Base description which applies to whole site

BELEIDSPRIORITEITEN

Inleiding

Buitenlandse Zaken heeft zich in 2013 wereldwijd op een groot aantal terreinen ingezet voor de belangen van Nederland. In de Europese Unie is gewerkt aan het beheersen van de Eurocrisis en het oprichten van een bankenunie. Ook heeft Nederland de discussie over subsidiariteit een stimulans gegeven. Op het terrein van veiligheid heeft Nederland op een concrete manier een bijdrage geleverd aan het stabiliseren van de situatie in Afghanistan, aan het bestrijden van piraterij in en rond Somalië en is besloten tot het leveren van een belangrijke bijdrage aan de VN-missie in Mali. Het kabinet voerde, in het teken van economische diplomatie, 27 handelsmissies naar voor het Nederlands bedrijfsleven relevante landen, waaronder opkomende markten in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. De leden van het kabinet, waaronder de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bezochten in 2013 een groot aantal landen om de bilaterale banden, zowel economisch als politiek, aan te halen.

In 2013 is begonnen met de implementatie van de internationaliseringsstrategieën van de Topsectoren. Deze kreeg vooral gestalte in de strategische reisagenda van het Kabinet en in de werkzaamheden van de ambassades en consulaten in het buitenland. De strategische reisagenda werd nog nauwer dan voorheen afgestemd op de wensen van het bedrijfsleven.

Met Duitsland vond een eerste regeringsconferentieplaats en met Israël en de Palestijnse Gebieden organiseerde Nederland bilaterale fora. In 2013 vierden we ook het bilaterale Nederland-Rusland jaar, dat ondanks een aantal incidenten toch op een goede en bevredigende manier kon worden afgerond.

Het jaar 2013 was ook het jaar waarin de kracht van diplomatie zich kon laten gelden bij het bereiken van het akkoord met Iran over zijn nucleaire programma, waarbij de EU een belangrijke rol speelde, en bij het akkoord over de vernietiging van chemische wapens in Syrië, waardoor een dreigend internationaal militair conflict kon worden afgewend.

Het buitenlands beleid van het kabinet werd in 2013 vorm gegeven aan de hand van een reeks kamerbrieven. De overkoepelende visie op het buitenlands beleid en op de diplomatieke dienst kreeg zijn beslag in de Kamerbrief van juni «Voor Nederland, wereldwijd: samen werken aan toonaangevende diplomatie». Daarin werd ook invulling gegeven aan de aanbevelingen van de adviescommissie modernisering diplomatie onder leiding van Arthur Docters van Leeuwen, en werd aangegeven hoe Buitenlandse Zaken invulling geeft aan de in het regeerakkoord voorziene bezuinigingen. Daarnaast werden ook op specifieke terreinen brieven aan de Tweede Kamer aangeboden.

In 2013 zijn de bezuinigingen en hervormingen als gevolg van de kabinetten Balkenende IV en Rutte I verder tot uitvoering gebracht. Door meer efficiëntie en versobering op het kerndepartement alsmede het inkrimpen en sluiten van posten is invulling gegeven aan de bezuiningsdoelstelling van EUR 30,5 miljoen die het departement voor 2013 moest behalen. In 2013 zijn de posten in La Paz, Managua, Guatemala, Lusaka en Ouagadougou gesloten waarmee de aangekondigde sluiting van 10 posten zijn beslag heeft gekregen. In 2012 gingen reeds vijf posten dicht. Daarnaast is er op basis van het tussenrapport over de modernisering van de diplomatie en de nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen («Wat de wereld verdient») een hervormingsagenda ontwikkeld. Er is geïnvesteerd in de versterking van de economische functie van het postennet. In Yangong is een handelskantoor opgericht en in Chongqing heeft een consulaat-generaal de deuren geopend. Daarnaast zijn verdere stappen gezet richting de omvorming van het departement naar een flexibele netwerkorganisatie. De komende jaren worden de hervormingen en de bezuinigingen verder ter hand genomen.

Internationale rechtsorde

Op 14 juni 2013 publiceerde het kabinet de beleidsbrief «Respect en recht voor ieder mens». Met een innovatieve aanpak wil het kabinet zijn inzet op mensenrechten versterken. De nieuwe aanpak bestaat onder meer uit trilaterale samenwerking (d.w.z. samen optrekken met andere ook niet-westerse landen), een zwaardere inzet van internet en sociale media, een geïntegreerde aanpak met vele partners (andere landen en NGO’s), geloofwaardigheid (met ook aandacht voor mensenrechten in Nederland en Europa) en nog betere samenwerking in EU-verband op mensenrechtenterrein. Met behulp van internetconsultaties konden individuen en organisaties vooraf input leveren voor de brief.

Nederland wil vooral verschil maken door inzet op mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT) en voor vrouwen. Daarnaast blijft het kabinet zich inzetten voor het tegengaan van ernstige schendingen, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, en mensenrechten en ontwikkeling en bedrijfsleven. Met betrekking tot mensenrechten en bedrijfsleven bracht het kabinet het «Nationaal actieplan bedrijfsleven en mensenrechten» uit.

