Base description which applies to whole site

BELEIDSARTIKEL 42 GEZONDHEIDSZORG

42.1 Algemene doelstelling

Een goed werkend en innoverend zorgstelsel gericht op een optimale combinatie van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid voor de burger.

42.2 Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1 000

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil 2010

Verplichtingen

5 288 136

5 851 877

7 276 310

7 649 565

13 949 208

7 460 126

6 489 082

        

Uitgaven

4 661 746

5 713 083

6 911 427

7 475 220

13 807 558

7 472 005

6 335 553

        

Programma-uitgaven

4 653 858

5 705 269

6 903 646

7 466 298

13 797 808

7 463 695

6 334 113

1. De positie van de burger in zorgstelsel wordt versterkt.

0

0

370

1 532

3 787

1 796

1 991

2. Realisatie gewenste zorgaanbod

241 581

898 231

1 117 893

1 266 005

1 298 696

1 297 034

1 662

waarvan bijdragen aan baten-lastendiensten

17 475

25 789

23 580

62 927

95 450

16 440

79 010

waarvan bijdrage aan zbo’s

0

0

0

10 849

11 890

47 789

–35 899

3. Betaalbaar verzekerd pakket voor noodzakelijke zorg

4 412 277

4 807 038

5 785 383

6 198 761

12 495 325

6 164 865

6 330 460

waarvan rijksbijdrage 18-

1 863 900

1 857 500

2 072 000

2 080 700

2 132 600

2 132 600

0

waarvan bijdrage aan zbo’s

0

0

0

4 199

2 131

13 020

– 10 889

4. De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn

0

0

0

0

0

0

0

        

Apparaatsuitgaven

7 888

7 814

7 781

8 922

9 750

8 310

1 440

        

Ontvangsten

70 051

187 821

435 543

527 998

771 192

77 162

694 030

42.3 Financiële toelichting

In deze paragraaf worden per operationele doelstelling en voor de apparaatsuitgaven en de ontvangsten de belangrijkste verschillen tussen begroting en realisatie verklaard. Daarbij is aangegeven of deze verschillen al bij 1e en 2e suppletoire begroting (TK 32 395 XVI, nr. 1 t/m 2 en 32 565 XVI, nr. 1 t/m 2) voorgelegd waren, dan wel dat ze in de slotwetmutaties zijn begrepen.

Programma-uitgaven:

De algemene doelstelling van dit beleidsartikel is vertaald in vier operationele doelstellingen:

  • 1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

  • 2. Zorgaanbieders realiseren het door de burger gewenste zorgaanbod;

  • 3. Zorgaanbieders bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijke zorg aan;

  • 4. De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn.

Per operationele doelstelling worden de belangrijkste verschillen tussen begroting en realisatie verklaard. Daarbij is aangegeven of deze verschillen al bij 1e en 2e suppletoire begroting voorgelegd waren, dan wel dat ze in de slotwetmutaties zijn begrepen.

1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

1 796

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Overboeking van artikel 98 (IGZ). Deze middelen zullen vanuit het programma «Zichtbare Zorg» worden aangewend om de transparantie in de zorg te verbeteren (door subsidies te verstrekken voor onder andere etalage verstrekking mondzorg, de 3e tranche Zichtbare Zorg ziekenhuizen en medisch specialisten, data verwerking en rapportage 2009).

1 689

2. Overboeking van artikel 98 (IGZ). Ten behoeve van het programma «Zichtbare Zorg» worden subsidies verstrekt aan de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en de Consumentenbond voor het ontwikkelen van indicatoren in het kader van de CQ-index voor ziekenhuizen.

655

3. Overboeking van artikel 98 (IGZ). Betreft een subsidiebijdrage aan het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) in het kader van de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren (het project «Kwaliteitsindicatoren eerstelijns fysiotherapie»).

102

Stand 1e suppletoire begroting

4 242

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 42 (OD 1, OD 2 en OD 3) ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS begroting.

