Base description which applies to whole site

4.1 Beleidsartikel 20 Inzet

1. Algemene doelstelling

Het ministerie van Defensie draagt in belangrijke mate bij aan een duurzame internationale rechtsorde en stabiliteit en ondersteunt de nationale autoriteiten.

2. Omschrijving van de samenhang in beleid

Nederland heeft onverminderd bijgedragen aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De regering voerde een actief veiligheidsbeleid dat zich niet heeft beperkt tot de zorg voor de nationale veiligheid, maar zich uitstrekte tot conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw wereldwijd. Na afloop van elke inzet wordt in de eindevaluatie ingegaan op het resultaat van de operatie. Hierover wordt de Tweede Kamer separaat geïnformeerd. De onderwerpen die hierbij centraal staan, zijn het beoogde doel van de missie en de inspanning waarmee dit doel uiteindelijk wordt bereikt. Bij operaties die meerdere jaren duren wordt de Tweede Kamer tussentijds geïnformeerd door middel van periodieke evaluaties. De deelname aan crisisbeheersingsoperaties, het verlenen van noodhulp en de nationale inzet van de krijgsmacht maken deel uit van dit artikel inzet.

3. Verantwoordelijkheid

Gedurende het verantwoordingsjaar was de minister verantwoordelijk voor de uitvoering van het besluit tot inzet van militaire capaciteiten.

4. Budgettaire gevolgen van het beleid

Ten laste van dit beleidsartikel zijn de additionele uitgaven voor inzet, zowel nationaal als internatonaal, geraamd en verantwoord. Voor de diverse operaties zijn dit de uitgaven geweest die een rechtstreeks verband hebben met de operatie en die niet zouden zijn gemaakt bij een reguliere bedrijfsvoering. De niet-additionele uitgaven van de eenheden die zijn ingezet ten behoeve van een operatie zijn ten laste van het leverende organisatieonderdeel gebracht.

De volgende tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2012.

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Begroting 2012 incl NvW

Verschil

Verplichtingen

359.927

351.258

302.029

223.487

165.904

204.450

– 38.546

Uitgaven

             

Vrede en stabiliteit in Europa/Balkan

8.679

8.598

8.515

7.316

1.303

400

903

Waarvan

             

EUFOR/Althea

7.905

7.291

7.281

6.105

312

0

312

EUPM

194

206

104

44

1

0

1

KFOR

285

713

538

561

489

0

489

EULEX

279

376

588

606

501

400

101

EUMM Georgië

16

12

4

       
               

Vrede en stabiliteit in Afghanistan

285.642

315.760

272.717

130.886

129.050

124.710

4.340

Waarvan

             

ISAF Stage III

285.600

315.607

203.698

10.094

167

0

167

ISAF redeployment

   

64.146

51.514

29.974

20.000

9.974

Nationale bijdrage aan ISAF-staven

   

4.754

13.419

10.639

7.500

3.139

EUPOL

42

153

119

98

210

– 210

Geïntegreerde Politietrainingsmissie (GPM Kunduz)

     

55.761

88.224

97.000

– 8.776

UNAMA

       

46

 

46

               

Vrede en stabiliteit in het Midden Oosten

             

Waarvan

2.790

1.549

1.211

1.127

829

600

229

UNIFIL Libanon

1.828

27

         

UNTSO

380

520

587

559

551

600

– 49

EUBAM Rafah

60

37

         

NTM-I

383

709

428

324

13

0

13

CMF (voorheen CFMCC)

139

256

196

244

265

0

265

               

Vrede en stabiliteit in Afrika

5.141

14.697

18.343

27.030

30.828

13.925

16.903

waarvan

             

UNMISS

       

1.266

0

1.266

UNMIS

1.169

1.567

1.259

1.036

     

EUSEC (FIN)

135

169

205

204

31

0

31

EUFOR Tchad/RCA

3.792

5.073

1.385

14

     

BINUB

45

29

         

EU NAVFOR Atalanta

 

5.951

11.049

3.297

6.188

1.000

5.188

ALLIED PROTECTOR

 

1.876

UNAMID

 