Bij de inzet voor vrouwenrechten lag in 2013 de nadruk op internationale en lokale vrouwenorganisaties die zich sterk maken voor politieke en economische participatie van vrouwen en bestrijding van geweld tegen vrouwen, op activiteiten voor vrouwen, vrede en veiligheid in het kader van VN Resolutie 1325, en op versterking van UN Women. Ook verwierf Nederland steun voor het betrekken van Syrische vrouwen bij toekomstige onderhandelingen over Syrië. Nederland deed dit in nauwe samenspraak met Lakhdar Brahimi, de Speciale Gezant Syrië van de VN en de Arabische Liga. Met deze activiteiten wordt bijgedragen aan een betere wet- en regelgeving, effectievere preventiemechanismen en grotere toegang van vrouwen tot rechtshulp. Dit draagt bij aan het doel om geweld tegen vrouwen uit te bannen, wat belangrijk is willen vrouwen politiek, economisch en maatschappelijk actief kunnen zijn.

In 2013 werd de Nederlandse mensenrechtenprijs, de Mensenrechtentulp, in een nieuw jasje gestoken. Dit keer werd bijzondere aandacht besteed aan mensenrechtenverdedigers die op een innovatieve manier werken. Om de prijs een groter draagvlak te geven bij een breder publiek, kon voor het eerst door het publiek online worden gestemd op hun favoriete kandidaten. Hier is zeer veel gebruik van gemaakt: meer dan 10.000 mensen wereldwijd brachten in een periode van twaalf dagen hun stem uit. De Mensenrechtentulp 2013 werd op 11 december uitgereikt aan Aahung, een Pakistaanse organisatie die zich inzet voor de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van Pakistaanse jongeren en volwassenen. Een voor het mensenrechtenfonds uitgeschreven tender leverde veel goede projectvoorstellen op, waarvan er acht gefinancierd worden.

De EU-richtsnoeren voor vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en de EU-richtsnoeren voor LHBT-rechten werden 24 juni 2013 aangenomen door de Raad van Ministers. Deze richtsnoeren geven de internationale mensenrechten standaarden aan en bieden een handvat aan EU-delegaties en ambassades van EU-lidstaten voor concrete bevordering en bescherming van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging op lokaal niveau.

In de VN-mensenrechtenraad heeft Nederland met enkele andere landen het initiatief genomen voor een resolutie om kindhuwelijken tegen te gaan. Deze resolutie is met een groot aantal mede-ondertekenaars met consensus aangenomen. De Freedom Online Coalitie, waar Nederland afgelopen jaar voorzitter van was, organiseerde een geslaagde derde conferentie in Tunesië en een conferentie en marge de AVVN in New York. Georgië en Duitsland traden toe als lid.

Om de rechtsorde in de wereld te verbeteren heeft Nederland zich ook dit jaar sterk gemaakt voor effectievere internationale instellingen. Voor het Internationaal Strafhof stond 2013 vooral in het teken van de kritiek vanuit een aantal Afrikaanse landen op het functioneren van het Strafhof. Met het oogmerk om de steun voor het Strafhof onder Afrikaanse landen te behouden en te vergroten organiseerde Nederland (in samenwerking met het Hof) twee seminars in Afrika. Tijdens de jaarlijkse Vergadering van Statenpartijen zette Nederland zich met succes in voor behoud van de steun van de Afrikaanse landen en bleef de integriteit van het Statuut van Rome gewaarborgd. Daarnaast werden – mede dankzij een actieve rol van Nederland – ook voorstellen aangenomen die het functioneren van het Strafhof verbeteren.

Naast de versterking van de instituties is ook de uitwerking van internationaal aanvaarde principes van groot belang voor de internationale rechtsorde. In 2013 heeft Nederland zich als co-voorzitter van de Group of Friends on Responsibility to Protect (RtoP) actief ingezet voor de operationalisering van het RtoP-beginsel in VN-verband. Dit werd gerealiseerd door een dialoog met experts en kritische landen te organiseren en door financiering van het jaarlijkse rapport van de SGVN. De wijze waarop staten hun verantwoordelijkheid tot beschermen van de bevolking kunnen invullen stond in het rapport centraal. De ministeriële bijeenkomst die Nederland organiseerde en marge van de ministeriële week van de AVVN ging eveneens in op de rol van staten en de ondersteuning van de internationale gemeenschap daarbij. Nederland spande zich daarnaast met enkele andere EU-lidstaten en in overleg met EDEO (Europese Dienst voor Extern Optreden) in om de rol van de EU op het gebied van preventie van massale wreedheden verder vorm te geven.

Op 28 augustus 2013 bestond het Vredespaleis in Den Haag honderd jaar. In het kader van de viering daarvan heeft Nederland extra aandacht besteed aan de bevordering van de internationale rechtsorde door vreedzame geschillenbeslechting. De Minister van Buitenlandse Zaken organiseerde een ministeriële conferentie in het Vredespaleis, waarbij de Secretaris-Generaal van de VN, Ban Ki-moon, en verschillende ministers van Buitenlandse Zaken aanwezig waren. Tijdens de Algemene Vergadering van de VN werd samen met Liberia een Group of Friends (GoF) for the Peaceful Settlement of Disputes gelanceerd.

