1. Algemene doelstelling
Een sportieve samenleving waarin voor iedereen een passend sport- en beweegaanbod aanwezig is en waarin uitblinken in sport wordt gestimuleerd.
Met de uitbreiding van het aantal buurtsportcoaches en de verbreding van hun werkterrein en met de start van de Sportimpuls is in 2012 voor meer mensen een passend sport- en beweegaanbod beschikbaar gekomen. De investeringen in topsport hebben mede bijgedragen aan goede prestaties van onze topsporters tijdens de Olympische en paralympische Spelen, met respectievelijk 20 en 39 medailles.
2. Rol en verantwoordelijkheid
Aan het sportbeleid van de rijksoverheid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van schoolprestaties en het verminderen van schooluitval.
Op bijna alle operationele doelstellingen heeft de minister zowel een stimulerende als een faciliterende rol. De praktische invulling van die rol verschilt per operationele doelstelling en is afhankelijk van de relaties met en verantwoordelijkheden van andere partijen.
Voor de doelstelling op het terrein van sport en bewegen in de buurt maakt de minister gebruik van een tweetal bestaande stelsels.
Nederland heeft een sterke sportsector die in hoge mate zelforganiserend en zelfregulerend is. Daarbij is sprake van een landelijk netwerk met bijna 30.000 sportverenigingen, die aangesloten zijn bij landelijke sportbonden die zich verenigd hebben in de sportkoepel NOC*NSF.
De gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor het lokale accommodatiebeleid en het lokale sport- en beweegbeleid. De gemeenten investeren jaarlijks ongeveer € 1 miljard in de sport.
Voor uitblinken in sport onderschrijft het huidige kabinet, evenals voorgaande kabinetten, de ambitie van de georganiseerde sport om bij de tien beste topsportlanden van de wereld te willen horen. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij de sportsector zelf.
Vanuit de voornamelijk stimulerende en faciliterende rol van de minister van VWS zijn kengetallen over de positie van Nederland in het medailleklassement en de beweegnorm geselecteerd.
Positie Nederland in medailleklassement Olympische Zomerspelen
Positie Nederland in medailleklassement Olympische Winterspelen
Bron: IOC
Percentage van de Nederlandse bevolking (vanaf 18 jaar) dat voldoet aan de beweegnorm
De gegevens die ten grondslag liggen aan de grafiek over de beweegnorm maken onderdeel uit van het standaardonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN), uitgevoerd door onder meer TNO. De realisatie van deze indicatoren wordt jaarlijks gemeten.
Deze indicatoren geven aan hoeveel Nederlanders voldoende bewegen voor hun gezondheid. Dit geeft een indicatie van de behaalde gezondheidswinst door sport. Als beweegnorm wordt de zogenoemde ‘combinorm’ gehanteerd. Men voldoet aan die norm als men voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) en/of de Fitnorm. De NNGB vereist minimaal 30 minuten matig intensief bewegen op minstens 5 dagen per week. De Fitnorm vereist minimaal 20 minuten intensief bewegen (sport of fitness) op minstens 3 dagen per week.
Beleidsterrein | Stimuleren | Faciliteren |
---|---|---|
Sport en bewegen in de buurt | Het bevorderen van de samenwerking tussen partijen uit verschillende sectoren, zodat op lokaal niveau een passend sport- en beweegaanbod tot stand komt en blijft. | Het ontwikkelen en (mede)financieren van programma’s die er aan bijdragen dat er voor iedere Nederlander een passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig is. |
Uitblinken in sport | Het mede financieren van de top 10 ambitie. Het scheppen van randvoorwaarden voor talenten en topsporters in Nederland, waardoor zij op een professionele en verantwoorde wijze kunnen uitblinken in sport, ook tijdens topsportevenementen in eigen land. | |
Voorbereiden besluit kandidaatstelling Olympische en Paralympische Spelen in 2028 | De rijksinzet op de Olympische speerpunten «Ruimtelijke ambitie» en «Economische betekenis van sport», en in het bijzonder het bevorderen van de economische en maatschappelijke spin-off van topsportevenementen. Het bevorderen van innovaties, kennisontwikkeling en kennisdeling in de sport. | Het ondersteunen van de activiteiten van de Alliantie Olympisch Vuur. |
3. Beleidsconclusies
Sporten en bewegen is de basis van een gezonde en actieve leefstijl. Iedere Nederlander moet kunnen sporten en bewegen in de buurt. Het programma «Sport en bewegen in de buurt» (TK 30 234, nr. 54) is op 13 februari 2012 formeel van start gegaan met de ondertekening van de bestuurlijke afspraken met VNG, NOC*NSF en VNO-NCW/MKB Nederland. Als uitwerking daarvan is het aantal buurtsportcoaches in 2012 uitgebreid tot 2.360 fte in 373 gemeenten. Tevens is het werkterrein van de buurtsportcoaches verbreed. In 2012 is ook de Sportimpuls van start gegaan, met als doel het stimuleren van sport- en beweegaanbod op lokaal niveau. Ruim 900 aanvragen zijn ingediend en daarvan zijn 167 projecten gehonoreerd. Daarmee is in 2012 voor meer Nederlanders een passend sport- en beweegaanbod beschikbaar gekomen. Ook heeft in 2012 de Taskforce belemmeringen haar onderzoek afgerond (eindrapport verschijnt begin 2013) en is, in nauwe samenwerking met het ministerie van OCW, de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en een Gezonde Leefstijl verschenen.
