Base description which applies to whole site

14. Jaarverantwoording agentschap Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT) per 31 december 2019

Inleiding

SSC-ICT is partner van en voor het Rijk. Samen met zeven ministeries werkt SSC-ICT aan eeneigentijdse en compacte Rijksdienst. Naast de werkplekautomatisering wordt gewerkt aan de ontwikkeling en het beheer van applicaties, housing en hosting, en ICT-infrastructuren voor rijksgebouwen en tijdens evenementen. 40.000 ambtenaren werken via de ICT-omgeving. Steeds meer doen zij dit mobiel, dus via een flexibele werklocatie. SSC-ICT beheert verder ruim 2.000 applicaties en ondersteunt internationale missies.

SSC-ICT bundelt ICT-services tot diensten waarvan alle ministeries kunnen profiteren. Te denken valt aan het innovatieve overheidsdatacenter (ODC) waar alle ministeries in het verzorgingsgebied van SSC-ICT hun data onderbrengen. Door de toenemende behoefte aan flexibel werken is DWR Next geïmplementeerd, waarbij in 2019 het Ministerie van Justitie en Veiligheid als laatste is aangesloten. Hierdoor kunnen gebruikers plaats- en tijd-onafhankelijk werken op de eigen werkomgeving.

Op basis van de resultaten van een extern onderzoek naar verbetering van de dienstverlening zijn prioriteiten bepaald voor 2019. Naast inzet op storingsarme dienstverlening en verbetering van security, is ook veel effort gestoken in verbetering van de leverbetrouwbaarheid, de (wendbare) organisatie en het realiseren van een positief financieel resultaat.

In 2019 is het aantal major incidents, ten opzichte van 2018, gedaald van 134 naar 57. Verbetering van leverbetrouwbaarheid en de wendbare organisatie zijn in gang gezet op basis van de gesignaleerde knelpunten. Dit is een doorlopende veranderopgave die gedurende de transitieperiode van twee jaar verder gaat. Er is brede consensus dat standaard en maatwerk in al hun facetten (beter) moeten worden gescheiden en dat de technische schuld wordt ingelopen, door middel van extra investeringen. In 2020 gaat SSC-ICT dan ook verder met deze transitie.

Afgelopen jaar is er een stringent financieel beleid gevoerd. Dit heeft, na 4 jaar van verlies, geleid tot een positief saldo van € 21,3 mln. over 2019. In de loop van 2019 is een nieuw kostprijsmodel ontwikkeld, een meerjarig investeringsplan is opgesteld en zijn de bronadministraties verbeterd. Dit zal in de toekomst gaan leiden tot meer grip op- en transparantie over de dienstverlening.

Staat van baten en lasten

Tabel 59 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap SSC-ICT (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Realisatie

(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

(4) Realisatie t-1

Baten

    

Omzet

318.791

292.465

‒ 26.326

258.312

Omzet moederdepartement

69.896

81.371

11.475

67.882

Omzet overige departementen

248.510

210.402

‒ 38.108

189.764

Omzet derden

385

692

307

666

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

937

937

2.060

Bijzondere baten

0

340

340

29

Totaal baten

318.791

293.742

‒ 25.049

260.401

     

Lasten

    

Apparaatskosten

248.826

216.197

‒ 32.629

224.4281

Personele kosten

139.353

112.937

‒ 26.416

122.022

Waarvan eigen personeel

90.872

79.459

‒ 11.413

76.382

Waarvan inhuur externen

42.826

30.474

‒ 12.352

40.916

Waarvan overige personele kosten

5.655

3.004

‒ 2.651

4.724

Materiële kosten

109.473

103.260

‒ 6.213

102.4061

Waarvan apparaat ICT

93.250

81.061

‒ 12.189

79.7261

Waarvan bijdrage aan SSO's

14.223

20.253

6.030

20.5391

Waarvan overige materiële kosten

2.000

1.946

‒ 54

2.141

Rentelasten

250

203

‒ 47

23

Afschrijvingskosten

69.715

53.068

‒ 16.647

55.987

Materieel

62.023

42.987

‒ 19.036

46.860

Waarvan apparaat ICT

62.023

42.987

‒ 19.036

46.860

Immaterieel

7.692

10.081

2.389

9.127

Overige lasten

0

2.912

2.912

2.682

Dotaties voorzieningen

0

1.354

1.354

1.424

Bijzondere lasten

0

1.558

1.558

1.258

Totaal lasten

318.791

272.380

‒ 46.411

283.1201

     