Nederland heeft zich daarnaast ingespannen voor het functioneren van verschillende internationale tribunalen. Nederland geeft financiële steun aan de berechting van oud-dictator Hissene Habre van Tsjaad door de Chambres africaines extraordinaires. Dit is de eerste keer dat een Afrikaanse dictator in Afrika zal worden berecht. De werkzaamheden van verschillende tribunalen (het Joegoslavië- en het Rwandatribunaal en het Speciaal Tribunaal voor Siera Leone) lopen ten einde. De zogenoemde «Restmechanismen» voor deze tribunalen zullen in Den Haag zetelen.

Nederland steunt ook interstatelijke initiatieven die de internationale rechtsorde bevorderen.

Nederland maakte zich samen met Argentinië, België en Slovenië ook in 2013 hard voor een Multilateraal Verdrag betreffende Rechtshulp en Uitlevering bij Internationale Misdaden (MVRUIM). Tijdens verschillende side-events, o.a. in Wenen gedurende de zitting van de Commission on Crime Prevention and Criminal Justice (CCPCJ) en tijdens de Vergadering van Statenpartijen van het Strafhof, heeft Nederland het belang van het verdrag toegelicht. Het aantal landen dat het initiatief actief steunt neemt toe.

Nederland streeft naar het verkrijgen van één van de vrijkomende zetels in de VN-Veiligheidsraad voor de periode in 2017–2018. In 2013 werd de campagne voor deze niet-permanente zetel geïntensiveerd onder het motto van «Kingdom of the Netherlands, your partner for peace, justice and development».

Vrede en Veiligheid

In 2013 bracht het kabinet de Internationale Veiligheidsstrategie (IVS) uit; voor het eerst worden hierin de verschillende aspecten van het internationale veiligheidsbeleid samen gebracht. De IVS dient als leidraad voor het buitenlands veiligheidsbeleid, in het licht van de veranderende wereld met enerzijds verschuivende internationale machtsverhoudingen en anderzijds nieuwe thema’s die de internationale veiligheidsagenda in toenemende mate bepalen. De financiële krapte dwingt tot een slimmere inzet van beperkte middelen. Het kabinet kiest voor de volgende accenten in het buitenlands- en veiligheidsbeleid: meer Europese verantwoordelijkheid, meer focus op instabiele regio’s in de buurt van Europa, preventie, ontwapening en wapenbeheersing, gebundelde inzet van diplomatie, krijgsmacht, handel en ontwikkelingssamenwerking, en meer samenwerking met de private sector.

De Trans-Atlantische samenwerking in de NAVO blijft een cruciale pijler in het Nederlandse veiligheidsbeleid. Nederland heeft voortgang geboekt in het debat in zowel NAVO- als EU-kader over intensivering van defensiesamenwerking, onder andere door concrete afspraken met Duitsland, België en Luxemburg. In de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 december 2013 hebben de staatshoofden en regeringsleiders de politieke wil uitgesproken nauwer samen te werken op het gebied van veiligheid en defensie. Met gelijkgezinden zijn voorstellen gedaan voor een doelgerichter aanpak van de NAVO Defence Planning Proces. Nederland heeft zich in NAVO-kader daarnaast sterk gemaakt voor het zo goed mogelijk betrekken van partners in allerlei partnerschapsactiviteiten, zoals training en oefening, capaciteiten en politieke consultaties.

Nederland heeft in 2013 de geïntegreerde benadering met betrekking tot crisisgebieden verder vormgegeven en uitgedragen, wat tot een effectievere inzet van civiele en militaire middelen bij deelname aan internationale missies leidde. Als gevolg van de crisis en de daaropvolgende Franse interventie, besloot de VN Veiligheidsraad op 25 april 2013 een VN-vredesmacht (MINUSMA) naar Mali te sturen. Op basis van een verzoek van de VN heeft Nederland besloten aan deze missie deel te nemen. Overwegingen daarbij waren onder meer dat de ontwikkelingen in Mali de instabiliteit aan de Europese zuidflank vergrootten en solidariteit met de Malinese bevolking. Bij de concrete invulling van de Nederlandse bijdrage is onder meer gekeken naar de behoeften van de VN, de nichecapaciteit die Nederland kon bieden en de samenhang met andere aspecten van de relatie met Mali. Er zal zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij de bilaterale OS-inspanningen. De Nederlandse hulpinspanningen worden zoveel mogelijk in lijn gebracht met de inspanningen voor MINUSMA.

Besloten werd tot verlenging van de bijdrage aan de anti-piraterij operaties rond Somalië: EU-Atalanta en NAVO Ocean Shield. Ook is capaciteit opgebouwd op land voor een regionale aanpak van piraterijbestrijding (EUCAP Nestor, RAPPICC, Counter Piracy Trustfund). Daarnaast is Nederland gestart met een personele bijdrage aan EUTM (EU trainingsmissie)-Somalië gericht op versterking van de Somalische veiligheidstroepen. Op verzoek van NAVO-bondgenoot Turkije zijn twee Patriotsystemen ontplooid ter bescherming van Turks grondgebied en de Turkse bevolking tegen Syrische raketdreiging.

