Het NFI draagt bij aan artikelonderdeel 33.2 «Het bestrijden van criminaliteit door een effectieve en doelmatig instrumentarium van opsporing en vervolging» door middel van het leveren van kwalitatief hoogstaand forensisch onderzoek ten behoeve van de partners in de strafrechtketen. De drie kernproducten daarbij zijn het uitvoeren van onderzoek op overwegend technisch, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk terrein, het doen van onderzoek naar nieuwe methoden en technieken en het overdragen van kennis op het gebied van forensisch en wetenschappelijk onderzoek.
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | (Realisatie 2014 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 65.320 | 71.525 | 6.205 | 69.665 |
Omzet overige departementen | 0 | 887 | 887 | 395 |
Omzet derden | 8.483 | 7.711 | – 772 | 5.211 |
Rentebaten | 50 | 0 | – 50 | 7 |
Vrijval voorzieningen | 371 | 371 | 64 | |
Bijzondere baten | 0 | 436 | 436 | 0 |
Totaal baten | 73.853 | 80.930 | 7.077 | 75.342 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 44.353 | 50.358 | 6.005 | 49.719 |
– Personele kosten | ||||
Waarvan eigen personeel | 40.380 | 39.693 | – 687 | 41.718 |
Waarvan externe inhuur | 1.400 | 2.833 | 1.433 | 2.509 |
Waarvan overige personele kosten | 0 | 649 | 649 | 400 |
41.780 | 43.175 | 1.395 | 44.627 | |
– Materiële kosten | ||||
Waarvan apparaat ICT | 149 | 4.392 | 4.243 | 2.583 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 332 | 360 | 28 | 140 |
Waarvan Overige materiële kosten | 2.092 | 2.431 | 339 | 2.369 |
2.573 | 7.183 | 4.610 | 5.092 | |
Afschrijvingskosten | ||||
– Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Materiële vaste activa | 4.223 | 3.904 | – 319 | 4.387 |
4.223 | 3.904 | – 319 | 4.387 | |
Laboratoriumkosten | 24.977 | 23.994 | – 983 | 18.451 |
Overige lasten | ||||
– Dotaties aan voorzieningen | 0 | 5.718 | 5.718 | 2.484 |
– Rentelasten | 300 | 145 | – 155 | 222 |
– Bijzondere lasten | 0 | 82 | 82 | 415 |
300 | 5.945 | 5.645 | 3.121 | |
Totaal lasten | 73.853 | 84.201 | 10.348 | 75.678 |
Saldo baten en lasten | 0 | – 3.271 | – 3.271 | – 336 |
Toelichting exploitatie 2015
Saldo van baten en lasten
Het jaar 2015 is afgesloten met een negatief resultaat van ca. € 3,3 miljoen. Dit komt door enerzijds een positief resultaat uit reguliere bedrijfsuitoefening en buitengewone lasten van ca. € 6 mln.
Baten
De baten komen ca. € 7 mln hoger uit. Dit komt vooral door een hogere omzet moederdepartement van € 6 mln vanwege MH17, prijscompensatie en diverse projecten voor onder andere NCTV. De vrijval van de voorzieningen en de Bijzondere baten leverde een extra bate op van ca. € 0,8 mln.
Lasten
De personele kosten liggen met € 43.2 mln. wat boven de begroting (€ 41,8 mln). Dit komt vooral door hogere inhuur. De materiële kosten zijn hoger door hogere ICT-kosten voor onderhoud en exploitatie van zowel hardware als software.
De afschrijvingskosten vallen lager iets lager uit dan begroot door het uitstellen van uitbreidings- en vervangingsinvesteringen (o.a. inzake de Wegenverkeerswet).
Onder de Overige lasten zijn de dotaties ad € 5,6 mln aan voorzieningen verwerkt. Voor een bedrag van ca. € 5 mln. betreft dit de toevoeging aan de reorganisatievoorziening. Deze voorziening is gevormd voor de verplichtingen jegens medewerkers als gevolg van de reorganisatie ingaande 1 april 2016.
