Base description which applies to whole site

10.2 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Tabel 10.2.1 Gespecificeerde Staat van baten en lasten per 31 december 2013
x € 1.000

Omschrijving

– 1

– 2

(3)=(2)-(1)

 
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2012

Baten

       

Omzet moederdepartement

264.751

315.432

50.681

290.964

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

75.253

55.120

– 20.133

72.611

Rentebaten

0

21

21

0

Vrijval voorzieningen

0

40

40

888

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

340.004

370.613

30.609

364.463

         

Lasten

       

Apparaatskosten

318.541

352.109

33.568

341.988

personele kosten

204.578

235.041

30.464

228.330

– Waarvan eigen personeel

167.578

193.098

25.520

183.097

– Waarvan externe inhuur

37.000

36.946

– 54

36.969

materiële kosten

64.463

72.393

7.930

65.523

– Waarvan apparaat ICT

1.000

1.346

346

1.386

– Waarvan bijdrage aan SSO’s

31.000

29.942

– 1.058

4.946

Programmakosten

49.500

44.675

– 4.825

48.135

Afschrijvingskosten

19.500

16.012

– 3.488

16.424

– Immaterieel

10.000

9.904

– 96

8.181

– Materieel

9.500

6.108

– 3.392

8.243

Overige lasten

0

143

143

4.253

– dotaties voorzieningen

0

143

143

4.153

– bijzondere lasten

0

0

0

100

Rentelasten

1.963

860

– 1.103

1.324

Totaal lasten

340.004

369.124

29.120

363.989

Saldo van baten en lasten

0

1.489

1.489

474

De cijfers in de begroting 2013 en realisatie 2012 zijn aangepast aan de gewijzigde definities van verantwoord begroten

Baten

Uitgangspunt voor het berekenen van de baten zijn de vastgestelde bekostigingsafspraken en de vastgestelde IND kostprijzen 2013. De bekostiging van de IND is opgebouwd uit een bijdrage vanuit de opdrachtgever DGVz, legesopbrengsten en overige opbrengsten. De afspraken over de bekostiging worden vastgelegd in opdrachtbrieven.

Omzet moederdepartement

De stijging van de omzet moederdepartement ten opzichte van de oorspronkelijke begroting wordt verklaard door de hogere instroom en productie, de uitvoering van de Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen, de vergoeding voor legesderving en de verantwoorde projectopbrengsten. Deze laatste hangen samen met uitgaven voor de projecten Biometrie, IND bij de Tijd en archiefbewerking door Doc Direct. Totaal is een bedrag van € 8,3 miljoen verantwoord. De bijdrage voor deze projecten is in voorgaande jaren ontvangen maar is pas in 2013 tot de omzet gerekend.

Omzet derden

In de omzet derden worden de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De realisatie is als volgt opgebouwd:

Tabel 10.2.2 (Leges)opbrengsten
Bedragen x € 1.000
 

Realisatie 2013

Realisatie 2012

Leges aanvragen toelating Regulier

36.977

52.762

Leges aanvragen naturalisatie

10.800

11.772

Leges tot verlening Asiel

389

0

Overige opbrengsten

6.954

8.077

Totaal

55.120

72.611

De legesopbrengsten voor aanvragen om toelating Regulier zijn in vergelijking met de begroting en 2012 gedaald. Deze daling vloeit voort uit de uitspraak van de Raad van State dd. 9 oktober 2012 over de hoogte van de leges. Dit heeft in 2013 ertoe geleid dat de leges van bepaalde aanvragen met terugwerkende kracht tot 10 september 2012 zijn verlaagd en tevens terugbetaald aan de vreemdeling.

Daarnaast is in 2013 gestart met het innen van leges voor verlenging Asiel. Als gevolg van vertraging van de ingangsdatum zijn de gerealiseerde opbrengsten lager dan begroot.

Rentebaten

De rentebaten hebben betrekking op de ontvangen rente over het saldo van de rekening courant met het Ministerie van Financiën.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De kosten voor eigen personeel zijn hoger dan begroot. Door de stijging in de instroom en de uitvoering van de Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen en extra activiteiten is meer ambtelijk personeel ingezet dan begroot. De extra activiteiten vloeien voort uit wijzigingen in wet- en regelgeving en beleid.

Daarnaast zijn de personele kosten hoger, omdat in de begroting de capaciteitsinzet voor de projecten, waarvoor de bijdrage in voorgaande jaren is ontvangen, niet wordt opgenomen.

Als laatste heeft in 2013 een gedeeltelijke teruggave plaatsgevonden van de premies WAO/WIA.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat in de begroting de vooruit gefinancierde projecten niet zijn opgenomen. De kosten die samenhangen met de uitvoering van de projecten worden evenwel over meerdere jaren gerealiseerd. Dit betreft de projecten IND bij de Tijd en de archiefbewerking door Doc Direct.

Programmakosten

De programmakosten hebben een directe relatie met de uitvoering van de taken van de IND. Dit betreft onder andere tolkenkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek en documenten. Ook de kosten van automatisering voor het primair proces vallen onder programmakosten.

