1. Algemene beleidsdoelstelling
Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.
2000 | 2003 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Absolute levensverwachting in jaren: | |||||||||
– mannen | 75,5 | 76,2 | 77,2 | 78,0 | 78,3 | 78,5 | 78,8 | 79,2 | 79,1 |
– vrouwen | 80,6 | 80,9 | 81,6 | 82,3 | 82,3 | 82,6 | 82,7 | 82,9 | 82,8 |
2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid: | |||||||||
– mannen | 61,5 | 62,4 | 62,5 | 64,7 | 63,7 | 65,3 | 63,9 | 63,7 | 64,7 |
– vrouwen | 60,9 | 61,6 | 61,8 | 63,4 | 63,5 | 63,8 | 63,0 | 63,3 | 62,6 |
Bron absolute levensverwachting: CBS-Statline.
Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: CBS StatLine – Gezonde levensverwachting
De cijfers over 2013 worden in het najaar 2014 verwacht. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:
1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?
2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van onderzochte persoon?
Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – indien mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
-
– Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.
Financieren:
-
– Financiering van de secretariaten toetsingscommissies (euthanasie, de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen).
-
– Financiering van de abortusklinieken.
-
– Financiering Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO).
-
– Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.
-
– Financieren van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.
-
– Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma en de bescherming tegen infectieziekten.
Regisseren:
-
– Het opstellen van een wettelijk kader voor bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA.
-
– Het waar mogelijk verder reduceren van antibioticagebruik in de gezondheidszorg en de veehouderij in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZ.
-
– Opstellen wettelijk kader en doen handhaven kwaliteit jeugdgezondheidszorg.
-
– Opstellen van het wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de NVWA.
-
– Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering Productsamenstelling) en aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is.
-
– Coördinatie interdepartementaal drugsbeleid en verantwoordelijk voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.
-
– Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.
3. Beleidswijzigingen
Nationaal Programma Preventie
Eind 2014 ontvangt de Kamer een eerste tussenrapportage van het Nationaal Programma Preventie «Alles is Gezondheid...», die ook gebruikt wordt voor de eerste vervolgconferentie in februari 2015.
Landelijke nota Gezondheid
In mei 2015 ontvangt de Kamer de wettelijk verplichte landelijke nota Gezondheid, ondermeer als reactie op de in juni 2014 verschenen Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV).
Lokale gezondheidsachterstanden
Gemeenten worden geactiveerd om lokale gezondheidsachterstanden structureel aan te pakken. Hiertoe ontvangen de 91 gemeenten met wijken met de laagste statusscores een decentralisatie-uitkering. In totaal is € 10 miljoen per jaar beschikbaar voor de periode 2014 tot en met 2017. Het lokale proces wordt ondersteund door het landelijk stimuleringsprogramma waarin kennis van werkzame interventies, goede voorbeelden en ervaringen worden samengebracht, onder regie van Pharos en Platform31. Hiermee is jaarlijks € 1 miljoen gemoeid
Effectiviteit van de publieke gezondheidszorg
De komende jaren wordt extra geïnvesteerd om meer zicht te krijgen op de inzet en effectiviteit van de publieke gezondheidszorg. Daarmee wordt ook de positie van GGD’en versterkt en beter gewaarborgd. De Kamer wordt hierover in het najaar van 2014 geïnformeerd. VWS investeert hiervoor € 1 miljoen (periode 2015–2016) in het stimuleringsprogramma waarin veldnormen worden ontwikkeld.
Europese Tabaksproductenrichtlijn
In 2015 is er veel aandacht voor de invoering van de nieuwe Tabaksproductenrichtlijn (richtlijn 2014/40/EU, vastgesteld op 3 april 2014) in de Nederlandse wetgeving. Deze richtlijn beoogt dat vooral jongeren niet gaan roken, onder meer door tabaksproducten minder aantrekkelijk te maken. Zo zullen tabaksproducten met kenmerkende aroma’s worden verboden en moeten verpakkingen van sigaretten, shag en waterpijptabak worden voorzien van grote afschrikwekkende afbeeldingen. Ook worden eisen gesteld aan grensoverschrijdende internetverkoop en nieuwe tabaksproducten.
Bij de Tabaksproductenrichtlijn zal, net zoals dat voor alcohol en tabak het geval is, voor de elektronische sigaret een minimumleeftijd worden ingesteld.
Rijksvaccinatieprogramma en hielprik
Het kabinet wil het Rijksvaccinatieprogramma en het programma rond de hielprik bij pasgeborenen, nu beide op basis van de AWBZ gefinancierd, borgen in de Wet Publieke gezondheid (wpg). Wetswijziging van de wpg wordt voorbereid met de streefdatum van 1 januari 2018 als ingangsdatum. Met de inwerkingtreding van de Wet langdurige zorg (per 1 januari 2015) worden beide programma’s als taak van het Rijk in de Wet Publieke gezondheid geregeld. Dit betekent dat voor beide progamma’s het budget is overgeheveld naar de begroting.