20

51

21

28

25

3

NS2AU (was voorheen AMIS)

 

12

8

49

0

49

Ocean Shield

   

4.386

7.788

21.191

12.900

8.291

Libië (Unified Protector)

     

14.670

2.075

0

2.075

               

Overige missies, waarvan

1.186

4.410

2.953

1.949

2.752

5.675

– 2.923

Missies Algemeen

 

3.349

1.398

1.825

2.608

5.500

– 2.892

Bijdrage aan Politiemissies (V&J)

1.120

1.043

1.526

       

NLTC

66

18

29

124

144

175

– 31

Totale uitgaven operaties

303.438

345.014

303.739

168.308

164.762

145.310

19.452

Uitgaven contributies, waarvan

             

NAVO AOM/ EU contributies

17.475

15.079

14.580

17.794

20.589

16.000

4.589

Afdracht premie/koopsom pensioenen

7.110

           

Totaal uitgaven contributies

24.585

15.079

14.580

17.794

20.589

16.000

4.589

Voorziening HGIS

         

29.690

– 29.690

Totale uitgaven HGIS

328.023

360.093

318.319

186.102

185.351

191.000

– 5.649

               

Uitgaven Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

             

Nationale inzet

       

2.366

2.250

116

Totale uitgaven FNIK

       

2.366

2.250

116

               

Uitgaven overige inzet

             

Voorziening Vessel Protection Detachments (VPD’s)

       

3.514

11.200

– 7.686

Totale uitgaven overige inzet

       

3.514

11.200

– 7.686

               

Totale uitgaven artikel 20 Inzet

328.023

360.093

318.319

186.102

191.231

204.450

– 13.219

               

Ontvangsten

             

Ontvangsten HGIS

12.440

20.494

9.347

3.214

4.286

1.407

2.879

Overige ontvangsten

       

4.098

11.200

– 7.102

Totaal ontvangsten

12.440

20.494

9.347

3.214

8.384

12.607

– 4.223

Toelichting bij de verschillen groter dan € 2,5 miljoen

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen op dit artikel valt € 38,5 miljoen lager uit dan begroot. In de begroting was € 29,7 miljoen voorzien voor nieuwe missies (HGIS). In 2012 is deze voorziening echter niet benut. Door deze vrijval zijn er minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Het overige deel van de lagere realisatie op de verplichtingen wordt veroorzaakt door verschillen bij de diverse missies en de kleinere inzet van VPD’s.

Uitgaven

De ontwerpbegroting 2012 is met Nota van Wijziging 33 000 X, nr. 15 vastgesteld op € 204,5 miljoen (inclusief een voorziening HGIS van € 29,7 miljoen). In 2012 werd voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties € 164,8 miljoen uitgegeven. Inclusief Contributies, Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) en Overige Inzet bedroegen de totale uitgaven in 2012 € 191,2 miljoen.

In 2012 zijn, naar aanleiding van de motie Knops/Ten Broeke (Kamerstuk 32 733, nr. 12 van 6 juni 2011), de HGIS-afspraken voor de financiering van crisisbeheersingsoperaties verruimd. Dit betekent dat meer additionele uitgaven die Defensie maakt in het kader van de inzet in crisisbeheersingsoperaties, zoals missiespecifieke inzetgereedstelling, ten laste van HGIS komen. De wijzigingen worden in 2013 van kracht.

Hieronder volgt een toelichting op operaties waarbij de realisatie meer dan € 2,5 miljoen afwijkt van de begroting:

Nationale Bijdrage aan ISAF-staven (NBI)

Met de begroting voor 2012 werd het budget vastgesteld op € 7,5 miljoen. De uitgaven voor personeel dat niet werkzaam is binnen de Police Training Group of de Air Task Force van de Geïntegreerde Politiemissie (GPM), maar wel onderdeel uitmaakt van de GPM, zijn met de 1e suppletoire begroting ondergebracht in de Nationale Bijdrage aan ISAF-staven (NBI). Hiermee werd het budget opgehoogd tot € 12,2 miljoen. Vanwege een vermindering van het aantal ingezette tolken werd met de 2e suppletoire begroting het budget met € 1 miljoen naar beneden bijgesteld naar € 11,2 miljoen. Uiteindelijk is € 10,6 miljoen gerealiseerd.

