1. Algemene beleidsdoelstelling
Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.
2000 | 2003 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Absolute levensverwachting in jaren: | |||||||||||
– mannen | 75,5 | 76,2 | 77,2 | 78,0 | 78,3 | 78,5 | 78,8 | 79,2 | 79,1 | 79,4 | 79,9 |
– vrouwen | 80,6 | 80,9 | 81,6 | 82,3 | 82,3 | 82,6 | 82,7 | 82,9 | 82,8 | 83,0 | 83,3 |
2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid: | |||||||||||
– mannen | 61,5 | 62,4 | 62,5 | 64,7 | 63,7 | 65,3 | 63,9 | 63,7 | 64,7 | 64,6 | 64,9 |
– vrouwen | 60,9 | 61,6 | 61,8 | 63,4 | 63,5 | 63,8 | 63,0 | 63,3 | 62,6 | 63,5 | 64,0 |
1. Bron absolute levensverwachting: CBS-Statline De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2014 bedroeg 83,3 jaar. Dat is 3,4 jaar hoger dan die van mannen (79,9 jaar). Sinds 1980 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1980 een winst van 7,2 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 4,0 jaar ouder geworden.
2. Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: CBS-Statline – Gezonde levensverwachting; vanaf 1981. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:
1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?
2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon?
Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – indien mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
-
– Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.
Financieren:
-
– Financiering van de secretariaten toetsingscommissies (euthanasie, de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen).
-
– Financiering van de abortusklinieken.
-
– Financiering Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO).
-
– Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.
-
– Financieren van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.
-
– Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma en de bescherming tegen infectieziekten.
Regisseren:
-
– Het opstellen van een wettelijk kader voor bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA.
-
– Het waar mogelijk verder reduceren van antibioticagebruik in de gezondheidszorg en de veehouderij in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZ.
-
– Opstellen wettelijk kader en doen handhaven kwaliteit jeugdgezondheidszorg.
-
– Opstellen van het wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de NVWA.
-
– Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering Productsamenstelling) en aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is.
-
– Coördinatie interdepartementaal drugsbeleid en verantwoordelijk voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.
-
– Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.
3. Beleidsconclusies
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar nagenoeg conform de verwachtingen, zoals vermeld in de begroting.
De meeste overheidsprogramma’s en -activiteiten van het Nationaal Programma Preventie (NPP) liggen op schema, het aantal betrokken maatschappelijke organisaties bij het NPP is in 2015 uitgebreid, er zijn meer verbindingen tot stand gekomen tussen de verschillende domeinen en er is een begin gemaakt met het opschalen van effectieve activiteiten en het structureel borgen van de resultaten. Dit neemt niet weg dat er, binnen de programmakaders, in 2016 extra inspanningen nodig zijn om goed initiatieven breder op te pakken en preventie in het dagelijks leven te borgen. De Kamer zal begin 2016 geïnformeerd worden over de resultaten van het tweede jaar van het Nationaal Programma Preventie (NPP).
In 2015 hebben 164 gemeenten een decentralisatie-uitkering ontvangen om gezondheidsachterstanden lokaal en integraal aan te pakken. Hiervoor was € 20 miljoen beschikbaar. Zij zijn daarbij inhoudelijk ondersteund door het landelijk stimuleringsprogramma «Gezond in...», uitgevoerd door Pharos en Platform31. Voor dit programma was € 1,5 miljoen beschikbaar. De Tweede Kamer zal begin 2016 nader geïnformeerd worden over de bereikte resultaten.
In 2015 is een traject gestart met als doel dat er meer zicht komt op de inzet en effectiviteit van de publieke gezondheidszorg. Ook voor het versterken en beter waarborgen van de positie van de GGD’en op de vier pijlers, zoals beschreven in de brief van augustus 2014 over de betrouwbare publieke gezondheid (TK 32 620, nr. 132), zijn de eerste stappen gezet. De huidige activiteiten en budgetten van de GGD’en zijn beschreven om de werkzaamheden in het kader van de vier pijlers uit te voeren. Dit document is een belangrijke eerste stap voor het uiteindelijk resultaat van deze exercitie, het benoemen van veldnormen. De Kamer is in oktober geïnformeerd over de stand van zaken (TK 32 620, nr. 166).