Antibioticaresistentie
Het tegengaan van antibioticaresistentie blijft de komende jaren een prioriteit, zowel voor het nationale als internationale beleid. We concentreren ons op infectiepreventie, zinnig en zuinig gebruik van antibiotica en het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. De impuls voor de betere surveillance en bestrijding van resistente bacteriën in de gezondheidszorg zal worden voortgezet. Er is blijvende inzet om het gebruik van antibiotica te verminderen en verbeteren; de rol van overdracht via het milieu zal worden opgepakt.
4. Budgettaire gevolgen van beleid
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 571.788 | 487.061 | 637.324 | 637.755 | 643.299 | 650.071 | 657.872 |
Uitgaven | 462.031 | 486.452 | 642.082 | 640.878 | 644.857 | 651.037 | 658.838 |
Waarvan juridisch verplicht | 91% | ||||||
1. Gezondheidsbescherming | 97.595 | 104.212 | 100.024 | 98.756 | 97.466 | 102.314 | 102.314 |
Subsidies | 1.453 | 5.349 | 3.764 | 3.189 | 1.996 | 7.228 | 7.228 |
waarvan onder andere: | |||||||
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie | 963 | 4.512 | 3.193 | 2.685 | 1.541 | 6.495 | 6.495 |
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 135 | 373 | 546 | 479 | 430 | 708 | 708 |
Opdrachten | 3.223 | 1.583 | 1.765 | 1.689 | 1.491 | 1.567 | 1.567 |
waarvan onder andere: | |||||||
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 2.560 | 269 | 268 | 268 | 268 | 268 | 268 |
Nieuwe etikettering huishoudchemicaliën | 413 | 413 | 413 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 92.892 | 97.257 | 94.374 | 93.757 | 93.858 | 93.398 | 93.398 |
waarvan onder andere: | |||||||
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 74.115 | 77.271 | 78.994 | 78.217 | 78.202 | 78.021 | 78.021 |
RIVM: wettelijke taken- en beleidsondersteuning zorgbreed | 18.479 | 17.689 | 13.653 | 13.569 | 13.575 | 13.296 | 13.296 |
Bijdragen aan medeoverheden | 27 | 23 | 121 | 121 | 121 | 121 | 121 |
waarvan onder andere: | |||||||
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 0 | 1 | 121 | 121 | 121 | 121 | 121 |
2. Ziektepreventie | 295.238 | 308.780 | 468.842 | 472.224 | 476.688 | 478.173 | 485.974 |
Subsidies | 192.112 | 201.043 | 209.838 | 215.375 | 220.150 | 223.225 | 227.525 |
Ziektepreventie | 4.133 | 6.050 | 6.214 | 6.469 | 6.283 | 5.132 | 5.132 |
Jeugdgezondheidszorg | 2.269 | 3.066 | 2.125 | 1.572 | 1.572 | 1.572 | 1.572 |
RIVM | 185.710 | 191.927 | 201.499 | 207.334 | 212.295 | 216.521 | 220.821 |
Opdrachten | 585 | 20 | 15.413 | 15.375 | 13.908 | 11.057 | 14.557 |
waarvan onder andere: | |||||||
(Vaccin)onderzoek | 578 | 20 | 15.307 | 15.269 | 13.803 | 10.953 | 14.453 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 966 | 966 | 966 | 966 | 966 | 966 |
Bijdragen aan agentschappen | 102.541 | 106.751 | 242.625 | 240.508 | 241.664 | 242.925 | 242.926 |
RIVM: Opdrachtverlening Centra | 102.541 | 106.751 | 242.625 | 240.508 | 241.664 | 242.925 | 242.926 |
3. Gezondheidsbevordering | 50.809 | 53.992 | 53.554 | 50.403 | 51.366 | 51.213 | 51.213 |
Subsidies | 33.064 | 34.720 | 33.154 | 30.005 | 31.269 | 31.391 | 31.391 |
waarvan onder andere: | |||||||
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 1.723 | 1.381 | 2.172 | 1.631 | 1.461 | 1.461 | 1.461 |
Verslavingszorg | 8.443 | 8.011 | 7.638 | 7.280 | 6.530 | 6.530 | 6.530 |
Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG | 8.919 | 10.385 | 10.896 | 10.335 | 11.818 | 11.818 | 11.818 |
Gezonde leefstijl jeugd | 0 | 0 | 700 | 700 | 700 | 700 | 700 |
Letselpreventie | 5.297 | 4.719 | 4.160 | 3.423 | 3.423 | 3.423 | 3.423 |
Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg | 3.218 | 4.041 | 4.182 | 3.782 | 2.932 | 2.782 | 2.782 |
Bevordering van seksuele gezondheid | 5.451 | 4.628 | 2.631 | 2.631 | 2.631 | 2.631 | 2.631 |
Opdrachten | 3.255 | 4.475 | 5.363 | 5.437 | 5.187 | 4.911 | 4.911 |
waarvan onder andere: | |||||||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 2.743 | 3.050 | 3.100 | 3.100 | 3.100 | 3.100 | 3.100 |
Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak | 0 | 460 | 1.060 | 1.060 | 1.060 | 1.060 | 1.060 |
Preventie schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 295 | 397 | 690 | 790 | 540 | 390 | 390 |
Letselpreventie | 0 | 256 | 275 | 250 | 250 | 75 | 75 |
Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG | 218 | 250 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 414 | 654 | 578 | 528 | 528 | 528 |
RIVM: Voedsel consumptiepeiling | 0 | 121 | 121 | 121 | 121 | 121 | 121 |
RIVM: Monitoring, opdrachten, kennisvragen e.d. | 0 | 293 | 183 | 107 | 57 | 57 | 57 |