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Materiële vaste activa | ||
– grond en gebouwen | 6 | 48 |
– installaties en inventarissen | 9.749 | 10.921 |
– overige materiële vaste activa | 1.848 | 1.552 |
11.603 | 12.521 | |
Voorraden | 0 | 14 |
Debiteuren | 2.364 | 1.723 |
Nog te ontvangen | 1.892 | 1.525 |
Liquide middelen | 14.242 | 11.757 |
Totaal activa | 30.101 | 27.540 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ||
– exploitatiereserve | 2.751 | 3.087 |
– onverdeeld resultaat | – 3.271 | – 336 |
– 520 | 2.751 | |
Voorzieningen | 6.729 | 2.477 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 10.411 | 11.437 |
Crediteuren | 5.236 | 2.104 |
Nog te betalen | 8.245 | 8.771 |
Totaal Passiva | 30.101 | 27.540 |
Toelichting op de Balans per 31 december 2015
Van de debiteuren heeft een bedrag van ca. € 1,9 mln. betrekking op derden debiteuren buiten het rijk. Hiervoor is een voorziening getroffen van ca. € 0.3 mln.
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. Onderstaand is het verloop opgenomen van het Eigen Vermogen:
Bedragen x € 1.000 | Exploitatiereserve | Onverdeeld resultaat | Totaal |
---|---|---|---|
Stand 01-01-2015 | 2.751 | 2.751 | |
Toevoeging door moederdepartement | 0 | ||
Storting aan moederdepartement | 0 | ||
Onverdeeld resultaat 2015 | – 3.271 | – 3.271 | |
Stand 31-12-2015 | 2.751 | – 3.271 | – 520 |
In 2015 heeft het NFI op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving een stelselwijziging doorgevoerd. Het beginvermogen en de vergelijkende cijfers zijn hiervoor aangepast. Op het vermogen per 1 januari 2015 is de schuld aan verlofuren ultimo 2014 in mindering gebracht. De vergelijkende cijfers per 31 december 2014 zijn hiervoor in de balans aangepast. Het effect is hieronder weergegeven:
Eigen vermogen volgens jaarrekening 2014 | 3.579 |
In afwijking van voorgaande jaren opgenomen schuld aan verlofuren | – 828 |
Stand 01-01-2015 | 2.751 |
Het effect op het resultaat 2014 is nihil, gebaseerd op het uitgangspunt dat de mutatie tussen de balansposten ultimo 2013 en 2014 nihil is.
Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen).
In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar opgenomen.
Jaar | Omzet (x € 1.000) | Eigen vermogen (x € 1.000) | % |
---|---|---|---|
2015 | 80.123 | – 520 | – 1% |
2014 | 75.271 | 2.751 | 4% |
2013 | 77.014 | 4.047 | 5% |
232.408 | 6.278 | 3% | |
Gemiddeld vermogen x 5% | 77.469 | 3.873 | 5% |
Het toegestaan maximaal vermogen bedraagt € 3.873.000. Met een negatief eigen vermogen ultimo 2015 van € 520.000 blijft het vermogen onder de grens van 5%.
Het negatief eigen vermogen wordt conform vereisten rijksbegrotingsvoorschriften bij Voorjaarsnota aangevuld uit de extra middelen die het NFI bij begrotingsbrief 2016 heeft ontvangen.
De voorzieningen zijn als volgt te specificeren:
Stand per 1-1-2015 | Vrijval | Dotatie | Onttrekking | Stand per 31-12-2015 | |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening personele verplichtingen reorganisatie | 0 | 4.971 | 4.971 | ||
Voorziening vaststellingsovereenkomst en wachtgelden | 1.148 | – 153 | 462 | – 353 | 1.104 |
Voorziening verlieslatend contract Fieldlab | 1.329 | – 218 | – 457 | 654 | |
Totaal | 2.477 | – 371 | 5.433 | – 810 | 6.729 |
De voorzieningen zijn voor een bedrag van € 3.202.000 als kortlopend te beschouwen.
Het bedrag langer lopend dan 5 jaar bedraagt € 254.000.
• Voorziening personele verplichtingen reorganisatie
De voorziening personele verplichtingen reorganisatie is gevormd voor verplichtingen jegens medewerkers, die als gevolg van de (voorgenomen) reorganisatie vrijwillig dan wel verplicht Van Werk Naar Werk-kandidaat zijn of worden en geen prestaties voor het NFI meer verrichten. De verplichtingen zijn individueel per medewerker bepaald. De kosten bestaan uit doorbetalingen van salaris, stimuleringspremies, opleidingen, salarisgaranties en -suppleties en overige mobiliteitsbevorderende maatregelen. Gecontracteerde detacheringsvergoedingen worden in mindering gebracht op de verwachte kosten. De reorganisatie kan op 1 april 2016 van start gaan en dan zal ook de verplichte fase van werk naar werk ingaan.
• Voorziening wachtgeld
De voorziening vaststellingsovereenkomsten en wachtgelden betreft de toekomstig te betalen verplichtingen uit vaststellingsovereenkomsten en wachtgelden van (oud) medewerkers van het NFI.