Rentelasten

De rentelasten zijn lager doordat voor een lager bedrag leningen zijn afgesloten bij het Ministerie van Financiën in combinatie met een lager rentetarief.

Afschrijvingskosten

Op de materiële vaste activa is € 3 miljoen minder afgeschreven dan begroot, doordat minder is geïnvesteerd in de aanschaf van hardware.

Saldo van baten en lasten

Het jaar 2013 is afgesloten met een positief resultaat van € 1,5 miljoen. Hiermee heeft de IND voor het vierde jaar op rij een positief resultaat behaald.

Tabel 10.2.3 Balans per 31 december 2013
   

x € 1.000

 

Balans 2013

Balans 2012

Activa

 

Immateriële vaste activa

53.084

55.828

Materiële vaste activa

12.047

12.515

– grond en gebouwen

2.737

1.761

– installaties en inventarissen

2.410

1.997

– overige materiële vaste activa

6.900

8.757

Voorraden

1.185

1.687

Debiteuren

4.816

3.914

Nog te ontvangen

10.591

16.023

Liquide middelen

27.393

47.349

Totaal activa

109.116

137.316

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

8.006

6 517

– exploitatiereserve

6.517

6 043

– onverdeeld resultaat

1.489

474

Voorzieningen

2.800

9 392

Leningen bij het Ministerie van Financiën

45.648

53 537

Crediteuren

249

1 834

Nog te betalen

52.413

66 036

Totaal passiva

109.116

137 316

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa hebben betrekking op de ontwikkelkosten van het systeem INDiGO. In 2013 is de conversie van INDiGO afgerond en is INDiGO het primaire systeem van de IND. In een aantal releases, is de kwaliteit en functionaliteit van INDiGO uitgebreid en geoptimaliseerd. Daarnaast zijn er verschillende wijzigingen doorgevoerd die nodig zijn voor nieuwe wetgeving zoals Biometrie en Modern Migratiebeleid.

Nog te ontvangen / Vooruitbetaald

Deze balanspost betreft onder andere vooruitbetaalde huren en verstrekte voorschotten aan medewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst die in het buitenland zijn gestationeerd (permanent) en voor medewerkers die op buitenlandse dienstreis zijn geweest (incidenteel). De overige nog te ontvangen bedragen bestaan uit de AOF premie (teruggave door de Belastingdienst), de BTW compensatie en de nog te factureren posten aan derden voor uitgevoerde diensten. De post nog te ontvangen bestaat voor € 0,59 mln. uit een vordering op het moederdepartement en voor € 1,36 mln. op overige Ministeries en agentschappen.

Liquide middelen

De liquide middelen bestaan voornamelijk uit de rekening courant bij de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën.

Voorzieningen

Per ultimo 2013 is het grootste bedrag van de voorziening bestemd voor de kosten als gevolg van de sluiting van AC Schiphol eind 2012. De huur van het pand loopt nog door t/m 2015. Daarnaast resteert nog een klein bedrag voor de zogenoemde «Remkes-regeling» (FPU-plus).

Tabel 10.2.4 Voorzieningen 2013
x € 1.000

Omschrijving

Stand per

01-01-2013

Vrijval in 2013

Donatie in 2013

Onttrekking in 2013

Stand per

31-12-2013

Voorziening FPU-plus

763

0

0

745

18

Kosten INDIS

4.489

0

0

4.489

0

AC Schiphol

4.140

0

0

1.358

2.782

Totaal

9.392

0

0

6.592

2.800

Crediteuren

De post crediteuren betreft verplichtingen aan leveranciers, die door middel van een factuur in rekening zijn gebracht en betalingen onderweg die op 31 december 2013 nog niet van de bank zijn afgeschreven. Het bedrag crediteuren bestaat voor € 0,1 mln. uit schulden op overige Ministeries en agentschappen.

Nog te betalen

Dit zijn betalingen die betrekking hebben op nog te betalen facturen, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en vooruit ontvangen projectbijdragen. De post nog te betalen bestaat uit € 5,38 mln. uit schulden op overige Ministeries en agentschappen.

Eigen vermogen in relatie tot 5% plafond

Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. Op grond van de gemiddelde omzet over de jaren 2011, 2012 en 2013 bedraagt het maximaal eigen vermogen € 18,6 mln.

Tabel 10.2.5 Kasstroomoverzicht per 31 december 2013
x € 1.000
   

(1)

(2)

(3) = (2)–(1)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2013 + stand depositorekeningen

40.366

47.276

6.910

2.

Totaal operationele kasstroom

19.500

749

– 18.751

 

Totaal investeringen (-/-)

– 10.200

– 12.871

– 2.671

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

73

73

3.

Totaal investeringskasstroom

– 10.200

– 12.798

– 2.598

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement -

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

 

Aflossing op leningen (-/-)

– 24.385

– 21.414

2.971

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

10.200

13.525

3.325

4.

Totaal financieringskasstroom

– 14.185

– 7.889

6.296

5.

