Algemene doelstelling
Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met uitzondering van de agentschappen Inspectie Leefomgeving en Transport, Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Rijkswaterstaat. Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel, inhuur externen en materieel voor het kerndepartement.
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | ||
Verplichtingen | 292.085 | 325.007 | 339.812 | 371.490 | 281.510 | 280.211 | 1.299 | |
Uitgaven | 303.576 | 326.186 | 328.743 | 334.417 | 298.856 | 284.403 | 14.453 | |
98.01 Personele uitgaven | 207.098 | 218.813 | 226.918 | 228.170 | 220.973 | 203.408 | 17.565 | 1 |
– waarvan eigen personeel | 186.627 | 197.627 | 196.323 | 198.489 | 193.030 | 179.514 | 13.516 | |
– waarvan externe inhuur | 9.699 | 12.071 | 20.962 | 21.853 | 20.999 | 13.854 | 7.145 | |
– waarvan overige personele uitgaven | 10.772 | 9.115 | 9.633 | 7.828 | 6.944 | 10.040 | – 3.096 | |
98.02 Materiele uitgaven | 96.478 | 107.373 | 101.825 | 106.247 | 77.883 | 80.995 | – 3.112 | 2 |
– waarvan ICT | 43.910 | 25.542 | 21.454 | 21.817 | 20.308 | 17.991 | 2.317 | |
– waarvan bijdrage aan SSO's | 37.950 | 60.839 | 60.872 | 66.555 | 48.798 | 44.259 | 4.539 | |
– waarvan overige materiële uitgaven | 14.618 | 20.992 | 19.499 | 17.875 | 8.777 | 18.745 | – 9.968 | |
Ontvangsten | 14.203 | 37.258 | 19.323 | 18.224 | 14.667 | 5.430 | 9.237 | 3 |
Financiële Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting «normering jaarverslag» zoals opgenomen in de leeswijzer.
-
1. De hogere uitgaven van € 17,5 miljoen worden met name veroorzaakt door:
-
a. Een stijging van de eigen personele kosten als gevolg van de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 (€ 4,6 miljoen). Daarnaast betreft het extra uitgaven ten behoeve van het luchtvaartdossier (€ 2,8 miljoen en de toevoeging van de bijdrage uit de Aanvullende post als gevolg van de ambities uit het regeerakkoord Rutte III (€ 1,5 miljoen). Met de overdracht van de Rekenmeesterfunctie naar PBL is van EZK een bijdrage ontvangen (€ 1,0 miljoen). Tot slot waren er extra kosten als gevolg van de herverkaveling (€ 1,8 miljoen) en diverse kleine verhogingen.
-
b. Een stijging van de kosten voor externe inhuur met name als gevolg van een extra bijdrage vanuit het Infrastructuurfonds ten behoeve van de programma's Duurzame Mobiliteit (DUMO) en het Programma Innovatie en Mobiliteit (PIM) (samen € 1,1 miljoen), de ontwikkeling van het Standaard Platform (€ 4,4 miljoen) en de vervanging van de zakensystemen TERRA en HOLMES (€ 1,0 miljoen).
-
c. Een lagere realisatie voor overige personele uitgaven van 2,5 miljoen als gevolg van lagere kosten voor post-actieven zoals in rekening gebracht bij IenW door verzekeringsmaatschappijen.
-
-
2. De lagere uitgaven van € 3,1 miljoen worden met name veroorzaakt door:
-
a. een hogere bijdrage aan SSO's overwegend als gevolg van uitgaven voor ICT- en facilitaire dienstverlening aan baten-lastendiensten van IenW waarvan de vergoeding hiervoor van de baten-lastendiensten niet meer in 2018 is ontvangen en deze uitgaven ten laste van artikel 98 moeten worden verantwoord.
-
b. lagere uitgaven van € 10,8 miljoen voornamelijk als gevolg van een overboeking van budget naar de agentschappen RWS, KNMI en ILT ter compensatie van gemaakte kosten in het kader van de Participatiewet (€ 3,7 miljoen) en een overboeking naar artikel 17 voor opdrachten Schiphol, ter dekking van de getroffen schikking met de Board of Airline Representatives In the Netherlands (BARIN), voor het deel dat in 2018 moet worden betaald (€ 1,5 miljoen), interne dekking van het luchtvaartdossier (€ 2,1 miljoen) en enkele herschikkingen.
-
-
3. De hogere ontvangsten zijn met name het gevolg van hogere externe ontvangsten voor onderzoeksopdrachten bij het Planbureau voor de leefomgeving (€ 1,8 miljoen). Daarnaast betreft het de ontvangsten van agentschappen voor uitgaven bedrijfsvoering als gevolg van interne leveranties binnen apparaat (€ 7,6 miljoen).
98.01 Personele uitgaven
Toelichting op de financiële instrumenten
Dit betreft de verantwoording van alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en postactieven voor het kerndepartement.
98.02 Materiële uitgaven
Dit betreft de verantwoording van de materiele uitgaven van het kerndepartement waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces. Hieronder valt ook de bijdragen aan Shared Service Organisaties (o.a. P-Direkt, FM-Haaglanden en het Rijksvastgoedbedrijf) en ICT uitgaven voor onderhoud en licenties.