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

21.362

21.362

‒ 22.7191

Agentschapsdeel Vpb-lasten

 

‒ 41

‒ 41

‒ 19

Saldo van baten en lasten

0

21.321

21.321

‒ 22.7381

1

Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden, vanwege foutherstel datalijnen Haagse Ring 2018 en de correctie huisvestingskosten ODC.

Toelichting

Herijking bij Eerste suppletoire begroting 2019

Op basis van een analyse van de tekorten die de afgelopen jaren zijn geleden door SSC-ICT is begin 2019 een herijkt financieel jaarplan opgesteld. Hierin is een pakket van bezuinigen van € 20,9 mln. doorgevoerd. Dit financieel jaarplan vormt de basis voor de begroting zoals deze is verwerkt in de eerste suppletoire begroting 2019. Deze begroting wijkt sterk af van de vastgestelde begroting 2019.

In de Ontwerpbegroting werd nog rekening gehouden met een significante groei van de dienstverlening van circa € 60 mln. ten opzichte van 2018. In het najaar van 2018 bleek dit, mede naar aanleiding van problematiek in de dienstverlening, niet meer realistisch en is deze raming neerwaarts bijgesteld. Dit kon deels worden opgevangen met vermijdbare variabele kosten die samenhangen met een lagere verwachte groei. Op dat moment resteerde nog een tekort van € 32,9 mln. dat langs twee lijnen is opgelost. Ten eerste middels invoering van stringent financieel management dat gepaard ging met de € 20,9 mln. aan bezuinigingen. Ten tweede zijn de afnemers van SSC-ICT bereid gevonden om gezamenlijk een eenmalige bijdrage te verstrekken van € 12 mln. De algemene mening op dat moment was namelijk dat verder bezuinigen onverantwoorde gevolgen kon hebben voor de dienstverlening. In de eerste suppletoire begroting 2019 is op basis van voorgenoemde besluiten, voor baten en lasten een bedrag van € 275,2 mln. opgenomen. Om deze reden wordt in de onderstaande toelichting vooral het verschil verklaard tussen de stand van de eerste suppletoire begroting 2019 en de realisatie 2019.

Baten

De realisatie van de totale baten voor 2019 komt uit op € 293,7 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 275,2 mln. Het verschil van € 18,5 mln. wordt veroorzaakt door een hogere omzet, extra bijzondere baten en vrijval van voorzieningen. (In vergelijking met de vastgestelde begroting 2019 is de realisatie van de totale baten € 25,0 mln. lager).

Omzet

De omzet van generiek en gemeenschappelijk tezamen betreft de omzet uit de dienstverleningsafspraken (DVA’s). Klantspecifiek betreft hoofdzakelijk de omzet van maatwerk en overige klantspecifieke dienstverlening.

De gerealiseerde omzet komt uit op € 292,5 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 275,2 mln. Het verschil van € 17,3 mln. wordt veroorzaakt door zowel meer maatwerk (klantspecifiek) en meer vraag naar gemeenschappelijke voorzieningen.