Afgifte Schengenverklaringen via het CAK | 0 | 0 | 350 | 350 | 350 | 350 | 350 |
Bijdragen aan medeoverheden | 14.490 | 14.383 | 14.383 | 14.383 | 14.382 | 14.383 | 14.383 |
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 14.490 | 14.383 | 14.383 | 14.383 | 14.382 | 14.383 | 14.383 |
4. Ethiek | 18.389 | 19.468 | 19.662 | 19.495 | 19.337 | 19.337 | 19.337 |
Subsidies | 588 | 1.566 | 14.204 | 14.044 | 13.886 | 13.886 | 13.886 |
Abortusklinieken | 0 | 0 | 12.840 | 12.638 | 12.638 | 12.638 | 12.638 |
Beleid Medische Ethiek | 588 | 1.566 | 1.364 | 1.406 | 1.248 | 1.248 | 1.248 |
Opdrachten | 59 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Bijdragen aan agentschappen | 4.452 | 3.816 | 3.816 | 3.816 | 3.816 | 3.816 | 3.816 |
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek | 4.452 | 3.816 | 3.816 | 3.816 | 3.816 | 3.816 | 3.816 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 13.290 | 13.986 | 1.592 | 1.585 | 1.585 | 1.585 | 1.585 |
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken | 13.208 | 13.923 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) | 82 | 63 | 1.592 | 1.585 | 1.585 | 1.585 | 1.585 |
Ontvangsten | 16.565 | 11.003 | 11.003 | 10.903 | 10.903 | 10.903 | 10.903 |
waarvan onder andere: | |||||||
Bestuurlijke boetes | 5.260 | 4.252 | 4.252 | 4.252 | 4.252 | 4.252 | 4.252 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget 2015 ad € 261 miljoen is 96% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van de tot en met 2014 aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies en de Subsidieregeling publieke gezondheid en de financiering van de abortusklinieken. De niet-juridisch verplichte middelen zijn onder andere bestemd voor de uitvoering van de landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie.
Opdrachten
Van het budget 2015 ad € 22,6 miljoen is 87% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van verplichtingen die tot en met 2014 zijn aangegaan. De niet-juridisch verplichte middelen zijn onder andere bestemd voor de uitvoering van de landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie «Alles is Gezondheid...».
Bijdragen aan agentschappen
Het budget betreft de financiering van de opdrachtverlening voor 2015 aan het RIVM, de NVWA en het CIBG. Op basis van het offertetraject is het budget 2015 ad € 341,5 miljoen voor 87% juridisch verplicht. De niet-juridisch verplichte middelen zijn bestemd voor de aanschaf van antivirale middelen, het Rijksvaccinatieprogramma en de handhavingstaken van de NVWA.
Bijdragen aan medeoverheden
Betreft de heroïneverstrekking door gemeenten op medisch voorschrift via het Gemeentefonds, de bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de bijdrage aan Caribisch Nederland inzake de Wet publieke gezondheid. Het budget voor 2015 ad € 15,5 miljoen is voor 100% juridisch verplicht.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Betreft de financiering van de CCMO. Het budget voor 2015 ad € 1,6 miljoen is voor 100% juridisch verplicht.
5. Instrumenten
Gezondheidsbescherming
Subsidies
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie
In februari 2014 is het Nationaal Programma Preventie «Alles is Gezondheid ...» gelanceerd. Eind 2014 ontvangt de Tweede Kamer de eerste voortgangsrapportage. Verschillende partijen (waaronder gemeentes, ministeries, werkgevers, onderwijsinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties) dragen bij aan het programma. VWS stelt € 1,5 miljoen beschikbaar voor de uitvoeringskosten. Verder financiert VWS enkele specifieke activiteiten waaronder Healthy Pregnancy 4 All-2 (vernieuwing en afstemming binnen de verloskundige- en jeugdgezondheidszorg), stimuleringsprogramma lokale aanpak gezondheidsverschillen (GIDS-gelden), depressiepreventie, bijdrage aan kennisplatforms op het gebied van gezondheid en de fysieke omgeving.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De Minister van VWS is opdrachtgever voor het agentschap Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA heeft een centrale rol bij het bewaken van de veiligheid van voedsel- en consumentenproducten op grond van de wettelijke normen en ontvangt hiertoe financiering van de Minister van VWS. Met de VWS-begrotingen 2013 en 2014 is de korting op het VWS-opdrachtgeversbudget voor de NVWA ten gevolge van de taakstelling Rutte-Verhagen gecompenseerd. Daarnaast is in 2014 met het Plan van Aanpak besloten de NVWA adequaat toe te rusten op haar taak en hierin fors te investeren. Hiervoor is vanuit VWS voor 2014 € 8,1 miljoen gereserveerd. Vanaf 2015 is een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar.