– 290

Stand 2e suppletoire begroting

3 952

Slotwetmutaties:

 

1. Overige mutaties

– 165

Stand realisatie 2010

3 787

2. Zorgaanbieders realiseren het door de burger gewenste zorgaanbod

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

1 297 034

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Overboeking van de premiemiddelen naar de begroting van VWS. Het betreft de loonbijstelling van het opleidingsfonds. Als gevolg van het OVA-convenant is VWS gehouden deze kosten te vergoeden. Omdat de loon- en prijsbijstelling op deze begrotingsgefinancierde uitgaven niet wordt uitgekeerd, leidt dit tot een tegenvaller.

10 300

2. Voor de implementatie van het elektronisch patiëntendossier (epd) worden onder andere subsidie aan Nictiz en een bijdrage aan het CIBG verstrekt voor de implementatie van het klantloket en het epd-DigiD.

10 000

3. Om de implementatie van het elektronisch patiëntendossier (epd) te stimuleren, bestaat voor zorgaanbieders de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor de aansluiting op het Landelijk Schakelpunt (LSP). Omdat het in het eerste halfjaar 2009 niet mogelijk was om op het LSP aan te sluiten, is vertraging opgelopen die in 2010 zal worden ingehaald.

3 600

4. Bijdrage aan het CIBG voor het Unieke Zorgverlener Identificatie Register (UZI-register).

3 800

5. In 2009 waren middelen gereserveerd voor subsidies aan startende eerstelijns gezondheidscentra, om te voorzien in de aanloopkosten. Het grootste deel van de subsidieaanvragen is te laat binnengekomen om nog in 2009 afgehandeld te worden. Deze middelen worden middels de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2010.

2 314

6. Een aantal subsidieaanvragen voor het cohort 2009 van de opleiding tot physician assistant en nurse practitioner is in 2010 afgewikkeld, waardoor het budget 2010 voor € 1,1 miljoen wordt belast.

1 064

7. Om de – op basis van de meest recente gegevens van het Capaciteitsorgaan – minimaal benodigde stabilisering van de instroom van de huisartsenopleiding in 2010 te kunnen financieren, wordt een in 2010 binnen het BKZ-budget voor medisch specialisten in het opleidingsfonds vrijvallend bedrag van € 5 miljoen overgeheveld naar het niet-BKZ-budget, waaruit van oudsher de huisartsenopleiding wordt betaald. Beide budgetten vallen onder artikel 42 OD 2, waardoor het budgettaire effect per saldo nul is.

0

8. Overboeking naar artikel 98 apparaatsuitgaven. De Tuchtcolleges worden van agentschap CIBG naar het kernministerie overgeheveld. Deze mutatie betreft de overheveling van de bijbehorende budgetten.

– 4 937

9. Betreft een desaldering van FES-middelen voor Top Institute Pharma. De projecten van TI Pharma zijn later gestart dan verwacht. Dit heeft tot gevolg dat de duur van de projecten over een groter aantal jaren plaatsvindt dan oorspronkelijk geraamd.

– 9 679

10. Overboeking naar artikel 41 OD 5 in verband met het door ZonMw uitgevoerde innovatieprogramma Revalidatie. Dit programma komt voort uit de door de Leden Koser Kaya en Van der Veen ingediende amendement bij de begrotingsbehandeling 2009 (TK 31 700 XVI, nr. 98). Door middel van dit tijdelijke innovatieprogramma Revalidatie wordt jaarlijks € 2 miljoen ingezet om innovatie in de revalidatiegeneeskunde mogelijk te maken en te bevorderen.

– 2 000

11. Overboeking naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering door ZonMw van het programma «Participatie en Gezondheid».

– 1 911

12. Overige mutaties

3 267

Stand 1e suppletoire begroting

1 312 852

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. Actualisatie van beleidsvoornemens op het terrein van de curatieve zorg ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de begroting van VWS.

