maken met investeringen in de energietransitie.
In de meest recente raming van het CPB, het Centraal Economisch Plan 2023, is het economische beeld voor Nederland overwegend positief. De raming is echter wel met onzekerheid omgeven. Ondanks inflatie, mondiale afkoeling, hogere rente en een correctie op de woningmarkt blijft de Nederlandse economie in 2023 en 2024 naar verwachting groeien. De economische groei wordt door het CPB geraamd op 1,6% en 1,4% in 2023 en 2024.
De uitvoer stijgt naar verwachting met 3,7% en de investeringen stijgen met 1,3% (tabel 1). De geraamde werkloosheid loopt licht op tot 3,9% van de beroepsbevolking en blijft daarmee laag; onder het structurele niveau van 5,25% (volgens de nieuwe werkloosheidsdefinitie). De arbeidsmarkt blijft dus krap, wat een opwaarts effect heeft op de contractlonen. Deze stijgen naar verwachting in 2023 met 5,0%.
De verschillen in uitgangspunten tussen de Miljoenennota en de Voorjaarsnota zijn beperkt – al zijn de macro-economische onzekerheden enigszins veranderd. De inflatie lijkt inmiddels over de piek heen te zijn, maar de prijsstijgingen zijn verbreed naar andere goederen en diensten zoals voedselprijzen. Terwijl deze inflatie op termijn naar verwachting zal modereren, kan de economie gevolgen ondervinden van de hogere rentes en algemene afkoeling van de (wereld)handel. In de basisverwachting is het economisch beeld positief, maar er zijn neerwaartse risico’s.
2023 (mutaties per jaar in procenten) | Miljoenennota 2023 | Voorjaarsnota 2023 |
Bruto binnenlands product | 1,5 | 1,6 |
Consumptie huishoudens | 1,8 | 1,7 |
Consumptie overheid | 3,2 | 2,8 |
Investeringen (incl. voorraden) | 1,2 | 1,3 |
Relevante wereldhandelsvolume | 2,9 | 2,2 |
Uitvoer van goederen en diensten | 3,2 | 3,7 |
Invoer van goederen en diensten | 3,9 | 4,2 |
Inflatie (mutatie hicp) | 2,5 | 2,9 |
Lange rente Nederland (niveau in %) | 1,6 | 2,3 |
Werkloosheid (% beroepsbevolking) | 3,9 | 3,9 |
Cao-loon marktsector | 3,7 | 5,0 |
Bron: CPB
Scenario hoge energieprijzen
Het verloop van de energieprijzen blijft onzeker. Dit verhoogt ook de onzekerheid in de macro-economische vooruitzichten, omdat gasprijzen de economische ontwikkeling sterk beïnvloeden. De marktprijs voor gas piekte in augustus 2022 op 230 euro per MWh en daalde naar 50 euro per MWh in maart 2023. Het is mogelijk dat de gasprijzen weer zullen oplopen. De Europese gasvoorraden zijn momenteel goed gevuld, maar verdere geopolitieke spanningen, tegenvallers zoals verstoringen in de aanvoer van gas of een hoge vraag naar gas vanwege een strenge winter kunnen niet worden uitgesloten. Vanwege deze onzekerheid bevat de CPB-raming ook een scenario waarin wordt aangenomen dat energieprijzen langer op een hoog niveau blijven vanwege een strenge winter (tabel 2). In dit scenario rekent CPB ook met een 15% hoger verbruik van gas dan in een gemiddelde winter.
2022 (mutaties per jaar in %) | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Basisraming | Scenario | |||
Bruto binnenlands product | 1,6 | 1,4 | 1,6 | 0,4 |
Consumptie huishoudens | 1,7 | 1,4 | 1,7 | 0,0 |
Inflatie (mutatie cpi) | 3,0 | 3,1 | 3,0 | 6,3 |
Koopkracht | ‒ 0,2 | 2,0 | ‒ 0,2 | ‒ 0,8 |
Werkloosheid (% beroepsbevolking) | 3,9 | 4,1 | 3,9 | 4,2 |
Bron: CPB
De hogere gasprijzen raken consumenten met enige vertraging in de portemonnee. In het scenario met hoge energieprijzen zal de inflatie in 2024 oplopen tot 6,3% in plaats van 3,1% in de basisraming. De consumptie blijft gelijk ten opzichte van het voorgaande jaar en de koopkracht daalt in dit scenario met ‒ 0,8% voor het doorsnee huishouden. Het effect op consumptie heeft ook gevolgen voor de ontwikkeling van de groei. Het bbp groeit in 2024 met 0,4% ten opzichte van 1,4% in de basisraming. De werkloosheid loopt echter slechts licht op, tot 4,2% in 2024 in plaats van 4,1% in de basisraming.
Economisch beeld richting 2031
Op de middellange termijn raamt het CPB een aanhoudende bbp-groei, alhoewel deze in de komende jaren enigszins terugloopt richting het structurele groeipad. De toename van de investeringen loopt ook iets terug van 1,6% gemiddeld in de jaren 2022-2026 naar 1,0% in de jaren 2027-2031. De werkloosheid loopt tevens gestaag op richting het structurele niveau, door het CPB geschat op 5,25% van de beroepsbevolking. De inflatie modereert op de middellange termijn richting de doelstelling van de ECB van 2,0%. Het percentage personen in armoede loopt volgens de raming de komende jaren op, onder de aanname dat er geen aanvullend beleid wordt gevoerd.
Figuur 1 Ontwikkelingen van kernindicatoren op de middellange termijn
Bron: CPB
Strategie voor kwetsbare huishoudens
Afgelopen jaar hebben de hoge energieprijzen voor veel huishoudens tot financiële problemen geleid. Het kabinet heeft een historisch groot pakket aan maatregelen genomen, zowel structureel als incidenteel voor 2022 en 2023, om de onzekerheid voor huishoudens te beperken en te voorkomen dat huishoudens vanwege deze sterke prijsstijgingen niet meer rond konden komen. Nu er door de getroffen maatregelen en de dalende gasprijzen meer rust is, is het van groot belang om vooruit te kijken naar de situatie voor de komende jaren.
De Nederlandse en Europese samenleving zullen zich moeten aanpassen aan te verwachten structureel hogere energieprijzen, daarnaast is het met het oog op de energietransitie noodzakelijk om onze afhankelijkheid van gas af te bouwen. Deze aanpassing zal niet vanzelf gaan, en van ieder van ons, bedrijven en huishoudens, gedragsverandering vergen. Als kabinet hebben we er oog voor dat dit niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Generieke maatregelen zijn niet structureel houdbaar voor de overheidsfinanciën en zullen worden afgebouwd. Het kabinet ziet het als haar taak om ervoor te zorgen dat ook de huishoudens die kwetsbaar zijn voor de gevolgen van hoge energieprijzen mee kunnen komen tijdens deze afbouw en deze groep gericht te ondersteunen. Daarom werkt het kabinet aan een strategie voor de jaren hierna.5