1. Algemene beleidsdoelstelling
Een kwalitatief goed en toegankelijk stelsel voor curatieve zorg tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van VWS is verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg. De Zorgverzekeringswet vormt samen met de zorgbrede wetten, zoals de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) de wettelijke basis van dit stelsel.
Vanuit deze verantwoordelijkheid vervult de Minister de volgende rollen:
Stimuleren:
-
– Het bevorderen van de kwaliteit, (patiënt)veiligheid en innovatie in de curatieve zorg.
-
– Het ondersteunen van initiatieven om de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de curatieve zorg te garanderen en/of te verbeteren. Belangrijk daarin zijn de initiatieven om verspilling in de zorg tegen te gaan.
-
– Het ondersteunen van initiatieven om fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen.
-
– Het bevorderen van de werking van het stelsel door het systeem van risicoverevening.
-
– Het bevorderen dat verzekerden beschikken over de juiste en begrijpelijke informatie om een keuze te kunnen maken voor een zorgverzekering.
Financieren:
-
– Het bevorderen van kwalitatief goede zorg door medefinanciering van hoogwaardig oncologisch onderzoek.
-
– Het financieren van onderzoek dat gericht is op een snellere ontwikkeling van waarde toevoegende medische producten en behandelwijzen tegen aanvaardbare prijzen.
-
– Het financieren van onderzoek dat bijdraagt aan kwalitatief goed gepast gebruik van genees- en hulpmiddelen.
-
– Het financieren van initiatieven voor het ontwikkelen van alternatieve verdienmodellen voor geneesmiddelenontwikkeling.
-
– Verbetering van de kwaliteit van de zorg door financiering van de familie- en vertrouwenspersonen in GGZ-instellingen.
-
– Het (mede)financieren van het digitale communicatiesysteem voor de zwaailichtsector.
-
– Het financieren van initiatieven die bijdragen aan een zorgvuldige orgaandonorwerving in de ziekenhuizen, het onderhouden van het donorregister en het geven van publieksvoorlichting over orgaandonatie.
-
– Het financieren van bijwerkingenregistraties en onderzoek ten behoeve van het monitoren van de productveiligheid.
-
– Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het (deels) compenseren van de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan onverzekerde (verwarde) personen, illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.
-
– Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het financieren van de zorguitgaven voor kinderen tot 18 jaar.
-
– Het financieren van kostencomponenten die een gelijk speelveld verstoren.
Regisseren:
-
– Het onderhouden van wet- en regelgeving op het gebied van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, lichaamsmaterialen en bloedvoorziening.
-
– Het (door)ontwikkelen van productstructuren op basis waarvan onderhandelingen over bekostiging plaatsvinden.
-
– Het bepalen van de normen/criteria, waaraan de registers (bijvoorbeeld het BIG-register) die worden bijgehouden om de werking van het stelsel te bevorderen, moeten voldoen.
-
– De werking van het zorgverzekeringsstelsel wordt bevorderd door het actief opsporen van onverzekerden en wanbetalers.
3. Beleidsconclusies
Personen met verward gedrag
In 2017 heeft het Schakelteam gemeenten en regio’s gefaciliteerd bij het realiseren van een goed werkende aanpak voor de ondersteuning van mensen met verward gedrag. In zijn tussenrapportage (TK 25 424, nr. 375) geeft het Schakelteam aan dat overal in het land actief wordt gewerkt aan deze aanpak, maar dat de aanpak nog nergens sluitend is. Een belangrijke stimulans voor de activiteiten in het land is het door VWS gefinancierde ZonMw-actieprogramma «lokale initiatieven voor mensen met verward gedrag». In 2017 zijn meer dan 100 praktijkprojecten van start gegaan. Het Schakelteam heeft een landelijk dekkend netwerk van 23 regionale projectteams helpen realiseren. Daarnaast heeft het Schakelteam een brigadier vervoer ingesteld die de regio’s ondersteunt bij het maken van regionale afspraken over passend vervoer. Ten slotte is per 1 maart de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden in werking getreden die financiële belemmeringen wegneemt voor zorgaanbieders die medisch noodzakelijk zorg aan onverzekerde personen.