– 3 000

2. Fonds Economische Structuurversterking. Betreft toekennen raming van nieuw project «LifeSciences en Health».

13 200

3. Fonds Economische Structuurversterking. Betreft aanpassing van het kasritme voor TI-Pharma.

– 5 065

4. Hogere uitgaven subsidieregeling Landelijk Schakelpunt. Deze regeling biedt een subsidie aan zorgaanbieders voor de aansluiting van hun zorginformatiesysteem op het Landelijk Schakelpunt voor de uitwisseling van medicatiegegevens en huisartswaarneemgegevens. Nadat het beroep op de regeling eerder achterbleef bij de verwachtingen, is in de eerste helft van 2010 een groot aantal aanvragen binnengekomen, waardoor de geraamde middelen ontoereikend zijn. De regeling is per 1 juli 2010 beëindigd.

16 900

5. De uitgaven voor de zorgkosten van illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen zijn door verschillende oorzaken lager dan geraamd. Een deel van deze ruimte (circa € 15 miljoen) is te herleiden tot een meevaller op de voor ziekenhuiszorg beschikbaar gestelde middelen, het restant van de onderschrijding heeft hoofdzakelijk betrekking op de voor AWBZ-zorg beschikbaar gestelde middelen.

– 34 679

6. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 42 (OD 1, OD 2 en OD 3) ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS begroting.

1 600

7. Overige mutaties

4 669

Stand 2e suppletoire begroting

1 306 477

Slotwetmutaties:

 

1. Vanaf 2004 worden middelen door middel van een subsidie beschikbaar gesteld voor investeringen die het Nederlands Kanker Instituut (NKI) pleegt voor de (ver)nieuwbouw. Hiervoor is budget gereserveerd in het bouwprogramma van de sector ziekenhuizen. Na oplevering van de verschillende bouwonderdelen worden de kapitaallasten voor deze investeringen jaarlijks aan de instellingssubsidie van het NKI toegevoegd. De middelen hiervoor zijn overgeheveld uit het bouwprogramma van sector ziekenhuizen (premiemiddelen) naar de begroting.

6 000

2. Overboeking van artikel 44 OD 1. Betreft onderbesteding budget mobiliteitsbevordering van thuiszorgmedewerkers, doordat er minder subsidies voor mobiliteitsbevordering zijn aangevraagd dan dat er budget beschikbaar was.

692

3. Lagere uitgaven voor genees- en hulpmiddelen, onder meer voor orgaandonatie omdat niet in alle regio's pilots in ziekenhuizen zijn uitgevoerd (€ 1,2 miljoen) en omdat ten aanzien van de vormgeving van de functionele aanspraak met betrekking tot hulpmiddelen minder flankerend beleid nodig was dan oorspronkelijk geraamd (€ 0,3 miljoen). Daarnaast zijn enkele aangegane verplichtingen niet volledig tot betaling gekomen.

– 2 425

4. Betreft Opleidingsfonds. In 2010 is minder budget nodig gebleken om op basis van de toegestane capaciteit de ontvangen subsidieaanvragen voor opleidingsplaatsen te kunnen honoreren. Als gevolg van de variabele hoogte van de vergoedingsbedragen per opleidingsplaats en de vooraf niet exact in te schatten hoogte van het aantal fte's in de verleningen in de tweede mutatieronde kunnen gedurende het jaar verschillen ten opzichte van de raming optreden. Er kan niet exact worden aangegeven voor welke opleidingsplaats minder opleidingskosten zijn gemaakt dan geraamd.

– 5 745

5. In 2010 zijn minder calls en vouchers uitgezet binnen het financieel instrumentarium voor innovaties in de zorg dan oorspronkelijk beoogd. Dit heeft als gevolg dat er lagere declaraties vanuit Agentschap NL zijn ontvangen dan waarmee rekening was gehouden in de opdrachtverlening.

– 4 468

6. In 2010 zijn niet alle aangegane verplichtingen bij arbeidsmarktbeleid en het beleid voor de verbetering van de beroepen en opleidingsstructuur en ICT die over 2010 zijn aangegaan tot betaling gekomen. Deze verplichtingen zijn doorgeschoven naar 2011.