Beleidsterrein | Bedrag |
---|---|
Voedselveiligheid | 42,1 |
Productveiligheid | 13,2 |
Tabak en alcohol | 7,2 |
Overig | 6,5 |
Plan van Aanpak verbeterplan | 10,0 |
Totaal | 79,0 |
In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren levensjaren door voedselinfecties zich ontwikkelt.
Micro-organismen | Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year) | ||
---|---|---|---|
2009 | 2011 | 2012 | |
Toxoplasma gondii | 2.000 | 2.000 | 1.950 |
Campylobacter spp. | 1.350 | 1.530 | 1.450 |
Salmonella spp. | 700 | 710 | 1.215 1 |
S. aureus toxine | 670 | 670 | 670 |
C. perfringens toxine | 490 | 490 | 490 |
Norovirus | 250 | 300 | 300 |
Rotavirus | 240 | 210 | 185 |
B. cereus toxine | 100 | 100 | 100 |
Listeria monocytogenes | 80 | 140 | 90 |
STEC O157 | 50 | 56 | 57 |
Giardia spp. | 21 | 17 | 14 |
Hepatitis-A virus | 16 | 9 | 9 |
Cryptosporidium spp. | 8 | 8 | 8 |
Hepatitis-E virus | 2 | 2 | 2 |
Totaal | 6.000 | 6.250 | 6.540 |
Bron: Nationaalkompas, RIVM
DALY=Disability Adjusted Life Year. Maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten). In deze maat komen de drie belangrijke aspecten van de volksgezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit van leven en het aantal personen dat een effect ondervindt.
De getallen in de tabel zijn afgerond. Het totaal kan afwijken van de som van de weergegeven getallen.
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
Het RIVM heeft de wettelijke taak periodiek te rapporteren over de toestand en de toekomstige ontwikkeling van de volksgezondheid. Het RIVM rapporteert hierover in de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV). Het samenvattend rapport uit 2014 vormt input voor de landelijke nota gezondheidsbeleid die in mei 2015 verschijnt. Daarin worden de inhoudelijke speerpunten voor de komende jaren geformuleerd. Het RIVM actualiseert de beschikbare gegevens via de website www.volksgezondheidenzorg.info. In 2015 wordt gestart met de voorbereiding van de VTV 2018. De data op landelijk, regionaal en lokaal niveau worden beter op elkaar afgestemd en de methodiek voor de toekomstvoorspellingen van de epidemiologische trends worden verbeterd.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
ZonMw voor uitvoering van het preventieprogramma
Het vijfde Preventieprogramma (PP5) levert kennis op die bijdraagt aan de doelstellingen van het Nationaal Programma Preventie (NPP). Het kader voor PP5 wordt naast het NPP gevormd door vier thema’s waarop VWS aan ZonMw om onderzoek heeft gevraagd:
-
– Kennis die bijdraagt aan algemene aspecten van preventiebeleid.
-
– Kennis die tot verdere verbetering van het instrumentarium leidt.
-
– Enkele specifieke onderzoeksterreinen passend bij de domeinen van het NPP.
-
– Monitoring van uitvoeringsprogramma’s (het voorstel voor een monitor specifiek voor het NPP wordt nader uitgewerkt).
De hiervoor beschikbare middelen (€ 2,4 miljoen in 2015) staan verantwoord op artikel 4 Zorgbreed beleid. In de paragraaf «Instrumenten» van artikel 4 is een overzichtstabel opgenomen.
Ziektepreventie
Subsidies
Ziektepreventie
De Minister verleent op het terrein van de ziektepreventie subsidies (€ 6,2 miljoen) voor een goede bescherming tegen infectieziekten en preventie van chronische ziekten door onder andere te zorgen voor:
-
– Een goede landelijke structuur om bekende en onbekende infectieziektedreigingen inclusief zoönosen en vectorgebonden aandoeningen snel te kunnen signaleren en bestrijden.
-
– Het internationaal uitwisselen van informatie en afstemmen van voorbereidings- en bestrijdingsmaatregelen.
-
– De stichting Q-support ontvangt subsidie om patiënten, die na de Q-koorts epidemie te maken hebben met langdurige klachten, te ondersteunen, te adviseren en te begeleiden.
