De kwaliteit van het onderwijs wordt gewaarborgd door de beschikbaarheid van voldoende personeel van voldoende kwaliteit voor alle onderwijsdeelnemers.
De Minister is verantwoordelijk voor een onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele leerlingen/studenten en bij de behoefte van de maatschappij. De leraar en de schoolleider zijn daarbij cruciaal.
Financieren
De Minister draagt bij aan het lerarenbeleid op scholen door het (mee)financieren van (mogelijkheden tot) professionalisering. Dit gebeurt via aanvullende bekostiging en subsidies.
Stimuleren
De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van directe stimuleringsmaatregelen ten behoeve van de ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van docenten en het bijdragen aan een aantrekkelijk beroep. Dit door middel van het in 2007 uitgebrachte actieplan LeerKracht van Nederland (Kamerstukken II 2007/08, 27923, nr. 45), het in mei 2011 uitgebrachte actieplan Leraar 2020, een krachtig beroep! (Kamerstukken II 2010/11, 32500 VIII, nr. 176) en de in oktober 2013 opgestelde Lerarenagenda 2013-2020: de leraar maakt het verschil (Kamerstukken II 2013/14, 27923, nr. 171 en de op basis daarvan met belanghebbenden afgesloten convenanten en bestuursakkoorden.
Regisseren
De Minister draagt verantwoordelijkheid voor het borgen van de onderwijskwaliteit van scholen. Om deze verantwoordelijkheid waar te maken wordt een bijdrage geleverd aan het zorgen voor voldoende docenten van voldoende kwaliteit. Dit gebeurt door wetten en regels uit te vaardigen voor goed bestuur, door een dialoog te voeren met en toezicht te houden op belanghebbenden, en zo nodig actief regie te voeren.
Kengetallen
De indicatoren voor het arbeidsmarkt- en personeelsbeleid worden beschreven in het beleidsverslag en in OCW in Cijfers.
Regionale aanpak lerarentekort
De belangrijkste beleidsconclusies worden beschreven in het onderdeel beleidsprioriteiten. Aanvullend hierop kan het volgende opgemerkt worden rondom het lerarenbeleid.
De arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel (leraren, schoolleiders, ondersteunend onderwijspersoneel) functioneert vooral regionaal. Hier treffen vraag en aanbod elkaar. Samenwerking op het gebied van de arbeidsmarkt in de regio draagt dus ook bij aan het vinden van oplossingen voor het probleem van de huidige en geraamde tekorten. Mede om die reden wordt vanaf 2018 de regionale aanpak van de tekorten gestimuleerd. De landelijke tafel voor de aanpak van de tekorten heeft daarvoor een subsidieregeling vastgesteld. De regeling is gericht op de verdere stimulering van de regionale samenwerking tussen schoolbesturen en lerarenopleidingen en op het aanpakken van personeelstekorten in het po (inclusief het (v)so), vo en mbo. In 2019 hebben 57 regio's een beroep gedaan op de subsidieregeling. Dit is boven verwachting en geeft de grote bereidheid en noodzakelijkheid aan om gezamenlijk aan de slag te gaan met de aanpak van de tekorten.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |||
Verplichtingen | 168.537 | 188.280 | 152.191 | 138.490 | 178.784 | 168.559 | 10.225 | ||
Uitgaven | 209.749 | 208.594 | 162.367 | 140.384 | 172.073 | 168.555 | 3.518 | ||
Bekostiging | 18.720 | 24.612 | 27.820 | 26.720 | 29.242 | 32.894 | ‒ 3.652 | ||
Aanvullende bekostiging | 18.720 | 24.612 | 27.820 | 26.720 | 29.242 | 32.894 | ‒ 3.652 | ||
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen | 18.720 | 24.612 | 27.820 | 26.720 | 29.242 | 32.894 | ‒ 3.652 | ||
Subsidies | 177.228 | 167.251 | 125.339 | 109.289 | 136.960 | 126.721 | 10.239 | ||
Lerarenbeurs/zij-instroom | 111.722 | 115.534 | 109.945 | 103.380 | |||||
Lerarenbeurs | 77.559 | 82.060 | ‒ 4.501 | ||||||
Zij-instroom | 42.540 | 25.588 | 16.952 | ||||||
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo | 20.366 | 16.774 | 2.625 | 687 | |||||
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen | 16.779 | 17.418 | 63 | ||||||
Wet Beroep leraar en Lerarenregister | 738 | 2.945 | ‒ 2.207 | ||||||
Verankering academische opleidingsschool | 2.383 | 1.120 | |||||||
InnovatieImpuls Onderwijs | 385 | ||||||||
Onderwijscoöperatie | 2.908 | 3.015 | 2.945 | 822 | |||||
Promotiebeurs voor leraren | 7.610 | 6.502 | 3.251 | ||||||
Projecten professionalisering | 1.327 | 1.092 | 3.899 | 1.665 | |||||
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek | 4.733 | 654 | |||||||
Caribisch Nederland | 2.308 | ||||||||
Overige projecten | 6.707 | 5.142 | 2.611 | 2.735 | 16.123 | 16.128 | ‒ 5 | ||
Opdrachten | 7.302 | 10.908 | 3.654 | 1.623 | 2.289 | 3.368 | ‒ 1.079 | ||
Onderzoek, ramingen en communicatie | 7.302 | 3.837 | 2.685 | 1.497 | 2.289 | 3.368 | ‒ 1.079 | ||
Leraren- en schoolleidersregister | 7.071 | 969 | 126 | ||||||
Bijdrage aan agentschappen | 6.499 | 5.823 | 5.554 | 2.752 | 3.582 | 5.572 | ‒ 1.990 | ||
Dienst Uitvoering Onderwijs | 6.499 | 5.823 | 5.554 | 2.752 | 3.582 | 5.572 | ‒ 1.990 | ||
Ontvangsten | 7.596 | 12.319 | 11.319 | 9.812 | 8.307 | 9.000 | ‒ 693 |
De realisatie van de uitgaven 2019 is € 3,5 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De realisatie van de ontvangsten is € 0,7 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De verplichtingen zijn € 10,2 miljoen hoger dan in de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit komt voornamelijk door een ophoging van het budget voor de regeling zij-instroom en door meer verplichtingen op de aanvullende bekostigingsregeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen. Voor het schooljaar 2019-2020 zijn er 16 nieuwe (aspirant-)opleidingsscholen verplicht in 2019.
Bekostiging
Aanvullende bekostiging
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen
Opleidingsscholen ontvangen aanvullende bekostiging om gezamenlijk leraren op de werkplek op te leiden. De realisatie is € 3,7 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. Het aantal studenten dat bepalend is voor het niveau van de bekostiging op de opleidingsscholen heeft niet het maximum bereikt.
Subsidies
De realisatie op de subsidies is € 10,2 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door het extra budget voor de regeling zij-instroom om alle subsidie-aanvragen toe te kennen. Voor de zij-instroom is er bij Voorjaarsnota € 4 miljoen extra beschikbaar gekomen en bij Najaarsnota nog eens € 11,2 miljoen extra vanuit de eindejaarsmarge. Tegelijkertijd was er een meevaller op de lerarenbeurs van € 4,5 miljoen, omdat er minder subsidie-aanvragen zijn ingediend dan verwacht.