NOC*NSF is, in samenwerking met de sportbonden, in 2012 in de volle breedte aan de slag gegaan met de uitvoering van het actieplan «Naar een veiliger sportklimaat» (TK 30 234, nr. 55). Zo is bij 56 van de 76 bonden het bestaande tuchtrecht geïnventariseerd, hebben 4.000 scheidsrechters binnen 13 sporten een weerbaarheidstraining gevolgd en is vorig seizoen het aantal excessen binnen het voetbal met 16% afgenomen. Daarmee zijn goede stappen gezet. Helaas is eind van het jaar, met de tragische dood van de voetbalvader en grensrechter Richard Nieuwenhuizen, gebleken dat blijvende en extra aandacht voor een veiliger sportklimaat noodzakelijk is.
De goede prestaties van Nederlandse topsporters bij de Olympische en Paralympische Spelen tonen aan dat het beleid op het gebied van Uitblinken in sport zijn vruchten afwerpt. Het leeftijdsgedifferentieerd stipendium voor topsporters, ingevoerd medio 2011, bleek in een grote behoefte te voorzien. Ook de bundeling activiteiten binnen de Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO’s) blijkt succesvol. Om de aansluiting te behouden heeft NOC*NSF in samenwerking met de sportbonden in de sportagenda 2013–2016 vorm gegeven aan een topsportbeleid met scherpere focus. In aansluiting daarop zijn met NOC*NSF nieuwe afspraken gemaakt over de wijze van financiering van de topsport.
De ambitie om de Olympische Spelen naar Nederland te halen is door het kabinet los gelaten, omdat het te grote risico’s met zich meebrengt. In tijden van crisis en bezuinigingen is er binnen de samenleving ook te weinig draagvlak voor. Wel steunt het kabinet nog steeds de ambitie om de Nederlandse sport naar Olympisch niveau te brengen.
4. Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Vastgestelde begroting 2012 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 93.660 | 88.490 | 64.401 | 113.055 | 42.713 | 104.122 | – 61.409 |
Uitgaven | 102.113 | 110.876 | 110.752 | 97.408 | 79.557 | 128.976 | – 49.419 |
46.1 Voor iedere burger die dat wil is een passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig, dat bovendien veilig en toegankelijk is | 34.067 | 80.727 | – 46.660 | ||||
46.2 Ondersteunen van de ambitie van de georganiseerde sport om als Nederland bij de beste 10 topsportlanden van de wereld te behoren | 36.392 | 36.896 | – 504 | ||||
46.3 Voorbereiden van een gefundeerd besluit over de kandidaatstelling voor de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen 2028 in Nederland | 9.098 | 11.353 | – 2.255 | ||||
Ontvangsten | 1.480 | 2.176 | 2.139 | 3.299 | 3.238 | 870 | 2.368 |
De indeling van de operationele doelstellingen is met ingang van de begroting 2012 gewijzigd. Hierdoor is het niet mogelijk om de gerealiseerde uitgaven per doelstelling voor de jaren 2008–2011 te presenteren.
5. Instrumenten
46.1 Voor iedere burger die dat wil is een passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig, dat bovendien veilig en toegankelijk is
De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 34,1 miljoen. Dat is circa € 46,7 miljoen lager dan het in de begroting opgenomen bedrag van € 80,7 miljoen. Dit verschil is een gevolg van overboekingen naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in verband met uitkeringen aan gemeenten via het Gemeentefonds en van overboekingen naar artikel 41 van de VWS-begroting. Deze overboekingen worden bij de desbetreffende instrumenten nader toegelicht.
Bekostiging compensatie van betaalde energiebelasting
Sportverenigingen hebben € 7,9 miljoen ontvangen om de kosten als gevolg van de regulerende energiebelasting voor 50% te compenseren. Totaal is € 0,9 miljoen minder uitgekeerd dan geraamd, onder meer doordat het aantal ingediende aanvragen lager was.
