A. Algemene doelstelling
De zorg voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog (WO II) is geborgd en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.
B. Rol en verantwoordelijkheid Minister
Continuïteit, kwaliteit, effectiviteit en toekomstgerichtheid van specifieke zorg en het stelsel van pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II moet worden geborgd, ook bij een steeds kleinere doelgroep. Het is belangrijk om de herinnering aan WO II levend te houden en te borgen dat blijvend betekenis kan worden gegeven aan het verhaal van de oorlog. Ook dit is onderdeel van de leidende begrippen ereschuld en bijzondere solidariteit ten aanzien van de deelnemers aan voormalig verzet en de oorlogsgetroffenen. Het belang van het levend houden van de herinnering geldt niet alleen voor (nabestaanden van) mensen die deze oorlog hebben meegemaakt, maar juist ook voor nieuwe generaties. Generaties van nu en later moeten – ook als de eerste generatie is weggevallen – betekenis kunnen geven aan alle facetten van deze geschiedenis. Dat geldt zowel voor de oorlog zoals deze zich in Nederland en Europa heeft afgespeeld, en dan vooral de Holocaust als dieptepunt van het menselijk handelen, als voor de oorlog (en de Bersiap-periode – 1945–1949) in voormalig Nederlands-Indië. De betekenis van het levend houden van de herinnering aan WO II is gerelateerd aan hedendaagse vraagstukken van grondrechten, democratie, (internationale) rechtsorde, sociale samenhang en vrijheid. De invulling hiervan vindt plaats langs vier domeinen: kennis, museale functie, educatie en informatie alsmede herdenken en vieren.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
-
– De herinnering aan WO II blijvend betekenis laten houden.
Financieren:
-
– Subsidiëring van begeleidende instellingen voor maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen.
-
– Subsidiëring van instellingen die de herinnering aan de WO II levend houden.
Regisseren:
-
– Het in stand houden en ondersteunen van een infrastructuur die het mogelijk maakt de zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II te garanderen en de herinnering aan WO II blijvend betekenis te laten houden.
-
– Het actueel houden van de wet- en regelgeving voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
(Doen) uitvoeren:
-
– Opdrachtgever van en toezichthouder op de zelfstandige bestuursorganen Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) en Sociale Verzekeringsbank, afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen (SVB-V&O), voor toepassing en uitvoering van de wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
-
– Opdrachtgever van en toezichthouder op het Nationaal Comité 4 en 5 mei (NC) voor het invullen van herdenken en vieringen.
C. Beleidsconclusies
De in de begroting 2018 opgenomen beleidswijzigingen zijn nagenoeg uitgevoerd volgens plan. Hieronder worden deze toegelicht.
De herinnering WO II levend houden
2018 is het eerste jaar waarin de professionele veldorganisaties, georganiseerd in het Platform WO II, hun activiteiten hebben geconcentreerd rond één thema: Verzet. Door te kiezen voor een themajaar en daarin de gebeurtenissen van toen te verbinden met hedendaagse thema’s als burgerschap, wordt beoogd de herinnering aan WO II levend te houden (TK 20 454, nr. 134).
Het thema verzet is op verschillende manieren verwoord en verbeeld (TK 20 454, nr. 134). Zo vond de opening van de bevrijdingsfestivals op 5 mei plaats in het Fries Verzetsmuseum, Arq maakte bijvoorbeeld een kaart over het Indisch Verzet en vele musea en de Herinneringscentra presenteerden tentoonstellingen over het verzet, onder andere over vrouwen en over communisten. Deze gesubsidieerde activiteiten hebben bijgedragen aan het doel om de herinneringen WO II levend te houden rondom het thema verzet.
75 jaar vrijheid
In 2018 is gestart met de voorbereidingen van een betekenisvolle viering van 75 jaar vrijheid in 2019 en 2020. Naast herdenken en vieren is kennisdelen en educatie een belangrijk onderdeel van deze plannen.