Op 19 juni 2015 is het wetsvoorstel (TK 34 234) tot implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn aangeboden aan de Tweede Kamer en is de AMvB ter internetconsultatie voorgelegd (Tabaksproductenrichtlijn). Hiermee is het voornemen uit de begroting voor 2015 gerealiseerd en liggen we op schema voor de beoogde planning gericht op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel op 20 mei 2016.
Daarnaast is in 2015 een nieuw wetgevingstraject gestart gericht op het vaststellen van regels voor de elektronische sigaret zonder nicotine en kruidenrookproducten. Dit wetsvoorstel is eind 2015 aangeboden aan de Raad van State en genotificeerd bij de Europese Commissie.
4. Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | 2015 | |||
Verplichtingen | 442.213 | 571.788 | 614.940 | 625.302 | 637.324 | – 12.022 | ||
Uitgaven | 465.780 | 462.031 | 494.841 | 591.257 | 642.082 | – 50.825 | ||
1. Gezondheidsbescherming | 97.595 | 103.671 | 104.033 | 101.274 | 2.759 | |||
Subsidies | 1.453 | 1.716 | 2.134 | 5.014 | – 2.880 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma preventie | 963 | 934 | 2.020 | 4.443 | – 2.423 | |||
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 135 | 345 | 114 | 546 | – 432 | |||
Opdrachten | 3.223 | 4.600 | 1.227 | 1.765 | – 538 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 2.560 | 3.550 | 72 | 268 | – 196 | |||
Nieuwe etikettering huishoudchemicaliën | 0 | 417 | 413 | 413 | 0 | |||
Bijdragen aan agentschappen | 92.892 | 97.052 | 100.569 | 94.374 | 6.195 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit | 74.115 | 77.672 | 79.647 | 78.994 | 653 | |||
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed | 18.479 | 19.024 | 20.526 | 13.653 | 6.873 | |||
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 0 | 209 | 21 | 0 | 21 | |||
Bijdragen aan medeoverheden | 27 | 94 | 82 | 121 | – 39 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
College Toetsing | 0 | 0 | 0 | 121 | – 121 | |||
2. Ziektepreventie | 295.238 | 321.563 | 416.453 | 467.592 | – 51.139 | |||
Subsidies | 192.112 | 201.112 | 207.238 | 209.838 | – 2.600 | |||
Ziektepreventie | 4.133 | 4.477 | 5.555 | 6.214 | – 659 | |||
Jeugdgezondheidszorg | 2.269 | 3.024 | 2.078 | 2.125 | – 47 | |||
RIVM | 185.710 | 193.612 | 199.604 | 201.499 | – 1.895 | |||
Opdrachten | 585 | 464 | 284 | 15.413 | – 15.129 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
(Vaccin)onderzoek | 578 | 0 | 284 | 15.307 | – 15.023 | |||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 984 | 1.579 | 966 | 613 | |||
Bijdragen aan agentschappen | 102.541 | 119.003 | 207.352 | 241.375 | – 34.023 | |||
RIVM: Opdrachtverlening Centra | 102.541 | 119.003 | 207.352 | 241.375 | – 34.023 | |||
3. Gezondheidsbevordering | 50.809 | 51.796 | 50.805 | 53.554 | – 2.749 | |||
Subsidies | 33.064 | 33.615 | 33.082 | 33.154 | – 72 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 0 | 1.185 | 1.787 | 2.172 | – 385 | |||
Verslavingszorg | 10.179 | 9.153 | 9.163 | 7.638 | 1.525 | |||
Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG | 0 | 9.803 | 10.326 | 10.896 | – 570 | |||
Gezonde leefstijl jeugd | 8.919 | 0 | 100 | 700 | – 600 | |||
Letselpreventie | 5.297 | 4.670 | 4.325 | 4.160 | 165 | |||
Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg | 3.218 | 4.074 | 4.751 | 4.182 | 569 | |||
Bevordering van seksuele gezondheid | 5.451 | 4.658 | 2.631 | 2.631 | 0 | |||
Opdrachten | 3.255 | 3.629 | 3.647 | 5.363 | – 1.716 | |||
waarvan onder andere: | ||||||||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 2.743 | 2.874 | 2.782 | 3.100 | – 318 | |||
Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak | 0 | 0 | 0 | 1.060 | – 1.060 | |||
