Inleiding
SSC-ICT is partner van en voor het Rijk. Samen met zeven ministeries werkt SSC-ICT aan eeneigentijdse en compacte Rijksdienst. Naast de werkplekautomatisering wordt gewerkt aan de ontwikkeling en het beheer van applicaties, housing en hosting, en ICT-infrastructuren voor rijksgebouwen en tijdens evenementen. 40.000 ambtenaren werken via de ICT-omgeving. Steeds meer doen zij dit mobiel, dus via een flexibele werklocatie. SSC-ICT beheert verder ruim 2.000 applicaties en ondersteunt internationale missies.
SSC-ICT bundelt ICT-services tot diensten waarvan alle ministeries kunnen profiteren. Te denken valt aan het innovatieve overheidsdatacenter (ODC) waar alle ministeries in het verzorgingsgebied van SSC-ICT hun data onderbrengen. Door de toenemende behoefte aan flexibel werken is DWR Next geïmplementeerd, waarbij in 2019 het Ministerie van Justitie en Veiligheid als laatste is aangesloten. Hierdoor kunnen gebruikers plaats- en tijd-onafhankelijk werken op de eigen werkomgeving.
Op basis van de resultaten van een extern onderzoek naar verbetering van de dienstverlening zijn prioriteiten bepaald voor 2019. Naast inzet op storingsarme dienstverlening en verbetering van security, is ook veel effort gestoken in verbetering van de leverbetrouwbaarheid, de (wendbare) organisatie en het realiseren van een positief financieel resultaat.
In 2019 is het aantal major incidents, ten opzichte van 2018, gedaald van 134 naar 57. Verbetering van leverbetrouwbaarheid en de wendbare organisatie zijn in gang gezet op basis van de gesignaleerde knelpunten. Dit is een doorlopende veranderopgave die gedurende de transitieperiode van twee jaar verder gaat. Er is brede consensus dat standaard en maatwerk in al hun facetten (beter) moeten worden gescheiden en dat de technische schuld wordt ingelopen, door middel van extra investeringen. In 2020 gaat SSC-ICT dan ook verder met deze transitie.
Afgelopen jaar is er een stringent financieel beleid gevoerd. Dit heeft, na 4 jaar van verlies, geleid tot een positief saldo van € 21,3 mln. over 2019. In de loop van 2019 is een nieuw kostprijsmodel ontwikkeld, een meerjarig investeringsplan is opgesteld en zijn de bronadministraties verbeterd. Dit zal in de toekomst gaan leiden tot meer grip op- en transparantie over de dienstverlening.
Staat van baten en lasten
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | (4) Realisatie t-1 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet | 318.791 | 292.465 | ‒ 26.326 | 258.312 |
Omzet moederdepartement | 69.896 | 81.371 | 11.475 | 67.882 |
Omzet overige departementen | 248.510 | 210.402 | ‒ 38.108 | 189.764 |
Omzet derden | 385 | 692 | 307 | 666 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 937 | 937 | 2.060 |
Bijzondere baten | 0 | 340 | 340 | 29 |
Totaal baten | 318.791 | 293.742 | ‒ 25.049 | 260.401 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 248.826 | 216.197 | ‒ 32.629 | 224.4281 |
Personele kosten | 139.353 | 112.937 | ‒ 26.416 | 122.022 |
Waarvan eigen personeel | 90.872 | 79.459 | ‒ 11.413 | 76.382 |
Waarvan inhuur externen | 42.826 | 30.474 | ‒ 12.352 | 40.916 |
Waarvan overige personele kosten | 5.655 | 3.004 | ‒ 2.651 | 4.724 |
Materiële kosten | 109.473 | 103.260 | ‒ 6.213 | 102.4061 |
