Base description which applies to whole site

2 Agentschap Inspectie Leefomgeving en Transport

Staat van Baten en Lasten

Tabel 93 Staat van baten en lasten van ILT (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2020 (1)

Realisatie 2020 (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2019 (4)

Baten

    

- Omzet

147.934

160.526

12.592

156.743

waarvan omzet moederdepartement1

123.234

140.818

17.584

131.945

waarvan omzet overige departementen

831

168

‒ 663

341

waarvan omzet derden

23.869

19.540

‒ 4.329

24.457

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

5

5

2

Bijzondere baten1

12.737

14.022

1.285

429

Totaal baten

160.671

174.553

13.882

157.174

     

Lasten

    

Apparaatskosten

160.459

174.425

13.966

153.196

- Personele kosten

118.599

127.431

8.832

112.148

waarvan eigen personeel

113.328

112.320

‒ 1.008

104.567

waarvan inhuur externen

5.071

14.939

9.868

7.581

waarvan overige personele kosten

200

172

‒ 28

0

- Materiële kosten

41.860

46.994

5.134

41.048

waarvan apparaat ICT

200

33

‒ 167

1

waarvan bijdrage aan SSO's

20.374

21.508

1.134

28.560

waarvan overige materiële kosten

21.286

25.453

4.167

12.487

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

112

64

‒ 48

574

- Materieel

112

64

‒ 48

574

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

112

64

‒ 48

574

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

100

1.269

1.169

3.099

waarvan dotaties voorzieningen

100

1.269

1.169

3.054

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

45

Totaal lasten

160.671

175.759

15.088

156.869

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitvoering

0

‒ 1.206

‒ 1.206

304

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 1.206

‒ 1.206

304

1

De post omzet moederdepartement en de post bijzondere baten voor 2020 wijkt af van de vastgestelde begroting 2020. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2020 (€ 12,7 miljoen).

Baten

Tabel 94 Specificatie omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Begroot 2020

Realisatie 2020

Verschil

Artikel 24 Handhaving en Toezicht

123.234

140.818

17.584

Totaal

123.234

140.818

17.584

Toelichting

  • De omzet IenW betreft de omzet uit hoofde van activiteiten die de ILT verricht voor het moederdepartement. De omzet IenW is grotendeels een vergoeding voor het hoofdproduct Handhaving.

  • De hier gepresenteerde waarde voor omzet moederdepartement wijkt af van de waarde zoals opgenomen in de vastgestelde begroting 2020. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2020 (€ 12,7 miljoen).

  • Voor de verslaggevingsjaren 2020 en 2021 kan de huidige wijze van vastlegging worden gebruikt om de koppeling tussen de ontvangen bijdragen van de opdrachtgever (IenW) aan de opdrachtnemers (agentschappen) aan te tonen (uitzondering op artikel 14 Regeling Agentschappen).

  • De agentschapsbijdrage 2020 wijkt af van de ontwerpbegroting door diverse mutaties die tijdens de verschillende begrotingsmomenten zijn doorgevoerd (€ 17,6 miljoen). Dit komt onder andere door BCT (€ 4,7 miljoen), Merkbaar Meer (€ 7,7 miljoen), Afsluitdijk (€ 1,3 miljoen) en diverse bijdragen die zijn verwerkt bij de 1e suppletoire-, 2e suppletoire begroting en slotwet.

  • De gerealiseerde omzet moederdepartement over 2020 wijkt af van de betaalde bijdrage (in kastermen). Daarnaast zijn middelen, die in voorgaande jaren op de balans zijn gereserveerd, in 2020 gerealiseerd.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen van € 0,2 miljoen is verkregen vanuit Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Omzet derden

Tabel 95 Specificatie omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Begroot 2020

Realisatie 2020

Verschil

Opbrengsten vergunningverlening

9.065

6.805

‒ 2.260

Opbrengsten woningcorporaties

14.304

11.751

‒ 2.553

Opbrengst Afsluitdijk

0

230

230

Opbrengsten DVO ANVS

0

225

225

Overige opbrengsten

500

528

28

Totaal omzet derden

23.869

19.540

‒ 4.330

Opbrengsten vergunningverlening

De omzet van derden heeft betrekking op de aan afnemers van producten op het gebied van vergunningverlening in rekening gebrachte tarieven. Deze opbrengsten zijn vraag-gestuurd en vielen met € 2,3 miljoen lager uit dan de begroting te verklaren door de impact van Corona op bedrijven en de realisatie vanuit WABO Afsluitdijk die doorschuiven naar 2021.