Preventie schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 0 | 0 | 644 | 690 | – 46 | |||
Letselpreventie | 0 | 233 | 18 | 275 | – 257 | |||
Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG | 218 | 181 | 200 | 200 | 0 | |||
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 654 | – 654 | |||
RIVM: Voedsel consumptiepeiling | 0 | 0 | 0 | 121 | – 121 | |||
RIVM: Monitoring, opdrachten, kennisvragen e.d. | 0 | 0 | 0 | 183 | – 183 | |||
Afgifte Schengenverklaringen via het CAK | 0 | 0 | 0 | 350 | – 350 | |||
Bijdragen aan medeoverheden | 14.490 | 14.552 | 14.076 | 14.383 | – 307 | |||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 14.490 | 14.552 | 14.076 | 14.383 | – 307 | |||
4. Ethiek | 18.389 | 17.810 | 19.966 | 19.662 | 304 | |||
Subsidies | 588 | 1.331 | 16.573 | 14.204 | 2.369 | |||
Subsidies abortusklinieken | 0 | 0 | 15.705 | 12.840 | 2.865 | |||
Beleid Medische Ethiek | 588 | 1.331 | 868 | 1.364 | – 496 | |||
Opdrachten | 59 | 132 | 210 | 50 | 160 | |||
Bijdragen aan agentschappen | 4.452 | 2.164 | 1.130 | 3.816 | – 2.686 | |||
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek | 4.452 | 2.164 | 1.130 | 3.816 | – 2.686 | |||
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 13.290 | 14.183 | 2.053 | 1.592 | 461 | |||
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken | 13.208 | 14.122 | 2.053 | 0 | 2.053 | |||
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek | 82 | 61 | 0 | 1.592 | – 1.592 | |||
Ontvangsten | 21.135 | 16.565 | 37.511 | 21.221 | 11.003 | 10.218 | ||
waarvan onder andere: | ||||||||
Bestuurlijke boetes | 5.260 | 5.341 | 4.112 | 4.252 | – 140 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
5. Toelichting op de instrumenten
1. Gezondheidsbescherming
Subsidies
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma preventie
Hiervoor is in het onderdeel beleidsconclusies aangegeven wat er op dit terrein in 2015 is bereikt. De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 2 miljoen. Dat is circa € 2,4 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 4,4 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een overboeking van circa € 2 miljoen bij tweede suppletoire wet 2015 naar het instrument Bijdragen aan agentschappen RIVM voor de uitvoering van addtionele opdrachten.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 79,6 miljoen. Dit is € 0,7 miljoen hoger dan het oorspronkelijk geraamde bedrag. In 2015 heeft er een intensivering plaatsgevonden van de leeftijdgrenscontroles ter naleving van de Tabakswet
Beleidsterrein | Bedrag |
---|---|
Voedselveiligheid | 42,1 |
Productveiligheid | 13,2 |
Tabak en alcohol | 7,7 |
Plan van aanpak | 10 |
Overig | 6,6 |
Totaal | 79,6 |
In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren gegane gezonde levensjaren door voedselinfecties zich ontwikkelt.
Micro-organismen | Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year)** | |||
---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
Toxoplasma gondii | 2.000 | 1.950 | 1.930 | 1.950 |
Campylobacter spp. | 1.650 | 1.560 | 1.430 | 1.530 |
Salmonella spp. | 680 | 1.350* | 600 | 500 |
S. aureus toxine | 670 | 670 | 670 | 670 |
C. perfringens toxine | 490 | 490 | 490 | 490 |
Norovirus | 300 | 300 | 280 | 280 |
Rotavirus | 210 | 185 | 210 | 100 |
B. cereus toxine | 100 | 100 | 100 | 100 |
Listeria monocytogenes | 140 | 90 | 60 | 180 |
STEC O157 | 56 | 57 | 60 | 60 |
Giardia spp. | 17 | 14 | 13 | 13 |
Hepatitis-A virus | 9 | 9 | 8 | 10 |
Cryptosporidium spp. | 8 | 8 | 8 | 8 |
Hepatitis-E virus | 2 | 2 | 2 | 3 |
Totaal | 6.330 | 6.780 | 5.850 | 5.890 |
Bron: Letter Reports disease burden 2012, 2013, 2014 en 2016; M. Bouwknegt et al.