Ontsluiten patiëntgegevens in de medisch specialistische zorg
Met het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP) kunnen ziekenhuizen en andere instellingen voor medisch-specialistische zorg (zoals revalidatiecentra en zelfstandige behandelklinieken) een subsidie krijgen als zij patiënten de beschikking geven over hun medische gegevens, die gestandaardiseerd worden aangeleverd. Zo wordt het voor deze patiënt een stuk gemakkelijker om informatie van het ziekenhuis te raadplegen. Denk aan lab- of andere onderzoeksuitslagen, specialistenbrieven en medicatiegegevens. Zo kan de patiënt zich goed voorbereiden op een gesprek met de dokter en zal hij beter geïnformeerd zijn over de eigen gezondheid. En de dokter kan een patiënt verwachten die beter in staat is om mee te denken en mee te beslissen in behandeltrajecten. Ook kan deze informatie met andere zorgverleners of mantelzorgers worden gedeeld. Van de 68 algemene ziekenhuizen hebben 67 ziekenhuizen de subsidie aangevraagd en toegekend gekregen. Er hebben 159 overige instellingen voor medisch-specialistische zorg subsidie aangevraagd, daarvan hebben 137 instellingen de subsidie toegekend gekregen. In 2018 is het eerste moment waarop gekeken wordt of instellingen in de medisch-specialistische zorg erin zijn geslaagd de standaarden, protocollen en procedures te implementeren om hun systemen met elkaar te kunnen laten communiceren en de bovengenoemde informatie-uitwisseling tot stand te brengen.
Wachttijden
Hoewel de toegankelijkheid van zorg in Nederland ten opzichte van andere landen relatief hoog is, zoals blijkt uit het rapport van IQ Healthcare,3 blijft het terugdringen wachttijden een belangrijk punt van aandacht. Nadat uit de marktscan 2016 bleek dat de Treeknorm4 overschreden werd bij bepaalde specialismen5 is in 2017 de Kamer geïnformeerd over het verdiepend onderzoek en plan van aanpak ten aanzien van de wachttijden in de medisch-specialistische zorg (TK 29 248, nr. 306). Het verdiepend onderzoek laat een veelvoud aan factoren zien die invloed hebben op de wachttijden in de medisch specialistische zorg. Oorzaken zijn divers, regionaal en vaak afhankelijk van het specialisme (vergrijzing, regionale arbeidsmarkt problematiek en seizoenstrends). Het onderzoek laat zien dat niet elke overschrijding van de Treeknorm direct een probleem voor de patiënt oplevert. In bepaalde gevallen komt het voor dat de overschrijding van de Treeknorm expliciet op aangeven van de patiënt plaatsvindt, bijvoorbeeld als de patiënt er voor kiest de zorg uit te stellen tot een voor hem passend moment. Verder worden patiënten in de praktijk niet altijd actief gewezen op alternatieven in de regio of de mogelijkheid tot zorgbemiddeling, terwijl vaak wel een passend en tijdig alternatief beschikbaar is. In de wachttijdcijfers zijn zelfstandige klinieken niet (volledig) meegenomen, die doorgaans een kortere wachttijd hebben. De NZa zet daarom in op de volgende acties:
-
– De informatiepositie van de patiënt verbeteren, zodat zij een goede afweging kunnen maken tussen snelle zorg of een iets langere wachttijd voor een behandeling door een arts van hun keuze.
-
– De registratie van wachttijden verbeteren zodat patiënten beschikken over volledige en accurate gegevens bij het vinden van tijdige zorg. Hierbij heeft wordt ook het zorgaanbod van zelfstandige klinieken in kaart gebracht zodat hun capaciteit beter benut kan worden.