-
– Het ondersteunen van de oprichting van het Kennisplatform Intensieve Veehouderij en Humane Gezondheid dat handvatten kan meegeven aan lokale bestuurders voor de afweging van gezondheid in de bestuurlijke beslissingen bij ontwikkelingen in de veehouderij.
-
– Financiering van het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden ten behoeve van kennisvermeerdering over eventuele risico’s van ziekteverwekkers afkomstig uit de veehouderij.
Jeugdgezondheidszorg
De Minister verleent op het terrein van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) subsidie (€ 2,1 miljoen) aan het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) voor activiteiten gericht op het ondersteunen van de JGZ-organisaties en de professionals bij het invoeren van vernieuwingen en verbeteringen in de praktijk.
RIVM
De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt uitgevoerd door het RIVM en bestaat uit:
-
– Het financieren, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de landelijke bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en – sinds 2014 – darmkanker (€ 117,1 miljoen). De deelname aan deze screeningsprogramma’s is vrij constant over de jaren. Alleen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker is de deelname in de eerste maanden hoger dan verwacht. Daardoor konden meer (voorstadia van) kankers worden opgespoord.
-
– Het financieren van het Nationaal Programma Grieppreventie. Doel van dit programma is om kwetsbare groepen (alle 60-plussers en mensen onder de 60 jaar met een risico-indicatie zoals longziekten, hart- of nieraandoeningen en diabetes mellitus) te beschermen tegen (de ernstige gevolgen van) griep (€ 39,7 miljoen). De deelname aan dit programma is de laatste jaren teruggelopen. In 2014 zal de Gezondheidsraad ons adviseren over het griepprogramma.
-
– Het financieren van soa-onderzoek en aanvullende seksuele gezondheidszorg en coördinatie (€ 32,7 miljoen). In 2014 heeft het kabinet op basis van een evaluatie besloten om de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg voort te zetten (TK 32 239, nr. 3). Naast enkele kleinere wijzigingen is er een plafond ingebouwd, waardoor het open einde karakter van de regeling is verdwenen.
Verder verstrekt het RIVM subsidies op basis van de kaderregeling VWS-subsidies subsidies op het terrein van de seksuele gezondheid (€ 12 miljoen). Inhoudelijk is dit opgenomen onder het artikelonderdeel Gezondheidsbevordering.
Kengetal: Deelname aan bevolkingsonderzoeken en screeningen in procenten
-
– RVP = percentage deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland . RIVM rapport 150202001 (pagina 9, tabel S2).
Voor het verslagjaar 2013 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2012) is dit percentage 95,5%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2010 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd.
-
– Griep = percentage deelname aan het Nationaal Programma Grieppreventie.
Monitor vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie 2012 , IQ Scientific Institute for Quality of Healthcare (pagina 2, samenvatting) in opdracht van het Centrum voor bevolkingsonderzoek (RIVM).
-
– BK = percentage deelname aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker
Landelijk Evaluatieteam bevolkingsonderzoek borstkanker (LETB). Erasmus MC Rotterdam (pagina 7).
-
– BMHK = percentage deelname aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
Landelijke Evaluatie Bevolkingsonderzoek naar Baarmoederhalskanker (LEBA) . Rapportage 2011.
-
– PSIE = percentage deelname aan de Prenatale screening infectieziekten en hielprik.
Monitor en evaluatie van de neonatale hielprikscreening bij kinderen geboren in 2012, TNO-rapport TNO/CH 2014 R 10324 (vanaf zomer 2014 openbaar).
Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen. De nadruk ligt op geïnformeerde keuze voor deelname en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.
Opdrachten
(Vaccin)onderzoek
Er is budget beschikbaar voor onder andere vaccinonderzoek (€ 5,8 miljoen), ontwikkeling van het RSV-vaccin (€ 4,3 miljoen) en onderzoek naar alternatieven voor dierproeven (€ 1,7 miljoen). Voor 2015 zullen deze taken worden ondergebracht bij de stichting Antonie van Leeuwenhoekterrein (Alt). Deze stichting is opgericht per 1 mei 2014 en is de rechtsopvolger van de Projectdirectie Alt (TK 33 567, nr. 2).
Bijdragen aan agentschappen
RIVM: Opdrachtverlening Centrum
De Minister van VWS is opdrachtgever en eigenaar van het agentschap Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM stelt zich tot doel om de gezondheid van de Nederlandse bevolking te beschermen en te bevorderen. Het RIVM geeft hieraan uitvoering door middel van het (doen) uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en advisering op het terrein van volksgezondheid en het voeren van de regie op diverse terreinen van de publieke gezondheid:
-
– Het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) bij het RIVM ontvangt financiële middelen voor het vervullen van zijn taken ten aanzien van de preventie en bestrijding van infectieziekten met specifiek ook aandacht voor antimicrobiële resistentie, het bevorderen van seksuele gezondheid door de ondersteuning van professionals bij een goede uitvoering en taken op het gebied van vaccinologie (€ 39 miljoen).