– 2 216

7. Overige mutaties

381

Stand realisatie 2010

1 298 696

3. Zorgverzekeraars bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijke zorg aan

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

6 164 865

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Bijstelling van de uitgavenraming Zorgtoeslag naar aanleiding van actuele ramingen van het Centraal Plan Bureau.

226 056

2. Overboeking naar het ministerie van BZK in verband met de jaarlijkse bijdrage vanuit VWS aan het digitale communicatienetwerk voor de Nederlandse hulpverleningsdiensten (C2000).

– 4 090

3. Overige mutaties

– 1 074

Stand 1e suppletoire begroting

6 385 757

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. Bijstelling van de uitgavenraming Zorgtoeslag naar aanleiding van de actuele ramingen van het Centraal Planbureau.

– 214 399

2. Afwikkeling Algemene Kas Ziekenfondswet

5 773 635

Bij de invoering van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 is tevens de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet (TK 30 124, nr. 2) van kracht geworden. Deze wet bepaalt dat de Ziekenfondswet wordt ingetrokken (artikel 2.1.1) en dat het saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet naar de situatie op 1 januari 2010 ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist komt (artikel 2.1.11).

In de begrotingstukken 2006 is als raming van dit saldo een bedrag van € 5,5 miljard negatief gemeld. Uiteindelijk is het saldo per 1 januari 2010 uitgekomen op een bedrag van € 5 773,6 miljoen negatief. Dit bedrag moet nu – in twee stappen – ten laste van de begroting van VWS worden gebracht.

Hiervan wordt allereerst via de bijstelling in deze suppletoire begroting een bedrag van € 5 733,7 miljoen verantwoord op de VWS-begroting (artikel 42). De uitgaven van het Rijk worden met € 5 733,7 miljoen verhoogd, waardoor het rijksvermogen met eenzelfde bedrag daalt, terwijl de inkomsten van de Algemene Kas Ziekenfondswet eveneens met € 5 733,7 miljoen worden verhoogd. Van het bestaande negatieve saldo van € 5 773,6 miljoen in de Algemene Kas blijft dan nog € 39,9 miljoen negatief over.

De tweede stap is dat – eveneens via de bijstelling in deze suppletoire begroting- het eerdergenoemde bedrag van € 39,9 miljoen op de VWS-begroting (artikel 42) wordt verantwoord. Met dit bedrag kunnen de uitstaande vorderingen en verplichtingen van de Algemene Kas Ziekenfondswet, die op 1 januari 2010 nog niet afgehandeld waren als gevolg van onvermijdbare factoren in de structuur van het zorgstelsel, worden afgewikkeld. Het gaat hierbij dus om een reservering ter afwikkeling van «oude» vorderingen en verplichtingen die ontstaan zijn vóór 2006, namelijk in de ziekenfondsperiode. Per saldo wordt zo voor een bedrag van € 5 773,6 miljoen ten laste van de VWS-begroting (artikel 42) gebracht, waardoor het saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet nihil wordt. Zo wordt voldaan aan de bovengenoemde wettelijke bepaling van artikel 2.1.1 Zvw.

In de periode tot 1 januari 2016 zullen de nog uitstaande vorderingen en verplichtingen van de Algemene Kas Ziekenfondswet worden afgewikkeld. Het ministerie van VWS zal zich hierover jaarlijks via zijn jaarverslag verantwoorden.

De bovengenoemde boekingen hebben geen effecten op relevante budgettaire variabelen in 2010. Bij de mutaties wordt de verplichtingen = kassystematiek gevolgd, waarbij de verhoging van het verplichtingenbudget uitsluitend wordt gebruikt voor het administratief afhandelen van deze technische mutatie.

Het negatieve saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet is ontstaan in een aantal jaren voorafgaand aan 2006. Tijdens deze periode is jaarlijks het negatieve saldo ten laste van het EMU-saldo gebracht. De betaling van het Rijk aan de Algemene Kas Ziekenfondswet in 2010 is neutraal voor het EMU-saldo; het is immers een uitgave en een ontvangst van de overheid. Het is niet relevant voor de uitgaventoetsing, want het is een onderlinge betaling binnen de collectieve sector en die leidt dan ook niet tot een mutatie van de overheidsschuld. Die schuld wordt bepaald als de schuld van het Rijk plus de schuld van Algemene Kas Ziekenfondswet, en in het saldo van deze twee verandert niets.