-
– Afspraken tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar over het terugdringen van en omgaan met wachttijden bevorderen, zodat partijen niet naar elkaar wijzen voor een oplossing maar gezamenlijk een oplossing zoeken. Hierbij wordt ook invulling gegeven aan gewijzigde patiëntenstromen bijvoorbeeld bij veranderend aanbod in de regio en seizoensinvloeden op de patiëntenstroom.
Uitvoeren visie Geneesmiddelen
Het Zorginstituut Nederland heeft opdracht gekregen de binnen het ministerie opgezette horizonscan verder te ontwikkelen. De horizonscan+ is een integraal, openbaar en zo objectief mogelijk overzicht van welke innovatieve geneesmiddelen op de markt verwacht worden en relevante ontwikkelingen daaromtrent. Het doel daarbij is dat partijen in het veld hun inkoop beter organiseren, duidelijke en tijdige afspraken maken over de inzet van deze geneesmiddelen en tijdig de organisatie en financiering van de benodigde zorg oppakken. In september 2017 heeft het Zorginstituut haar eerste horizonscan gepubliceerd (www.horizonscangeneesmiddelen.nl). Verder zal het Zorginstituut in de volgende scan voor meer geneesmiddelen een inschatting geven van de (verwachte) prijsstelling. Deze database gaat in januari 2018 live. Het Zorginstituut zal de horizonscan in 2018 evalueren.
Veiligheid, kwaliteit en doelmatigheid van hulpmiddelen
In het kader van meer kwaliteit in de zorg wordt ook een impuls gegeven aan het hulpmiddelenbeleid. In 2017 zijn door betrokken partijen met steun van VWS kwaliteitsstandaarden ontwikkeld voor continentie-, stoma- en diabeteshulpmiddelenzorg. Implementatie van deze kwaliteitsstandaarden zal in 2018 plaatsvinden. Met een in 2017 gestarte meerjarige intensivering via een ZonMw-programma Goed Gebruik Hulpmiddelen wordt doelmatigheid en kwaliteit in de hulpmiddelenzorg en het onderzoek rondom hulpmiddelen verder verbeterd.
4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | |||
Verplichtingen | 2.644.586 | 2.753.584 | 8.697.819 | 3.640.438 | 3.533.901 | 675.197 | 2.858.704 | ||
Uitgaven | 2.789.790 | 2.722.717 | 4.614.648 | 4.236.316 | 3.735.344 | 3.816.813 | – 81.469 | ||
1. Kwaliteit en veiligheid | 116.315 | 114.608 | 118.505 | 128.572 | 149.906 | 163.134 | – 13.228 | ||
Subsidies | 110.631 | 105.024 | 111.162 | 120.556 | 138.424 | 154.054 | – 15.630 | ||
IKNL en NKI | 45.084 | 52.493 | 51.542 | 52.590 | 53.192 | 51.730 | 1.462 | ||
Zwangerschap en geboorte | 2.402 | 1.852 | 3.574 | 4.796 | 5.504 | 3.819 | 1.685 | ||
Registratie en uitwisseling zorggegevens (PALGA) | 3.443 | 3.572 | 3.264 | 3.339 | 3.401 | 3.647 | – 246 | ||
Nictiz | 4.450 | 5.105 | 5.113 | 5.349 | 0 | 5.412 | – 5.412 | ||
Ontsluiten patiëntgegevens ziekenhuizen | 25.289 | 35.000 | – 9.711 | ||||||
Orgaandonatie en transplantatie | 10.864 | 12.174 | 11.446 | 10.370 | 11.047 | 11.214 | – 167 | ||
Onderzoek Onco XL | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.000 | – 2.000 | ||
FES/LSH projecten | 1.085 | 1.085 | 0 | ||||||
UMC Groningen: Lifelines project | 6.100 | 4.600 | 2.802 | 3.498 | 0 | 0 | 0 | ||
Expertisefunctie zintuigelijk gehandicapten | 0 | 0 | 0 | 21.967 | 22.112 | 21.633 | 479 | ||