-
– Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB) bij het RIVM ontvangt financiële middelen voor het uitvoeren van zijn coördinerende taken gericht op de voorlichting over bevolkingsonderzoeken, het Nationaal Programma Grieppreventie en pre- en neonatale screeningen en de kwaliteit van de uitvoering en monitoring ervan. Mensen die tot de betreffende doelgroep behoren, kunnen vrijwillig aan de bevolkingsonderzoeken deelnemen (€ 13,1 miljoen). Ook verzorgt het CvB de uitvoering van de prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (€ 18,4 miljoen).
-
– Het Centrum Gezondheid en Milieu (CGM) van het RIVM ontvangt financiële middelen om de Minister en de regio’s bij te staan met gezondheidskundige advisering, advisering over het uitvoeren van gezondheidsonderzoek en risicoanalyses over mogelijke gezondheidseffecten en over psychosociale nazorg. Vragen over gezondheid en veiligheid in relatie tot milieu en het voorkomen van incidenten en rampen komen samen bij het CGM. Het CGM is erop gericht deze kennis waar nodig te ontwikkelen, te borgen en te ontsluiten voor professionals en bestuurders (€ 5,3 miljoen).
-
– Dienst Vaccinatievoorzieningen en Preventieprogramma’s (DVP) bij het RIVM zorgt ervoor dat er voldoende goede en betaalbare vaccins en antisera beschikbaar zijn voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) en calamiteiten (€ 2,1 miljoen).
-
– Voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma en het programma rond de hielprik bij pasgeborenen is € 137,9 miljoen beschikbaar.
-
– Voor de aanschaf van antivirale middelen is € 3,3 miljoen beschikbaar.
Gezondheidsbevordering
Subsidies
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)
Het Trimbos-instituut ontvangt subsidie voor het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op preventie van (schadelijk) alcohol-, tabaks- en drugsgebruik. Het gaat hierbij onder andere om voorlichting op scholen of via nieuwe media. Ook zet het Trimbos-instituut zich in om wetenschappelijk onderbouwde, onafhankelijke informatie te geven aan professionals en burgers. Voor 2015 gaat het om een instellingssubsidie van circa € 5,1 miljoen en projectsubsidies van € 1,7 miljoen.
Verslavingszorg
Op dit onderdeel is de instellingssubsidie voor het Trimbos-instituut opgenomen voor het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op preventie van (schadelijk) alcohol-, tabaks- en drugsgebruik en voor andere VWS-beleidsterreinen, zoals de geestelijke gezondheidszorg. Zie ook de vorige alinea. Ook ontvangen de stichtingen Mainline en Informatievoorziening Zorg subsidie voor het uitvoeren van activiteiten in het kader van verslavingszorg. Bij subsidies op het terrein van verslavingszorg gaat het voor 2015 in totaal om circa € 2,6 miljoen.
Gezonde voeding en gezond gewicht/JOGG
Mensen moeten zo min mogelijk drempels ondervinden wanneer zij er voor kiezen om gezond te leven. Daartoe wordt onder andere subsidie verleend aan de Stichting Voedingscentrum Nederland. Het Voedingscentrum biedt de consument informatie over gezonde en meer duurzame voeding. Daarnaast ondersteunt het met zijn kennis organisaties en professionals die zich inzetten om de gezonde voedingskeuze gemakkelijker te maken.
Het Convenant Gezond Gewicht (TK 31899, nr. 15) is een samenwerkingsverband van in totaal 26 partijen: overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties die zich gezamenlijk inzetten voor het realiseren van een daling van overgewicht en obesitas. De totale geraamde subsidies voor gezonde voedingskeuze en gezond gewicht bedragen € 10,9 miljoen in 2015. Voor een deel gaat het hierbij om middelen uit het Begrotingsakkoord 2013 (in totaal € 26 miljoen) voor een extra inzet op de bestrijding van overgewicht bij kinderen. Hierbij komen verschillende gezondheidsthema’s voor de jeugd aan bod. De middelen worden via bestaande lijnen en structuren ingezet, zoals een intensivering van het programma Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG), de Gezonde Schoolkantine, de Gezonde Sportkantine en de Sportimpuls Kinderen op Sportief Gewicht. In lijn met aansluiting bij de behoefte van scholen wordt de gezamenlijke inzet op sport, bewegen en gezonde leefstijl verder gebundeld in het programma De Gezonde School en de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl. Alle informatie is hierbij gebundeld op www.gezondeschool.nl. Tevens wordt ingezet op een zelfde structurele aanpak voor de voorschoolse kinderopvang.