Waarvan apparaat ICT | 93.250 | 81.061 | ‒ 12.189 | 79.7261 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 14.223 | 20.253 | 6.030 | 20.5391 |
Waarvan overige materiële kosten | 2.000 | 1.946 | ‒ 54 | 2.141 |
Rentelasten | 250 | 203 | ‒ 47 | 23 |
Afschrijvingskosten | 69.715 | 53.068 | ‒ 16.647 | 55.987 |
Materieel | 62.023 | 42.987 | ‒ 19.036 | 46.860 |
Waarvan apparaat ICT | 62.023 | 42.987 | ‒ 19.036 | 46.860 |
Immaterieel | 7.692 | 10.081 | 2.389 | 9.127 |
Overige lasten | 0 | 2.912 | 2.912 | 2.682 |
Dotaties voorzieningen | 0 | 1.354 | 1.354 | 1.424 |
Bijzondere lasten | 0 | 1.558 | 1.558 | 1.258 |
Totaal lasten | 318.791 | 272.380 | ‒ 46.411 | 283.1201 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 21.362 | 21.362 | ‒ 22.7191 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ 41 | ‒ 41 | ‒ 19 | |
Saldo van baten en lasten | 0 | 21.321 | 21.321 | ‒ 22.7381 |
Toelichting
Herijking bij Eerste suppletoire begroting 2019
Op basis van een analyse van de tekorten die de afgelopen jaren zijn geleden door SSC-ICT is begin 2019 een herijkt financieel jaarplan opgesteld. Hierin is een pakket van bezuinigen van € 20,9 mln. doorgevoerd. Dit financieel jaarplan vormt de basis voor de begroting zoals deze is verwerkt in de eerste suppletoire begroting 2019. Deze begroting wijkt sterk af van de vastgestelde begroting 2019.
In de Ontwerpbegroting werd nog rekening gehouden met een significante groei van de dienstverlening van circa € 60 mln. ten opzichte van 2018. In het najaar van 2018 bleek dit, mede naar aanleiding van problematiek in de dienstverlening, niet meer realistisch en is deze raming neerwaarts bijgesteld. Dit kon deels worden opgevangen met vermijdbare variabele kosten die samenhangen met een lagere verwachte groei. Op dat moment resteerde nog een tekort van € 32,9 mln. dat langs twee lijnen is opgelost. Ten eerste middels invoering van stringent financieel management dat gepaard ging met de € 20,9 mln. aan bezuinigingen. Ten tweede zijn de afnemers van SSC-ICT bereid gevonden om gezamenlijk een eenmalige bijdrage te verstrekken van € 12 mln. De algemene mening op dat moment was namelijk dat verder bezuinigen onverantwoorde gevolgen kon hebben voor de dienstverlening. In de eerste suppletoire begroting 2019 is op basis van voorgenoemde besluiten, voor baten en lasten een bedrag van € 275,2 mln. opgenomen. Om deze reden wordt in de onderstaande toelichting vooral het verschil verklaard tussen de stand van de eerste suppletoire begroting 2019 en de realisatie 2019.
Baten
De realisatie van de totale baten voor 2019 komt uit op € 293,7 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 275,2 mln. Het verschil van € 18,5 mln. wordt veroorzaakt door een hogere omzet, extra bijzondere baten en vrijval van voorzieningen. (In vergelijking met de vastgestelde begroting 2019 is de realisatie van de totale baten € 25,0 mln. lager).
Omzet
De omzet van generiek en gemeenschappelijk tezamen betreft de omzet uit de dienstverleningsafspraken (DVA’s). Klantspecifiek betreft hoofdzakelijk de omzet van maatwerk en overige klantspecifieke dienstverlening.
De gerealiseerde omzet komt uit op € 292,5 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 275,2 mln. Het verschil van € 17,3 mln. wordt veroorzaakt door zowel meer maatwerk (klantspecifiek) en meer vraag naar gemeenschappelijke voorzieningen.