Antibioticaresistentie | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.257 | 7.500 | – 4.243 | ||
Inloophuizen kankerpatiënten | 0 | 0 | 0 | 0 | 40 | 450 | – 410 | ||
Uitvoering Agenda gepast gebruik en transparantie ggz | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.777 | 2.500 | – 723 | ||
Prinses Maxima Centrum (PMC) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 38.288 | 25.228 | 33.421 | 18.647 | 11.720 | 8.064 | 3.656 | ||
Opdrachten | 1.876 | 6.743 | 3.855 | 4.611 | 3.434 | 5.631 | – 2.197 | ||
Publiekscampagne orgaandonatie | 0 | 0 | 1.461 | 1.157 | 1.585 | 1.720 | – 135 | ||
Overig | 1.876 | 6.743 | 2.394 | 3.454 | 1.849 | 3.911 | – 2.062 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 3.808 | 2.841 | 3.488 | 3.355 | 7.705 | 3.449 | 4.256 | ||
CIBG: Donorregister | 3.571 | 2.744 | 2.746 | 3.035 | 2.759 | 2.380 | 379 | ||
Overig | 237 | 97 | 742 | 320 | 4.946 | 1.069 | 3.877 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 50 | 343 | 0 | 343 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 50 | 343 | 0 | 343 | ||
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Beschikbaarheid Medische produkten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 2.609.284 | 2.549.096 | 4.324.964 | 3.924.276 | 3.457.367 | 3.468.912 | – 11.545 | ||
Subsidies | 12.293 | 12.029 | 14.224 | 22.459 | 22.493 | 31.217 | – 8.724 | ||
Sluitende aanpak verwarde personen | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.206 | 14.000 | – 11.794 | ||
Eerstelijns gezondheidscentra in VINEX-gebieden | 1.312 | 1.331 | 1.314 | 1.532 | 2.063 | 2.000 | 63 | ||
Anonieme e-mental health | 785 | 1.090 | 925 | 1.000 | 12 | 0 | 12 | ||
Vertrouwenspersoon in de ggz | 6.098 | 6.199 | 6.204 | 6.476 | 6.528 | 6.204 | 324 | ||
Suïcidepreventie | 1.110 | 1.561 | 1.854 | 3.154 | 4.186 | 4.062 | 124 | ||
Ondersteuning tolken huisartsen consulten nieuwe statushouders | 0 | 0 | 0 | 0 | 48 | 48 | |||
Kwaliteitsimpuls apothekers | 0 | 0 | 0 | 2.858 | 236 | 2.823 | – 2.587 | ||
Overig | 2.988 | 1.848 | 3.927 | 7.439 | 7.214 | 2.128 | 5.086 | ||
Bekostiging | 2.594.090 | 2.532.710 | 4.306.800 | 3.896.700 | 3.429.614 | 3.424.884 | 4.730 | ||
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18- | 2.565.500 | 2.498.500 | 2.470.800 | 2.508.700 | 2.490.500 | 2.490.500 | 0 | ||
Rijksbijdrage dempen premie ten gevolge van HLZ | 0 | 0 | 1.804.000 | 1.353.000 | 902.000 | 902.000 | 0 | ||
Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen | 0 | 33.045 | 32.000 | 35.000 | 37.114 | 32.384 | 4.730 | ||
Overig | 28.590 | 1.165 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 1.858 | 3.142 | 2.670 | 3.315 | 3.544 | 10.852 | – 7.308 | ||
Uitvoeren visie geneesmiddelen | 72 | 2.000 | – 1.928 | ||||||
Kwailteit, veiligheid, doelmatigheid hulpmiddelen | 194 | 1.000 | – 806 | ||||||
Overig | 1.858 | 3.142 | 2.670 | 3.315 | 3.278 | 7.852 | – 4.574 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 1.043 | 1.215 | 1.270 | 1.802 | 1.716 | 1.328 | 388 | ||
CIBG: WPG/GVS/APG | 1.043 | 1.215 | 1.270 | 1.802 | 1.716 | 1.328 | 388 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 631 | – 631 | ||