Geïntegreerde Politiemissie (GPM Kunduz)

De lagere realisatie (€ 88,2 miljoen in plaats van € 97 miljoen begroot) wordt veroorzaakt door de herverdeling van de personele aantallen naar de NBI, door het lager uitvallen van de kosten van de bouw van het permanente kamp op Kunduz en door meevallers in het civiel inhuren van luchttransportcapaciteit.

ISAF Redeployment

De hogere realisatie (€ 29,9 miljoen in plaats van 20,0 miljoen begroot) wordt veroorzaakt door overlopende verplichtingen uit 2011 van het Redeployment ISAF Materieelplan (RDIMP).

EU NAVOR ATALANTA

De hogere realisatie (€ 6,2 miljoen in plaats van € 1,0 miljoen begroot) wordt veroorzaakt door de gewijzigde Nederlandse bijdrage met de Hr.Ms. Van Amstel (Kamerbrief 29 521, nr. 168 van 1 juni 2011) en door de bijdrage voor zes maanden van een AVPD ter bescherming van schepen van het WFP.

Ocean Shield

Met de 1e suppletoire begroting is het budget opgehoogd met € 13,8 miljoen naar € 26,7 miljoen vanwege de gewijzigde Nederlandse bijdrage (Kamerbrief 29 521, nr. 168). De uiteindelijk lagere realisatie van € 21,2 miljoen is het gevolg van minder vlieguren met de boordhelikopter en minder havenbezoeken.

Overige missies

Voor de overige operaties en kleine missies wordt jaarlijks een bedrag begroot. De realisatie is afhankelijk van besluitvorming tot daadwerkelijke inzet. In 2012 is de realisatie € 2,9 miljoen lager uitgevallen dan gepland.

Vessel Protection Detachments (VPD’s)

De begroting op basis van 50 VPD’s bedroeg € 11,2 miljoen. Uiteindelijk is er € 3,5 miljoen gerealiseerd. Deze onderrealisatie wordt veroorzaakt door een lager aantal uitgevoerde inzetten dan geraamd en door gewijzigde regelgeving (lager tarief en herallocatie van de investeringen).

NAVO AOM/ EU contributies

Door een toename in de uitgaven voor NAVO-operaties, onder andere door de inzet van NAVO-capaciteiten in Operatie Unified Protector (OUP) in 2011, was de realisatie in 2012 € 4,6 miljoen hoger dan geraamd.

Ontvangsten

In 2012 werd in totaal € 8,4 miljoen ontvangen. De HGIS ontvangsten van € 4,3 miljoen hebben betrekking op de verkoopopbrengsten van materieel aan partnerlanden (ISAF) en de ontvangsten van partnerlanden (EUFOR Althea).

De overige (niet-HGIS) ontvangsten vallen lager uit (– € 7,1 miljoen), omdat de inzet van het aantal VPD’s minder is dan gepland. Hierdoor zijn er minder bijdrages ontvangen van de reders. Daarnaast zijn enkele niet-invorderbare bedragen afgeboekt.

Beleidsmatige informatie (uitgevoerde operaties)

In het kader van de levering van een bijdrage aan een duurzame internationale rechtsorde en stabiliteit heeft Nederland deelgenomen aan verscheidene operaties. Hieronder worden de desbetreffende operaties beschreven.

Crisisbeheersingsoperaties

Operationele doelstelling: Vrede en stabiliteit in Europa/Balkan, Afghanistan, Het Midden Oosten en Afrika.

Vrede en stabiliteit in Europa/Balkan

European Union Force (EUFOR)/Althea

Nederland leverde in 2012 drie militairen aan het trainingsgedeelte van de EU-missie EUFOR Althea in Bosnië-Herzegovina (Kamerbrief 21 501-02, nr. 1 094 van 30 september 2011). De duur van het VN-mandaat is verlengd tot midden november 2013.

