Base description which applies to whole site

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Gemeenten, provincies en andere regionale openbare lichamen als bedoeld in de Wet op het Btw-compensatiefonds hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.

Het Btw-compensatiefonds (BCF) is opgericht om btw weg te nemen als factor in de afweging van decentrale overheden tussen uitbesteden en inbesteden (uitvoering door de eigen organisatie). Decentrale overheden kunnen betaalde btw terugvragen bij het BCF. De betaalde btw moet daarvoor aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de btw betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en mag er geen sprake zijn van verstrekking aan een individuele derde. Voorbeelden van taken waarvoor gemeenten en provincies btw kunnen terugvragen zijn: inzameling van huisvuil, onderhoud aan gebouwen, straatbeheer, schoonmaakactiviteiten, archivering, ingenieurswerkzaamheden en groenbeheer.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een uitvoerende rol bij:

  • het verstrekken, verzamelen en controleren van de opgaafformulieren en het uitbetalen van de compensabele btw;

  • het beheer van het BCF.

In 2020 hebben zich wat betreft beoogde resultaten geen andere bijzonderheden voorgedaan en de beleidsdoelen zijn bereikt zoals voorzien. Zoals ook in 2016 met een beleidsdoorlichting is geconcludeerd, worden de algemene en operationele doelstellingen van het BCF behaald: door de invoering van het BCF speelt btw geen rol meer bij de afweging tussen in- of uitbesteden. Hierdoor ontstaat er een grotere vrijheid voor gemeenten en provincies in de keuze tussen in- en uitbesteden. Verder is geconcludeerd dat het plafond niet afdoet aan de effectiviteit van het BCF.

Naar analogie van de normeringssystematiek (zie bijlage 11 van de Miljoenennota 2020 voor een toelichting) is het accres van het BCF gedurende 2020 en 2021 bevroren. Daarmee wordt het plafond in deze periode enkel nog gewijzigd voor taakmutaties en niet voor actuele loon-, prijs- en volumeontwikkelingen.

In 2020 is gestart met de nieuwe beleidsdoorlichting die de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid over de periode 2015 tot 2020 onder de loep neemt. De conclusies van deze beleidsdoorlichting worden naar verwachting eind 2021 met de Tweede Kamer gedeeld.

Compensatie

De Belastingdienst heeft als taak om opgaafformulieren te verstrekken en te verzamelen en de btw over niet-ondernemersactiviteiten te compenseren.

Controle- en toezichtsbeleid, uitvoering- en toezichtstrategie

Bij de uitvoering van de Wet op het Btw-compensatiefonds is een centrale rol toegekend aan de Belastingdienst. Dit vanwege de nauwe relatie tussen de heffing van de omzetbelasting op grond van de Wet op de Omzetbelasting en de compensatie van de omzetbelasting op grond van het BCF. Uit oogpunt van eenvoud en doelmatigheid is ervoor gekozen de Wet op het Btw-compensatiefonds in belangrijke mate te laten aansluiten bij het systeem van heffing van omzetbelasting in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr). Dit betekent onder meer dat de controle van het BCF deel uitmaakt van de reguliere controle van de aangiften omzetbelasting bij gemeenten en provincies. Inherent aan het systeem van heffing van omzetbelasting (voldoening op de aangifte met slechts beperkte informatie) is dat de controle op de juistheid van de ingediende aangiften achteraf en op basis van risicoafweging plaatsvindt. Dit is ook het geval bij het BCF. Slechts in uitzonderingsgevallen vormt de aangifte omzetbelasting zelf aanleiding tot het instellen van een boekenonderzoek. De Belastingdienst beoordeelt of een gemeente of provincie in aanmerking kan komen voor klantbehandeling in de actualiteit (horizontaal toezicht). Daarbij bepaalt de Belastingdienst of er gesteund kan worden op de interne beheersing van de fiscale processen door gemeente of provincie.

Activiteiten 2020

Op 1 januari 2014 waren er 403 gemeenten. Het toezicht BCF richt zich zowel op bestaande als reeds opgeheven gemeenten. Op 1 januari 2020 zijn er 367 gemeenten en daarnaast de 12 provincies.

Eind 2020 is 97,3% van de 367 gemeenten beoordeeld op de mogelijkheid voor klantbehandeling in de actualiteit. De Belastingdienst heeft met circa 45% van de gemeenten en provincies een individueel toezichtconvenant gesloten.

Door de coronamaatregelen konden er in 2020 minder boekenonderzoeken op locatie worden uitgevoerd.

In 2020 zijn bij 12 gemeenten specifieke boekenonderzoeken83 voor het BCF uitgevoerd. Deze onderzoeken hebben per saldo geleid tot een totaal correctiebedrag van € 508.374 wat neerkomt op een gemiddelde controleopbrengst van € 42.365. In het correctiebedrag zijn 2 negatieve correcties opgenomen voor een totaal van € 1.139.032.