Tabel 60 Omzet (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

1e suppletoire begroting

Realisatie 2019

Realisatie 2018

     

Generiek

11.500

11.500

8.067

10.646

Gemeenschappelijk

273.791

240.800

251.868

215.767

Klantspecifiek

33.500

22.900

32.530

31.899

Totaal

318.791

275.200

292.465

258.312

De realisatie van generiek en gemeenschappelijk komt uit op € 259,9 mln. In de eerste suppletoire begroting was dit geraamd op € 252,3 mln. Het verschil van € 7,6 mln. wordt veroorzaakt door de toename in aantallen accounts, devices en licenties als gevolg van uitbreiding van de bezetting bij de afnemers. Voor accounts is de toename 5.500, devices (smartphones, tablets) 8.400, laptops (8.400) en PC‘s (1.200). Naast de financiële afspraken met de afnemers op basis van afgesloten DVA’s gaat het hier ook om extra aanvragen voor diverse standaardvoorzieningen.

Ten opzichte van de vastgestelde begroting is de raming van de omzet van de klantspecifieke dienstverlening neerwaarts bijgesteld met € 10,6 mln. Dit was ingegeven door de forse terugloop in 2018 ten opzichte van 2017. Uiteindelijk blijkt dat de realisatie in 2019 zich heeft gestabiliseerd ten opzichte van 2018.

Tabel 61 Specificatie van omzet en bijdrage moederdepartement (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Realisatie 2019

Realisatie 2019

Waarvan generiek

709

779

Waarvan gemeenschappelijk

69.603

55.029

Waarvan klantspecifiek

11.059

12.074

Waarvan bijdrage van het moederdepartement

0

0

Totaal

81.371

67.882

Vrijval voorzieningen

Dit betreft de vrijval voorziening dubieuze debiteuren en de vrijval voorziening onderhoud licenties (tezamen € 0,9 mln.).

Bijzondere baten

De toename in gebruik van extra licenties in 2019 heeft geleid tot een herberekening van de boekwaarde van de activapost licenties. Dit heeft geresulteerd in een hogere boekwaarde van € 0,3 mln. wat ten gunste van de bijzondere baten is geboekt.

Lasten

De gerealiseerde totale lasten zijn € 272,4 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 275,2 mln. Het verschil van € 2,8 mln. is het resultaat van lagere lasten op personeel, afschrijvingen en hogere lasten voor materieel.

Personele kosten

De realisatie van de personele kosten komt uit op € 112,9 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 114,8 mln. Het verschil van € 1,9 mln. wordt veroorzaakt door lagere lasten voor ambtelijk personeel en hogere lasten voor externe inhuur.

De gerealiseerde lasten voor ambtelijk personeel, inclusief overige personeelskosten, komen uit op € 82,5 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 85,8 mln. Het verschil van € 3,3 mln. wordt veroorzaakt door de krimpende bezetting, welke in 2019 is gedaald van 1.006,9 fte per 1 januari 2019 naar 950,6 fte per 31 december 2019. In de oorspronkelijke begroting 2019 werd nog van een groei uitgegaan.

De realisatie van de lasten voor inhuur van externen komt uit op € 30,5 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 29 mln. Het verschil van € 1,5 mln. wordt met name veroorzaakt door de uitvoering van de no-regret-maatregelen. De dekking van deze maatregelen was geraamd bij de overige lasten. In 2018 was de realisatie op externe inhuur nog € 40,9 mln. Het aantal externen is in 2019 gestegen van 191,2 fte in januari naar 197 op 31 december. Ten opzichte van de ambtelijke bezetting is dit een stijging van 16% naar 17%. Dit is voornamelijk het gevolg van de krimpende ambtelijke bezetting.

Materiële kosten

De realisatie van de materiële kosten komt uit op € 103,3 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 94,4 mln. Het verschil van € 8,9 mln. wordt veroorzaakt door hogere apparaatskosten ICT en hogere bijdragen SSO‘s.

Bij apparaatskosten ICT betreft het voornamelijk extra storage- en licentiekosten. Door toename van circa 2.200 gebruikers bij de afnemers in 2019 zijn meerkosten gemaakt voor support als gevolg van uitbreiding van storage (€1,5 mln.) alsmede voor Citrix- en Microsoftlicenties (€ 2 mln.). Tevens heeft intensivering plaatsgevonden op de virtuele servers (€ 1,2 mln.).