Kosovo Force (KFOR)

KFOR ondersteunt het waarborgen van de stabiliteit en veiligheid en de opbouw van de Kosovo Security Forces (KSF). Nederland heeft in 2012 bijgedragen met drie militaire staffunctionarissen. De bijdragen aan zowel EULEX als KFOR worden ondersteund door een National Support Element (NSE) gevormd door twee marechaussees. Tevens is er in Pristina een National Intelligence Cell (NIC) gevormd door twee militairen van de MIVD. De regering heeft het mandaat in 2012 met een jaar verlengd tot 1 oktober 2013 (Kamerbrief 28 676, nr. 167).

European Union Rule of Law Mission (EULEX)

EULEX heeft tot doel het bestuur, de politie, justitie en de douane van Kosovo te ondersteunen om zo een bijdrage te leveren aan de bestendiging van de regionale vrede, veiligheid en stabiliteit en aan de ontwikkeling van duurzame en democratische lokale instellingen (Kamerstuk 27 476, nr. 8). De Nederlandse bijdrage aan EULEX Kosovo bestaat uit personeel van de Kmar, politie, justitie, douane en enkele civiele experts. Gemiddeld werden in 2012 15 militairen van de Kmar ingezet. Het mandaat van de missie werd op 6 juli 2012 verlengd tot 14 juni 2014 (Kamerstuk 29 521, nr. 190).

Vrede en stabiliteit in Afghanistan

International Security Assistance Force (ISAF)

ISAF heeft een VN-mandaat om de Afghaanse regering te assisteren bij de handhaving en verbetering van de veiligheid, zodat de Afghaanse regering en ontwikkelingsorganisaties in een veilige omgeving kunnen opereren. De Nederlandse bijdrage aan ISAF bestond in 2012 uit verschillende elementen.

Politiemissie (GPM)

Nederland trainde in 2012 de Afghaanse politie in de provincie Kunduz in Noord-Afghanistan (Kamerstuk 27 925, nr. 415). Daarvoor werden per rotatie (maximaal) 545 personen uitgezonden die primair in de provincie Kunduz en Mazar-e-Sharif en deels in de hoofdstad Kabul zijn gestationeerd. De GPM bestaat uit de volgende elementen:

  • Police Training Group (PTG)

    De PTG is gestationeerd in Kunduz. Het betreft hier 225 civiele en militaire opleiders en trainers, en vijf justitiële experts. Duitse eenheden in het gebied zorgen voor hun bescherming. Voor de medische, logistieke en stafondersteuning van de politietrainers staan hiernaast 125 Nederlandse militairen ter beschikking.

  • Air Task Force (ATF)

    De ATF is opgericht ter ondersteuning van ISAF en omvat vier Nederlandse F-16 jachtvliegtuigen en 120 militairen die permanent voor ISAF in Mazar-e-Sharif zijn gestationeerd. Primair fungeert de ATF als nationale doorzettingsmacht voor de PTG. Daarnaast ondersteunt de ATF de ISAF- en ANSF-eenheden, als deze in nood verkeren. Ook vervult de ATF een leidende rol in de opsporing vanuit de lucht van bermbommen met het RecceLite systeem.

  • Bijdrage aan de hoofdkwartieren van ISAF

    Nederland levert een personele bijdrage aan de hoofdkwartieren van ISAF, het daaronder geplaatste operationeel hoofdkwartier (ISAF Joint Command – IJC) en aan de NATO Training Mission Afghanistan (NTM-A).

  • Overige eenheden ter ondersteuning van de missie in Afghanistan:

    • European Union Police Mission (EUPOL)

      In 2012 hebben geen Kmarfunctionarissen bijgedragen aan EUPOL. De missie werd gevuld door personeel afkomstig van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Buitenlandse Zaken (specialisten) en Veiligheid en Justitie (Rule of Law) werkzaam in de provincie Kunduz.

    • United Nations Assistance Mission in Afghanistan (UNAMA)

      Nederland levert ten behoeve van de VN-missie in Afghanistan sinds november 2011 een Police Advisor, die is gestationeerd in Kunduz-stad.