Ook in 2013 werden vanuit het Stabiliteitsfonds diverse activiteiten ondersteund op het snijvlak van veiligheidsbeleid en ontwikkelingssamenwerking.

Door het voorspoedige verloop van de transitie op het gebied van opleidingen in Kunduz en het besluit van Duitsland om uit de provincie te vertrekken is de trainingsmissie in Kunduz per 1 juli 2013 beëindigd. In Afghanistan heeft de Nederlandse politietrainingsmissie in de Noord-Afghaanse provincie Kunduz een brede impuls gegeven aan het verbeteren van de rechtsstaat. Nederland heeft niet alleen agenten getraind maar ook rechters, advocaten en aanklagers. Daarbij was nadrukkelijk ook aandacht voor de positie van vrouwen. Hoewel de politietraining in 2013 is beëindigd, gaat het rechtsontwikkelingsprogramma door tot eind 2014.

Op het gebied van cyber security heeft Buitenlandse Zaken de verbinding gelegd tussen de nationale en de internationale cyberagenda. Nationaal werd de cyber security strategie 2.0 aangenomen waarin het bouwen van internationale coalities een belangrijke plaats heeft. Internationaal werd in VN- en OVSE-kader voortgang gemaakt met vertrouwenwekkende maatregelen en werd bekend dat Nederland de Internationale Cyber Space Conferentie 2015 zal organiseren.

Op het terrein van terrorismebestrijding ondernam Nederland nieuwe initiatieven om radicalisering tegen te gaan en om de rechtsstaat bij bestrijding van terrorisme te versterken. Zo nam Nederland in het kader van het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) het initiatief om buitenlandse jihadistische strijders tegen te gaan en is bijgedragen aan curriculumontwikkeling voor het Centre on Rule of Law and CT in Malta.

Op het gebied van ontwapening heeft Nederland ideeën gelanceerd om transparantie en wederzijds vertrouwen te bevorderen in het kader van de NAVO-Rusland Raad en een geslaagd seminar georganiseerd over de rol van nucleaire wapens in militaire doctrines. In april 2013 vond een ministeriële bijeenkomst plaats in Nederland ter afsluiting van het Nederlandse Non Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI)-voorzitterschap. Op uitnodiging van de SGVN is Nederland lid geworden van de Group of Global Experts (GGE) voor het Fissile Material Cut-off Treaty (FMCT). In november 2013 bracht het kabinet de beleidsbrief Nucleaire Ontwapening en Non-Proliferatie uit.

De proliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen was ook in 2013 een punt van zorg, waarbij in het bijzonder aandacht uitging naar het nucleaire programma van Iran. Nederland steunde de onderhandelingen tussen de E3+3 en Iran en het daaruit voortvloeiende interim-akkoord.

2013 stond verder in het teken van de voorbereidingen voor de NSS-top in 2014 in Nederland. Het wordt de derde NSS-top (volgend op Washington en Seoul), die als doel heeft terrorisme te voorkomen door vermindering van kwetsbaar nucleair materiaal; een betere beveiliging van nucleair materiaal, radiologische bronnen en nucleaire installaties; en een versterking van de internationale nucleaire beveiligingsarchitectuur. Hoofdonderhandelaars (zgn. Sherpa’s) van de 53 landen en 4 internationale deelnemers onderhandelden o.l.v. Nederlands voorzitterschap over het slotcommuniqué. Daarnaast werden Nederlandse initiatieven ontplooid, zoals ten aanzien van nuclear forensics en ten aanzien van committering aan uitvoering van internationale richtlijnen van het Internationaal Atoom energie Agentschap. Ook vanuit de Nederlandse industrie en de academische wereld werden voorbereidingen getroffen voor flankerende evenementen rond de top.

In september 2013 is besloten de individuele toetsing van vergunningaanvragen voor wapenexport naar Bahrein en Jemen met terughoudendheid te hervatten. Sinds de verslechtering van de interne situatie in Egypte medio 2013 en de conclusies van RBZ van 21 augustus 2013 betreffende export naar Egypte van goederen voor interne repressie en militaire goederen, houdt Nederland alle aanvragen voor export van militaire goederen naar Egypte tot nader order aan.

In 2013 is na jaren onderhandelen het Arms Trade Treaty (ATT) aangenomen. Nederland was vice-voorzitter van de slotconferentie.

In de NAVO is het overleg hervat over de modernisering van conventionele wapenbeheersing in Europa. Nederland levert hieraan een actieve bijdrage.

Arabische regio

De ontwikkelingen in 2013 in de Arabische regio en het Midden-Oosten, die elkaar in hoog tempo afwisselden, gingen helaas regelmatig gepaard met geweldsuitbarstingen en een groot aantal slachtoffers. Meest in het oogspringend is de burgeroorlog in Syrië, waarbij zeer veel slachtoffers vielen. De escalatie van het Syrisch conflict zette regionale sektarische spanningen verder op scherp en leidde tot een toename van de vluchtelingenstroom richting de omliggende landen en van het aantal strijders uit Libië, Irak, Iran en Libanon naar onder meer Syrië, waarmee een vicieuze cirkel dreigt te worden ingezet. Nederland heeft in 2013 EUR 33,6 miljoen ter beschikking gesteld voor humanitaire hulp inclusief opvang en ondersteuning van vluchtelingen in de regio. Het akkoord over de vernietiging van chemische wapens in Syrië is door Nederland verwelkomd. Nederland levert daar concrete bijdragen aan met financiële middelen en expertise.