De realisatie van de bijdragen aan SSO’s is € 20,3 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 16,1 mln. Het verschil van € 4,2 mln. wordt veroorzaakt door een stijging in de vaste lasten voor huur en facilitaire dienstverlening alsmede door extra verhuis- en verbouwkosten. Tevens is € 3,7 mln. bijdragen aan SSO's gerealiseerd waarvan de dekking bij overige lasten was gereserveerd.

Rentelasten

De realisatie van de rentelasten komt uit op € 0,2 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op nihil. Het verschil betreft de terugbetaling van een aantal leningen aan het Ministerie van Financiën met betrekking tot overbelening. Dit heeft geleid tot een (boete)rente. In de afgelopen jaren was het bedrag aan uitstaande leningen hoger dan de waarde van de totale activa. Tevens hebben wij ook een boeterente betaald aan de intermediair voor de vervoerskosten Rijk.

Afschrijvingskosten

De realisatie van de afschrijvingskosten komt uit op € 53,1 mln. In de eerste suppletoire begroting 2019 was dit geraamd op € 56,5 mln. Het verschil van € 3,4 mln. wordt veroorzaakt door het achterblijven van de investeringen. Begin 2019 is een meerjarig investeringsplan SSC-ICT opgesteld met een plafond van € 43,4 mln. Ten opzichte van dit plan zijn de investeringen – als gevolg van een stringent financieel beleid - achtergebleven. Voor circa € 9,9 mln. zijn in 2019 geen daadwerkelijke inkoopaanvragen ingediend (dus niet geactiveerd en afgeschreven).

Overige lasten

In de eerste suppletoire begroting was de raming € 9,6 mln. Hierin was een bedrag van € 3,7 mln. gereserveerd voor bijdragen SSO's, zijnde FMH, P-Direkt, UBR en Doc-Direkt. Daarnaast was voor de uitvoering van de no-regret-maatregelen € 2,0 mln. geraamd.

Dotaties voorzieningen

Ten behoeve van het uitfaseren van ruim 1.700 Windows servers 2008 is een voorziening getroffen van € 1,4 mln. De voorziening betreft de niet te vermijden uitgaven voor de noodzakelijke aankoop van extended security updates en manuren voor servers die geen toegevoegde waarde meer hebben.

Bijzondere lasten

De bijzondere lasten worden gevormd door de desinvesteringen van met name devices die vervroegd worden afgeschreven, bijvoorbeeld vanwege diefstal of verlies maar ook bij dusdanige beschadiging dat ze niet langer bruikbaar zijn. De realisatie komt uit op € 1,6 mln.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten over 2019 komt uit op € 21,3 mln. positief. Door het voeren van stringent financieel beleid is de realisatie van de totale lasten € 2,8 mln. lager dan geraamd in de eerste suppletoire begroting. Lagere personeelskosten van € 1,9 mln. als gevolg van een krimpende ambtelijke bezetting en lagere afschrijvingskosten van € 3,4 mln. als het gevolg van het achterblijven van investeringen (mede door de krimpende ambtelijke bezetting). Ook de kosten voor datalijnen, telefonie en uitbesteding komen lager uit dan de raming.

De totale baten komen € 18,5 mln. hoger uit dan geraamd in de eerste suppletoire begroting 2019. Dit is met name het gevolg van een toename in de afname van accounts, devices (smartphones, tablets), laptops en PC’s als gevolg van uitbreiding bij de afnemers. Tevens speelt de behoedzame raming van de omzet, ingegeven door de forse terugloop hiervan in 2018, een rol.

Stringent financieel management heeft er in geresulteerd dat de extra dienstverlening (die heeft geleid tot de omzetstijging) vrijwel volledig is gerealiseerd zonder meerkosten.