ISAF Redeployment

De redeployment kon in 2012 niet worden voltooid. De belangrijkste oorzaak hiervan was de gesloten Pakistaanse grens, waardoor transporten niet tijdig terug naar Nederland konden, met als gevolg dat het onderhoudsproces werd vertraagd.

Vrede en stabiliteit in het Midden Oosten

United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)

Nederland heeft in 2012 gemiddeld 11 officieren geleverd voor verschillende waarnemersgroepen in Syrië, Israël en Libanon en op het hoofdkwartier van UNTSO te Jeruzalem. De waarnemers hebben tot taak om toe te zien op de naleving van de bestaande bestandsafspraken. Nederland neemt al sinds 1956 deel aan deze VN-missie. De Nederlandse deelname aan deze missie is van onbeperkte duur. De additionele uitgaven voor deze missie zijn, vanwege de onbeperkte duur, meerjarig in de raming voor crisisbeheersingsoperaties opgenomen.

European Union Border Assistance Mission Rafah (EUBAM Rafah – Gaza)

De EU Border Assistance Mission Rafah vormt de derde partij bij de grensovergang tussen Gaza en Egypte en heeft als taak de grensbewaking van het Rafah Crossing Point door de Palestijnse Autoriteit te monitoren en te begeleiden. Nederland leverde in 2012 voor deze missie drie marechaussees. Zij stonden stand-by in Nederland. In 2012 is door de EU geen beroep gedaan op het Nederlandse personeel. Er heeft in 2012 dan ook geen realisatie plaatsgehad. De Nederlandse bijdrage is in juni 2012 verlengd tot 30 juni 2013 (Kamerbrief 23 432, nr. 334).

United States Security Coordinator (USSC)

De missie van USSC beoogt de Palestijnse veiligheidssector te professionaliseren, als basisvoorwaarde voor een levensvatbare toekomstige Palestijnse staat en om een veilige leefomgeving voor de Palestijnse burgers te creëren. Met de brief van 1 februari 2012 is de Kamer geïnformeerd over de voortzetting van de Nederlandse bijdrage aan deze missie (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1119). Nederland leverde tot midden 2012 vier militairen (twee trainers, een verbindingsofficier en een militair adviseur) en vervolgens drie militairen (een verbindingsofficier, een militair adviseur en een coach leadership courses).

United Nations Supervision Mission in Syria (UNSMIS)

De VN had Nederland in het bijzonder gevraagd een bijdrage te leveren aan de analyse- en inlichtingencapaciteit ten behoeve het werk van VN Speciale Vertegenwoordiger voor Syrië Annan en de waarnemingsmissie. Nederland heeft met een militair het analyseteam in Genève versterkt (Kamerstuk 32 623, nr. 66). Deze bijdrage duurde van 16 mei tot 19 augustus 2012.

Multinational Force and Observers (MFO Sinai)

De MFO-missie is een observatiemissie die sinds 1982 in de Sinai (Egypte) actief is. Het mandaat berust op het Egyptisch-Israëlisch vredesverdrag van 26 maart 1979 en het daarbij behorende Protocol van 3 augustus 1981. De taken van MFO zijn het observeren, rapporteren en verifiëren van schendingen van het vredesakkoord. Nederland nam eerder tot en met 1995 deel aan de missie. In 2012 is besloten per 1 februari 2013 weer aan deze missie deel te nemen. De bijdrage betreft vier militairen voor de initiële periode van 18 maanden.

Vrede en stabiliteit in Afrika

European Naval Force (EUNAVFOR) / Operation ATALANTA

In 2012 heeft Nederland een bijdrage geleverd aan antipiraterijoperaties in de wateren omsloten door India, Afrika en het Arabisch schiereiland. In de periode van 1 april tot 4 juni 2012 leverde Nederland een bijdrage met Hr.Ms. van Amstel (Kamerstuk 29 521, nr. 168). Nederland heeft daarmee bijgedragen aan de bescherming van schepen van het WFP en de African Union Mission in Somalië, de bescherming van koopvaardijschepen in de Golf van Aden en het patrouilleren in gebieden met een verhoogde dreiging van piraterij. Sinds oktober 2010 levert Nederland ook een personele bijdrage aan het Operationele Hoofdkwartier in Northwood. Nederland heeft als eerste land een AVPD aan Atalanta geleverd voor een periode van zes plus drie maanden (van 25 januari tot 14 oktober 2012) (Kamerstuk 29 521, nrs. 178 en 188).

