A. Algemene doelstelling
Een sportieve samenleving waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en waarin uitblinken in sport wordt gestimuleerd.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor het landelijk sportbeleid. Aan dit sportbeleid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de Minister de intrinsieke waarde van sport en het belang van sportevenementen. Vanuit die verantwoordelijkheid vervult de Minister de volgende rollen:
Stimuleren:
-
– Het bevorderen van de samenwerking tussen partijen uit verschillende sectoren, zodat op lokaal niveau passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden tot stand komen en blijven.
-
– Het bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
Financieren:
-
– Het ontwikkelen en (mede)financieren van programma’s die eraan bijdragen dat er voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden in de buurt aanwezig zijn.
-
– Het faciliteren en mede financieren van de top 10-ambitie. Het scheppen van randvoorwaarden voor talenten en topsporters in Nederland, waardoor zij op een professionele en verantwoorde wijze kunnen uitblinken in sport, ook tijdens topsportevenementen in eigen land.
-
– Het (mede) financieren van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
Regisseren:
-
– Het tot stand brengen van de omvorming van de Dopingautoriteit van stichting naar zelfstandig bestuursorgaan als gevolg van de in behandeling zijnde Wet uitvoering antidopingbeleid, in nauwe samenwerking met NOC*NSF en de Dopingautoriteit.
-
– Het versterken van de maatschappelijke impact van sport en bewegen via het organiseren van internationaal aansprekende sportevenementen.
C. Beleidsconclusies
Uit de beleidsdoorlichting Sport die begin 2018 naar de Kamer is gestuurd komt naar voren dat het sport- en beweegklimaat in Nederland in het algemeen goed op orde is. Ten opzichte van andere landen zijn de voorzieningen in Nederland van hoog niveau. De aanbevelingen die zijn gedaan voor het bepalen van de doelstelling van beleid, voor het daarbij horende instrument en voor de wijze waarop de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid bepaald kunnen worden, zijn meegenomen bij het opstellen van het Sportakkoord (TK 32 772, nr. 31). Daarnaast is binnen het sportbeleid onverminderd ingezet op de thema’s sportparticipatie, topsport, kennis en innovatie en een veilig sportklimaat om van Nederland een krachtig sportland en een sportieve samenleving te maken. Een land waar voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden zijn, waar uitblinken in sport wordt gestimuleerd en waar (top)sporters en sportbestuurders het goede voorbeeld geven. De voorgenomen beleidswijzigingen uit de begroting 2018 zijn volgens planning uitgevoerd of in gang gezet.
Sportakkoord
Ruim 9,4 miljoen Nederlanders sporten iedere week, er zijn prachtige accommodaties, ruim 26.000 verenigingen, vele vrijwilligers die helpen de sport te organiseren en 6.000 sport- en beweegondernemers die hun diensten aanbieden. Deze brede basis is het fundament voor succes van de Nederlandse (top)sport. Tegelijkertijd zijn er ook zorgen. Afname van motorische vaardigheden bij kinderen, groepen mensen die nooit sporten, accommodaties die te vaak leegstaan en verenigingen die onder druk staan door minder leden en vrijwilligers. Om deze problemen aan te pakken, stond 2018 grotendeels in het teken van het sluiten van een Sportakkoord. Met het sportakkoord hebben de sport, gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties de handen ineengeslagen om met concreet geformuleerde doelen de kracht van sport de komende jaren nog beter te kunnen benutten: om Nederland te verenigingen via sport en bewegen (TK 30 234, nr. 185).
Extra middelen regeerakkoord
Met de extra regeerakkoordmiddelen voor topsport (€ 10 miljoen), het versterken van bonden en sportverenigingen (€ 10 miljoen) en topsportevenementen (€ 5 miljoen m.i.v. 2019) is nieuw beleid opgesteld voor alle drie doeleinden (TK 34 888, nr. 2). Zo zijn in 2018 diverse extra talenttrainers aangesteld en meer embedded scientists toegevoegd aan een aantal topsportprogramma’s, zo gaan kleine bonden binnen het programma impuls versterken sportbonden een shared service center starten en is er een nieuw evenementenbeleidskader waarbinnen ook Olympische Kwalificatie Toernooien (OKT) voor financiering in aanmerking komen.
Dopingautoriteit
In 2018 is ingezet op de totstandkoming van het zelfstandig bestuursorgaan Dopingautoriteit (TK 34 543, nr. 17). Deze activiteiten vloeiden voort uit de inwerkingtreding van de Wet uitvoering antidopingbeleid (Wuab) per 1 januari 2019. De Wuab voorziet erin dat de dopingbestrijding in Nederland kan worden uitgevoerd in lijn met de geldende wet- en regelgeving op het gebied van de uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens. Dankzij de inspanningen in 2018 heeft de Dopingautoriteit per 1 januari 2019 de bevoegdheden om het antidopingbeleid in Nederland uit te voeren.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
In verband met het sluiten van het Sportakkoord Sport verenigt Nederland is ervoor gekozen de budgetstructuur hierop aan te passen.
