Base description which applies to whole site

10.3 Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB)

Het CJIB is een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie die alleen voor of in opdracht van de overheid werkt, met aangewezen taken binnen de justitieketen voor het ten uitvoerleggen en coördineren van opgelegde (Europese) financiële straffen, sancties, transacties, strafbeschikkingen, maatregelen en confiscatiebeslissingen.

Tabel 10.3.1 Gespecificeerde Staat van baten en lasten per 31 december 2015 x € 1.000

Omschrijving

Oorspron kelijk vast gestelde begroting

Realisatie 2015

Verschil

Realisatie 2014

Baten

       

Omzet moederdepartement

92.371

109.099

16.728

98.973

Omzet overige departementen

13.227

985

– 12.242

1.274

Omzet derden

20.813

13.803

– 7.010

13.616

Rentebaten

0

0

0

27

Vrijval voorzieningen

0

612

612

38

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

126.411

124.499

– 1.912

113.928

Lasten

       

Apparaatskosten

100.043

105.466

5.423

97.620

personele kosten

64.743

77.850

13.107

71.950

– Waarvan eigen personeel

48.754

52.187

3.433

51.647

– Waarvan externe inhuur

13.690

23.309

9.619

18.170

– Waarvan ov. personele kosten

2.299

2.354

55

2.133

materiële kosten

35.300

27.616

– 7.684

25.670

– Waarvan apparaat ICT

7.850

5.466

– 2.384

4.343

– Waarvan bijdrage aan SSO’s

9.190

8.114

– 1.076

7.311

– Waarvan ov. materiële kosten

18.260

14.036

– 4.224

14.016

Gerechtskosten

16.542

10.331

– 6.211

9.663

Rentelasten

572

336

– 236

346

Afschrijvingskosten

9.255

5.702

– 3.553

5.139

– Immaterieel

0

185

185

157

– Materieel

9.255

5.517

– 3.738

4.982

Overige lasten

0

735

735

297

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

– bijzondere lasten

0

735

735

297

Totaal lasten

126.411

122.570

– 3.841

113.065

Saldo van baten en lasten

0

1.929

1.929

863

De vergelijkende cijfers onder apparaatskosten zijn aangepast ten behoeve van een verbeterd inzicht. De in 2014 gerubriceerde materiële kosten zijn in 2015 gerubriceerd onder de personele kosten.

Baten

Omzet moederdepartement

Tabel 10.3.2 onderbouwing omzet moederdepartement
 

Vrijheids straffen

Taakstraffen

Schade vergoedings maatregelen

Ontnemings maatregelen

Geldboetes

Overige

Totaal

voorcalc.kostprijs

€ 59,33

€ 31,85

€ 420,25

€ 3.191,86

€ 7,00

   

gereal.uitstroom

21.252

41.317

13.333

1.282

8.465.752

   

omzet (x € 1.000)

€ 1.328

€ 1.304

€ 6.428

€ 5.095

€ 73.259

€ 21.685

€ 109.099

De omzet moederdepartement is samengesteld uit een vaste vergoeding voor de vaste kosten en een variabele vergoeding op basis van P*Q voor de gerealiseerde productie.

De omzet onder Overige bestaat uit projectfinanciering (€ 15,4 mln.), inputfinanciering (€ 3,0 mln.) en diverse overige financiering (€ 3,2 mln).

Omzet overige departementen

Tabel 10.3.3 Opdrachtgever
 

Q

departement

bedrag

(* € 1.000)

Inspectie SZW

2.714

SZW

150

Agentschap Telecom

181

EZ

13

RVO

1.136

EZ

77

Inspectie Leefomgeving en

Transport

1.849

IenM

120

nVWA

6.726

EZ

241

DUO

1.561

OCW

36

IGZ

108

VWS

4

Huurcommissie

7.277

VROM

101

Belastingdienst

 

MinFin

243

     

985

Omzet derden

Deze omzet betreft de van Zorginstituut Nederland ontvangen vergoeding.

Lasten

Personele kosten

Tabel 10.3.4 Personele kosten (x € 1.000)
     

Realisatie

Begroting

 

2013

2014

2015

2015

– Eigen personeel

       

kosten

€ 51.902

€ 51.013

€ 52.170

€ 48.728

fte

916

893

892

860

         

– Externe inhuur

       

kosten

€ 6.608

€ 18.177

€ 23.309

€ 13.690

         

– Post-actief personeel

       

Dotatie voorziening post actief personeel

€ 12

€ 12

€ 17

€ 25

aantal fte

2

2

3

2

         

– Overige P-kosten

€ 1.746

€ 2.133

€ 2.354

€ 2.300

         

Totale kosten

€ 60.268

€ 71.335

€ 77.850

€ 64.743

De personele kosten zijn hoger dan begroot door de iets hoger dan geraamde bezetting en de hogere dan geraamde loonsom als gevolg van de effecten van de nieuwe CAO. De hogere externe inhuur houdt met name verband met een hogere dan geraamde inhuur t.b.v. de portfolio. De kosten van deze externe inhuur zijn aan de opdrachtgevers van betreffende projecten doorbelast.