Omschrijving | Vastgestelde begroting | 1e suppletoire begroting | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|
Generiek | 11.500 | 11.500 | 8.067 | 10.646 |
Gemeenschappelijk | 273.791 | 240.800 | 251.868 | 215.767 |
Klantspecifiek | 33.500 | 22.900 | 32.530 | 31.899 |
Totaal | 318.791 | 275.200 | 292.465 | 258.312 |
De realisatie van generiek en gemeenschappelijk komt uit op € 259,9 mln. In de eerste suppletoire begroting was dit geraamd op € 252,3 mln. Het verschil van € 7,6 mln. wordt veroorzaakt door de toename in aantallen accounts, devices en licenties als gevolg van uitbreiding van de bezetting bij de afnemers. Voor accounts is de toename 5.500, devices (smartphones, tablets) 8.400, laptops (8.400) en PC‘s (1.200). Naast de financiële afspraken met de afnemers op basis van afgesloten DVA’s gaat het hier ook om extra aanvragen voor diverse standaardvoorzieningen.
Ten opzichte van de vastgestelde begroting is de raming van de omzet van de klantspecifieke dienstverlening neerwaarts bijgesteld met € 10,6 mln. Dit was ingegeven door de forse terugloop in 2018 ten opzichte van 2017. Uiteindelijk blijkt dat de realisatie in 2019 zich heeft gestabiliseerd ten opzichte van 2018.
Omschrijving | Realisatie 2019 | Realisatie 2019 |
---|---|---|
Waarvan generiek | 709 | 779 |
Waarvan gemeenschappelijk | 69.603 | 55.029 |
Waarvan klantspecifiek | 11.059 | 12.074 |
Waarvan bijdrage van het moederdepartement | 0 | 0 |
Totaal | 81.371 | 67.882 |
Vrijval voorzieningen
Dit betreft de vrijval voorziening dubieuze debiteuren en de vrijval voorziening onderhoud licenties (tezamen € 0,9 mln.).
Bijzondere baten
De toename in gebruik van extra licenties in 2019 heeft geleid tot een herberekening van de boekwaarde van de activapost licenties. Dit heeft geresulteerd in een hogere boekwaarde van € 0,3 mln. wat ten gunste van de bijzondere baten is geboekt.
Lasten
De gerealiseerde totale lasten zijn € 272,4 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 275,2 mln. Het verschil van € 2,8 mln. is het resultaat van lagere lasten op personeel, afschrijvingen en hogere lasten voor materieel.
Personele kosten
De realisatie van de personele kosten komt uit op € 112,9 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 114,8 mln. Het verschil van € 1,9 mln. wordt veroorzaakt door lagere lasten voor ambtelijk personeel en hogere lasten voor externe inhuur.
De gerealiseerde lasten voor ambtelijk personeel, inclusief overige personeelskosten, komen uit op € 82,5 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 85,8 mln. Het verschil van € 3,3 mln. wordt veroorzaakt door de krimpende bezetting, welke in 2019 is gedaald van 1.006,9 fte per 1 januari 2019 naar 950,6 fte per 31 december 2019. In de oorspronkelijke begroting 2019 werd nog van een groei uitgegaan.
De realisatie van de lasten voor inhuur van externen komt uit op € 30,5 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 29 mln. Het verschil van € 1,5 mln. wordt met name veroorzaakt door de uitvoering van de no-regret-maatregelen. De dekking van deze maatregelen was geraamd bij de overige lasten. In 2018 was de realisatie op externe inhuur nog € 40,9 mln. Het aantal externen is in 2019 gestegen van 191,2 fte in januari naar 197 op 31 december. Ten opzichte van de ambtelijke bezetting is dit een stijging van 16% naar 17%. Dit is voornamelijk het gevolg van de krimpende ambtelijke bezetting.
Materiële kosten
De realisatie van de materiële kosten komt uit op € 103,3 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 94,4 mln. Het verschil van € 8,9 mln. wordt veroorzaakt door hogere apparaatskosten ICT en hogere bijdragen SSO‘s.