Balans

Tabel 62 Balans per 31 december 2019 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2019

Balans 2018

Activa

  

Vaste activa

86.491

107.604

Immateriële vaste activa

19.727

22.351

Materiële vaste activa

66.764

85.253

Grond en gebouwen

0

0

Installaties en inventarissen

2.603

1.797

Projecten in uitvoering

0

0

Overige materiële vaste activa

64.161

83.456

Vlottende activa

58.547

50.368

Voorraden en onderhanden projecten

4.351

2.948

Vorderingen

45.589

39.964

Debiteuren

11.463

11.618

Overige vorderingen en overlopende activa

34.126

28.346

Liquide middelen

8.607

7.456

Totaal activa

145.038

157.972

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

23.555

‒ 20.2001

Exploitatiereserve

2.234

2.5381

Onverdeeld resultaat

21.321

‒ 22.738

Voorzieningen

6.830

9.129

Langlopende schulden

39.892

55.762

Leningen bij het Ministerie van Financiën

39.892

55.762

Kortlopende schulden

74.761

113.2811

Crediteuren

8.803

17.409

Belastingen en premies sociale lasten

72

191

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

42.738

60.841

Overige schulden en overlopende passiva

23.148

34.8401

Totaal passiva

145.038

157.972

1

Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden, vanwege foutherstel datalijnen Haagse Ring 2018.

Toelichting

Debiteuren

De stand van de debiteuren kan als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 63 Debiteuren (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2019

31-12-2018

   

Debiteuren moederdepartement

1.508

3.811

Debiteuren overige departementen

9.955

9.568

Debiteuren derden

0

48

 

11.463

13.427

-/- Voorziening dubieuze debiteuren

0

‒ 1.809

   

Totaal

11.463

11.618

Overige vorderingen en overlopende activa

De specificatie naar afnemersgroep is als volgt:

Tabel 64 Overige vorderingen en overlopende activa (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2019

31-12-2018

   

Overige vorderingen en overlopende activa Moederdepartement

893

974

Overige vorderingen en overlopende activa overige departementen

3.415

3.400

Overige vorderingen en overlopende activa derden

29.818

23.972

 

34.126

28.346

Eigen vermogen

Tabel 65 Eigen vermogen (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

Saldo per 1 januari

‒ 17.330

‒ 43.267

‒ 20.200

Foutherstel

‒ 3.463

2.234

0

Gecorrigeerd saldo per 31 december

‒ 20.793

‒ 41.033

‒ 20.200

Saldo van baten en lasten

37.704

24.972

21.321

    

Directie mutaties in het eigen vermogen

   

Uitkering aan het moederdepartement

0

0

0

Bijdrage door het moederdepartement

15.230

45.805

22.434

Overige mutaties

0

0

0

    

Saldo per 31 december

‒ 43.267

‒ 20.200

23.555

Op grond van 5% van de gemiddelde omzet over de jaren 2017 tot en met 2019, bedraagt de maximaal toegestane stand eigen vermogen € 13,2 mln. Conform artikel 25 van de Regeling Agentschappen zal het surplus eigen vermogen, uiterlijk bij de 1e suppletoire begrotingswet worden hersteld. Dit herstel vindt plaats door afstorting naar het moederdepartement.

Het Ministerie van Financiën heeft begin 2020 ingestemd met het verzoek voor het inrichten van een bestemmingsfonds met eenzelfde looptijd als het transitieplan SSC-ICT, te weten drie jaar (2020-2023). Daarmee verleent het Ministerie van Financiën een uitzondering op artikel 27 lid 4a van de Regeling Agentschappen voor een periode van drie jaar (tot 2023).

Dit biedt SSC-ICT de mogelijkheid een bestemmingsfonds voor de transitie 2020-2023 op te nemen onder het eigen vermogen. Hiertoe zal SSC-ICT, voor 2020, een bedrag van € 6,5 mln. van het resultaat over 2019 doteren aan het bestemmingsfonds.