Materiële kosten

In verband met het afstoten van huisvestingsruimte zijn de materiële kosten lager uitgekomen dan begroot. Ook de lagere dan begrote aantallen geldboetes kunnen als oorzaak worden genoemd.

Gerechtskosten

De lagere gerechtskosten worden verklaard door de lagere kosten van gerechtsdeurwaarders bij wanbetalers zorgverzekering.

Rentelasten

De lagere rentelasten houden enerzijds verband met de lagere rente waartegen leningen zijn afgesloten en anderzijds door de latere dan geplande aanschaf van flitspalen.

Bijzondere lasten

Onder deze post zijn opgenomen een betaalde schikking (€ 0,275 mln.) en een bijzondere waardevermindering als gevolg van een impairmenttest op het systeem CRI (€ 0,46 mln.).

Balans

Tabel 10.3.5 Balans per 31 december 2015 x € 1.000
 

Balans 2015

Balans 2014

Activa

   

Immateriële vaste activa

3.023

424

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

1.120

1.165

– installaties en inventarissen

19.479

17.523

– overige materiële vaste activa

3.991

4.050

Voorraden

0

0

Debiteuren

78

60

Nog te ontvangen

3.525

7.994

Liquide middelen

27.628

24.046

Totaal activa

58.844

55.262

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

1.144

281

– onverdeeld resultaat

1.929

863

Voorzieningen

2.701

4.642

Leningen bij het Ministerie van Financiën

28.405

21.264

Crediteuren

1.746

781

Nog te betalen

22.919

27.431

Totaal passiva

58.844

55.262

Activa

Onder de posten Debiteuren en Nog te ontvangen zijn voor een bedrag van € 0,7 mln. vorderingen op het moederdepartement en overige departementen opgenomen betreffende de afrekening van de financiering over 2015.

Passiva

Het Eigen Vermogen van het CJIB bedraagt per 31 december 2015 € 3,073 mln. en blijft binnen de grens van 5% van de gemiddelde omzet van de afgelopen 3 jaar. Op grond van de gemiddelde omzet over de jaren 2013, 2014 en 2015 bedraagt de maximaal toegestane stand van het eigen vermogen € 6 mln.

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen 3 jaar opgenomen.

Tabel 10.3.6 Ontwikkeling van het Eigen Vermogen

Jaar

Omzet

(x € 1.000)

Eigen vermogen

(x € 1.000)

%

2015

123.887

3.073

2,6%

2014

113.863

1.144

1,0%

2013

121.990

261

0,2%

Binnen het eigen vermogen is een bedrag van € 1,6 mln. beklemd om achterstallig onderhoud aan belangrijke ICT-systemen in het primaire proces uit te voeren.

Onder de post Nog te betalen is een schuld aan het moederdepartement opgenomen van € 9,2 mln. Hieronder is voor € 2,2 mln. aan projectgelden opgenomen en een vooruit ontvangen bijdrage achterstallig ICT-onderhoud van € 4,5 mln. Aan overige departementen is een vooruit ontvangen bedrag van € 1,8 mln. opgenomen.

Kasstroomoverzicht

Tabel 10.3.7 Kasstroomoverzicht per 31 december 2015 x € 1.000
   

– 1

– 2

(3) = (2)–(1)

   

Oorspronkelijk vast gestelde begroting

Realisatie

Verschil

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen

27.348

24.045

– 3.303

         
 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom

 

145.841

145.841

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom

 

– 141.703

– 141.703

2.

Totaal operationele kasstroom

9.255

4.138

– 5.117

         
 

Totaal investeringen (–/–)

– 2.750

– 7.699

– 4.949

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 2.750

– 7.699

– 4.949

         
 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossing op leningen (–/–)

– 9.372

– 4.597

4.775

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

2.750

11.738

8.988

4.

Totaal financieringskasstroom

– 6.622

7.141

13.763

         

5.

Rekening Courant RHB 31 december 2015 + stand depositorekeningen (= 1+2+3+4)

27.231

27.625

394

Tabel 10.3.8 Investeringen 2015

Investeringen

x € 1.000

– installaties en inventaris

2.482

– hard- en software

2.266

– verbouwingen

167

– immateriële vaste activa

2.784

 

7.699

Operationele kasstroom

Het verschil kan met name verklaard worden door de lagere dan begrote afschrijvingskosten. De

oorzaak hiervan zijn vooral de lagere dan begrote investeringen in flitspalen in 2014.

Investeringskasstroom

In 2014 zijn minder flitspalen aangeschaft dan begroot. Deze investeringen zijn doorgeschoven naar 2015. Ten tijde van het opstellen van de begroting van 2015 was dit nog niet bekend. Ook is destijds geen rekening gehouden met de activering van het systeem CRI. Hierdoor zijn de investeringen hoger uitgekomen dan begroot.