ZiNL: Uitvoering Compensatie kosten van zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 631 | – 631 | ||
Gepast gebruik medische producten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
3. Ondersteuning van het stelsel | 64.191 | 59.013 | 171.179 | 183.467 | 128.070 | 184.767 | – 56.697 | ||
Subsidies | 3.226 | 353 | 37.183 | 2.339 | 1.837 | 1.362 | 475 | ||
Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen | 232 | 331 | 1.085 | 927 | 1.171 | 1.221 | – 50 | ||
Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg | 0 | 0 | 35.920 | 1.120 | 80 | 0 | 80 | ||
Overig | 2.994 | 22 | 178 | 292 | 586 | 141 | 445 | ||
Bekostiging | 3.144 | 4.191 | 0 | 47.750 | 3.430 | 0 | 3.430 | ||
Afwikkeling algemene kas ZFW | 3.144 | 4.191 | 0 | 47.750 | 3.430 | 0 | 3.430 | ||
Inkomensoverdrachten | 35.757 | 32.241 | 113.098 | 110.137 | 104.120 | 105.926 | – 1.806 | ||
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel | 35.713 | 32.241 | 25.297 | 25.041 | 23.056 | 24.836 | – 1.780 | ||
Schadevergoeding Erasmus MC | 0 | 0 | 85.000 | 85.000 | 80.968 | 81.000 | – 32 | ||
Overig | 44 | 0 | 2.801 | 96 | 96 | 90 | 6 | ||
Opdrachten | 2.566 | 4.014 | 4.746 | 7.358 | 3.162 | 4.593 | – 1.431 | ||
Risicoverevening | 1.179 | 1.139 | 1.857 | 1.826 | 1.699 | 1.906 | – 207 | ||
Uitvoering zorgverzekeringstelsel | 335 | 313 | 361 | 548 | 263 | 502 | – 239 | ||
Patiëntenvervoer Waddeneilanden | 0 | 0 | 0 | 4.056 | 440 | 0 | 440 | ||
Overig | 1.052 | 2.562 | 2.528 | 928 | 760 | 2.185 | – 1.425 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 19.498 | 18.214 | 16.152 | 15.883 | 15.521 | 15.586 | – 65 | ||
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers | 19.498 | 18.214 | 16.152 | 15.883 | 15.521 | 15.586 | – 65 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 53.147 | – 53.147 | ||
Zorginstituut Nederland: Onverzekerden en wanbetalers | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 42.642 | – 42.642 | ||
Zorginstituut Nederland: Doorlichten pakket | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.355 | – 10.355 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 150 | – 150 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.153 | – 4.153 | ||
JenV: Bijdrage C2000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.153 | – 4.153 | ||
Ontvangsten | 78.105 | 81.998 | 98.455 | 152.126 | 8.905 | 60.955 | – 52.050 | ||
Wanbetalers en onverzekerden | 66.343 | 69.681 | 85.785 | 82.640 | 0 | 59.902 | – 59.902 | ||
IJsselmeerziekenhuizen | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | ||
Overig | 11.762 | 12.317 | 12.670 | 69.486 | 7.905 | 1.053 | 6.852 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
5. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen
Zoals reeds gemeld bij de tweede suppletoire wet is, voor het in 2017 aangaan van verplichtingen voor de rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden 18- voor 2018, het verplichtingenbudget overgeheveld van 2018 naar 2017 (€ 2,6 miljard).
1 Kwaliteit en veiligheid
Subsidies
Nictiz
Zoals reeds in de tweede suppletoire wet is gemeld zijn de middelen voor Nictiz (€ 5,5 miljoen) vanwege herschikking overgeheveld naar artikel 4 Zorgbreed beleid.