Bij apparaatskosten ICT betreft het voornamelijk extra storage- en licentiekosten. Door toename van circa 2.200 gebruikers bij de afnemers in 2019 zijn meerkosten gemaakt voor support als gevolg van uitbreiding van storage (€1,5 mln.) alsmede voor Citrix- en Microsoftlicenties (€ 2 mln.). Tevens heeft intensivering plaatsgevonden op de virtuele servers (€ 1,2 mln.).
De realisatie van de bijdragen aan SSO’s is € 20,3 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 16,1 mln. Het verschil van € 4,2 mln. wordt veroorzaakt door een stijging in de vaste lasten voor huur en facilitaire dienstverlening alsmede door extra verhuis- en verbouwkosten. Tevens is € 3,7 mln. bijdragen aan SSO's gerealiseerd waarvan de dekking bij overige lasten was gereserveerd.
Rentelasten
De realisatie van de rentelasten komt uit op € 0,2 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op nihil. Het verschil betreft de terugbetaling van een aantal leningen aan het Ministerie van Financiën met betrekking tot overbelening. Dit heeft geleid tot een (boete)rente. In de afgelopen jaren was het bedrag aan uitstaande leningen hoger dan de waarde van de totale activa. Tevens hebben wij ook een boeterente betaald aan de intermediair voor de vervoerskosten Rijk.
Afschrijvingskosten
De realisatie van de afschrijvingskosten komt uit op € 53,1 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 56,5 mln. Het verschil van € 3,4 mln. wordt veroorzaakt door het achterblijven van de investeringen. Begin 2019 is een meerjarig investeringsplan SSC-ICT opgesteld met een plafond van € 43,4 mln. Ten opzichte van dit plan zijn de investeringen – als gevolg van een stringent financieel beleid - achtergebleven. Voor circa € 9,9 mln. zijn in 2019 geen daadwerkelijke inkoopaanvragen ingediend (dus niet geactiveerd en afgeschreven).
Overige lasten
In de eerste suppletoire begroting was de raming € 9,6 mln. Hierin was een bedrag van € 3,7 mln. gereserveerd voor bijdragen SSO's, zijnde FMH, P-Direkt, UBR en Doc-Direkt. Daarnaast was voor de uitvoering van de no-regret-maatregelen € 2,0 mln. geraamd.
Dotaties voorzieningen
Ten behoeve van het uitfaseren van ruim 1.700 Windows servers 2008 is een voorziening getroffen van € 1,4 mln. De voorziening betreft de niet te vermijden uitgaven voor de noodzakelijke aankoop van extended security updates en manuren voor servers die geen toegevoegde waarde meer hebben.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten worden gevormd door de desinvesteringen van met name devices die vervroegd worden afgeschreven, bijvoorbeeld vanwege diefstal of verlies maar ook bij dusdanige beschadiging dat ze niet langer bruikbaar zijn. De realisatie komt uit op € 1,6 mln.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten over 2019 komt uit op € 21,3 mln. positief. Door het voeren van stringent financieel beleid is de realisatie van de totale lasten € 2,8 mln. lager dan geraamd in de eerste suppletoire begroting. Lagere personeelskosten van € 1,9 mln. als gevolg van een krimpende ambtelijke bezetting en lagere afschrijvingskosten van € 3,4 mln. als het gevolg van het achterblijven van investeringen (mede door de krimpende ambtelijke bezetting). Ook de kosten voor datalijnen, telefonie en uitbesteding komen lager uit dan de raming.
De totale baten komen € 18,5 mln. hoger uit dan geraamd in de eerste suppletoire begroting 2019. Dit is met name het gevolg van een toename in de afname van accounts, devices (smartphones, tablets), laptops en PC’s als gevolg van uitbreiding bij de afnemers. Tevens speelt de behoedzame raming van de omzet, ingegeven door de forse terugloop hiervan in 2018, een rol.
Stringent financieel management heeft er in geresulteerd dat de extra dienstverlening (die heeft geleid tot de omzetstijging) vrijwel volledig is gerealiseerd zonder meerkosten.
