A. Algemene doelstelling
Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen; in het bijzonder bij het investeren in en verwerven, beheren en afstoten van de financiële en materiële activa van de Staat.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Financiën stimuleert en regisseert een verantwoorde en doelmatige besteding van overheidsmiddelen. Bedrijfseconomische expertise wordt ingezet bij staatsdeelnemingen, investeringsprojecten, en transacties van de rijksoverheid.
De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor:
-
• een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;
-
• het toetsen en adviseren op bedrijfseconomische doelmatigheid bij het realiseren van grote publieke investeringsprojecten, zodat vakdepartementen hun projecten binnen budget, op tijd en met de gewenste kwaliteit kunnen realiseren. Voorbeelden van deze projecten zijn DBFM(O)84-projecten, bedrijfsvoerings- en duurzaamheidsprojecten, en veilingen waarbij exclusieve rechten in de markt worden gezet;
-
• het overkoepelende DBFM(O)-beleid en de regie van het systeem dat ervoor moet zorgen dat DBFM(O) in Nederland structureel goed verankerd is en toegepast wordt;
-
• het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen. In dit kader is de Minister van Financiën verantwoordelijk voor zwaarwegende en/of principiële beslissingen (onder andere exitstrategie en beloningsbeleid van de financiële instellingen) van, alsmede het houden van toezicht op NL Financial Investments (NLFI);
-
• het toetsen van door vergunninghouders gestelde financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit het buiten gebruik stellen en de ontmanteling van instellingen vallend onder de Kernenergiewet.
De Minister van Financiën heeft een aantal instrumenten tot zijn beschikking, die ingezet kunnen worden voor de invulling van zijn verantwoordelijkheid:
-
• bevoegdheden die de Minister van Financiën heeft op basis van de Comptabiliteitswet;
-
• bevoegdheden die de Minister van Financiën heeft op basis van de Kernenergiewet;
-
• bevoegdheden die de Minister van Financiën heeft op basis van de Telecommunicatiewet;
-
• de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI);
-
• bevoegdheden die de Minister van Financiën heeft als aandeelhouder op basis van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en de statuten van de ondernemingen;
-
• de gedragsregels uit de Corporate Governance Code voor zijn rol als aandeelhouder in staatsdeelnemingen;
-
• het kader voor het gebruik van businesscases binnen het Rijk (handleiding publieke businesscase);
-
• PPS-code (publiek-private samenwerking): de beheercode voor goede bedrijfsvoering binnen de rijksoverheid gericht op een doelmatige en rechtmatige inzet van het instrument van publiek-private samenwerking bij de realisatie en de exploitatie van (met name meerjarige) investeringsprojecten. Deze beheercode is nader uitgewerkt in een aantal specifieke toezichtsafspraken op het gebied van huisvesting en infrastructuur;
-
• structureel en incidenteel overleg met bestuurders en commissarissen van de staatsdeelnemingen.
Bovenstaande instrumenten zijn verschillend van aard. De bevoegdheden die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek, Comptabiliteitswet, Wet stichting administratiekantoorbeheer financiële instellingen en de Kernenergiewet vormen de basis van de (formele) zeggenschap. De overige instrumenten hebben een meer informeel karakter, zijn richtinggevend (zoals de Corporate Governance Code) of dienen als randvoorwaarde om invulling te kunnen geven aan de beleidsdoelstelling (zoals de beschikbaarheid over en/of toegang tot de benodigde kennis).
C. Beleidsconclusies
Deelnemingen
In 2018 is de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2013 verder ingevoerd en is nader invulling gegeven aan de borging van publieke belangen en het actief aandeelhouderschap van de Staat. De inspanningen van de Staat dragen bij aan goed ondernemingsbestuur bij de ondernemingen. De Minister beoogt jaarlijks de effecten van zijn aandeelhouderschap in de reguliere staatsdeelnemingen te meten. Daartoe zijn in de begroting vier meetbare kengetallen/streefwaarden opgenomen. In onderstaande tabel is de realisatie van 2018 afgezet tegen de streefwaarde zoals deze in de begroting 2018 was opgenomen.