Subsidies voor Sport en Bewegen in de Buurt (incl. afbouw van oudere programma’s)
In de begroting 2012 was een budget van € 21,0 miljoen gereserveerd voor het programma «Sport en bewegen in de buurt». Daarnaast was een bedrag van € 7,3 miljoen opgenomen voor de afbouw van oudere programma’s als het Nationaal actieplan sport en bewegen en Versterken verenigingen.
Eind 2011 is het programma «Sport en bewegen in de buurt» geïntroduceerd (TK 30 234, nr. 54). Als uitwerking daarvan is € 8 miljoen ingezet voor de uitbreiding en verbreding van de buurtsportcoaches (zie hieronder bij bijdragen voor buurtsportcoaches). Ook is € 9,9 miljoen, via artikel 41, ingezet voor de Sportimpuls, met als doel het stimuleren van sport- en beweegaanbod op lokaal niveau. Aan de implementatie en ondersteuning van het programma Sport en bewegen in de buurt is € 4,6 miljoen uitgegeven. Aan de afbouw van de oudere programma’s is € 7,1 miljoen besteed. Totaal is daardoor € 1,3 miljoen meer uitgegeven dan begroot.
Subsidies voor het stimuleren van gehandicaptensport
Er is voor een bedrag van € 4,2 miljoen aan subsidies verleend aan NOC*NSF en Gehandicaptensport Nederland ten behoeve van het stimuleren van gehandicaptensport.
Subsidies voor het stimuleren van een veiliger sportklimaat
Het NOC*NSF heeft € 7 miljoen subsidie ontvangen voor de uitvoering van een programma ten behoeve van een veiliger sportklimaat. NOC*NSF verzorgt dit programma in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB). Ook andere sportbonden zijn hierbij betrokken.
Daarnaast is nog € 0,8 miljoen uitgegeven aan de afronding van de programma’s Masterplan arbitrage en Sportiviteit & respect.
Subsidies voor verantwoord sporten en bewegen
Er is voor € 2,5 miljoen uitgegeven voor ondersteuning van activiteiten op het gebied van de opleiding van sportartsen, het verbeteren van de kwaliteit van de sportgeneeskunde en het verzamelen en verspreiden van kennis en informatie over gezonde sportbeoefening. Daarnaast is via artikel 41 een bedrag van € 0,9 miljoen besteed aan activiteiten op het terrein van blessurepreventie. Dit was conform begroting.
Bijdragen voor het aanstellen van buurtsportcoaches
Via de impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur zijn gemeenten begonnen met het aanstellen van professionals in combinatiefuncties. Met de uitwerking van het programma «Sport en bewegen in de buurt» (TK 30 234, nr. 54) is het werkveld verbreed en is de benaming gewijzigd in buurtsportcoach. Tevens is € 8 miljoen extra budget beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van het aantal fte. Totaal is daardoor in 2012 € 47,2 miljoen uitgekeerd aan deelnemende gemeenten. Deze decentralisatie-uitkeringen zijn verleend via het Gemeentefonds. Daarvoor is, conform raming, € 36,3 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanuit de begroting van VWS en € 10,9 miljoen vanuit de begroting van OCW.
46.2 Ondersteunen van de ambitie van de georganiseerde sport om als Nederland bij de beste 10 topsportlanden van de wereld te behoren
De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 36,4 miljoen. Dat is circa € 0,5 miljoen lager dan het in de begroting opgenomen bedrag van € 36,9 miljoen.
Bekostiging Fonds voor de Topsporter
Het Fonds voor de Topsporter heeft in 2012 € 11,4 miljoen van VWS ontvangen ten behoeve van het uitkeren van een stipendium aan A-topsporters en nationale toptalenten met een inkomen dat lager is dan het minimumloon en voor het uitkeren van onkostenvergoedingen aan topsporters. Dit is aanzienlijk hoger dan het oorspronkelijk geraamde bedrag van € 7,6 miljoen. In de beleidsbrief «Sport en bewegen in Olympisch perspectief» (TK 30 234, nr. 37) was een intensivering opgenomen van € 2 miljoen in verband met de invoering van het leeftijdsgedifferentieerd stipendium. De daadwerkelijke uitgaven waren nog eens € 1,8 miljoen hoger. Er bleek, in de aanloop naar de Olympische Spelen in Londen, een grotere aanspraak te zijn van sporters in de hogere leeftijdsgroepen. Tevens zorgden de goede prestaties van de Paralympische sporters voor een grotere toestroom dan verwacht. En deze toestroom had voornamelijk plaats in de hogere leeftijdsgroepen.