Ontsluiten patiëntgegevens ziekenhuizen
Zoals reeds gemeld bij tweede suppletoire wet zijn de voorbereidingen om het ontsluiten van patiëntgegevens door ziekenhuizen en overige instellingen voor medisch-specialistische zorg te stimuleren vertraagd. Hierdoor vallen de uitgaven in 2017 lager uit (€ 9,7 miljoen).
Kengetal: aantal orgaandonoren en aantal getransplanteerde organen
Onderzoek Onco XL
De uitgaven voor Oncode in 2017 worden verantwoord op artikel 4 onder ZonMw. In 2017 is een bedrag van € 1,5 miljoen ter beschikking gesteld.
Antibioticaresistentie
In 2017 is er in 10 regio’s een pilot gestart ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de ABR-zorgnetwerken. Dit zijn samenwerkingsverbanden waarin zorginstellingen en zorgprofessionals samenwerken bij de bestrijding van verspreiding van infectieziekten en antibioticaresistentie. Er is per netwerk een basissubsidie beschikbaar gesteld. Ook zijn er aanvullende subsidies mogelijk voor aanvullende activiteiten. In 2017 zijn er minder aanvragen voor aanvullende activiteiten ontvangen dan verwacht. Ook de geplande nulmeting (punt prevalentie onderzoek) in 1.200 verpleeghuizen is verplaatst naar 2018. Hierdoor zijn de uitgaven voor antibioticaresitentie € 4,2 miljoen lager uitgevallen dan verwacht.
Overig
Deze post betreft een verzameling van een groot aantal mutaties met als belangrijkste € 2,4 miljoen voor de invoering van integrale bekostiging in de geboortezorg, € 0,9 miljoen voor Zorgcert ter ondersteuning van zorginstellingen op het gebied van cybersecurity.
Bijdragen aan agentschappen
Overig
De hogere uitgaven zijn met name te verklaren door de bijdrage (€ 2,7 miljoen) aan het agentschap CBG in verband met het grotere werkaanbod in verband met de Brexit en de komst van de EMA naar Nederland.
2 Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
Subsidies
Sluitende aanpak verwarde personen
Zoals reeds gemeld bij tweede suppletoire wet vallen de uitgaven voor een sluitende aanpak voor verwarde personen lager uit dan verwacht. Het betreft hier de uitgaven voor de regeling die is getroffen om financiële belemmeringen om medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde, verwarde personen te verlenen, weg te nemen. Deze regeling is later in werking getreden en ook het aantal aanvragen blijft nog ver achter bij de eerdere ramingen. Hierdoor vallen de uitgaven in 2017 lager uit (€ 11,8 miljoen).
Kwaliteitsimpuls apothekers
De uitgaven voor de subsidie aan de KNMP voor competentieversterkende activiteiten vallen lager uit (€ 2,6 miljoen) omdat de activiteiten later zijn gestart dan gepland.
Overig
Zoals reeds gemeld bij de eerste suppletoire wet is als gevolg van een herschikking binnen dit artikelonderdeel € 2,7 miljoen overgeheveld van Opdrachten naar Subsidies. Daarnaast is € 1,6 miljoen overgeheveld van artikelonderdeel 1 Kwaliteit en veiligheid naar dit artikelonderdeel. Tot slot is er een aantal kleinere mutaties verwerkt (€ 1,5 miljoen).
Bekostiging
Zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen
Zoals reeds gemeld bij eerste suppletoire wet is voor de dekking van de regeling voor vergoeding van zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen een bedrag van € 4,8 miljoen overgeheveld van het Budgettair Kader Zorg. De structurele toename van de kosten wordt onder andere veroorzaakt door een toename van het aantal gebruikers als gevolg van de grote migratiestroom die heeft plaatsgevonden waarbij een deel van de vluchtelingen die geen status heeft gekregen in het illegalencircuit terecht is gekomen. Daarnaast worden de meerkosten veroorzaakt door een grotere bekendheid van de regeling.