Ocean Shield

In 2012 is Hr.Ms. Evertsen in de periode van 2 juni tot 7 augustus, gevolgd door Hr.Ms. Rotterdam van 1 augustus tot 7 december als deel van Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG), ingezet in de NAVO-operatie Ocean Shield, gericht tegen piraterij in de omgeving van Somalië. Nederland leverde in die periode ook de staf van SNMG 1, onder leiding van commandeur Bekkering, die leiding gaf aan Ocean Shield. Tevens hebben in de periode van 12 februari tot 19 april Hr.Ms. Dolfijn en van 3 september 2012 tot 22 december 2012 Hr.Ms. Bruinvis aan Ocean Shield deelgenomen (Kamerstuk 29 521, nrs. 168 en 182).

Combined Maritime Forces (CMF)

CMF richt zich naast de strijd tegen international terrorisme ook op priraterijbestrijding en heeft hiervoor een afzonderlijke taakgroep (CTF-151) ingesteld. Nederland droeg in 2012 met twee militairen bij aan de staf van het hoofdkwartier van CMF in Bahrein.

United Nations Mission in the Republic of South Sudan (UNMISS)

UNMISS is opgericht na de Zuid-Sudanese onafhankelijkheid op 9 juli 2011. Resolutie 1996 (2011) geeft UNMISS het mandaat de vrede en veiligheid te consolideren en de omstandigheden voor ontwikkeling te creëren in Zuid-Sudan. Met Resolutie 2057 (2012) is het mandaat van UNMISS met één jaar verlengd tot 15 juli 2013. De missie ondersteunt de Zuid-Sudanese autoriteiten op het gebied van vredesconsolidatie, de bescherming van burgers door conflictpreventie en -beheersing en de opbouw van de veiligheids- en justitiesector. UNMISS is een geïntegreerde missie waarin civiele en militaire inspanningen worden samengebracht en worden ingebed in de brede internationale inspanning in Zuid-Sudan. De missie bestaat uit 7000 militairen, 900 politiefunctionarissen en 900 civiele stafleden. De vulling is nog niet compleet, maar de VN verwacht dat UNMISS eind dit jaar volledig operationeel is. Nederland draagt sinds april 2012 bij aan UNMISS. De Nederlandse bijdrage omvat zowel een militair als een civiel deel. Er is een politiek mandaat voor een Nederlandse bijdrage van maximaal 30 personen, te weten 15 marechaussees (UNPOL), vier civiele politiefunctionarissen van het ministerie van Veiligheid en Justitie (UNPOL), twee tot drie civiele experts van het ministerie van Buitenlandse Zaken, twee militaire liaisonofficieren en zeven stafofficieren. De Nederlandse bijdrage geldt voor de duur van twee jaar tot april 2014 (Kamerstuk 29 521, nr. 177).

United Nations African Union Mission (UNAMID)

In 2007 is besloten dat de VN een vredesmissie zouden gaan uitvoeren in Darfur (Soedan) ter aanvulling op de African Mission in Sudan. Deze missie heeft tot taak het creëren van een veilige omgeving voor humanitaire organisaties die hulp verlenen aan de bevolking in de vluchtelingenkampen. De Nederlandse bijdrage, bestaande uit twee stafofficieren, richt zich op de planning en monitoring van de logistieke ondersteuning van de missie. In 2012 heeft slechts een Nederlandse militair deelgenomen aan UNAMID in verband met visumproblematiek. De Nederlandse bijdrage loopt sinds augustus 2007. Tegen de achtergrond van schaarse defensiecapaciteit, beperkt missierendement en veranderende beleidsprioriteiten is de militaire bijdrage per 1 juli 2012 beëindigd.