In de aanloop naar dit lustrum is zowel aan Nationaal Kamp Amersfoort, als het Nationaal Monument Kamp Vught € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor meer ruimte voor educatie over WO II, ook in verbinding met actuele maatschappelijke vraagstukken als antisemitisme en discriminatie.
De collectieve erkenning
Op 1 juli 2018 is de subsidieregeling collectieve erkenning Indisch-Moluks Nederland in werking getreden. Deze jaarlijkse subsidie is bedoeld voor scholing en educatie, museale- en kennisfunctie en welzijn/culturele activiteiten. Met collectieve erkenning wordt de ambitie gesteund om de Indisch-Molukse identiteit in Nederland te waarderen en te vieren en het Indisch-Moluks erfgoed te verankeren in de Nederlandse samenleving.
Backpay
In 2018 is een evaluatie uitgevoerd naar de procedures en uitvoering van de backpay, de eenmalige uitkering op morele gronden voor militairen en ambtenaren die tussen 8 maart 1942 en 15 augustus 1945 geen of onvoldoende salaris ontvingen van het gouvernement van voormalig Nederlands-Indië en die op 15 augustus 2015 nog in leven waren. Tijdens de looptijd van de regeling (2016–2017) zijn in totaal 594 Backpay-uitkeringen verstrekt. Uit de evaluatie blijkt dat de regeling is uitgevoerd zoals beoogd en dat de SVB alles binnen haar bereik heeft gedaan om potentieel belanghebbenden te bereiken. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie is toekenning van uitkeringen op basis van de Uitkeringsregeling Backpay definitief beëindigd. Op 29 juni 2018 is de evaluatie aan de Tweede Kamer gezonden (TK 20 454, nr. 130).
Het Nationaal Holocaust Museum en het Namenmonument
Naast de financiële ondersteuning aan het Nationaal Holocaust Museum was er in 2018 een subsidie van het Ministerie van VWS voor het Namenmonument van het Nederlands Auschwitz Comité. Het Namenmonument dient ter herdenking van alle slachtoffers (Joden en Sinti en Roma) die vanuit Nederland tijdens WO II in concentratiekampen zijn vermoord en geen graf hebben. Mede door bezwaarprocedures is de realisatie van het monument vertraagd geraakt en zal naar verwachting in 2019 kunnen worden begonnen met de bouw.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | |||
Verplichtingen | 320.591 | 574.550 | 37.118 | 528.659 | 252.001 | 272.798 | – 20.797 | ||
Uitgaven | 321.328 | 301.646 | 307.376 | 280.834 | 266.660 | 272.798 | – 6.138 | ||
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II en de herinnering aan WO II | 16.165 | 16.262 | 16.706 | 19.861 | 20.794 | 23.788 | – 2.994 | ||
Subsidies | 16.051 | 16.107 | 16.029 | 19.381 | 20.441 | 22.957 | – 2.516 | ||
Nationaal Comité 4 en 5 mei | 5.603 | 5.803 | 5.555 | 5.497 | 5.345 | 4.947 | 398 | ||
Nationale herinneringscentra | 1.788 | 1.814 | 1.809 | 1.833 | 2.358 | 1.811 | 547 | ||
Collectieve Erkenning Indisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 239 | 1.134 | 1.600 | – 466 | ||
Namenmonument | 0 | 0 | 0 | 1.963 | 337 | 800 | – 463 | ||
Zorg- en dienstverlening | 6.295 | 5.955 | 6.504 | 6.243 | 5.945 | 6.500 | – 555 | ||
Overig | 2.365 | 2.535 | 2.161 | 3.606 | 5.322 | 7.299 | – 1.977 | ||
Bekostiging | 0 | 0 | 0 | 37 | 0 | 400 | – 400 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 37 | 0 | 400 | – 400 | ||
Opdrachten | 114 | 155 | 119 | 443 | 353 | 407 | – 54 | ||
Overig | 114 | 155 | 119 | 443 | 353 | 407 | – 54 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 558 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 0 | 0 | 558 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 24 | – 24 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 24 | – 24 | ||
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II | 305.163 | 285.384 | 290.669 | 260.972 | 245.866 | 249.010 | – 3.144 | ||