Realisatie 2017 | Streefwaarde 2018 | Realisatie 2018 | |
---|---|---|---|
Percentage van deelnemingen waar een specifieke minimum rendementseis is vastgesteld | 100% (n=11) | 100% | 100% (n=11) |
Percentage van deelnemingen waar het beloningsbeleid is herijkt | 75% (n=12) | 100% | 75% (n=12) |
Aantal deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van bestuur (RvB) | 67% | 60% | |
Aantal deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van commissarissen (RvC) | 100% | 67% |
Ten opzichte van 2017 is het kengetal «percentage van deelnemingen waarin de nieuwe statuten en investeringsdrempels zijn vastgesteld» komen te vervallen, aangezien het hier ging om een eenmalige actie die inmiddels is afgerond. In plaats daarvan zijn twee kengetallen toegevoegd over het percentage vrouwen in de top van staatsdeelnemingen, aangezien het kabinet streeft naar diversiteit in de top van het bedrijfsleven, ook bij staatsdeelnemingen.
In bovenstaande tabel is te zien dat het eerste kengetal al in 2017 is gerealiseerd. Het is echter niet gelukt om in 2018 het herijken van het beloningsbeleid bij alle deelnemingen af te ronden. Het beloningsbeleid van NS, Tennet en Havenbedrijf Rotterdam dient nog te worden herijkt. De gesprekken hierover met deze deelnemingen lopen nog en hebben meer tijd nodig dan aanvankelijk gepland. De verwachting is dat dit in 2019 wordt afgerond.
In 2018 zijn vijf nieuwe bestuurders benoemd. Hiervan zijn er drie vrouw, die allen de CEO-functie vervullen (Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), TenneT, NWB Bank). Bij NWB Bank is een zittend vrouwelijk directielid CEO geworden. In 2018 zijn tien nieuwe commissarissen benoemd, vier hiervan zijn vrouw. Het toetreden van vrouwen tot de bestuurslagen wordt actief gestimuleerd. Dit is ook een speerpunt in 2019. Het is echter niet gelukt om de streefwaardes te behalen, noch voor RvB, noch voor RvC. Het behalen van de streefwaardes is mede afhankelijk van personele wisselingen en beslissingen tot herbenoeming. Zo zal de Staat als aandeelhouder bij goed functionerende, mannelijke bestuurders of commissarissen tot herbenoeming overgaan, ook al is niet voldaan aan het wettelijk streven.
Naast bovenstaande benoemingen zijn in 2018 in totaal 19 investeringsvoorstellen beoordeeld en 18 voorstellen goedgekeurd aan de hand van het opgestelde investeringskader. Buitenlandse investeringen hebben de bijzondere aandacht van de Minister. De Minister heeft de deelnemingen geïnformeerd dat, net als bij investeringen binnen Nederland, de bijdrage van de investering aan de borging van het (Nederlandse) publieke belang centraal staat bij de beoordeling. De in de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2013 opgenomen criteria voor buitenlandse investeringen zijn nog steeds actueel. In de praktijk wordt elk buitenlands investeringsvoorstel (net als binnenlandse investeringsvoorstellen) individueel beoordeeld en spelen ook de omstandigheden op het moment van beoordeling een rol. De Minister is van mening dat buitenlandse investeringen alleen gerechtvaardigd zijn als de belangrijkste activiteiten in Nederland op orde zijn. Daarnaast wordt gekeken naar het strategische belang van de investering. Tot slot is het trackrecord dat de deelneming heeft opgebouwd in het buitenland, waaronder het behaalde financiële rendement, een belangrijk criterium.
In de begroting van 2018 was opgenomen dat NLFI de exitstrategie voor de verschillende financiële instellingen verder zou uitvoeren. In 2018 hebben geen verkopen plaatsgevonden, maar NLFI heeft wel de voortgang van de transitie van de Volksbank beoordeeld. De afspraken uit het Regeerakkoord gelden nog steeds: het kabinet streeft naar een verantwoorde exit uit de financiële deelnemingen.
Daarnaast is de in de begroting voor 2018 geplande beleidsevaluatie van Gasunie uitgevoerd. KLM is in tegenstelling tot de aankondiging in de begroting niet in 2018 geëvalueerd, maar TenneT die pas voor 2020 op de planning stond wel. Het lag voor de hand om TenneT en Gasunie tegelijk te evalueren aangezien het deelnemingen uit dezelfde sector zijn. In het nog te verschijnen Jaarverslag Staatsdeelnemingen 2018 rapporteert de Staat uitgebreid over de prestaties van de staatsdeelnemingen en de uitgevoerde evaluaties.