Balans
Balans 2019 | Balans 2018 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 86.491 | 107.604 |
Immateriële vaste activa | 19.727 | 22.351 |
Materiële vaste activa | 66.764 | 85.253 |
Grond en gebouwen | 0 | 0 |
Installaties en inventarissen | 2.603 | 1.797 |
Projecten in uitvoering | 0 | 0 |
Overige materiële vaste activa | 64.161 | 83.456 |
Vlottende activa | 58.547 | 50.368 |
Voorraden en onderhanden projecten | 4.351 | 2.948 |
Vorderingen | 45.589 | 39.964 |
Debiteuren | 11.463 | 11.618 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 34.126 | 28.346 |
Liquide middelen | 8.607 | 7.456 |
Totaal activa | 145.038 | 157.972 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 23.555 | ‒ 20.2001 |
Exploitatiereserve | 2.234 | 2.5381 |
Onverdeeld resultaat | 21.321 | ‒ 22.738 |
Voorzieningen | 6.830 | 9.129 |
Langlopende schulden | 39.892 | 55.762 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 39.892 | 55.762 |
Kortlopende schulden | 74.761 | 113.2811 |
Crediteuren | 8.803 | 17.409 |
Belastingen en premies sociale lasten | 72 | 191 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 42.738 | 60.841 |
Overige schulden en overlopende passiva | 23.148 | 34.8401 |
Totaal passiva | 145.038 | 157.972 |
Toelichting
Debiteuren
De stand van de debiteuren kan als volgt worden gespecificeerd:
Omschrijving | 31-12-2019 | 31-12-2018 |
---|---|---|
Debiteuren moederdepartement | 1.508 | 3.811 |
Debiteuren overige departementen | 9.955 | 9.568 |
Debiteuren derden | 0 | 48 |
11.463 | 13.427 | |
-/- Voorziening dubieuze debiteuren | 0 | ‒ 1.809 |
Totaal | 11.463 | 11.618 |
Overige vorderingen en overlopende activa
De specificatie naar afnemersgroep is als volgt:
Omschrijving | 31-12-2019 | 31-12-2018 |
---|---|---|
Overige vorderingen en overlopende activa Moederdepartement | 893 | 974 |
Overige vorderingen en overlopende activa overige departementen | 3.415 | 3.400 |
Overige vorderingen en overlopende activa derden | 29.818 | 23.972 |
34.126 | 28.346 |
Eigen vermogen
2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|
Saldo per 1 januari | ‒ 17.330 | ‒ 43.267 | ‒ 20.200 |
Foutherstel | ‒ 3.463 | 2.234 | 0 |
Gecorrigeerd saldo per 31 december | ‒ 20.793 | ‒ 41.033 | ‒ 20.200 |
Saldo van baten en lasten | 37.704 | 24.972 | 21.321 |
Directie mutaties in het eigen vermogen | |||
Uitkering aan het moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage door het moederdepartement | 15.230 | 45.805 | 22.434 |
Overige mutaties | 0 | 0 | 0 |
Saldo per 31 december | ‒ 43.267 | ‒ 20.200 | 23.555 |
Op grond van 5% van de gemiddelde omzet over de jaren 2017 tot en met 2019, bedraagt de maximaal toegestane stand eigen vermogen € 13,2 mln. Conform artikel 25 van de Regeling Agentschappen zal het surplus eigen vermogen, uiterlijk bij de 1e suppletoire begrotingswet worden hersteld. Dit herstel vindt plaats door afstorting naar het moederdepartement.
Het Ministerie van Financiën heeft begin 2020 ingestemd met het verzoek voor het inrichten van een bestemmingsfonds met eenzelfde looptijd als het transitieplan SSC-ICT, te weten drie jaar (2020-2023). Daarmee verleent het Ministerie van Financiën een uitzondering op artikel 27 lid 4a van de Regeling Agentschappen voor een periode van drie jaar (tot 2023).
