Base description which applies to whole site

4.1. Horizontale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per sector

Tabel 4 geeft de horizontale ontwikkeling aan van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per artikel en per sector op basis van de meest actuele standen. Hierbij is de ontwikkeling 2010–2011 en 2011–2012 onderverdeeld naar de oorzaak van de ontwikkeling: volume (V), nominaal (N) en technisch (T).

Tabel 4 Horizontale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven per sector (bedragen x € 1 miljard)1
 

2010

V

N

T

2011

V

N

T

2012

41. Volksgezondheid

0,1

0,0

0,0

0,0

0,1

0,0

0,0

0,0

0,1

Preventieve zorg

0,1

0,0

0,0

0,0

0,1

0,0

0,0

0,0

0,1

42. Gezondheidszorg

35,7

– 0,4

0,8

0,0

36,1

– 0,6

0,9

0,0

36,4

Eerstelijnszorg

4,3

0,1

0,1

0,0

4,5

– 0,2

0,1

0,0

4,3

Medisch-specialistische zorg

19,3

– 0,5

0,4

0,0

19,2

0,4

0,4

0,0

20,1

Ziekenvervoer

0,6

0,0

0,0

0,0

0,6

0,0

0,0

0,0

0,6

Genees- en hulpmiddelen

6,6

– 0,1

0,1

0,0

6,6

– 0,7

0,2

0,0

6,1

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3,9

0,2

0,1

0,0

4,2

– 0,3

0,1

0,0

4,0

Overige2

0,9

0,0

0,0

0,0

0,9

0,2

0,0

0,0

1,2

43. Langdurige zorg

23,8

0,9

0,4

– 0,2

24,9

1,7

1,0

0,0

27,6

Zorg in natura

21,0

0,8

0,4

0,0

22,2

1,6

0,9

0,0

24,6

Persoonsgebonden budgetten

2,2

0,0

0,1

0,0

2,3

0,2

0,1

– 0,1

2,5

Bovenbudgettaire vergoedingen

0,1

0,0

0,0

0,0

0,2

0,0

0,0

0,0

0,2

Overige3

0,5

0,0

0,0

– 0,2

0,3

– 0,1

0,0

0,1

0,3

44. Maatschappelijke ondersteuning

0,2

0,0

0,0

0,0

0,2

0,0

0,0

0,0

0,2

Subsidie MEE-instellingen

0,2

0,0

0,0

0,0

0,2

0,0

0,0

0,0

0,2

99. Nominaal en onvoorzien

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Nominaal en onvoorzien

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven

2,9

0,0

0,0

0,3

3,3

0,1

0,0

0,0

3,4

Wmo (Gemeentefonds)

1,5

– 0,1

0,0

0,0

1,5

0,1

0,0

0,0

1,5

Zorgopleidingen (begroting VWS)

0,8

0,0

0,0

0,2

1,1

0,1

0,0

0,0

1,2

Wtcg (begroting VWS)

0,5

0,1

0,0

0,1

0,7

– 0,1

0,0

0,0

0,6

Caribisch Nederland (begroting VWS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,1

0,0

0,0

0,0

0,1

Loon- en prijsbijstellingen (begrotingsgefinancierd)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bruto-BKZ-uitgaven stand jaarverslag 2012

62,7

0,5

1,2

0,1

64,6

1,2

1,8

0,0

67,6

BKZ-ontvangsten stand jaarverslag 2012

3,0

0,2

0,0

0,0

3,2

0,5

0,0

0,0

3,7

Netto-BKZ-uitgaven stand jaarverslag 2012

59,6

0,4

1,2

0,1

61,4

0,7

1,8

0,0

64,0

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, CVZ-gegevens over de voorlopige financieringslasten Zvw en AWBZ

1

Als gevolg van afronding in miljarden kan de som der delen afwijken van het totaal.

2

Bij artikel 42 zijn onder de post overige gezondheidszorg opgenomen de deelsectoren; grensoverschrijdende zorg, beheerskosten uitvoeringsorganen Zvw en multidisciplinaire zorgverlening.

3

Bij artikel 43 zijn onder de post overige langdurige zorg opgenomen de deelsectoren; subsidie langdurige zorg, beheerskosten/diversen AWBZ en langdurige zorg onverdeeld.

Toelichting belangrijkste ontwikkelingen

Volumeontwikkeling

De volumegroei is de som van de jaarlijkse autonome volumeontwikkeling van de zorguitgaven (volgend uit de CPB MLT-raming), de mee- en tegenvallers uit de actualisering van de zorguitgaven 2012 (zie tabel 5A) en het effect van eerder genomen uitgavenbeperkende maatregelen veelal ter redressering van eerdere overschrijdingen. De mee- en tegenvallers volgend uit de actualisering van de zorguitgaven en de uitgavenbeperkende maatregelen die onder volumegroei vallen kunnen het gevolg zijn van een volume en/of een prijseffect. De onderliggende volumegroei, wordt deels beperkt door eerder genomen maatregelen en verhoogd door overschrijdingen ten opzichte van het beschikbare kader.