• Voorziening verlieslatende contracten
Voor de huurkosten, de kosten van de te verwachte verhuisbewegingen en kosten van terugbrengen in de oorspronkelijke staat van het huurpand en die niet kunnen worden gedekt uit de productieopbrengsten, is een voorziening gevormd voor de resterende looptijd van het contract. In 2016 gaat het NFI het Fieldlab verlaten. Het huurcontract loopt tot en met augustus 2016. Vanaf medio 2015 is er sprake van gedeeltelijke leegstand van het Fieldlab.
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen | 8.390 | 11.752 | 3.362 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom | 78.561 | 78.561 | ||
Totaal uitgaven operationele kasstroom | – 72.099 | – 72.099 | ||
2. | Totaal operationele kasstroom | 4.223 | 6.462 | 2.239 |
Totaal investeringen (–/–) | – 4.495 | – 3.183 | 1.312 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 236 | 236 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 4.495 | – 2.947 | 1.548 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossing op leningen (–/–) | – 4.069 | – 3.820 | 249 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 4.495 | 2.794 | – 1.701 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 426 | – 1.026 | – 1.452 |
5. | Rekening Courant RHB 31 december 2015 + stand depositorekeningen (= 1+2+3+4), de maximale roodstand € 0,5 miljoen | 8.544 | 14.241 | 5.697 |
Het verschil tussen de begroting en de realisatie voor de operationele kasstroom ontstaat door de gewijzigde presentatie van het kasstroomoverzicht. Het kasstroomoverzicht volgens de begroting is opgesteld volgens de indirecte methode, terwijl bij de realisatie is uitgegaan van de directe methode.
De operationele kasstroom is aanvullend als volgt te specificeren:
Resultaat | – 3.251 |
Afschrijvingen | 3.904 |
Toevoegingen voorzieningen | 5.618 |
Vrijval voorzieningen | – 371 |
Mutatie werkkapitaal | 562 |
6.462 |
Doelmatigheid
NFI productie zaaksonderzoek
Afdeling | Productgroep | Instroom | Capaciteit | Uitstroom | Verschil Uitstroom en cap | Realisatie gemiddelde levertijd | Norm levertijd 2015 | % op tijd |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
HBS | Humane biologische sporen | 49.239 | 49.235 | 48.673 | – 562 | 14 | 18 | 88% |
MFO | Medisch forensisch onderzoek | 4.113 | 4.944 | 4.077 | – 867 | 22 | 25 | 85% |
MSP | Micro sporen | 1.405 | 1.455 | 1.402 | – 53 | 40 | 40 | 93% |
DTB | Digitale technologie | 1.497 | 1.398 | 1.419 | 21 | 39 | 34 | 82% |
FCO | Forensisch chemisch onderzoek | 5.431 | 5.612 | 5.443 | – 169 | 19 | 18 | 68% |
FON | Frontoffice | 206 | 261 | 212 | – 49 | 36 | 36 | 99% |
WISK | Wetenschap, interdisciplinair onderzoek, statistiek en kennismanagement. | 21 | 22 | 20 | – 2 | 196 | n.v.t | 85% |
NFI | Nederlands Forensisch Instituut totaal | 61.912 | 62.927 | 61.246 | – 1.681 | 16 | 19 | 86% |
Ten opzichte van de norm van 95% volgens de SLA blijft het NFI met 86% in 2015 met haar levertijd achter op de norm. Met een aandeel van 78% in de totale productie heeft Humane biologische sporen (HBS) met haar percentage van 88% grote invloed op het percentage van de leverbetrouwbaarheid.
Het percentage op tijd voor HBS bedraagt 88% met een gemiddelde levertijd van 14 dagen. De leverbetrouwbaarheid bij HBS is negatief beïnvloed door de werkzaamheden voor MH-17 en vertragend werkende uitbestedingen als gevolg hiervan.
Bij Digitale technologie en biometrie staat de leverbetrouwbaarheid onder druk door het grote aanbod van zaken en de toename van tijdverslindende complexe cryptozaken.
Bij Forensisch chemisch onderzoek wordt het percentage van 68% veroorzaakt door een instroomproblematiek op standaard drugsonderzoek begin 2015, waarop in overleg met Politie en OM handhavingsafspraken zijn getroffen en door complexere zaken dan gemiddeld (ondermijning en verzwaring drugsaanpak en meer en complexere labs en dumpingen), waardoor de werklast per zaak hoger is dan gepland.
Met het Openbaar Ministerie is continue overleg over de prioritering van de werkzaamheden.