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | |||
Verplichtingen | 84.715 | 63.971 | 58.865 | 83.088 | 90.689 | 125.320 | – 34.631 | ||
Uitgaven | 69.986 | 73.079 | 65.225 | 80.358 | 86.241 | 136.135 | – 49.894 | ||
1. Passend sport- en beweegaanbod | 26.825 | 25.144 | 17.388 | 19.010 | 16.238 | 75.553 | – 59.315 | ||
Subsidies | 17.596 | 16.468 | 14.094 | 15.111 | 13.349 | 17.191 | – 3.842 | ||
Gehandicaptensport | 2.828 | 3.071 | 1.704 | 1.534 | 1.589 | 1.781 | – 192 | ||
Verantwoord sporten en bewegen | 2.571 | 2.418 | 100 | 784 | 784 | 297 | 487 | ||
Sport en bewegen in de buurt | 4.773 | 3.459 | 5.052 | 2.393 | 2.849 | 7.514 | – 4.665 | ||
Stimuleren van een veiliger sportklimaat | 7.424 | 7.520 | 7.237 | 7.900 | 8.127 | 7.599 | 528 | ||
Overig | 0 | 0 | 1 | 2.500 | |||||
Bekostiging | 9.229 | 8.638 | 3.013 | 3.000 | 2.500 | 2.500 | 0 | ||
Compensatie van betaalde energiebelasting | 9.229 | 8.638 | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Energiebesparing en duurzame energie | 0 | 0 | 3.000 | 3.000 | 2.500 | 2.500 | 0 | ||
Opdrachten | 0 | 38 | 281 | 899 | 389 | 175 | 214 | ||
Sport en bewegen in de buurt | 0 | 38 | 281 | 899 | 389 | 175 | 214 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 48.600 | – 48.600 | ||
Sport en bewegen in de buurt | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 48.600 | – 48.600 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.087 | – 7.087 | ||
Energiebesparing en verduurzaming | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.087 | – 7.087 | ||
2. Uitblinken in sport | 37.002 | 41.006 | 39.888 | 54.243 | 60.061 | 51.877 | 8.184 | ||
Subsidies | 25.533 | 29.783 | 27.774 | 41.775 | 48.186 | 38.602 | 9.584 | ||
Topsportevenementen | 4.912 | 6.771 | 4.624 | 9.688 | 6.548 | 7.478 | – 930 | ||
Topsportprogramma's | 18.754 | 21.465 | 21.379 | 30.569 | 39.907 | 29.577 | 10.330 | ||
Dopingbestrijding | 1.866 | 1.547 | 1.771 | 1.518 | 1.731 | 1.547 | 184 | ||
Inkomensoverdrachten | 11.284 | 11.025 | 11.867 | 12.243 | 11.620 | 13.045 | – 1.425 | ||
Stipendiumregeling | 11.284 | 11.025 | 11.867 | 12.243 | 11.620 | 13.045 | – 1.425 | ||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 185 | 198 | 247 | 225 | 255 | 230 | 25 | ||
Dopingbestrijding | 185 | 198 | 247 | 225 | 255 | 230 | 25 | ||
3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling | 6.159 | 6.929 | 7.950 | 7.104 | 6.811 | 8.705 | – 1.894 | ||
Subsidies | 6.041 | 6.626 | 7.890 | 6.923 | 6.587 | 8.334 | – 1.747 | ||
Kennis als fundament | 6.041 | 6.626 | 7.890 | 6.923 | 6.587 | 8.334 | – 1.747 | ||
Opdrachten | 63 | 251 | 7 | 128 | 169 | 309 | – 140 | ||
Kennis als fundament | 63 | 251 | 7 | 128 | 169 | 309 | – 140 | ||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 55 | 52 | 53 | 53 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 55 | 52 | 53 | 53 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 55 | 62 | – 7 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 55 | 62 | – 7 | ||
4. Sport verenigt Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.131 | 0 | 3.131 | ||
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.131 | 0 | 3.131 | ||
Vitale sportaanbieders | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.207 | 0 | 2.207 | ||
Topsportevenementen | 0 | 0 | 0 | 0 | 517 | 0 | 517 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 407 | 0 | 407 | ||
Ontvangsten | 738 | 274 | 312 | 645 | 726 | 740 | – 14 | ||
Overig | 738 | 274 | 312 | 645 | 726 | 740 | – 14 |
E. Toelichting op de instrumenten
1. Passend sport- en beweegaanbod
In 2017 deed 57% van de personen van 12 jaar en ouder wekelijks aan sport. Dit percentage is sinds 2001 stabiel. Bijna de helft van de Nederlanders van 4 jaar en ouder beweegt voldoende volgens de combinorm, dat wil zeggen voldoet aan de norm gezond bewegen (voor volwassenen is dat minstens een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op minimaal vijf dagen per week en voor jongeren een uur matig intensief bewegen op alle dagen van de week) en/of de fitnorm (minimaal drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit). Cijfers over 2018 worden in de loop van 2019 verwacht.