Financieringskasstroom

In 2014 stond voor € 1,8 miljoen investeringen op de balans waarvoor nog geen leenfaciliteit was afgeroepen. Deze investeringen hadden betrekking op flitspalen die nog onderhanden waren en niet definitief waren opgeleverd. Na de definitieve oplevering van deze flitspalen is in 2015 alsnog leenfaciliteit afgeroepen.

Doelmatigheidstabel

Tabel 10.3.9 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2015 Bedragen x € 1
       

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2012

2013

2014

2015

2015

 

CJIB-totaal:

           

FTE-totaal (ambtelijk)

942

916

893

892

860

32

Saldo van baten en lasten in %

– 1,2

1,3

0,8%

1,5%

0,0

0,0

             

Geldboetes

           

Aantal

9.656.852

9.945.429

9.000.853

8.465.752

10.718.101

– 2.252.349

Kostprijs (x € 1)

7,00

7,00

7,00

7,00

7,00

0,00

Omzet (p*q)

65.205.107

69.618.000

63.457.585

59.260.264

70.300.025

– 11.039.761

% geïnde zaken binnen 1 jaar

93,7

97,5

94,6

92,0

93,7

1,7-

             

Vrijheidsstraffen1

           

Aantal

20.025

18.744

20.216

21.252

17.162

4.090

Kostprijs (x € 1)

66,97

57,98

60,63

66,99

59,33

7,66

Omzet (p*q)

1.341.074

1.086.774

1.225.775

1.423.595

1.018.227

405.368

             

Taakstraffen1

           

Aantal

34.256

36.165

37.568

41.317

32.812

8.505

Kostprijs (x € 1)

34,75

30,80

37,73

32,36

31,85

0,51

Omzet (p*q)

1.190.396

1.113.906

1.417.263

1.337.132

1.045.222

291.910

             

Schadevergoedingsmaatregelen

           

Aantal

13.201

12.559

13.059

13.333

11.954

1.379

Kostprijs (x € 1)

399,29

418,11

425,40

432,05

420,25

11,81

Omzet (p*q)

5.271.027

5.250.986

5.555.332

5.760.362

5.023.515

736.846

% afgedane zaken binnen 3 jaar

86,9

87,0

87,0

86,7

85,0

1,7

             

Ontnemingsmaatregelen

           

Aantal

1.129

1.123

1.181

1.282

1.446

– 164

Kostprijs (x € 1)

3.513,27

4.363,67

4.072,17

4.707,35

3.191,86

1.515,48

Omzet (p*q)

3.966.482

4.900.402

4.809.231

6.034.817

4.615.774

1.419.042

% afgedane A-zaken binnen 5 jaar

76,3

76,3

74,6

70,1

70,0

0,1

% afgedane B-zaken binnen 10 jaar

82,8

78,6

68,0

67,8

65,0

2,8

             

voorwaardelijke invrijheidstelling

           

Omzet

644.695

693.000

676.260

428.281

438.553

– 10.272

             

Routeren Toezicht

           

Omzet

617.616

560.000

488.809

708.952

834.114

– 125.162

             

Bestuurlijke boetes

           

Aantal

   

13.109

13.563

 

13.563

Tarief (x € 1)

   

44,70

34,75

 

34,75

Omzet (p*q)

   

586.021

471.276

 

471.276

             

Overheidsincasso

           

Omzet

   

13.846.287

13.808.089

21.612.000

– 7.803.911

             

Omzet-diversen/input

           

Omzet

27.223.920

35.465.995

20.069.379

35.266.232

21.523.569

11.813.663

             

Totaal

108.437.000

121.990.000

113.928.000

124.499.000

126.411.000

– 3.841.000

1

Voor vrijheidsstraffen en taakstraffen zijn er geen kwaliteitsindicatoren die direct aan de activiteiten van het CJIB zijn te koppelen. De taak van het CJIB is de administratieve regie (coördinatie) op de betreffende ketenprocessen

Onder de boeten en transacties zijn de producten opgenomen die worden gefinancierd vanuit de administratiekosten. Dit betreffen de Wahv-sancties, boetevonnissen en OM-afdoeningen.

In de voorcalculatorische kostprijzen zijn de kosten van de interne ICT-ontwikkelcapaciteit en de overcapaciteit huisvesting niet verwerkt. In de nacalculatorische kostprijzen zijn deze kosten, zoals afgesproken met de eigenaar, wel opgenomen.

Om deze reden zijn de nacalculatorische kostprijzen over het algemeen hoger dan begroot.

Het merendeel van deze kosten is overeenkomstig de financieringsafspraken ten laste van de geldboetes gekomen.

De Omzet diversen/input betreft onder meer het niet door administratiekosten gefinancierde deel van de geldboetes (€ 15,4 mln.), doorbelaste kosten inzake beheer flitspalen (€ 8,1 mln.) en de omzet van extern gefinancierde projecten (€ 8,1 mln.).

Licence