Gezonde leefstijl jeugd
Naast de inzet op de gezondheidsbevordering wordt extra aandacht besteed aan een gezonde leefstijl bij de jeugd (€ 0,7 miljoen). Het gaat hierbij om het aanleren en stimuleren van een gezonde leefstijl, inzet op weerbaarheid om dagelijkse verleidingen te weerstaan, vroege signalering van risico’s en het stellen van grenzen. Dit vindt onder andere plaats in het kader van de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl (Onderwijsagenda SBGL) en het programma Gezonde School. Doel van de Onderwijsagenda is om met de inzet op gezondheidsbevordering aan te sluiten bij de behoefte van het onderwijs en hierin samen te werken met gezondheidsbevorderende partijen. VWS en OCW trekken hier samen in op; de uitvoering ligt in handen van de onderwijsraden.
Letselpreventie
Voor letselpreventie is € 4,2 miljoen beschikbaar. De Stichting VeiligheidNL ontvangt € 4 miljoen subsidie van VWS voor het uitvoeren van haar activiteiten die zijn gericht op letselpreventie door middel van interventies en programma’s voor bijvoorbeeld jongeren en ouderen en de monitoring daarvan.
Bevordering van kwaliteit en toegankelijkheid van zorg
De Stichting Pharos ontvangt als kennis- en adviescentrum subsidie voor het stimuleren van de toepassing van kennis in de praktijk voor de verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden (€ 3,2 miljoen). Verder worden gemeenten geactiveerd om lokale gezondheidsachterstanden structureel aan te pakken. Het lokale proces wordt ondersteund door het landelijk stimuleringsprogramma waarin kennis van werkzame interventies, goede voorbeelden en ervaringen worden samengebracht, onder regie van Pharos en Platform31. Hiermee is jaarlijks € 1 miljoen gemoeid.
Bevordering van de seksuele gezondheid
Om de seksuele gezondheid te bevorderen verleent VWS rechtstreeks (onder andere Stichting Ambulante FIOM), dan wel via het RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding (onder andere Rutgers WPF, Soa-Aids Nederland en de HIV-vereniging Nederland) subsidie aan diverse gezondheidsbevorderende instellingen. De middelen aan het RIVM staan verantwoord onder het artikelonderdeel Ziektepreventie. Naar aanleiding van het amendement Voortman (TK 33 750, nr. 34) is het budget voor de preventie en begeleiding van tienermoeders structureel verhoogd.
Opdrachten
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift
De geraamde kosten voor de medicatie voor de medische heroïnebehandeling zijn € 3,1 miljoen; zie verder onder Bijdragen aan medeoverheden.
Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak
Per 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor alcohol en tabak verhoogd naar 18 jaar. De NIX18 campagne heeft tot doel het versterken van de sociale norm dat het normaal is dat je voor je 18e niet rookt of drinkt. Het toezicht op de naleving is vanaf 2014 versterkt met 17 fte inzet, gericht op het signaleren welke cafés en tabaksverkopers in overtreding zijn bij de naleving van het rookverbod en de leeftijdsgrens voor tabak.
Bijdragen aan agentschappen
RIVM
Het Centrum Gezond Leven (CGL) bij het RIVM ontvangt financiële middelen met als doel samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbevordering te faciliteren. Het CGL bevordert het gebruik van erkende leefstijlinterventies, onder meer door beschikbare interventies overzichtelijk te presenteren en te beoordelen op kwaliteit en samenhang en het versterken van gezondheidsbeleid via diverse handreikingen (€ 2,4 miljoen). Daarnaast voert het CGL enkele programma’s uit, zoals «Structurele versterking Gezondeschool.nl» en «Preventie in de buurt» (samen € 2,7 miljoen). De middelen worden geraamd onder het artikelonderdeel Ziektepreventie.
Bijdragen aan medeoverheden
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift
VWS verstrekt een financiële bijdrage (circa € 14,4 miljoen) aan gemeenten voor het binnen een gesloten systeem aanbieden van een behandeling, waarbij naast methadon medicinale heroïne wordt verstrekt aan een beperkte groep langdurig opiaatverslaafden. Deze behandeling leidt tot verbetering van de gezondheid en van de maatschappelijke re-integratie en helpt overlast en criminaliteit door ernstig opiaatverslaafden voorkomen. Omdat het een beperkte groep betreft, is deze behandeling niet in het reguliere zorgstelsel opgenomen. Binnen dit systeem zijn alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen genomen om ongeoorloofd gebruik van medicatie te voorkomen.