Publiek-private investeringen
Ook als het gaat om projecten en vraagstukken op het publiek-private snijvlak heeft de Minister van Financiën in 2018 ingezet op het bevorderen van doelmatige overheidsbestedingen. Er is bedrijfseconomische expertise geleverd op diverse financieringsvraagstukken, waaronder de voorbereidingen van de oprichting van de investeringsinstelling Invest-NL, de aanschaf van nieuw defensiematerieel, de mogelijke bouw van een nieuwe kernreactor in Petten voor medische isotopen, en de voorbereidingen op de privatisering van Intravacc. Daarnaast heeft het Ministerie van Financiën geadviseerd bij verschillende dossiers binnen de energietransitie. Verder heeft het Ministerie van Financiën, ter invulling van de verantwoordelijkheden van de Minister van Financiën, onder meer toezicht gehouden op de contractafweging bij investeringen in Rijksgebouwen en infrastructuur (DBFM(O)-beleid), op de financiële zekerheidstelling voor de ontmanteling van kerncentrales, en op de inrichting van de multibandveiling voor telecomfrequenties.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | |
Verplichtingen | – 1.435.070 | 1.760.839 | 223.513 | 220.501 | – 5.612.568 | 18.588 | – 5.631.156 |
Waarvan betalingsverplichting: | 83.350 | 2.737.739 | 3.400.941 | 279.701 | 117.571 | 18.588 | 98.983 |
Afdrachten Staatsloterij | 177.819 | 100.268 | 101.927 | 0 | 101.927 | ||
Lening SRH | 164.062 | 1.656 | 1.656 | 0 | |||
Kapitaalinjectie TenneT | 780.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overgenomen schuld Propertize | 2.386.461 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Aankoop SNS Bank | 2.700.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige betalingsverplichtingen | 83.350 | 37.739 | 56.661 | 15.371 | 13.998 | 16.932 | – 2.944 |
Waarvan garantieverplichting: | – 1.518.420 | – 976.900 | – 3.177.428 | – 59.200 | – 5.730.139 | 0 | – 5.730.139 |
Garantie DNB winstafdracht | 0 | 0 | 0 | 0 | – 5.700.000 | 0 | – 5.700.000 |
Garantie Counter Indemnity | – 950.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen | – 2.010 | 0 | – 554.328 | – 59.200 | – 30.139 | 0 | – 30.139 |
Garantie SNS Propertize | – 566.410 | – 976.900 | – 2.623.100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 2.805.899 | 1.137.790 | 2.615.449 | 266.104 | 466.499 | 366.932 | 99.567 |
Vermogensverschaffing | 15.900 | 150.000 | 350.000 | 350.000 | 0 | ||
Kapitaalinjectie TenneT | 150.000 | 350.000 | 350.000 | 0 | |||
Conversie schuld KNM | 15.900 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdrage aan RWT | 17.100 | 17.920 | 24.729 | 8.000 | 5.000 | 7.500 | – 2.500 |
NLFI | 17.100 | 17.920 | 24.729 | 8.000 | 5.000 | 7.500 | – 2.500 |
Garantie | 4.806 | 4.836 | 4.824 | 4.800 | 4.806 | 4.900 | – 94 |
Regeling BF | 6 | 0 | 24 | 0 | 6 | 100 | – 94 |
Dotatie begrotingsreserve TenneT | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 0 |
Overig | 36 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lening | 2.778.719 | 0 | 2.386.461 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overgenomen schuld Propertize | 2.386.461 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Management Fee IABF | 272 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Funding Fee IABF | 2.778.201 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Incidentele uitgaven IABF | 246 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overbruggingskrediet SNS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Acquisitie | 1.101.950 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aankoop SNS Bank | 1.101.950 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 5.274 | 13.084 | 5.716 | 3.035 | 4.766 | 4.532 | 234 |
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 5.274 | 13.084 | 5.716 | 3.035 | 3.674 | 4.532 | – 858 |
Opstart InvestNL | 1.092 | 0 | 1.092 | ||||
Vermogensonttrekking | 177.819 | 100.268 | 101.927 | 0 | 101.927 | ||