 

3. Desaldering. Aan de zogenaamde private en semipublieke zogeheten B3-ambulancediensten worden via de begroting van VWS middelen verstrekt ten behoeve van de ouderenregelingen. Over oude jaren worden tevens middelen teruggevorderd bij de B3-instellingen. Uitgaven en ontvangsten worden gedesaldeerd.

3 322

4. Overboeking naar artikel 98 OD 1 ten behoeve van de uitvoeringskosten van het CVZ met betrekking tot wanbetalers en onverzekerden. De uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van wanbetalers en onverzekerden worden verantwoord op artikel 98 OD 1.

– 8 822

5. Op dit uitgavenartikel worden de uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van wanbetalers geraamd. Bij verschillende met de aanpak betrokken partijen (het CVZ, het CJIB en de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen) hebben zich in 2010 meevallers in de uitvoeringskosten voorgedaan, waardoor zich in totaal een meevaller van € 17 miljoen voordoet.

– 17 000

6. In de ambulancesector zijn met de private en de semipublieke zogeheten B3-instellingen akkoorden gesloten die voorzien in een overgangsregeling met betrekking tot ouderenregelingen. De bekostiging hiervan vindt plaats via de begroting. Om te voorzien in dekking van deze akkoorden vindt een overheveling plaats van de BKZ-middelen voor ambulancevervoer naar de begroting.

11 100

7. Het betreft hier de overheveling van middelen naar artikel 41 OD 5 in verband met de implementatie van ICD-10 (een uniform classificatiesysteem voor ziekenhuizen) door het RIVM.

– 1 024

8. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 42 (OD 1, OD 2 en OD 3) ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS begroting.

– 1 310

9. Overige mutaties

– 372

Stand 2e suppletoire begroting

11 930 887

Slotwetmutaties:

 

1. Verrekening met de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft in 2010 in totaal € 4 585 miljoen aan voorschotten met betrekking tot de jaren 2010 en 2011 en nabetalingen voor de definitieve tegemoetkomingen oude jaren uitbetaald. Dit leidt tot een bijstelling van de Zorgtoeslag van € 609,8 miljoen.

609 792

2. In de 2e suppletoire begroting 2010 is aan de raming op deze operationele doelstelling een bedrag van € 39,9 miljoen toegevoegd, waarmee de uitstaande vorderingen en verplichtingen van de Algemene Kas Ziekenfondswet, die op 1 januari 2010 nog niet afgehandeld waren, kunnen worden afgewikkeld. Het gaat hierbij om een reservering ter afwikkeling van «oude» vorderingen en verplichtingen uit het Ziekenfondstijdperk. Deze afwikkeling loopt tot uiterlijk 1 januari 2016. De verantwoording van deze afwikkeling vindt plaats op basis van de gecertificeerde jaarverantwoording van het CVZ. Dit betekent dat de hiermee samenhangende betalingen pas in een jaar later verantwoord worden op de begroting van VWS. Als gevolg daarvan valt het kasbedrag in 2010 vrij. De verplichting van € 39,9 miljoen, die dit jaar is aangegaan blijft uiteraard wel bestaan; de daarmee samenhangende kasbetalingen zullen in de jaren 2011 tot en met 2015 plaatsvinden. In de 1e suppletoire begroting 2011 zal hiervoor een meerjarige kasraming worden opgenomen.

– 39 920

3. Verlaging van de uitvoeringskosten van het CVZ met betrekking tot wanbetalers en onverzekerden. Bij de wanbetalers worden de lagere kosten veroorzaakt door minder geschillen bij de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) en minder uitvoeringskosten bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). De uitvoeringskosten onverzekerden zijn lager als gevolg van lagere uitvoeringskosten van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en latere inwerkingtreding van de wet.