Ook de omwenteling in Egypte kreeg veel aandacht. Nederland heeft de overheidssamenwerking op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en transitiesteun in augustus 2013 tijdelijk stopgezet, na de massale en gewelddadige botsingen tussen de Egyptische overheid en aanhangers van de voormalige president Morsi. De Minister van Buitenlandse Zaken bezocht Egypte op 7 augustus 2013. Hij bracht de Nederlandse zorgen over de transitie over en riep alle sleutelspelers op tot een inclusief, democratisch proces.

Een positieve ontwikkeling was de hervatting van de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen over een alomvattend vredesakkoord. Eind 2013 werden bilaterale samenwerkingsfora met de Palestijnse Gebieden en Israël gelanceerd vanuit de gedachte dat een constructieve Nederlandse bijdrage aan een vrede tussen Israël en de Palestijnse Gebieden een investering in de lange termijn relatie met beide partners op tal van niveaus vereist. Dit initiatief is door beide partijen goed ontvangen. In 2015 vinden de fora plaats in Nederland.

In 2013 is ondersteuning van het democratische transitieproces door Nederland voortgezet, zowel via de Europese Unie als bilateraal, met name vanuit het Matra-zuid programma.

Het Matra-zuid programma is in 2013 in overeenstemming met de eerdere planning ingezet voor ondersteuning van maatschappelijke initiatieven, versterking van goed bestuur bij centrale overheden, het trainen van ambtenaren (waaronder jonge diplomaten) en het bevorderen van werkgelegenheid. De uitvoering van het onderdeel voor de ondersteuning van politieke partijen ligt sinds 2013 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Europese samenwerking

In maart 2013 is de Staat van de Unie, waarin de visie van het kabinet op Europa is verwoord, aan het parlement aangeboden.

Eurocrisis

De aandacht voor de eurocrisis was in 2013 onverminderd groot. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, met het Ministerie van Financiën voorop, heeft samen met andere betrokken ministeries een rol gespeeld bij de beleidsvorming ten aanzien van (Europese) maatregelen om de crisis aan te pakken, de gevolgen van de crisis in te dammen en de EU bestendiger te maken tegen toekomstige onevenwichtigheden. Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld in de discussie over de toekomstige architectuur van de Eurozone (institutionele vormgeving, democratische legitimiteit).

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken zorgde samen met andere ministeries voor de voorbereiding van de frequente bijeenkomsten van de Europese Raad waar versteviging van de architectuur van de Eurozone een prominent agendapunt was. Hierbij werd voortgebouwd op het rapport van Van Rompuy over de toekomst van de EMU uit december 2012, de mededelingen van de Commissie uit maart 2013 over een instrument voor convergentie en concurrentievermogen (de zgn. «Lidstaatcontracten») en ex-ante coördinatie van economische hervormingen alsmede de Kabinetsreacties hierop.

Ook de vervolmaking van de bankenunie domineerde de Europese agenda. In 2013 zijn belangrijke stappen gezet met het akkoord tussen de Raad en het EP over de richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken en de richtlijn met betrekking tot depositogarantiestelsels. Bovendien heeft de Raad een akkoord bereikt over de oprichting van een Europees resolutiemechanisme (SRM), dat naast het Europese toezichtsmechanisme (SSM) een belangrijke bouwsteen is van de bankenunie.

Subsidiariteitsexercitie

In 2013 is de in lijn met het regeerakkoord interdepartementaal een subsidiariteitsexercitie uitgevoerd, waarbij Buitenlandse Zaken als coördinator optrad. Door alle ministeries is een inventarisatie gemaakt van onderwerpen die de EU beter zou moeten overlaten aan de nationale lidstaten. Hieruit is vervolgens een lijst met actiepunten en een aantal bredere aanbevelingen, gericht op het aanbrengen van een duidelijkere focus in de activiteiten van de Commissie, gedestilleerd. De lijst is door de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken aan de voorzitter van de Europese Commissie overhandigd en toegelicht. Buitenlandse Zaken is erin geslaagd nationaal brede politieke steun te verwerven en Nederland heeft bij andere lidstaten grote belangstelling gegenereerd voor het voeren van een debat op Europees niveau over deze thematiek, waarbij is afgesproken dat het onderwerp begin 2014 op de agenda van de Raad Algemene Zaken zal staan.

Meerjarig Financieel Kader

De onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (2014–2020) van de Europese Unie zijn in 2013 op voor Nederland succesvolle wijze afgerond. Nederland behoudt de korting op de Nederlandse EU-afdrachten van ruim EUR 1 miljard per jaar. Nederland heeft als drijvende kracht achter de coalitie van gelijkgezinde lidstaten eraan bijgedragen dat de EU-begroting is versoberd (voor het eerst een daling ten opzichte van de voorgaande periode) en gemoderniseerd, met een sterker accent op onderzoek en innovatie. BZ was in 2013 verantwoordelijk voor de inhoudelijke en strategische voorbereiding van twee Europese Raden over het MFK en de debatten daarover met de Tweede Kamer.