Afdrachten Staatsloterij | 177.819 | 100.268 | 101.927 | 0 | 101.927 | ||
Ontvangsten | 8.858.957 | 7.518.712 | 7.921.995 | 7.526.800 | 2.096.992 | 984.550 | 1.112.442 |
Vermogensonttrekking | 2.311.287 | 6.375.036 | 5.531.581 | 7.349.001 | 2.087.316 | 973.000 | 1.114.316 |
Opbrengst verkoop vermogenstitels | 4.111 | 3.838.194 | 3.264.213 | 5.715.676 | 0 | 0 | 0 |
Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen | 1.188.537 | 1.633.590 | 1.915.857 | 1.492.495 | 1.869.999 | 967.000 | 902.999 |
Afdrachten Staatsloterij | 177.819 | 100.268 | 101.927 | 0 | 101.927 | ||
Winstafdracht DNB | 1.118.639 | 903.252 | 173.692 | 40.561 | 115.391 | 6.000 | 109.391 |
waarvan Griekse inkomsten ANFA | 27.427 | 35.000 | 46.899 | 59.850 | 48.450 | 0 | 48.450 |
waarvan Griekse inkomsten SMP | 134.897 | 98.000 | 70.402 | 57.950 | 51.300 | 27.000 | 24.300 |
Bijdrage aan RWT | 15.417 | 16.276 | 20.902 | 7.457 | 4.403 | 6.750 | – 2.347 |
NLFI | 15.417 | 16.276 | 20.902 | 7.457 | 4.403 | 6.750 | – 2.347 |
Leningen | 6.503.836 | 1.111.533 | 2.355.822 | 161.000 | 0 | 0 | 0 |
Lening SRH | 161.000 | 0 | 0 | 0 | |||
Overgenomen schuld Propertize | 2.355.822 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Verwachte portefeuille ontvangsten IABF | 4.231.221 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Additionele fee IABF | 1.229 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Additionele garantie fee IABF | 163 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verhandelbaarheidsfee | 615 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overbruggingskrediet SNS | 1.100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Renteontvangsten SNS krediet | 20.608 | 11.533 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aflossing kapitaalverstrekkingen ING, Aegon en SNS Reaal | 1.500.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING, Aegon en SNS Reaal | 750.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garantie | 20.129 | 15.365 | 13.515 | 9.334 | 4.846 | 4.800 | 46 |
Garantie overig | 916 | 924 | 915 | 481 | 46 | 0 | 46 |
Premie-ontvangsten garantie TenneT | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 4.800 | 0 |
Premie-inkomsten Counter Indemnity | 12.493 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garantie fee Propertize | 1.920 | 9.641 | 7.800 | 4.053 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 8.288 | 502 | 175 | 6 | 427 | 0 | 427 |
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 8.288 | 502 | 175 | 6 | 427 | 0 | 427 |
E. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen
Garantieverplichtingen (– € 5.730,1 mln.)
Garantie DNB winstafdracht (– € 5.700,0 mln.)
De in 2013 afgegeven garantie aan DNB ter waarde van € 5,7 mld. is per 1 maart 2018 afgelopen.85 De garantie is daarmee komen te vervallen.
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen (– € 30,1 mln.)
De NS heeft haar uitstaande leningen bij Eurofima afgelost. Hierdoor komt de garantie t.w.v. € 30 mln. te vervallen. Daarnaast heeft er een uitkering plaatsgevonden onder de garantie aan KNM (€ 0,1 mln.).
Uitgaven
Vermogensonttrekking (+ € 101,9 mln.)
Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten (€ 101,9 mln.) ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij.
Ontvangsten
Vermogensonttrekking (+ € 1.114,3 mln.)
Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (+ € 903,0 mln.)
De realisatie voor 2018 valt hoger uit dan geraamd. Dit is met name het gevolg van goede winstcijfers en daarmee hoger dan geraamde dividendrealisaties van BNG, Holland Casino, ABN AMRO en de Volksbank.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 101,9 mln.)
Zie uitgaven: Afdrachten staatsloterij.
Winstafdracht DNB (+ € 109,4 mln.)
De winstafdrachtraming is naar boven bijgesteld vanwege het feit dat de inkomsten op de bij DNB aangehouden deposito’s van centrale banken van buiten het Eurosysteem stijgen.