Tabel 32 Realisatie prestatie-indicator BCF (meetbare gegevens)
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Streefwaarde 2020

Realisatie 2020

Percentage gemeenten en provincies waarvan klantbehandeling in de actualiteit beoordeeld is1

90,5%

95,2%

96,4%

97,3%

95%

97,3%

1

De term klantbehandeling in de actualiteit vervangt de term horizontaal toezicht uit het vorige jaarverslag. De definities zijn uitwisselbaar, d.w.z. dat de achterliggende metingen niet zijn aangepast. Het streven is met gemeenten en provincies waar mogelijk in de actualiteit te werken. Voor gemeenten en provincies die hiervoor in aanmerking komen, biedt horizontaal toezicht doorgaans de beste mogelijkheden om in de actualiteit te werken.

Toelichting

Eind 2020 is de beoordeling voor ruim 97,3% van alle gemeenten en provincies uitgevoerd. Dit betreft cumulatieve stand ultimo 2020. Niet alle beoordelingen hebben in 2020 plaatsgevonden omdat er geen jaarlijkse inhoudelijke klantbehandeling vereist is.

Tabel 33 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 Btw-compensatiefonds
    

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

        

Verplichtingen

3.003.566

3.029.706

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.426.667

137.940

        

Uitgaven

3.003.566

3.029.706

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.426.667

137.940

        

Bijdragen aan medeoverheden

3.003.566

3.029.706

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.426.667

137.940

waarvan: bijdragen aan gemeenten

2.618.435

2.630.051

2.881.223

2.955.990

3.162.382

3.014.557

147.825

waarvan: bijdragen aan provincies

385.131

399.655

405.338

466.500

402.226

412.110

‒ 9.884

        

Ontvangsten

3.003.566

3.029.706

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.426.667

137.940

Verplichtingen en Uitgaven

Gemeenten declareren in absolute zin meer btw bij het BCF dan provincies. Ten opzichte van de totale uitgaven van gemeenten en provincies declareren provincies meer bij het BCF. De provincies zijn vooral actief op het gebied van verkeer en vervoer, een uitgavencategorie die veelal voor compensatie van btw in aanmerking komt. Dit is een mogelijke verklaring voor het feit dat provincies in vergelijking tot gemeenten een relatief groot beroep doen op het BCF.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw-bedragen tevens belastinginkomsten zijn.

Plafond

Tabel 34 Plafond Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2020

2020

Plafond

3.781.671

3.671.278

110.393

W.v. stand MN 2020

3.671.278

  

W.v. overhevelingen i.v.m taakmutaties

108.641

  

W.v. accres

1.752

  

Uitgaven

3.564.607

3.426.667

137.940

W.v. Gemeenten

3.162.382

3.014.557

147.825

W.v. Provincies

402.226

412.110

‒ 9.884

Ruimte onder plafond

217.064

244.611

‒ 27.547

W.v. Gemeenten

192.570

215.193

‒ 22.623

W.v. Provincies

24.494

29.418

‒ 4.924

Het plafond op het BCF is gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze volgen uit de normeringssystematiek voor het Gemeentefonds en Provinciefonds. Naar analogie van de normeringssystematiek is het accres voor 2020 en 2021 bevroren. Daarmee wordt het plafond in deze periode enkel nog gewijzigd voor taakmutaties en niet voor actuele loon-, prijs- en volumeontwikkelingen. Het plafond wordt tevens aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het Gemeentefonds en Provinciefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het Gemeentefonds en Provinciefonds. De toevoeging of uitname moet worden verdeeld over gemeenten en provincies. Er is tussen decentrale overheden en het Rijk afgesproken dit te doen op basis van de verhouding van wat de gezamenlijke gemeenten en provincies in het afgelopen jaar ook daadwerkelijk hebben ontvangen uit het BCF84.

Aan de hand van de realisatiecijfers wordt in het Financieel Jaarverslag Rijk de definitieve ruimte onder het BCF-plafond bepaald. Het verschil tussen de voorlopige afrekening die bij Miljoenennota 2020 heeft plaatsgevonden (€ 244,6 mln.) en de definitieve ruimte onder het plafond (€ 216,05 mln.), wordt bij Voorjaarsnota verrekend met het Gemeentefonds en Provinciefonds.

In de volgende tabel worden de openstaande voorschotten weergegeven. Er zijn in 2020 meer nieuwe voorschotten verstrekt dan afgerekend. Het openstaande saldo aan voorschotten is daarom gestegen in 2020.

Tabel 35 Voorschotten Btw-compensatiefonds

bedragen x € 1.000

2020

Saldo per 1 januari 2020

151.074.214

Bedrag nieuwe voorschotten 2020

199.850.665

Bedrag afgerekende voorschotten 2020

204.610.502

Saldo per 31 december 2020

146.314.377

Licence