Bron: www.staatvenz.nl/kerncijfers/thematisch/sport-en-bewegen
Subsidies
Sport en bewegen in de buurt
In 2018 is aan activiteiten op het terrein van sport en bewegen in de buurt, duurzaam zwemveilig Nederland en evaluatie en monitoring € 1,7 miljoen uitgegeven. Daarnaast is op een aantal andere thema’s, zoals de Gezonde school en de Alliantie Gelijke Spelen een bijdrage verleend, en zijn hiervoor budgetten overgeheveld naar OCW en artikel 1, evenals een aantal interne herschikkingen binnen de financiële instrumenten van artikel 6 en middelen die niet tot besteding zijn gekomen (2018 in totaal € 4,7 miljoen, deels toegelicht bij de eerste suppletoire wet 2018).
Bijdragen aan medeoverheden
Sport en bewegen in de buurt
Met het programma Sport en Bewegen in de Buurt worden binnen gemeenten in Nederland buurtsportcoaches ingezet om de verbinding te leggen tussen sport en andere sectoren, waaronder onderwijs, welzijn en zorg. Totaal is in 2018 € 58,7 miljoen uitgekeerd aan 368 deelnemende gemeenten waarbij gezamenlijk voor 2.994 FTE is ingetekend. Deze decentralisatie-uitkeringen zijn verleend via het gemeentefonds, waarbij middelen zijn overgeboekt vanuit de begrotingen van OCW (€ 11,3 miljoen) en VWS (€ 47,4 miljoen) naar het gemeentefonds. Daarnaast is € 0,9 miljoen overgeboekt naar het BTW-compensatiefonds en is € 0,3 miljoen niet tot besteding gekomen.
Bijdragen aan andere hoofdstukken
Energiebesparing en duurzame energie
Per 1 januari 2016 is de Subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen en duurzame energie in de Sport ingegaan. Met deze regeling worden sportverenigingen gestimuleerd maatregelen te nemen zoals het plaatsten van LED-verlichting, isolatie, zonnepanelen en zonneboilers. De regeling is uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In 2018 is hiervoor € 8,6 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken. Om dit mogelijk te maken is de regeling eenmalig verhoogd met € 2 miljoen. Dit is toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2018 en de incidentele suppletoire begroting 2018. Daarnaast heeft een interne herschikking binnen de financiële instrumenten van artikel 6 plaatsgevonden (€ 0,5 miljoen).
2. Uitblinken in sport
Subsidies
Topsportprogramma’s
Om de top tien ambitie waar te kunnen maken is het topsportprogramma dat NOC*NSF samen met de sportbonden en andere partijen uitvoert financieel ondersteund. Bovenop het reguliere budget is met het regeerakkoord structureel € 10 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de Nederlandse topsport (zie incidentele suppletoire wet 2018 inzake beleidsintensiveringen regeerakkoord en TK 30 234, nr. 176 met betrekking tot de inzet van deze extra middelen).
De medailleklassementen zijn een momentopname, maar geven wel een indicatie van de mate waarin Nederland erin slaagt om zich te scharen bij de beste tien sportlanden.
Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Zomerspelen
Bron: De medailleklassementen van de Olympische zomer- en winterspelen worden opgesteld door het International Olympic Committee (IOC).
Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Winterspelen
Bron: De medailleklassementen van de Olympische zomer- en winterspelen worden opgesteld door het International Olympic Committee (IOC). In Turijn 2006 deed Nederland niet mee aan de Paralympische Winterspelen.
3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling
Subsidies en opdrachten
Kennis als fundament
Via onder meer het Kenniscentrum Sport, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), en het Mulier Instituut is ingezet op het verspreiden van beschikbare en gevalideerde kennis. In totaal is in 2018 € 6,8 miljoen aan kennis en innovatie besteed. Daarnaast is een deel van het budget in verband met een meerjarige verplichting Nationale Kennisagenda Sport naar latere jaren doorgeschoven en aan het programma Sportinnovator toegevoegd (in totaal € 1,7 miljoen).
4. Sport Verenigt Nederland
Subsidies
In 2018 is aan activiteiten op het terrein van inclusief sporten (inclusief kinderen en jongeren en sporthulpmiddelen), vitale sportaanbieders (versterken sportbonden 2018–2021) en topsportevenementen € 3,1 miljoen uitgegeven.