DALY=Disability Adjusted Life Year. Maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten). In deze maat komen de drie belangrijke aspecten van de volksgezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit van leven en het aantal personen dat een effect ondervindt.
De getallen in de tabel zijn afgerond. Het totaal kan afwijken van de som van de weergegeven getallen.
* = Deze geschatte stijging met ca. 500 DALY’S komt door de Salmonella uitbraak in 2012 ten gevolge van besmette gerookte zalm.
** = Vanwege noodzakelijke modelaanpassingen zijn de getallen voor 2011 en 2012 enigszins afwijkend van de getallen die in 2014 in de begroting zijn gerapporteerd.
RIVM in verband met wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
De opdrachtverlening 2015 inzake de programma’s aan het RIVM bedraagt € 20,5 miljoen en is € 6,9 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dat is een gevolg van een groot aantal aanvullende opdrachten waarvoor budget is overgeheveld naar dit instrument.
Bijdrage aan ZBO/RWT
ZonMw voor uitvoering van het preventieprogramma
Op 15 juli 2014 is opdracht gegeven voor de uitvoering van het vijfde preventieprogramma. Met dit programma vergaart ZonMw kennis die bijdraagt aan de doelstellingen van het Nationaal Programma Preventie (NPP) «Alles is Gezondheid...». Verder heeft ZonMw conform de begroting het vierde preventieprogramma uitgevoerd. De middelen (in totaal circa € 2,4 miljoen in 2015) staan verantwoord op artikel 4 Zorgbreed beleid.
2. Ziektepreventie
Subsidies
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 207,2 miljoen. Dat is circa € 2,6 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 209,8 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door diverse mutaties onder andere op het gebied van de antibioticaresistentie, die reeds in de eerste en tweede suppletoire wet 2015 zijn toegelicht.
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Percentage deelname aan Rijksvaccinatieprogramma | 94,0% | 94,5% | 95,2% | 95,0% | 95,4% | 95,5% | 95,4% | 94,8% |
2. Percentage deelname aan Nationaal Programma grieppreventie | 73,5% | 71,5% | 70,4% | 68,9% | 65,7% | 62,4% | 59,6% | 52,8% |
3. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek borstkanker | 82,4% | 82, 0% | 81,5% | 80,7% | 80,1% | 79,7% | 79,4% | – |
4. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker | 66,6% | 66,0% | 65,3% | 65,5% | 66,2% | 65,2% | 66,2% | 64,6% |
5. Percentage deelname aan hielprik | 99,9% | 99,8% | 99,8% | 99,7% | 99,5% | 99,5% | 99,4% | – |
Bron:
1. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland . RIVM rapport 2015–0067 (pagina 11, tabel 3).
Voor het verslagjaar 2015 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2014) is dit percentage 95,4%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2012 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd.
2. Vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie NIVEL, samenvatting rapport 2014. De lagere vaccinatiegraad wordt deels veroorzaakt door de veranderde methode voor het berekenen van de vaccinatiegraad. Er is sprake van een zogeheten trendbreuk door verandering van de methodiek. Anderzijds wordt het veroorzaakt door een daling in de deelname aan de jaarlijkse griepprik, die in lijn is met de daling in de afgelopen jaren.
3. Landelijk Evaluatieteam bevolkingsonderzoek borstkanker (LETB). Erasmus MC Rotterdam (pagina 2, Overzicht belangrijkste indicatoren 1990–2013).
4. Landelijke Evaluatie Bevolkingsonderzoek naar Baarmoederhalskanker (LEBA) . Rapportage 2014 (pagina 3, figuur 1).
5. Neonatale hielprikscreening. RIVM: Centrum voor bevolkingsonderzoek, (pagina 3, 3. Cijfers).
Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.