Dit biedt SSC-ICT de mogelijkheid een bestemmingsfonds voor de transitie 2020-2023 op te nemen onder het eigen vermogen. Hiertoe zal SSC-ICT, voor 2020, een bedrag van € 6,5 mln. van het resultaat over 2019 doteren aan het bestemmingsfonds.
Het surplus eigen vermogen van € 3,8 mln. wordt hersteld bij de 1e suppletoire begrotingswet door afstorting naar het moederdepartement.
Voorzieningen
Omschrijving | Stand per 31-12-2018 | Vrijval 2019 | Dotatie 2019 | Onttrekking 2019 | Stand per 31-12-2019 |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening onderhoud licenties | 9.129 | ‒ 737 | 0 | ‒ 2.916 | 5.476 |
Voorziening Windows servers 2008 | 0 | 0 | 1.354 | 0 | 1.354 |
Totaal | 9.129 | ‒ 737 | 1.354 | ‒ 2.916 | 6.830 |
Kortlopende schulden
Omschrijving | 31-12-2019 | 31-12-2018 |
---|---|---|
Crediteuren moederdepartement | 357 | 9.288 |
Crediteuren overige departementen | 0 | 26 |
Crediteuren derden | 8.446 | 8.095 |
Totaal | 8.803 | 17.409 |
31-12-2019 | 31-12-2018 | ||
---|---|---|---|
Overige verplichtingen en overlopende passiva Moederdepartement | 11.632 | 15.3081 | |
Overige verplichtingen en overlopende passiva overige departementen | 485 | 1.950 | |
Overige verplichtingen en overlopende passiva Derden | 11.031 | 17.582 | |
23.148 | 34.8401 |
Kasstroomoverzicht
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2019 + stand depositorekeningen | 17.000 | 7.451 | ‒ 9.549 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 318.791 | 292.630 | ‒ 26.161 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 249.076 | ‒ 247.985 | 1.091 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 69.715 | 44.645 | ‒ 25.070 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 47.118 | ‒ 33.513 | 13.605 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.558 | 1.558 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 47.118 | ‒ 31.995 | 15.163 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 22.434 | 22.434 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 69.715 | ‒ 59.373 | 10.342 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 47.118 | 25.400 | ‒ 21.718 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 22.597 | ‒ 11.539 | 11.058 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2019 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €. | 17.000 | 8.602 | ‒ 8.393 |
Toelichting
Investeringskasstroom
Het totaal van de investeringen in ICT goederen (hard- en software) in 2019 bedroeg € 33,5 mln. De investeringen zijn per saldo lager dan begroot. Dit wordt, ondanks een toename in de waarde, veroorzaakt door een begin 2019 afgekondigde bestedingsstop en invoering van voorafgaand financieel toezicht.
Financieringskasstroom
De eenmalige storting van € 22,4 mln. van het moederdepartement betreft de aanvulling van de eigenaar van het negatieve eigen vermogen over 2018, conform de regeling Agentschappen. SSC-ICT roept enkele keren per jaar de leningen af. Voor 2019 bedraagt het beroep op de leenfaciliteit € 25,4 mln. De stand van de rekening courant RHB per 31 december 2019 ad € 8,6 mln. is de resultante van het behaalde resultaat en het saldo van de in de jaren opgebouwde vorderingen- en schuldenpositie.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Vastgestelde begroting 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generiek deel | |||||
Kostprijs backend werkomgeving | 670 | 780 | 865 | 1.015 | 865 |
Kostprijs locatiegebonden werkplek | 650 | 680 | 795 | 870 | 795 |
Kostprijs Kiosk PC incl. monitor | 310 | 270 | 325 | 340 | 245 |