Het surplus eigen vermogen van € 3,8 mln. wordt hersteld bij de 1e suppletoire begrotingswet door afstorting naar het moederdepartement.

Voorzieningen

Tabel 66 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Stand per 31-12-2018

Vrijval 2019

Dotatie 2019

Onttrekking 2019

Stand per 31-12-2019

Voorziening onderhoud licenties

9.129

‒ 737

0

‒ 2.916

5.476

Voorziening Windows servers 2008

0

0

1.354

0

1.354

Totaal

9.129

‒ 737

1.354

‒ 2.916

6.830

Kortlopende schulden

Tabel 67 Crediteuren (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2019

31-12-2018

Crediteuren moederdepartement

357

9.288

Crediteuren overige departementen

0

26

Crediteuren derden

8.446

8.095

Totaal

8.803

17.409

Tabel 68 Overige schulden en overlopende activa (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2019

31-12-2018

Nog te ontvangen facturen

14.491

24.4891

Nog te verrekenen

463

2.024

Vooruit gefactureerde bedragen

1.288

1.980

Opgebouwde rechten personeel

6.906

6.347

   

Totaal

23.148

34.8401

1

Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden, vanwege foutherstel datalijnen Haagse Ring 2018.

Tabel 69 Specificatie naar afnemersgroep (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2019

31-12-2018

Overige verplichtingen en overlopende passiva Moederdepartement

11.632

15.3081

Overige verplichtingen en overlopende passiva overige departementen

485

1.950

Overige verplichtingen en overlopende passiva Derden

11.031

17.582

 

23.148

34.8401

1

Aangepast voor vergelijngsdoeleinden, vanwege foutherstel datalijnen Haagse Ring 2018.

Kasstroomoverzicht

Tabel 70 Kasstroomoverzicht over 2019 (bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting

(2) Realisatie

(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019 + stand depositorekeningen

17.000

7.451

‒ 9.549

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

318.791

292.630

‒ 26.161

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 249.076

‒ 247.985

1.091

2.

Totaal operationele kasstroom

69.715

44.645

‒ 25.070

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 47.118

‒ 33.513

13.605

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

1.558

1.558

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 47.118

‒ 31.995

15.163

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

22.434

22.434

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 69.715

‒ 59.373

10.342

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

47.118

25.400

‒ 21.718

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 22.597

‒ 11.539

11.058

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €.

17.000

8.602

‒ 8.393

Toelichting

Investeringskasstroom

Het totaal van de investeringen in ICT goederen (hard- en software) in 2019 bedroeg € 33,5 mln. De investeringen zijn per saldo lager dan begroot. Dit wordt, ondanks een toename in de waarde, veroorzaakt door een begin 2019 afgekondigde bestedingsstop en invoering van voorafgaand financieel toezicht.

Financieringskasstroom

De eenmalige storting van € 22,4 mln. van het moederdepartement betreft de aanvulling van de eigenaar van het negatieve eigen vermogen over 2018, conform de regeling Agentschappen. SSC-ICT roept enkele keren per jaar de leningen af. Voor 2019 bedraagt het beroep op de leenfaciliteit € 25,4 mln. De stand van de rekening courant RHB per 31 december 2019 ad € 8,6 mln. is de resultante van het behaalde resultaat en het saldo van de in de jaren opgebouwde vorderingen- en schuldenpositie.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tabel 71 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2019
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Vastgestelde begroting 2019

Omschrijving generiek deel

     

Kostprijs backend werkomgeving

670

780

865

1.015

865

Kostprijs locatiegebonden werkplek

650

680

795

870

795

Kostprijs Kiosk PC incl. monitor

310

270

325

340

245

      

Omzet per productgroep (PxQ)

234.744

242.362

258.312

292.465

318.791

Generiek

12.105

11.514

10.646

8.067

11.500

Gemeenschappelijk

168.293

191.903

215.767

251.868

273.791

Klantspecifiek

54.346

38.945

31.899

32.530

33.500

      