Opdrachten
Overig
Zoals reeds gemeld bij eerste suppletoire wet is als gevolg van een herschikking binnen dit artikelonderdeel € 2,7 miljoen overgeheveld van Opdrachten naar Subsidies. Daarnaast is € 1,1 miljoen overgeheveld naar artikelonderdeel Kwaliteit en veiligheid ten behoeve van de dekking van de kosten voor het verbeteren van de medicatieveiligheid onder andere door middel van het verbeteren van de ICT en onderzoeken die hiermee verband houden. Tot slot is € 0,8 miljoen overgeheveld van het instrument Opdrachten naar het instrument Bijdragen aan agentschappen voor de ZonMw-programma 's op het gebied van doelmatigheid, goed geneesmiddelen gebruik en goed gebruik hulpmiddelen.
3 Ondersteuning van het stelsel
Bekostiging
Afwikkeling algemene kas ZFW
In 2017 is het Zorginstituut in het kader van de afwikkeling van de voormalige Algemene Kas voortgegaan met het doorbelasten van de door hen betaalde uitgaven en het doorberekenen van de ontvangen bedragen aan het Ministerie van VWS. In 2017 heeft ZiNL de uitgaven en ontvangsten van de Voormalige Algemene Kas over het jaar 2015 verrekend met VWS. In 2015 heeft het Zorginstituut de bedragen in het kader van de voormalige Ziekenfondswet afgerekend met de voormalige ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverzekeraars. Dit heeft geleid tot een betaling van € 3,4 miljoen en een ontvangst van € 2,3 miljoen.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Zorginstituut Nederland: Onverzekerden en wanbetalers
Zoals reeds in de eerste en tweede suppletoire wet gemeld, is het budget (€ 41,3 miljoen) overgeheveld naar artikel 4 Zorgbreed beleid. Dit is het gevolg van de overheveling van de kosten voor burgerregelingen die door het CAK in 2017 worden uitgevoerd. Daarnaast is er een aantal kleinere mutaties verwerkt (€ 1,3 miljoen).
Zorginstituut Nederland: Doorlichten pakket
Zoals in de eerste suppletoire wet gemeld vallen de uitgaven van het Zorginstituut € 4,3 miljoen lager uit. Dit is het gevolg van het feit dat het Zorginstituut een groot deel van het onderzoek zelf uitvoert. Daarnaast is voor het onderzoek Zinnig en zuinig € 6,1 miljoen overgeheveld naar artikel 4 Zorgbreed beleid.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
JenV: Bijdrage C2000
Zoals reeds gemeld bij eerste suppletoire wet zijn deze middelen overgeboekt naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de jaarlijkse VWS-bijdrage aan de exploitatiekosten C2000 (€ 4,2 miljoen).
Ontvangsten
Wanbetalers en onverzekerden
Zoals reeds in de tweede suppletoire wet is gemeld is als gevolg van de overheveling van de burgerregelingen van het ZiNL naar het CAK is de raming van de ontvangsten overgeheveld naar artikel 4 Zorgbreed beleid.
Overig
De niet geraamde ontvangsten in 2017 worden hoofdzakelijk veroorzaakt door in het verleden teveel verstrekte voorschotten op grond van de FLO/VUT-regeling die met de ambulancediensten is afgesproken.
In 2017 is het Zorginstituut in het kader van de afwikkeling van de voormalige Algemene Kas voortgegaan met het doorbelasten van de door hen betaalde uitgaven en het doorberekenen van de ontvangen bedragen aan het Ministerie van VWS. In 2017 heeft ZiNL de uitgaven en ontvangsten van de Voormalige Algemene Kas over het jaar 2015 verrekend met VWS. In 2015 heeft het Zorginstituut de bedragen in het kader van de voormalige Ziekenfondswet afgerekend met de voormalige ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverzekeraars. Dit heeft geleid tot een betaling van € 3,4 miljoen en een ontvangst van € 2,3 miljoen.