Extracomptabele verwijzingen
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | ||
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 303.576 | 326.186 | 328.743 | 334.417 | 298.856 | 284.403 | 14.453 | |
Kerndepartement | 303.576 | 326.186 | 328.743 | 334.417 | 298.856 | 284.403 | 14.453 | |
Totaal apparaatskosten batenlastendiensten | 1.243.847 | 1.200.851 | 1.200686 | 1.246.112 | 1.291.899 | 1.222.509 | 69.389 | |
ILT | 147.032 | 141.572 | 148.136 | 152.664 | 152.109 | 138.896 | 13.212 | |
KNMI | 44.598 | 50.376 | 54.581 | 55.816 | 57.113 | 51.222 | 5.891 | |
RWS | 1.046.542 | 1.001.818 | 991.288 | 1.031.132 | 1.082.677 | 1.032.391 | 50.286 | |
NEA1 | 5.675 | 7.085 | 6.681 | 6.500 | – | – | – | |
Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's2 | 585.805 | 652.991 | 599.814 | 656.031 | n.n.b. | 495.227 | n.n.b. | |
ProRail | 412.000 | 483.000 | 426.000 | 472.000 | n.n.b. | 490.000 | n.n.b. | |
Kadaster3 | 169.000 | 165.000 | 169.000 | 179.000 | – | – | – | |
StAB | 4.805 | 4.991 | 4.814 | 5.031 | n.n.b. | 5.227 | n.n.b. |
Bij de herverkaveling naar aanleiding van Rutte III is de Nea in 2018 overgeheveld naar EZK (TK 2017–2018, 34 775 XII, nr. 62)
De realisatiecijfers over het jaar 2018 waren bij het opstellen van het jaarverslag niet beschikbaar om op te nemen in bovenstaande tabel.
Bij de herverkaveling naar aanleiding van Rutte III is het Kadaster in 2018 overgeheveld naar BZK (TK 2017–2018, 34 775 XII, nr. 63)
IenW is verantwoordelijk voor drie agentschappen: de Inspectie Leefomgeving en Transport, het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, en Rijkswaterstaat. De apparaatskosten en ontvangsten worden verder uitgesplitst en toegelicht in de agentschapsparagrafen.
IenW verstrekt bijdragen aan drie begrotingsgefinancierde ZBO’s en RWT’s: ProRail, en StAB. Zie voor meer informatie over de ZBO’s en RWT’s van IenW de bijlage ZBO’s en RWT’s van dit Jaarverslag (Bijlage 1).
De apparaatskosten van de Staf van de Deltacommissaris worden in lijn met de Waterwet op het Deltafonds begroot en verantwoord (zie artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven van het Jaarverslag van het Deltafonds)
Taakstelling Rutte II
Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften wordt hieronder aangegeven hoe de taakstelling Rutte II binnen IenW is verdeeld naar de verschillende onderdelen van het ministerie (inclusief agentschappen en ZBO’s). Onderstaande tabel geeft de verdeling weer.
2016 | 2017 | 2018 | Structureel | ||
---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement | – 15.138 | – 40.807 | – 37.320 | – 37.320 | |
Agentschappen | |||||
NEa1 | – 90 | – 180 | – 269 | – 269 | |
KNMI | – 261 | – 519 | – 777 | – 777 | |
ILT | – 1.726 | – 3.430 | – 5.135 | – 5.135 | |
RWS | – 18.289 | – 37.972 | – 53.100 | – 53.100 | |
ZBO's | |||||
Kadaster2 | – 310 | – 618 | – 924 | – 924 | |
Overig | |||||
RIVM | – 361 | – 824 | – 1.000 | – 1.000 | |
ProRail | – 6.825 | – 13.650 | – 20.475 | – 20.475 | |
Totale taakstelling | – 43.000 | – 98.000 | – 119.000 | – 119.000 |
Bij de herverkaveling naar aanleiding van Rutte III is de Nea in 2018 overgeheveld naar EZK (TK 2017–2018, 34 775 XII, nr. 62)
Bij de herverkaveling naar aanleiding van Rutte III is het Kadaster in 2018 overgeheveld naar BZK (TK 2017–2018, 34 775 XII, nr. 63)
Toelichting
Bij het kerndepartement, zijn maatregelen om de taakstelling Rutte II (2016 en volgende) in te vullen voor het grootste deel gevonden in:
-
• versobering van de bedrijfsvoering; verlaging van de centrale budgetten op het gebied van materiële uitgaven (onder andere door efficiency of productiviteitverbeteringen, door verdergaande digitalisering).
-
• verbeterde inzet op integrale programma-aanpak, standaardisering, uniformering en vereenvoudiging van processen, vakmanschap en flexibele inzet over de grenzen van de organisatieonderdelen.
-
• maatregelen met personele gevolgen worden in overleg met de medezeggenschap opgepakt. Omdat de grens van het haalbare steeds dichterbij komt wordt getracht om de personele krimp zoveel mogelijk te beperken.
Bij de agentschappen wordt het grootste deel van de financiële taakstelling ten laste van de personele budgetten gebracht. Invulling geschiedt middels het nemen van efficiencymaatregelen en indien nodig taakversobering. Dit betekent dat bepaalde taken dan niet meer of minder intensief zullen worden uitgevoerd.