Rekening Courant RHB 31 december 2013 + stand depositorekeningen

(=maximale roodstand € 0,5 miljoen 1+2+3+4)

35.481

27.339

– 8.142

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is lager dan begroot door mutaties in de balans. De voorzieningen zijn afgenomen, evenals de kortlopende schulden (vooruit ontvangen projectgelden en nog te betalen kosten). Dit wordt deels gecompenseerd door daling van de vorderingen (onder andere op het departement).

Investeringen

De investeringen zijn hoger dan begroot vanwege de doorontwikkeling en verdere invoering van INDiGO. In een aantal releases, is de kwaliteit en functionaliteit van INDiGO uitgebreid en geoptimaliseerd. Daarnaast zijn er verschillende wijzigingen doorgevoerd die nodig zijn voor nieuwe wetgeving zoals Biometrie en Modern Migratiebeleid.

Aflossing op lening

De aflossing op de leningen is lager, omdat in de begroting is uitgegaan van hogere leningen in de afgelopen jaren.

Tabel 10.2.6 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2013
 

Realisaties

Begroting

 

2009

2010

2011

2012

2013

2013

Generiek

           

Kostprijs per productgroep (€ 1)

           

Asiel

5 859

5 017

5 001

4 687

3 806

4 863

Regulier

753

828

645

736

712

863

Naturalisatie

435

487

485

458

770

332

             

Omzet per productgroep (€ 1 mln.)

           

Asiel

159

156

166

150

Regulier

167

174

172

173

Naturalisatie

18

21

23

20

             

Legesontvangsten (€ 1.000)

           

Asiel

0

0

0

389

1 000

Regulier

38 157

48 569

52 762

36 977

61 408

Naturalisatie

7 532

11 201

11 772

10 800

14 445

             

Gemiddeld FTE (excl. Externen)

3 199

3 110

2 924

2 916

3 008

2 641

Saldo van baten en lasten

– 10,5%

0,9%

6,8%

0,1%

0,2%

0%

             

Specifiek

           

Doorlooptijden

           

Asiel

73%

82%

88%

88%

85%

86%

Regulier

93%

95%

88%

89%

87%

100%

Naturalisatie

95%

96%

86%

91%

70%

100%

             

Standhouden beslissingen

           

Asiel

78%

77%

77%

86%

86%

85%

Regulier

82%

82%

79%

79%

84%

80%

             

Klachten

           

Asiel

1,1%

0,7%

1,5%

1,5%

0,6%

< 2%

Regulier

0,6%

0,5%

1,2%

1,1%

0,9%

< 2%

Naturalisatie

0,1%

0,1%

0,1%

0,1%

0,1%

< 0,1%

Tijdigheid Asiel

De verleende bijstand aan regulier en het RLVK-project hebben de capaciteitsinzet van andere producten verdrongen. Consequentie daarvan was, dat de doorstroom van andere producten is opgelopen en de tijdigheid is verminderd. Tot medio 2013 nam de tijdigheid van de uitstroom af. Met het inzetten van extra inhuurcapaciteit en maatregelen in stroomlijnen van het proces

(PST: ter verkorting van de doorlooptijden) verbeterde de tijdigheid weer in de 2e helft van 2013. Gemiddeld werd over 2013 een tijdigheid van 85% gerealiseerd. Hiermee scoort Asiel overall conform de tijdigheidsnorm.

Tijdigheid naturalisatie

De tijdigheid over 2013 voor Naturalisatie is 70%.

In 2013 zijn de verzoeken 1a bij een Nederlandse gemeente voor 77% binnen de wettelijke termijn behandeld. De oorzaak van de lagere tijdigheid is dat er meer inzet is gepleegd om oude voorraad weg te werken dat buiten de termijn valt. De doorstroom (voorraad) is vanaf augustus gedaald met vervolgens een lichte stijging in december. De oorzaak hiervan is dat er capaciteit binnen Naturalisatie is ingezet op de verzoeken met een RANOV-achtergrond die nu voor 54% binnen de wettelijke termijn is behandeld. Bij BAA is het percentage binnen wettelijke termijn met 37% laag. Dit terwijl de uitstroom de instroom BAA overtreft. Hieruit blijkt dat voornamelijk oude voorraad BAA is weggewerkt.

Tijdigheid Regulier

Het percentage uitstroom binnen de wettelijke termijn in 2013 bedraagt 87%. Eind 2013 is de IND bezig met het wegwerken van oude bezwaarzaken. Hierdoor komt dit cijfer lager uit dan de norm van 95%. Het percentage uitstroom binnen de wettelijke termijn zal eerst nog dalen door het wegwerken van oude bezwaarzaken, pas als de oude zaken weggewerkt zijn, zal er sprake zijn van een stijging van het percentage uitstroom binnen de wettelijke termijn.

Standhouding beslissingen Asiel

Het gerealiseerde percentage instandhouding bij Asiel is nagenoeg gelijk aan de gestelde norm uit de begroting.

Standhouding beslissingen Regulier

Het gerealiseerde percentage instandhouding bij Regulier ligt boven de planning.

Klachten Asiel, Regulier en naturalisatie

De realisaties liggen ruim binnen de norm.

Licence