Security Sector Development Burundi (SSD)

Op 10 april 2009 hebben Nederland en Burundi een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend. Dit MoU is het strategisch kader voor een bilaterale, meerjarige samenwerking (vier fasen van twee jaar) op het gebied van Security Sector Development (SSD). Het SSD-programma bestaat uit drie pijlers: de verbetering van het democratische toezicht op de veiligheidssector (good governance), de verdere professionalisering van het Burundese leger en van de Burundese politie. De vaste Nederlandse defensiebijdrage bestaat uit twee officieren, waarvan een werkt als strategisch adviseur bij het Burundese ministerie van Defensie en een als adviseur/coach bij de Burundese projectorganisatie die in het kader van het MoU defensieprojecten voorbereidt en uitvoert. Additioneel worden ter ondersteuning van projecten Nederlandse militairen voor korte periodes ingezet. Voor Fase II (2011–2013) zijn vier strategische assen gedefinieerd: defence review, gender, ethiek en het militair juridisch systeem. In 2012 lag de focus op de verdere uitwerking van de defence review en op local ownership van het Burundese leger.

United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC)

Het Counter Piracy Programme (CPP) van het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) richt zich in de regio Oost-Afrika op versterking van de capaciteiten in de landen die de Djibouti Code of Conduct hebben ondertekend op het gebied van strafvervolging en berechting van verdachten van piraterij. De werkzaamheden van de Nederlandse Police Advisor (PA) richten zich op het versterken van het politieapparaat in de desbetreffende landen. De Nederlandse bijdrage met een functionaris aan UNODC is per 30 mei 2012 beëindigd.

Africa Contingency Operations Training and Assistance (ACOTA)

ACOTA is een door de Verenigde Staten geleid programma ter versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden om VN/AU-gemandateerde vredesmissies in Afrika uit te voeren. Sinds 2008 steunt Nederland het programma financieel en sinds 2011 ook militair. In 2012 hebben militairen één training in Rwanda, één in Uganda en zes trainingen in Burundi ondersteund.

European Union Security (EUSEC)

De European Union Security (EUSEC)-missie in de Democratische Republiek Congo (DRC) is een kleinschalige SSR-missie, die adviseert en assisteert bij de hervorming van de veiligheidssector. Nederland ondersteunt de ontwikkeling en professionalisering van het geïntegreerde Congolese leger. Tegen de achtergrond van schaarse defensiecapaciteit, beperkt missierendement en veranderende beleidsprioriteiten is de militaire bijdrage per 1 februari 2012 beëindigd.

Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)

Het Nederlandse liaisonteam bij Central Command (CENTCOM) in Tampa, Florida, houdt zich bezig met de coördinatie van en ontwikkelingen in de strijd tegen het internationale terrorisme, de ISAF-operatie en andere operaties die vallen onder CENTCOM.

Nationale inzet

Operationele doelstelling: Handhaving van de rechtsorde en ondersteuning van civiele overheden binnen het Koninkrijk.

Structurele nationale taken

Defensie voerde in 2012 structureel een aantal taken uit voor civiele overheden, waaronder de taken van het CKmar, de Kustwacht en de Bijzondere Bijstandseenheden. Er hoeft voor deze taken geen apart verzoek om bijstand of steunverlening te worden ingediend. De structurele nationale taken van Defensie zijn vastgelegd in wet- of regelgeving of er zijn specifieke afspraken over gemaakt. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie.

Militaire bijstand en militaire steunverlening

Defensie werd ook ingezet ter ondersteuning van de civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde of de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. De krijgsmacht verleende bovendien hulp in het geval van een ramp of zwaar ongeval, of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Dit wordt militaire bijstand en steunverlening genoemd. Defensie is in 2012 veelvuldig ingezet voor militaire bijstand en steunverlening. Om de veelvoud aan inzet te illustreren zijn hieronder enkele concrete voorbeelden gegeven.