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

720,2

834,4

963,8

974,9

1.043

      

Saldo van baten en lasten (%)

7,8%

‒ 17,0%

‒ 8,8%

7,3%

0,0%1

      

Klanttevredenheid (KTO)

7

6,9

6,8

niet uitgevoerd

7

Medewerkertevredenheid (MTO)

NB

6,8

6,2

niet uitgevoerd

7

      

Omschrijving Specifiek Deel ICT diensten

     

Beschik-/betrouwbaarheid basisfunctionaliteit2

100,0%

100,0%

NB

NB

99,9%

Geleverd binnen gestelde termijn

91,0%

90,0%

71,0%

89,9%

90,0%

Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd

88,0%

87,0%

96,0%

77,2%

90,0%

Kwaliteit beantwoorden vragen

     

Beantwoorden helpdeskvragen binnen afgesproken tijd2

99,0%

97,0%

NB

NB

95,0%

Direct beantwoorden helpdeskvragen2

88,2%

86,0%

83,0%

NB

85,0%

1

Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden, vanwege foutherstel datalijnen Haagse Ring 2018.

2

Als gevolg van het niet meer bijhouden van de voortgang kan geen waarde meer worden bepaald voor deze KPI's.

Toelichting

Generiek deel doelmatigheidsindicatoren

De gemiddelde bezetting van ambtelijk personeel in 2019 komt uit 974,9 fte. De bezetting is gedaald van 1.006,9 fte per 1 januari 2019 naar 950,6 fte per 31 december 2019. In de vastgestelde begroting 2019 werd nog van een groei uitgegaan. Voor de eerste helft van 2019 was, als bezuinigingsmaatregel, een vacaturestop afgekondigd. Daarbij, als gevolg van de krapte op de ICT arbeidsmarkt, is gebleken dat het moeilijk is om ICT personeel te werven teneinde de uitstroom op te vangen.

Het klanttevredenheidsonderzoek (KTO) en het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) zijn in 2019 niet uitgevoerd. Er wordtgewerkt aan een voorstel om verschillende tevredenheidsmetingen te integreren. In 2019 is wel een projecttevredenheidsonderzoek uitgevoerd bij klantprojecten waar een score van 8,1 uit is gekomen.

Toelichting specifieke deel doelmatigheidsindicatoren

Gebleken is dat een aantal specifieke doelmatigheidsindicatoren niet goed kan worden bijgehouden. Voor het verbeteren van de Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI ‘s), welke ten grondslag liggen aan bovenstaand overzicht, zal een analyse worden uitgevoerd voor wat betreft de omvang van de informatie en de meetbaarheid van de indicatoren. Tevens zal de verantwoordelijkheid voor de KPI ’s voor wat betreft kaderstelling en monitoring transparant worden belegd in de organisatie.

Geleverd binnen de gestelde termijn

Dit betreft standaard aanvragen die binnen de afgesproken servicelevels zijn afgehandeld. De gemiddelde score over 2019 komt uit op 89,9% ten opzichte van een norm van 90%. In 2019 is het Lifecycle Management (LCM), mede in het licht van doelstelling in 2019 zwarte cijfers te schrijven, nader bezien. Hierdoor zijn de leveringen aan de afnemers van devices enigszins onder druk komen te staan.

Incidenten hersteld binnen de afgesproken tijd

Dit betreft de functiehersteltijd van major incidents met een norm van 90% hersteld binnen 8 uur. De score over 2019 komt uit op 77,2%, oftewel 13 van de 57 major incidents voldeden niet aan de norm. In voorgaande jaren lag dit percentage boven de 90%. Gezien de diversiteit in major incidents is de snelheid van oplossen per incident anders. Het aantal major incidents was in 2018 beduidend hoger, namelijk 134. De maatregelen die zijn genomen zoals het wegnemen van oorzaken na verstoringen, verbeteren van het changeproces en bewustwording door communicatie naar de teams, hebben effect gehad op het aantal major incidents.

Licence