Omzet per productgroep (PxQ) | 234.744 | 242.362 | 258.312 | 292.465 | 318.791 |
Generiek | 12.105 | 11.514 | 10.646 | 8.067 | 11.500 |
Gemeenschappelijk | 168.293 | 191.903 | 215.767 | 251.868 | 273.791 |
Klantspecifiek | 54.346 | 38.945 | 31.899 | 32.530 | 33.500 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 720,2 | 834,4 | 963,8 | 974,9 | 1.043 |
Saldo van baten en lasten (%) | 7,8% | ‒ 17,0% | ‒ 8,8% | 7,3% | 0,0%1 |
Klanttevredenheid (KTO) | 7 | 6,9 | 6,8 | niet uitgevoerd | 7 |
Medewerkertevredenheid (MTO) | NB | 6,8 | 6,2 | niet uitgevoerd | 7 |
Omschrijving Specifiek Deel ICT diensten | |||||
Beschik-/betrouwbaarheid basisfunctionaliteit2 | 100,0% | 100,0% | NB | NB | 99,9% |
Geleverd binnen gestelde termijn | 91,0% | 90,0% | 71,0% | 89,9% | 90,0% |
Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd | 88,0% | 87,0% | 96,0% | 77,2% | 90,0% |
Kwaliteit beantwoorden vragen | |||||
Beantwoorden helpdeskvragen binnen afgesproken tijd2 | 99,0% | 97,0% | NB | NB | 95,0% |
Direct beantwoorden helpdeskvragen2 | 88,2% | 86,0% | 83,0% | NB | 85,0% |
Toelichting
Generiek deel doelmatigheidsindicatoren
De gemiddelde bezetting van ambtelijk personeel in 2019 komt uit 974,9 fte. De bezetting is gedaald van 1.006,9 fte per 1 januari 2019 naar 950,6 fte per 31 december 2019. In de vastgestelde begroting 2019 werd nog van een groei uitgegaan. Voor de eerste helft van 2019 was, als bezuinigingsmaatregel, een vacaturestop afgekondigd. Daarbij, als gevolg van de krapte op de ICT arbeidsmarkt, is gebleken dat het moeilijk is om ICT personeel te werven teneinde de uitstroom op te vangen.
Het klanttevredenheidsonderzoek (KTO) en het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) zijn in 2019 niet uitgevoerd. Er wordtgewerkt aan een voorstel om verschillende tevredenheidsmetingen te integreren. In 2019 is wel een projecttevredenheidsonderzoek uitgevoerd bij klantprojecten waar een score van 8,1 uit is gekomen.
Toelichting specifieke deel doelmatigheidsindicatoren
Gebleken is dat een aantal specifieke doelmatigheidsindicatoren niet goed kan worden bijgehouden. Voor het verbeteren van de Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI ‘s), welke ten grondslag liggen aan bovenstaand overzicht, zal een analyse worden uitgevoerd voor wat betreft de omvang van de informatie en de meetbaarheid van de indicatoren. Tevens zal de verantwoordelijkheid voor de KPI ’s voor wat betreft kaderstelling en monitoring transparant worden belegd in de organisatie.
Geleverd binnen de gestelde termijn
Dit betreft standaard aanvragen die binnen de afgesproken servicelevels zijn afgehandeld. De gemiddelde score over 2019 komt uit op 89,9% ten opzichte van een norm van 90%. In 2019 is het Lifecycle Management (LCM), mede in het licht van doelstelling in 2019 zwarte cijfers te schrijven, nader bezien. Hierdoor zijn de leveringen aan de afnemers van devices enigszins onder druk komen te staan.
Incidenten hersteld binnen de afgesproken tijd
Dit betreft de functiehersteltijd van major incidents met een norm van 90% hersteld binnen 8 uur. De score over 2019 komt uit op 77,2%, oftewel 13 van de 57 major incidents voldeden niet aan de norm. In voorgaande jaren lag dit percentage boven de 90%. Gezien de diversiteit in major incidents is de snelheid van oplossen per incident anders. Het aantal major incidents was in 2018 beduidend hoger, namelijk 134. De maatregelen die zijn genomen zoals het wegnemen van oorzaken na verstoringen, verbeteren van het changeproces en bewustwording door communicatie naar de teams, hebben effect gehad op het aantal major incidents.