2001 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Het percentage niet-rokers ≥ 15 jaar | – | 72% | 73% | 72% | 73% | 76% | 76% | 76% |
2. Overgewicht bij volwassenen ≥ 20 jaar | – | 45,7% | 47,1% | 47,4% | 48,2% | 48,2% | 47,9% | 48,2% |
3. Overgewicht bij kinderen leeftijd 4–20 jaar | – | 11,4% | 13,4% | 13,1% | 13,6% | 12,8% | 13,2% | 11,8% |
4. Het percentage mensen in algemene bevolking (12 jaar en ouder) dat niet zwaar drinkt. | – | 89,3% | 90,0% | 89,6% | 89,6% | 90,6% | 87,1% | – |
5. Het percentage 12–15 jarigen dat nog nooit alcoholhoudende drank heeft gedronken | – | 25,6% | – | 36,5% | 35,0% | 38,4% | – | – |
6. Aantal problematische drugsverslaafden per 1.000 inwoners | 3,1 | – | 1,6 | – | – | – | 1,3 | 1,3 |
7. Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in ziekenhuizen door privéongevallen en sportblessures | 700.000 | 650.000 | 650.000 | 640.000 | 600.000 | 600.000 | – | – |
8. Vindpercentage seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) bij de soa-poli’s van de GGD | – | 12,7% | 13,2% | 13,2% | 13,7% | 14,3% | 15,1% | – |
Bron:
1. TNS NIPO in opdracht van het Trimbos-instituut. Continue Onderzoek Rookgewoonten (COR)
Voor 2012 e.v. het CBS cijfer bij http://statline.cbs.nl
2. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), Lengte en gewicht van personen, ondergewicht en overgewicht; vanaf 1981.
3. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), Lengte en gewicht van personen, ondergewicht en overgewicht; vanaf 1981.
4. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), Leefstijl, preventief onderzoek: persoonskenmerken
5. Health Behaviour in School-aged Children, Trimbos Instituut, zie www.trimbos.nl.
6. Cruts, G., Van Laar, M., Buster, M. (2013). Aantal en kenmerken van problematische opiatengebruikers in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut/GGD Amsterdam.
7. Letselinformatiesysteem 2001–2010 VeiligheidNL en CBS, zie www.veiligheid.nl en www.cbs.nl. De trend voor letsel als gevolg van privéongevallen en sportblessures in de afgelopen jaren is positief, waarbij in 2011 geen verandering is te zien ten opzichte van 2010.
8. Nationaal Kompas Volksgezondheid: Betreft het percentage bezoekers van soa-poli’s, waarbij één (of meer) soa is gevonden.
Ethiek
Subsidies
Abortusklinieken
Met de inwerkingtreding van Wet langdurige zorg zal subsidiëring van de abortusklinieken (€ 12,8 miljoen) plaatsvinden via de Kaderregeling VWS-subsidies. De abortusklinieken dienen over een Waz-vergunning (Wet afbreking zwangerschap) te beschikken. Tot en met 2014 verstrekte VWS een financiële bijdrage aan het ZiNL voor het, op grond van de regeling «subsidies AWBZ», verstrekken van subsidies aan abortusklinieken.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek
Vanuit haar verantwoordelijkheid voor wet- en regelgeving ten aanzien van ethisch handelen in de zorg financiert VWS een groot deel van de uitvoering van de uit de vigerende wetgeving voortvloeiende wettelijke taken. Het CIBG verzorgde tot 1 juli 2014 de uitvoering van het secretariaat van de regionale toetsingscommissies euthanasie, de stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen en beheerde de daarbij behorende registers.
Vanwege herdefiniëring van de kerntaken van het CIBG als registerautoriteit, wordt vanaf 1 juli 2014 de uitvoering van de secretariaten van de regionale toetsingscommissies euthanasie en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen uitgevoerd binnen een uitvoeringseenheid van het Ministerie van VWS. De daarmee samenhangende middelen (€ 3,5 miljoen) zullen worden overgeheveld naar artikel 10 Apparaatsuitgaven. Het beheer van de donorregistratie in het kader van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting en de uitvoering van het secretariaat van de stichting (€ 0,3 miljoen) zal het CIBG continueren.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO)
De CCMO is verantwoordelijk voor het waarborgen van de bescherming van proefpersonen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek door middel van toetsing aan de hiervoor geldende wettelijke bepalingen en protocollen. CCMO ontvangt hiervoor een jaarlijkse bijdrage van € 1,6 miljoen. Deze middelen staan verantwoord onder artikel 10 Apparaatsuitgaven.
Onderzoeksprogramma «Translationeel Adult Stamcelonderzoek» via ZonMw
Het onderzoeksprogramma «Translationeel Adult Stamcelonderzoek» richt zich op onderzoek naar mogelijke nieuwe toepassingsmogelijkheden van adulte (niet-embryonale) stamcellen. De middelen voor 2015 (circa € 3,1 miljoen) staan verantwoord op artikel 4 Zorgbreed beleid.
Ontvangsten
Bestuurlijke boetes
In het kader van haar handhavingsbeleid schrijft de NVWA bestuurlijke boetes uit. Het houdt in dat de overtreder de onvoorwaardelijke verplichting heeft tot het betalen van een geldsom aan de overheid wegens overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens een van de aan het toezicht door de NVWA onderworpen wetten. De ontvangsten die hieruit voortvloeien worden geraamd op € 4,3 miljoen in 2015.