En marge van de onderhandelingen over het MFK viel in 2013 ook het besluit over het volume voor het Elfde Europees Ontwikkelingsfonds (2014–2020). BZ coördineerde de Nederlandse inzet ten aanzien van de verordeningen voor de verschillende instrumenten van het extern beleid van de Unie (waardoor de instrumenten voor het nabuurschapsbeleid, pre-toetredingssteun en ontwikkelingssamenwerking) voor de komende begrotingsperiode. Het LGO-besluit dat ziet op de betrekkingen tussen de EU en de landen en gebieden overzee, waaronder de zes Nederlandse LGO in de Cariben, kwam eveneens tot stand voor de periode 2014–2020.

Interne markt

Begin 2013 is het verdrag voor het unitair octrooi door de lidstaten ondertekend, een succesvolle afronding van een van de langst lopende Europese wetgevingsdossiers. Eind 2013 is het voor Nederland belangrijke financieringsprogramma voor onderzoek en innovatie Horizon 2020 aangenomen met een totale begroting van iets meer dan 70 miljard euro. Ook werd het afgelopen jaar een grote meerderheid van de voorstellen uit de Akte voor de Interne Markt I aangenomen. Tijdens de Europese Raad in oktober werden bovendien ambitieuze conclusies aangenomen op het gebied van de interne markt, waaronder de digitale interne markt en interne markt voor diensten.

Institutionalia

Nederland heeft binnen de EU een belangrijke rol gespeeld in de gedachtenvorming over de versterking van de democratische legitimiteit van de Unie en het herstel van de institutionele balans. Ideeën hierover zijn onder andere neergelegd in de Staat van de Unie en de kabinetsreactie op het AIV advies over de relaties met het EP. Ook heeft Nederland in Europees kader het belang van de tijdige en adequate discussie hierover in aanloop naar de EP-verkiezingen en de nieuwe Commissie onderstreept en bevorderd.

Rechtsstatelijkheid

Nederland heeft een belangrijke trekkende rol gespeeld om de politieke dialoog over rechtsstatelijkheid binnen de EU niveau te bevorderen. Er zijn, mede door Nederlandse inzet, raadsconclusies aangenomen door de JBZ-Raad, waarin wordt gesteld dat er gesproken moet worden over manieren om het functioneren van de rechtsstaat in de EU te bevorderen. Inmiddels heeft de Commissie bij monde van Voorzitter Barroso in zijn State of the Union aangekondigd met voorstellen te zullen komen op dit terrein. Ook binnen de Raad van Europa was Nederland op dit terrein actief. In dit kader heeft de Minister van BZ in mei 2013 het Comité van Ministers van de Raad van Europa bezocht.

EU Asiel- en Migratiebeleid

Door ongunstige ontwikkelingen in Roemenië en Bulgarije en onvoldoende voortgang in het verwezenlijken van de Coöperatie en Verificatiemechanisme (CVM)-ijkpunten, is besluitvorming over Schengentoetreding op initiatief van Nederland en gelijkgestemde lidstaten opnieuw uitgesteld. Ten aanzien van EU-interne arbeidsmigratie werd door BZ met de Ministeries van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een gecoördineerde aanpak voor de bestrijding van de ongewenste neveneffecten van het vrije verkeer gerealiseerd. In 2013 is een EU-taskforce opgericht voor een geïntegreerde aanpak van de vluchtelingenproblematiek in het Middellandse-Zeegebied.

EU-Uitbreiding

Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de EU. Dit werd voorafgegaan door een aantal rapporten van de Europese Commissie. Wat betreft de toetredingsonderhandelingen met Turkije ging in 2013 veel aandacht uit naar de opening van Hoofdstuk 22 tijdens een intergouvernementele conferentie in november 2013. De Raad had eerder in juni 2013 besloten daartoe eerst het voortgangsrapport van de Commissie af te wachten naar aanleiding van geweld dat door de Turkse autoriteiten werd toegepast rondom de ontruiming van Gezi park en de demonstraties die daaruit voortvloeiden. In 2013 besloot de Raad de toetredingsonderhandelingen met Servië in januari 2014 te openen. Ook werden onderhandelingen gestart over een Stabilisatie- en Associatieakkoord met Kosovo, nadat beide landen goede voortgang hadden geboekt in de normalisering van hun betrekkingen. De Europese Raad van december 2013 besloot, onder meer op verzoek van Nederland en een aantal gelijkgezinde lidstaten, aan Albanië nog geen kandidaatlidstatus te geven.

EU Nabuurschapslanden

In maart presenteerde de Commissie het jaarlijkse nabuurschapspakket met voortgangsrapportages over de tien zuidelijke en zes oostelijke nabuurschapslanden. BZ coördineerde een kabinetsappreciatie van dit pakket. Met de Tweede Kamer werd regelmatig gesproken over de Europese steun aan Egypte, onder andere naar aanleiding van een kritisch rapport van de Europese Rekenkamer. In november vond de Oostelijk Partnerschap-Top plaats. Nederland leverde in Benelux-verband inbreng ten behoeve van de Eindverklaring voor deze Top waar handels- en associatieakkoorden met Moldavië en Georgië werden geparafeerd. Eenzelfde akkoord met Oekraïne werd uiteindelijk niet getekend in Vilnius, omdat Oekraïne daar vooralsnog van af zag. Eind 2013 kende de Raad visumvrijheid toe aan Moldavië op basis van een succesvol afgerond visumliberalisatietraject.