– 4 671

4. De betaling van diverse onderzoeken in het kader van de risicoverevening vindt niet – zoals verwacht – in 2010 plaats, maar in 2011. Daarmee valt dit bedrag in 2010 vrij.

– 251

5. Overige mutaties

– 512

Stand realisatie 2010

12 495 325

4. De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

0

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

0

Stand 1e suppletoire begroting

0

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. De BES-eilanden zijn per 10-10-2010 als openbare lichamen onderdeel geworden van Nederland. De minister van VWS draagt vanaf de transitiedatum de verantwoordelijkheid voor de rijkstaken op het terrein van zorg en welzijn op de BES-eilanden. De zorgkosten, beheerskosten en zorgontwikkelingskosten vallen onder het Budgettair Kader Zorg, maar worden op de begroting verantwoord.

1 500

Stand 2e suppletoire begroting

1 500

Slotwetmutaties:

 

1. Betreft onderuitputting door niet tot betaling gekomen verplichtingen en vertragingen in projecten BES-eilanden.

– 1 500

Stand realisatie 2010

0

Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

8 310

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

121

Stand 1e suppletoire begroting

8 431

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

1 384

Stand 2e suppletoire begroting

9 815

Slotwetmutaties:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

– 65

Stand realisatie 2010

9 750

Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

77 162

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Betreft een desaldering van FES-middelen voor het Top Institute Pharma. De projecten van TI Pharma zijn later gestart dan verwacht. Dit heeft tot gevolg dat de duur van de projecten over een groter aantal jaren plaatsvindt dan oorspronkelijk geraamd.

– 9 679

2. Ontvangsten opleidingsfonds. De vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche 2009 leidt naar verwachting tot hogere terugontvangsten.

30 000

3. Overige mutaties

1 438

Stand 1e suppletoire begroting

98 921

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. In het kader van de uitvoering van de wet wanbetalers wordt een bestuursrechtelijke premie aan de wanbetaler opgelegd. In deze bestuursrechtelijke premie is een opslag van 30% opgenomen, die bestemd is voor dekking van de met de aanpak gemoeide uitvoeringskosten. Uit gegevens van het CVZ is gebleken dat de opbrengst lager is dan geraamd, daar tegenover staan ook fors lagere uitvoeringskosten (€ 17 miljoen, zie toelichting artikel 42 OD 3 mutatie 5 van de 2e suppletoire begroting).

– 11 900

2. De ontvangsten als gevolg van de aan wanbetalers opgelegde bestuursrechterlijke premie worden toegevoegd aan het Zorgverzekeringsfonds.

Met Financiën is voor het jaar 2010 afgesproken dat op basis van gegevens van het CVZ ten aanzien van dat deel van de ontvangsten dat betrekking heeft op de opslag van 30% in de bestuursrechterlijke premie de ontvangstenraming op de VWS-begroting met eenzelfde bedrag verlaagd kan worden.

– 20 900

3. Desaldering van de FES-raming van het project «LifeSciences en Health».

13 200

4. Desaldering van de FES-raming van TI-Pharma.

– 5 065

5. Ontvangsten opleidingsfonds. De hogere terugontvangsten zijn het gevolg van de vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche uit eerdere jaren.

23 000

6. Desaldering. Aan de zogenaamde private en semipublieke zogeheten B3-ambulancediensten worden via de begroting van VWS middelen verstrekt ten behoeve van de bekostiging van de ouderenregelingen. Over oude jaren worden tevens middelen teruggevorderd bij de B3-instellingen. Uitgaven en ontvangsten worden gedesaldeerd.

3 322

7. Overige mutaties

5 637

Stand 2e suppletoire begroting

106 215

Slotwetmutaties:

 

1. Verrekening met de Belastingdienst met betrekking tot de Zorgtoeslag. Deze ontvangsten betreffen zowel verrekeningen van verstrekte voorschotten als terugvorderingen op definitief vastgestelde tegemoetkomingen.