Opdrachten
(Vaccin)onderzoek
Zoals gemeld bij eerste suppletoire wet is € 11,8 miljoen overgeboekt naar artikel 10, omdat het vaccinonderzoek, de ontwikkeling van het Respiratoir Syncitium Virus (RSV)-vaccin en het onderzoek naar alternatieven voor dierproeven uitgevoerd wordt door de Stichting Antonie van Leeuwenhoek. Verder heeft bij tweede suppletoire wet een desaldering van € 3,5 miljoen plaatsgevonden voor de terugbetalingsverplichtingen aan het FES-fonds.
Bijdrage aan agentschappen
RIVM: Opdrachtverlening centra
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 207,4 miljoen. Dat is circa € 34 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 241,4 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt als gevolg van gunstige aanbestedingen en lager dan verwachte geboortecijfers binnen het Rijksvaccinatieprogramma. De mutaties zijn reeds in de eerste en de tweede suppletoire wet gemeld. De activiteiten zijn conform begroting uitgevoerd.
Daarnaast heeft in verband met de afroming van het eigen vermogen van het RIVM een desaldering plaatsgevonden (€ 8,9 miljoen).
3. Gezondheidsbevordering
Subsidies
Verslavingszorg
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument-onderdeel bedragen € 9,2 miljoen. Dat is circa € 1,5 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 7,6 miljoen. Zo heeft het Trimbos-instituut een hogere (instellings) subsidie ontvangen dan geraamd, in verband met incidentele activiteiten. Het Trimbos-instituut heeft in 2015 een belangrijke rol vervuld in de uitvoering van het preventiebeleid op het gebied van alcohol, tabak en drugs. Dit gebeurt onder andere via voorlichting op scholen en via nieuwe media. Trimbos heeft burgers en professionals onder andere via infolijnen van betrouwbare en vraaggerichte informatie voorzien op het gebied van preventie van schadelijk gebruik van drugs, alcohol en tabak. Daarnaast waren subsidies aan de stichting Mainline (0,3 miljoen) en Stichting Informatievoorziening (0,6 miljoen) nog niet meegenomen in de oorspronkelijke raming.
Opdrachten
Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak
De in de begroting geraamde uitgaven voor communicatie van € 1,1 miljoen worden verantwoord op artikel 10 Apparaatsuitgaven.
2001 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Het percentage niet-rokers ≥ 15 jaar | – | 72% | 73% | 72% | 73% | 76% | 76% | 76% | 74% |
2. Overgewicht bij volwassenen ≥ 20 jaar | – | 45,7% | 47,1% | 47,4% | 48,2% | 48,2% | 47,9% | 48,2% | 50,3% |
3. Overgewicht bij kinderen leeftijd 4–20 jaar | – | 11,4% | 13,4% | 13,1% | 13,6% | 12,8% | 13,2% | 11,8% | 12,5% |
4. Het percentage mensen in algemene bevolking (12 jaar en ouder) dat niet zwaar drinkt. | – | 89,3% | 90,0% | 89,6% | 89,6% | 90,6% | 87,1% | 87,6% | |
5. Het percentage 12–15 jarigen dat nog nooit alcoholhoudende drank heeft gedronken | – | 25,6% | – | 36,5% | 35,0% | 38,4% | – | – | |
6. Aantal problematische drugsverslaafden per 1.000 inwoners | 3,1 | – | 1,6 | – | – | – | 1,3 | 1,3 | |
7. Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in ziekenhuizen door privéongevallen en sportblessures | 700.000 | 650.000 | 650.000 | 640.000 | 600.000 | 600.000 | 590.000 | 480.000 | |
8. Vindpercentage seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) bij de soa-poli’s van de GGD | – | 12,7% | 13,2% | 13,2% | 13,7% | 14,3% | 15,1% | 14,7% | 15,5% |
Bron:
1. Tot en met 2013 kwam het cijfer uit het Continue Onderzoek Rookgewoonten (COR) door TNS NIPO in opdracht van het Trimbos-instituut (tot en met 2012 in opdracht van STIVORO) en had betrekking op de bevolking van 15 jaar en ouder. Met ingang van 2014 komt het cijfer uit de Gezondheidsenquête en heeft betrekking op de bevolking van 17 jaar en ouder omdat binnen de Leefstijlmonitor is afgesproken dat de Gezondheidsenquête de kerncijfers voor roken levert voor volwassenen van 17 jaar en ouder. In de begroting 2017 zal worden aangesloten bij de Staat van VWS.