EU Energiebeleid

Het jaar 2013 stond wat energie betreft in het teken van de Europese klimaatambities na 2020 en de totstandkoming van de interne energiemarkt. Het kabinet zet in op een CO2-reductie van tenminste 40% in 2030. De interne energiemarkt figureerde tot twee keer toe op de Europese Raad. Nederland drong aan op tijdige implementatie van alle wetgeving die het goed functioneren van de interne energiemarkt mogelijk moet maken. De externe dimensie van het Europese energiebeleid werd in 2013 naast de Energieraad opnieuw besproken in de Raad Buitenlandse Zaken, waarmee het geopolitieke karakter van de Europese energierelaties werd onderschreven.

De bevordering van duurzame energie- en grondstoffenvoorzieningszekerheid, werd vormgegeven vanuit geopolitiek, veiligheids-, handels- en ontwikkelingssamenwerkingsperspectief. In dit kader werd samengewerkt met een aantal consumerende en producerende landen en in EU kader gepleit voor preventieve diplomatie op global issues, waaronder grondstoffen en energie.

Nederland in de EU28

De bilaterale relaties met andere Europese landen werden in 2013 geïntensiveerd. Naast de vele contacten in de marge van Europese en internationale bijeenkomsten voerde de Minister van Buitenlandse Zaken in totaal 31 bilaterale consultaties met Europese collega’s (waarvan 17 van EU-landen). Een aantal van deze contacten vond in het kader van de goede Benelux-samenwerking samen met de Belgische en Luxemburgse ambtgenoten plaats.

De intensivering van de relatie met Duitsland werd voortgezet, met een Nederland-Duitse regeringstop in Kleef op 23 mei 2013. Met Vlaanderen vond op 8 oktober een regeringstop plaats. Ook met Frankrijk, het VK en Polen vonden in 2013 bilaterale conferenties plaats. De bilaterale Wittenburg-conferentie met Turkije werd wegens agenda technische redenen uitgesteld tot februari 2014. De diplomaten uitwisselingsprogramma’s met België en Duitsland werden voortgezet. Er waren ten slotte zeven succesvolle (kennismakings-) bezoeken van het Koninklijk Paar aan Europese landen.

Nederland-Rusland jaar

Het bilaterale Nederland-Ruslandjaar 2013 vormde, ondanks enkele incidenten, een goede investering in samenwerking met Russische partners op economisch, cultureel en politiek-maatschappelijk gebied. Daarbij is over een weer op een open manier gesproken over mensenrechten. De Nederlandse regering zich heeft via juridische – Zeerecht Tribunaal te Hamburg – en diplomatieke wegen ingespannen voor de vrijlating van de bemanning van het Greenpeace schip Artic Sunrise, alsook het schip zelf.

Koninkrijksrelaties

Nederland wenst de belangen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zichtbaar en herkenbaar in het buitenlands beleid van het Koninkrijk te integreren. Op 4 juni 2013 reisde de Minister van Buitenlandse Zaken met de Minister-President van Aruba en de Minister-President van Curaçao naar Venezuela. Hier ondertekenden de Minister-Presidenten, de Koninkrijksambassadeur te Caracas (namens Sint Maarten) en de Minister een MoU tussen de regering van het Koninkrijk en de regering Venezuela over intensivering van de samenwerking op het gebied van landbouw, watermanagement, milieu en energie. Aansluitend bracht de Minister van Buitenlandse Zaken een kennismakingsbezoek aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Hij besprak met de Landen de invulling van het buitenlands beleid van het Koninkrijk.

Eind november 2013 legde het Koninklijk Paar kennismakingsbezoeken af aan de Caribische landen van het Koninkrijk. Ook bezochten zij Colombia en Venezuela, twee buurlanden van het Koninkrijk. De Minister-Presidenten van de Caribische landen van het Koninkrijk maakten ook deel uit van de delegatie.

In 2013, net als voorgaande jaren, patrouilleerden schepen van de kustwacht en de marine van het Koninkrijk in het Caribisch gebied ten behoeve van rechtshandhaving in de Caribische regio. Op het gebied van drugsbestrijding werd samenwerking met de VS voortgezet op basis van het Forward Operating Locations (FOL)-verdrag en het Verdrag van San José. De evaluatie van de FOL-samenwerking over de periode 2010–2011 is 25 november 2013 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Consulaire belangenbehartiging, en een versterkt beeld van Nederland in het buitenland

Er was in 2013 continue aandacht voor het verlenen van hulp aan Nederlanders die in het buitenland in nood verkeren en voor het snel en adequaat reageren op crises en natuurrampen, zoals Egypte, Zuid-Sudan en de Filipijnen. Evaluaties na iedere crisis van de gevolgde aanpak leidden tot verbeterde inzet van mensen en middelen, inclusief de tijdige en juiste aanpassing van de reisadviezen en heldere communicatie naar de burger.