Inkomensoverdrachten | 287.516 | 271.095 | 277.170 | 247.865 | 234.360 | 235.786 | – 1.426 | ||
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen | 231.500 | 220.700 | 212.900 | 247.865 | 234.297 | 235.786 | – 1.489 | ||
Backpay | 0 | 0 | 18.615 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 56.016 | 50.395 | 45.655 | 0 | 63 | 0 | 63 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 17.647 | 14.289 | 13.499 | 13.107 | 11.506 | 13.224 | – 1.718 | ||
SVB | 11.889 | 10.956 | 10.701 | 10.565 | 9.600 | 10.221 | – 621 | ||
PUR | 3.815 | 3.160 | 2.761 | 2.289 | 1.878 | 1.934 | – 56 | ||
Overig | 1.943 | 173 | 37 | 253 | 28 | 1.069 | – 1.041 | ||
Ontvangsten | 9.125 | 3.765 | 4.820 | 821 | 4.209 | 901 | 3.308 | ||
Overig | 9.125 | 3.765 | 4.820 | 821 | 4.209 | 901 | 3.308 |
E. Toelichting op de instrumenten
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II en de herinnering aan WO II
Kengetal: Percentage van de bevolking dat (veel) belang aan 4 en 5 mei hecht
Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2018 van het Nationaal Comité 4 en 5 mei blijkt dat zes op de tien Nederlanders zich tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei en Bevrijdingsdag op 5 mei in sterke mate met elkaar verbonden voelt. In bovenstaand figuur is te zien dat het draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor de herdenking op 4 mei en de viering van de bevrijding op 5 mei groot is. Acht op de tien Nederlanders geeft aan de Dodenherdenking op 4 mei (heel) belangrijk te vinden. Het aantal Nederlanders dat (veel) belang aan 5 mei hecht, is door de tijd heen iets minder stabiel dan het aantal Nederlanders dat (veel) belang aan 4 mei hecht. In de periode tussen 2015 en 2017 steeg het belang van 74% in 2015 naar 80% in 2017 (het op een na hoogste percentage ooit). In 2018 is het aantal Nederlanders dat belang aan 5 mei hecht weer terug naar 74%.
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
Inkomensoverdrachten
De wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden alleen nog bijgesteld als wijzigingen in aanpalende wetten, bijvoorbeeld op het terrein van zorg en sociale zekerheid, dat noodzakelijk maken. In het kader van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit WO II (Wuv, Wubo, Wiv en Wbp) worden onder andere tegemoetkomingen (inkomensafhankelijk) en vergoedingen (inkomensonafhankelijk) voor bijzondere voorzieningen toegekend als onderdeel van de totale uitkering. Het betreft met name uitgaven voor medische voorzieningen, huishoudelijke hulp, deelname maatschappelijk verkeer en overige voorzieningen zoals vervoer.
Voor 2018 is een bedrag van circa € 234,3 miljoen verstrekt in de vorm van pensioenen en uitkeringen, waarvan het merendeel (€ 136,4 miljoen) voor de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers (Wuv) 1940–1945. De overige € 97,9 miljoen is verstrekt op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Wubo), Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Wbp) en de Algemene Ongevallenregeling (AOR) (zie onderstaande grafiek).
Kengetal: Uitkeringen aan Oorlogsgetroffenen WO II (bedragen x € 1.000.000)
Prestatie-indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.
Bron: SVB V&O Management Informatie Kritische Prestatie Indicatoren 3e tertaal 2018
De realisatie van de gestelde behandeltermijnen was voor de eerste aanvragen is in 2018 97% en daarmee ruim boven de norm. Het aantal nieuwe eerste aanvragen was in 2018 483.
Ontvangsten
Als gevolg van vaststelling van de pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II en de uitvoeringskosten over de jaren 2015 tot en met 2017 is er in 2018 € 3,8 miljoen verrekend met de Sociale Verzekeringsbank. Daarnaast is als gevolg van een lagere vaststelling van de instellingsubsidie aan de Basis een bedrag van € 0,3 miljoen verrekend.