2. Gezondheidsenquête CBS, http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81565NED&D1=2–4&D2=0&D3=1–12&D4=a&D5=33&HDR=T&STB=G1,G3,G2,G4&VW=T
3. Gezondheidsenquête CBS, http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81565NED&D1=2–4&D2=0&D3=1–12&D4=a&D5=32–33&HDR=T%2cG2&STB=G1%2cG3%2cG4&VW=T
4. Gezondheidsenquête CBS, http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81177NED&D1=9–10&D2=0&D3=0&D4=a&HDR=T&STB=G1,G2,G3&VW=T Cijfer over 2012 niet goed vergelijkbaar met 2011 door verandering(aanscherping) van de definitie.
5. Jeugd en Riskant gedrag 2011. Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Uitgave Trimbos-instituut, 2012
6. Van Laar et al., 2014. Nationale Drug Monitor Jaarbericht 2013/2014. Utrecht/Den Haag: Trimbos-instituut/WODC
7. Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL.
8. (http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:281521&type=org&disposition=inline) (Publiekssamenvatting, pagina 3)
Bijdragen aan agentschappen
De in de begroting geraamde uitgaven voor de voedsel consumptiepeiling, monitoring, opdrachten, kennisvragen (RIVM) en voor communicatie (afgifte Schengenverklaringen via het CAK) worden verantwoord bij de artikelonderdelen 1 en 2 en op artikel 4 Zorgbreed beleid. De activiteiten zijn conform begroting uitgevoerd.
4. Ethiek
Subsidies
Subsidies abortusklinieken
Conform de begroting zijn subsidies verstrekt aan de abortusklinieken. De uitgaven zijn € 2,9 miljoen hoger als gevolg van de invoering van de normatieve huisvestingscomponent, de indexering van de tarieven en een geringe volumeontwikkeling. Dit is verwerkt in de eerste suppletoire wet.
Bijdrage aan agentschappen
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek
Aan het CIBG is opdracht verstrekt voor het beheren en verstrekken van gegevens uit het register van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting. Het verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt doordat de werkzaamheden van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie binnen het kerndepartement zijn ondergebracht. Hiervoor zijn bij eerste suppletoire wet middelen overgeboekt naar artikel 10 Apparaatsuitgaven.
Bijdrage aan ZBO/RWT
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken
Aan het ZiNL is een financiële bijdrage van € 2,1 miljoen beschikbaar gesteld voor een nabetaling over 2014 als gevolg van het op grond van de regeling «subsidies AWBZ» vaststellen van subsidies aan abortusklinieken.
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek
De apparaatsuitgaven van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) waren in de ontwerpbegroting ten onrechte op artikel 1 geraamd. Bij de eerste en tweede suppletoire wet is dit hersteld door middel van een overboeking van artikel 1 naar artikel 10 (Apparaatsuitgaven, personele en materiële uitgaven SCP en raden).
Ontvangsten
Bestuurlijke boetes
De bestuurlijke boetes zijn nagenoeg conform de begroting gerealiseerd.
Overig
De hogere ontvangsten van € 10,2 miljoen worden voornamelijk veroorzaakt door een niet geraamde ontvangst van € 0,8 miljoen in verband met in 2013 teveel betaalde voorschotten aan abortusklinieken (i.c. vaststelling van de Rijksbijdrage abortusklinieken 2013 aan ZiNL) en een ontvangst van € 5 miljoen in verband met in 2014 teveel betaalde voorschotten voor het Nationaal Programma Grieppreventie (in de tweede suppletoire wet is hier reeds € 4,5 miljoen van verantwoord). Ten slotte is het eigen vermogen van het RIVM met € 8,9 miljoen afgeroomd en als ontvangst geboekt bij opdrachtgever.