Subsidies voor talentontwikkeling
Ter facilitering van talentontwikkeling zijn subsidies verleend aan NOC*NSF, sportbonden, Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO’s), de Olympische netwerken en de Stichting LOOT. Totaal was hiervoor geraamd € 12,9 miljoen. Daarvan is € 11,7 miljoen uitgekeerd in de vorm van subsidies. Daarnaast is € 0,7 miljoen uitgekeerd via de VWS-verzameluitkering (zie artikel 97). Per saldo is € 0,5 miljoen minder uitgegeven dan begroot.
Subsidies voor versterking topsportprogramma’s
Om de top tien ambitie waar te kunnen maken zijn de topsportprogramma’s van NOC*NSF en sportbonden in 2012 versterkt. Daaraan is, conform begroting, € 4,5 miljoen uitgegeven.
Subsidie voor sportmedische begeleiding
Om het aanbod van de topsportmedische zorg in Nederland te verbeteren en te vergroten heeft het NOC*NSF, conform begroting, een subsidie ontvangen van € 1,25 miljoen.
Subsidies voor topsportevenementen
Er zijn subsidies verleend aan (sport)organisaties voor het verkrijgen en organiseren van aansprekende topsportevenementen in Nederland en voor de noodzakelijke aanpassingen aan de daarvoor beschikbare (multifunctionele) accommodaties. Het reguliere budget voor topsportevenementen van € 4,8 miljoen is voor 2012 opgehoogd naar € 9,1 miljoen, onder meer vanuit de (tijdelijke) extra middelen vanuit Kansspelen. De realisatie bedroeg € 6,1 miljoen. Doordat de groei in aanvragen achter bleef op groei van het budget was de onderbesteding € 3 miljoen.
Subsidies en bijdragen aan (inter)nationale antidopingorganisaties
Voor het tegengaan van dopinggebruik zijn op basis van internationale afspraken subsidies en bijdragen verleend aan (inter)nationale antidopingorganisties. Conform begroting is daar € 1,5 miljoen aan besteed.
46.3 Voorbereiden van een gefundeerd besluit over de kandidaatstelling voor de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen 2028 in Nederland
De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 9,1 miljoen. Dat is circa € 2,3 miljoen lager dan het in de begroting opgenomen bedrag van € 11,4 miljoen.
Subsidies en opdrachten aan de Alliantie Olympisch Vuur
De Alliantie Olympisch Vuur heeft, conform begroting, € 1,0 miljoen subsidie ontvangen voor de medefinanciering van het programmabureau. Vanwege het gewijzigde beleid met betrekking tot de Olympische ambitie is het geraamde budget van € 1,0 miljoen voor verkennende studies en onderzoeken in het kader van een mogelijk bid voor de Olympische Spelen in Nederland in 2028, vrijwel volledig onbesteed gebleven.
Subsidies voor innovatie
Conform begroting is voor € 1,3 miljoen subsidies verstrekt aan InnoSportNL en NOC*NSF om grensverleggende innovatieve toepassingen voor de (top)sport te ontwikkelen.
Subsidies en opdrachten voor «Kennis als fundament van beleid»
Ingezet is op het valideren van kansrijke sport- en beweegconcepten en op het borgen en verspreiden van beschikbare kennis via onder meer het NISB en Topsport Topics, het nieuwe kennisloket voor topsport. Daarnaast is het sectorplan «Sportonderzoek en -onderwijs» in uitvoering genomen, waarmee gewerkt gaat worden aan coördinatie en matching van kennis op universiteiten en hogescholen voor de sport en een goede kennistransfer vanuit het hoger onderwijs naar bestaande en nieuwe opleidingen in de sport. In juni is samen met NOC*NSF en SIA het Onderzoeksprogramma Sport 2013–2016 opgesteld en dat wordt uitgevoerd door NWO, STW en ZonMw. Kennis- en onderzoeksinstituten waaronder NISB, TNO en het Mulier Instituut hebben hiervoor totaal € 6,8 miljoen ontvangen. Daarnaast is € 0,4 miljoen via artikel 41 uitgekeerd aan RIVM en ZonMw voor kennisgerichte activiteiten. Ten opzichte van de begroting is daarmee circa € 1,2 miljoen minder uitgegeven. Dit is onder meer een gevolg van het feit dat het Onderzoeksprogramma Sport wat later van start gaat dan verwacht.
Ontvangsten
De gerealiseerde ontvangsten zijn € 2,4 miljoen hoger dan geraamd. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt doordat een bedrag van € 1,9 miljoen aan uitgekeerde subsidies is teruggevorderd voor het afgeronde programma «Meedoen alle jeugd door sport».