Gezondheidszorg

Het artikel gezondheidszorg laat tussen 2010–2011 een volumedaling van € 0,4 miljard en tussen 2011–2012 een volumedaling van € 0,6 miljard zien. De volumedaling tussen 2010–2011 slaat vooral neer bij de medisch-specialistische zorg (€ 0,5 miljard). Dit betreft het saldo van de jaarlijkse autonome volumeontwikkeling van de zorguitgaven, de tegenvallers uit de actualisering en het effect van eerder genomen maatregelen.

De volumedaling tussen 2011–2012 heeft voornamelijk betrekking op de genees- en hulpmiddelen (€ 0,7 miljard). De volumedaling bij de geneesmiddelen kan deels worden verklaard door intensivering en uitbreiding (door patentverlies) van het preferentiebeleid van zorgverzekeraars.

De volumedaling bij de hulpmiddelen lijkt vooral te komen door een daling van het aantal declaraties. Daarnaast zijn zorgverzekeraars doelmatiger gaan inkopen (bijvoorbeeld ten aanzien van incontinentiemateriaal) en hebben ze de regels voor vergoeding van verbandmiddelen strenger gehandhaafd.

Bij de eerstelijnszorg en de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg is er tussen 2011–2012 sprake van een volumedaling van in totaal € 0,5 miljard. Deze daling hangt samen met het pakket aan maatregelen dat met ingang van 2012 zijn beslag heeft gekregen. Zo zijn in de Ontwerpbegroting 2012 (TK, vergaderjaar 2011–2012, 33 000 XVI, nr. 2.) maatregelen aangekondigd voor onder andere de curatieve ggz, huisartsen, verloskunde en de paramedische sector en zijn dieetadvisering en het programma stoppen met roken uit het verzekerd pakket gehaald. Daarnaast is afgezien van de pakketopname van de beweegkuur.

Bij de medisch-specialistische zorg is er tussen 2011–2012 sprake van een volumegroei van € 0,4 miljard. Dit hangt in grote mate samen met de overheveling van de TNF-alfaremmers naar het kader medisch-specialistische zorg.

Langdurige zorg

De langdurige zorg kende tussen 2010–2011 een volumegroei van € 0,9 miljard en tussen 2011–2012 een volumegroei van € 1,7 miljard. De volumegroei 2011–2012 in de AWBZ hangt samen met de in het Regeerakkoord van het Kabinet-Rutte–Verhagen voorziene groeiruimte, intensiveringen en maatregelen en de uitvoeringstegenvallers. Daarnaast zijn in eerdere begrotingen verschillende maatregelen aangekondigd die in 2012 pas zichtbaar zijn, zoals het onder de contracteerruimte brengen van de capaciteitsgroei en het beperken van de keuzemogelijkheid van de persoonsgebonden budgetten.

Nominale ontwikkeling

De nominale ontwikkeling 2010–2011 van € 1,2 miljard en van 2011–2012 van € 1,8 miljard betreft de jaarlijkse aanpassing van de uitgaven aan loon- en prijsontwikkeling.

De vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle sectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor de gehele kabinetsperiode gereserveerd. De tranches 2011 en 2012 zijn toebedeeld aan de diverse sectoren. De loon- en prijsbijstelling in 2011 is veel lager dan die in 2012. Dit komt doordat de indexen voor lonen en prijzen in 2011 veel lager waren dan in 2012.

Technische ontwikkeling

De technische mutaties zijn verschuivingen tussen het Budgettair Kader Zorg en andere uitgavenkaders. Daarnaast vinden er technische overhevelingen tussen de sectoren plaats. Dergelijke verschuivingen hebben geen invloed op het totaal van de zorguitgaven. De belangrijkste technische mutaties betreffen de financieringsmutaties bij de langdurige zorg. Er is een zekere tijdsverloop tussen het moment dat de NZa de productieafspraken van partijen ontvangt en de verwerking daarvan in de budgetten en de bevoorschotting van de instellingen. Als gevolg daarvan wijkt de financiering binnen een jaargrens af van de uitgaven (budgetten) in dat jaar. Zo ontstaan er financieringsachterstanden of -voorsprongen. Financieringsmutaties hebben wel invloed op de hoogte van de zorguitgaven in enig jaar, maar over een langere periode bezien heffen financieringsvoorsprongen en -achterstanden elkaar op.

Licence