In januari maakte een F-16 fotovluchten ter identificatie van de zwakke plekken in de dijken in Noord-Nederland. In februari zochten duikers van de Defensie Duik Groep met geavanceerde zoekapparatuur en onderwaterrobots in Luttelgeest twee keer naar een vermist persoon. Ook zette het CZSK gedurende de strenge vorstperiode die maand een sleepboot in als ijsbreker om de vaarwegen van en naar de Waddeneilanden open te houden. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) ontmantelt jaarlijks tal van explosieven. In april rukte de EODD echter twee maal tevergeefs uit vanwege een buitenproportionele 1 aprilgrap. In beide gevallen is een strafrechtelijk onderzoek begonnen. In juli assisteerden 14 genisten van een Advanced Search Team en 15 zogenoemde combat trackers de politie met een zoektocht naar een sinds maart vermiste man uit Heerhugowaard. Ook in Noord-Brabant hielp Defensie bij een zoektocht. Vier militairen uit Oirschot speurden op verzoek van het ministerie van Veiligheid en Justitie met speciale apparatuur naar een ingegraven zeecontainer. In augustus onderschepten twee F-16’s een Airbus-passagiersvliegtuig uit het Spaanse Malaga nadat geen radiocontact kon worden gemaakt. Ze escorteerden het toestel met meer dan 180 passagiers tot aan de landing op Schiphol, waar marechaussee-eenheden en een arrestatieteam paraat stonden. In september hielp een Advanced Search Team de politie bij het doorzoeken van twee woningen in Utrecht. De genisten beschikken over moderne apparatuur om verborgen goederen te vinden. In gebieden of ruimten die moeilijk begaanbaar zijn, kunnen zij daarmee in de bodem of door muren en objecten kijken. Bij de actie werd drugs en geld gevonden.

In oktober ondersteunden defensiespecialisten op verzoek van het ministerie van Veiligheid en Justitie de politie bij het doorzoeken van een ontruimd kraakpand naar vuurwapens. De militairen van de pantsergenie uit Wezep doorzochten een gebouw en troffen een vuurwapen aan. Eveneens werd in oktober een onbemand vliegtuigje ingezet tijdens de 4-mijl loop in Groningen ter ondersteuning van de politie bij de handhaving van de openbare orde en veiligheid. De beelden van de camera van het toestel waren behulpzaam bij het managen van vervoersstromen en mensenmassa’s. In november ondersteunden een Apache-gevechtshelikopter, een F-16-jachtvliegtuig en 40 luchtmobiele militairen de politie bij de zoektocht naar een vermist persoon uit Diemen. In december startte het nieuwe patrouilleschip Friesland een reddingsactie op de Noordzee om de 24 drenkelingen te redden van het vrachtschip Baltic Ace dat gezonken was na een aanvaring. Defensie zette ook het zusterschip Groningen en een reddingshelikopter in. Van de opvarenden konden er 13 worden gered. De beide marineschepen bleven ook na beëindiging van de actie ‘s nachts naar vermisten zoeken. Ze coördineerden tevens de scheepvaart, zodat er geen schepen op de gezonken Baltic Ace konden varen. Defensie heeft daarna nog met duikers gezocht naar de vermisten.

Een kwantitatief overzicht van de militaire bijstand en steunverlening is opgenomen in onderstaande tabel.

Militaire Bijstand en Militaire Steunverlening in 2012

Explosievenopruiming

1.578

Patiëntenvervoer

177

SAR

29

Onderscheppingen luchtruim

3

Strafrechtelijke handhaving Rechtsorde

94

Handhaving Openbare Orde en Veiligheid

23

Wet Veiligheidsregio’s

3

Militaire Steunverlening in het Openbaar Belang

42

Bijstand Caribische Gebied

2

Overige inzet

Operationele doelstelling: De militaire ondersteuning bij de handhaving van de rechtsorde en veiligheid in gebieden buiten het Koninkrijk der Nederlanden.

Inzet Vessel Protection Detachments (VPD’s)

Het aantal verzoeken van Nederlandse reders om ondersteuning van de overheid bij de beveiliging van kwetsbare schepen in risicogebieden is de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 2012 hebben VPD’s met succes in totaal 32 Koninkrijksgevlagde zeetransporten beschermd en het aantal kapingen is ten opzichte van eerdere jaren gedaald. Defensie heeft de financiële bijdrage die reders moeten betalen voor de inzet van een VPD in 2012 verlaagd.

Licence