635 556

2. Ontvangstenmeevaller opleidingsfonds. De hogere terugontvangsten zijn het gevolg van de vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche uit eerdere jaren.

20 444

3. Terugontvangsten als gevolg van een lagere vaststelling van diverse verleende subsidies uit eerdere jaren. Het betreft onder andere vaststelling van de subsidie van de huisartsenopleiding over 2008 en 2009 (€ 3,2 miljoen).

3 658

4. Ontvangst van de Sociale Verzekeringsbank als gevolg van de afrekening van de uitvoeringskosten 2009 ten behoeve van de voorbereiding wetsvoorstel Actieve Opsporing Onverzekerden.

1 100

5. Uit realisatiecijfers van het CVZ is gebleken dat de opbrengst van aan wanbetalers opgelegde bestuursrechterlijke premie hoger is (€ 23,728 miljoen) dan ten tijde van de opstelling van de 2e suppletoire begroting is verondersteld (€ 20,9 miljoen). Het verschil leidt tot een meevaller in het Zorgverzekeringsfonds. Op grond van de afspraken met Financiën kan de ontvangstenraming op dit artikel met hetzelfde bedrag worden verlaagd, waardoor de in de 2e suppletoire begroting verwachte ontvangstentegenvaller met € 2,828 miljoen afneemt. Per saldo is de mutaties op de begroting nihil.

0

6. Ontvangst van het CVZ. Betreft afrekening 2009 van de zorgkosten van illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.

4 000

7. Overige mutaties

219

Stand realisatie 2010

771 192

42.4 Slotwetmutaties

De slotwetmutaties zijn uitgesplitst naar operationele doelstelling, apparaatsuitgaven en ontvangsten toegelicht in paragraaf 42.3 Financiële toelichting.

Uitgaven (bedragen x € 1 000)

Stand 2e suppletoire begroting

13 252 631

Slotwetmutaties

554 927

Stand realisatie 2010

13 807 558

Ontvangsten (bedragen x € 1 000)

Stand 2e suppletoire begroting

106 215

Slotwetmutaties

664 977

Stand realisatie 2010

771 192

42.5 Overzicht uitgevoerde evaluatieonderzoeken

Onderzoek

Onderwerp

AD of OD

Start

Afgerond

Vindplaats

Beleidsdoorlichting

IBO ggz

42.2

2009

2010

Bijlage bij het rapport Heroverweging Curatieve Zorg. Zie www.rijksoverheid.nl

 

Heroverweging Cure

AD 42

2009

2010

www.rijksoverheid.nl

      

Effectenonderzoek ex post

Monitor en effectmeting financieel instrumentarium ZIP

42.2

2010

2013

      

Overig evaluatieonderzoek

Evaluatie subsidiesystematiek PGO-organisaties

42.1

2010

2011

 

Beleidsrapportages ggz

42.2

2007

2010

Monitor Curatieve ggz 2010

www.nza.nl

 

Dossieronderzoek naar vermijdbare sterfte en schade in ziekenhuizen

42.2

2010

2011

 

Evaluatie CBOG

42.2

2009

2010

TK 29 282, nr. 107

 

Evaluatie Opleidingsfonds

42.2

2010

2010

TK 29 282, nr. 107

 

Monitor Cure

42.3

jaarlijks

 

www.nza.nl

 

Evaluatie risicoverevening door internationale experts

42.3

2009

2010

TK 29 689, nr. 316

 

Monitor Farmacie

42.3

jaarlijks

 

TK 29 477, nr. 133

 

Inkoopvoordelen en praktijkkostenonderzoek

42.3

2009

2010

TK 29 477, nr. 142

 

Eerste evaluatie Verplicht eigen risico

42.3

2009

2010

TK 29 689, nr. 302

 

Tweede evaluatie Verplicht eigen risico

42.3

2010

2011

 

Marktscan Zorgverzekeringsmarkt 2010

42.3

jaarlijks

2010

TK 29 689, nr. 360

 

Beleidsevaluatie dyslexiezorg

42.3

2010

2011

Licence