De voortgang van de internationale samenwerking op consulair gebied, met name in EU-verband, verloopt moeizaam. Zo is er nog geen overeenstemming bereikt over de in 2013 bijgestelde EU-Richtlijn consulaire samenwerking, waar Nederland een groot voorstander van is. Gezien het internationale krachtenveld zal er naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn geen overeenstemming over worden bereikt. Nederland werkt daarom verder aan het ingezette proefproject consulaire samenwerking met gelijkgezinde EU lidstaten. Dit heeft onder meer geresulteerd in concrete afspraken over co-locatie van ambassades op 12 plaatsen, ten aanzien van nog 15 plaatsen vindt haalbaarheidsonderzoek plaats.

De aangekondigde Kamerbrief met het voorstel tot gedifferentieerde gedetineerdenbegeleiding wordt naar verwachting in het voorjaar van 2014 aan het parlement toegezonden.

De paspoortwet is in december 2013 gewijzigd, waardoor paspoorten en identiteitskaarten 10 jaar geldig worden. Op het moment van inwerkingtreding van de paspoortwet zal voor verstrekking van paspoorten in het buitenland aan niet-ingezetenen een kostendekkend tarief van EUR 130,00 worden gehanteerd. Het aantal grensgemeenten waar niet-ingezeten een paspoortaanvraag kunnen indienen is uitgebreid met twee, waaronder een speciale balie op Schiphol.

De inspanningen voor het maken van visumvertegenwoordigingsafspraken met andere Schengenstaten zijn voortgezet, met als belangrijkste doelen het behalen van efficiency, harmonisatie en verdergaande Europese samenwerking.

Het proces voor de ontwikkeling van de uitbreiding van de digitale dienstverlening, waaronder de digitalisering van het visumproces en de uitbreiding van de «reis-app» met landeninformatie die daardoor beter wordt ontsloten, is nog in volle gang.

Grotere internationale bekendheid met de Nederlandse cultuur

De zichtbaarheid en bekendheid van Nederland in Rusland is aanzienlijk vergroot dankzij de verschillende activiteiten in het kader van het bilaterale jaar. Veel activiteiten, met name die op gebied van theater en muziek, kennen een vervolg in 2014.

Ruim 60 Nederlandse ontwerpers, architecten en stedenbouwkundigen waren vertegenwoordigd op de Beijing Design Week 2013 (BJDW). Amsterdam was voor deze editie gekozen als gaststad. Onder de naam «Design goes Dutch» sloegen verschillende Nederlandse partijen de handen ineen (onder andere gemeente Amsterdam, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Agentschap NL en Het Nieuwe Instituut) om een uitgebreid programma te verzorgen waarin de samenwerking tussen de Nederlandse creatieve industrie en Chinese ontwerpers centraal stond. Chinese waardering gold vooral het feit dat in veel van de projecten is samengewerkt met Chinese experts en vertegenwoordigers uit de Chinese creatieve sector en dat deze samenwerking niet tot de BJDW beperkt bleef.

De «Delegates Lounge» binnen het VN-hoofdkwartier is een ontmoetingsplaats voor wereldleiders en duizenden politici, beleidsmakers en diplomatieke vertegenwoordigers van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties (VN). De ruimte is in 2013 gerenoveerd en opnieuw ingericht door een Nederlands ontwerpteam samengesteld door ontwerpster Hella Jongerius. Dit vormde een uitgelezen kans Nederlandse design, architectuur en beeldende kunst op een internationaal podium te presenteren. Ook was dit een gelegenheid nieuwe economische impulsen te creëren voor de Nederlandse creatieve industrie, een sector die goed is voor 280.000 banen.

Realisatie beleidsdoorlichtingen

Artikel

Realisatie

   

Toelichting

Vindplaats

 

2011

2012

2013

   

Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

         

>

   

>

Conform begroting 2013 en planning periodieke beleidsdoorlichtingen

 

Artikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

         

1. De Nederlandse inzet t.b.v. een effectiever en meer politiek functioneren van de NAVO

 

 

Afgerond (TK 28 676, nr. 169), conform melding aan de Tweede Kamer in Jaarverslag 2011

Rapport

5. Energievoorzieningszekerheid

 

 

Afgerond (TK 31 271, nr. 7) conform melding aan de Tweede Kamer in Jaarverslag 2011

Rapport

Artikel 3 Versterkte Europese samenwerking

         

1. Versterking Europese samenwerking en Nederlandse positie

   

X

Rapport wordt in dec 2013 afgerond. Behandeling MR jan 2014

 

2. OS beleid van de Unie

   

Afgerond (TK 21 501-04, nr. 156)

Rapport

3. Vijf jaar top van Warschau

   

Afgerond (TK 21 501-20, nr. 597)

Rapport

Artikel 4 Meer welvaart, eerlijke verdeling en minder armoede

         
           

Artikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenlanden regulering van personenverkeer

         

1./2. Beleidskader consulaire dienstverlening

   

Afgerond (TK 32 734, nr. 10)

Rapport

Artikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

         
Licence