Opbrengsten woningcorporaties

Dit betreft de opbrengst voor het toezicht op de woningcorporaties verantwoord voor zover deze uit de heffing op de wooncorporaties is gefinancierd. De heffing 2020 bedroeg € 11,8 miljoen.

Opbrengsten Afsluitdijk

Dit betreft de opbrengst voor vergunningverlening Afsluitdijk. De opbrengsten in 2020 bedroeg € 0,2 miljoen.

Opbrengsten DVO ANVS

De opbrengsten van de dienstverleningsovereenkomst met de ANVS bedraagt € 0,2 miljoen.

Overige opbrengsten

De overige opbrengsten bedragen € 0,5 miljoen.

Rentebaten

Er zijn geen rentebaten door de lage rentestand.

Bijzondere baten

Tabel 96 Specificatie bijzondere baten (bedragen x € 1.000)
 

Begroot 2020

Realisatie 2020

Verschil

Artikel 97 Algemeen departement1

12.737

13.118

381

Diversen

0

903

903

Totaal

12.737

14.021

1.284

1

De bijzondere baten voor 2020 wijkt af van de vastgestelde begroting 2020. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is een aandeel van de post omzet moederdepartement (artikel 97) overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2020 (€ 12,7 miljoen).

Dit betreft met name de baten vanuit artikel 97 die de ILT ontvangt op de verliesgevende vergunningverleningsactiviteiten .

Lasten

De apparaatskosten betreffen de personele en materiële kosten over 2020.

Personele lasten

Tabel 97 Specificatie personele lasten (bedragen x € 1.000)
 

Begroot 2020

Realisatie 2020

Verschil

Aantal FTE

1.184

1.249

65

Eigen Personeelskosten (x € 1.000)

113.328

112.320

‒ 1.008

Inhuur (x € 1.000)

5.071

14.939

9.868

Overige personele kosten (x € 1.000)

200

172

‒ 28

Totale kosten

118.599

127.431

8.832

Met name vallen de hogere kosten op voor inhuur op. De kosten van inhuur zijn hoger dan begroot (€ 10 miljoen). Naast de inhuur als gevolg van de onderbezetting en de inhuur voor Merkbaar Meer ten behoeve van versnelde uitbreiding capaciteit ILT (werving, opleiding), heeft inhuur plaatsgevonden in verband met de voortdurende verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de dienstverlening.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn hoger dan begroot (€ 4,8 miljoen). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitgave van BCT-kaarten.

Rentelasten

De inspectie heeft geen lopende leningen en daardoor ook geen rentelasten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot als gevolg van desinvesteringen die eerder dan gepland hebben plaats gevonden.

Dotaties voorzieningen

Een dotatie is gedaan aan de reorganisatievoorziening (€ 0,8 miljoen) met ingang van 1 januari 2020 is de TWO (tijdelijke werkorganisatie) overgegaan in de DWO (definitieve werk organisatie) in feite is hiermee de reorganisatie afgerond. Voor een drietal medewerkers is een verlenging van de voorbereidende fase toegewezen. Daarnaast is gedoteerd aan de voorziening functioneel leeftijdsontslag (€ 0,3 miljoen). Deze dotatie heeft voornamelijk te maken met de verhoogde verplichte rechten die voor een aantal medewerkers moest worden toegekend.

Saldo van baten en lasten

De ILT heeft over 2020 een negatief resultaat behaald van € 1,2 miljoen.

Balans

Tabel 98 Balans per 31 december 2020 van ILT (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2020

31-12-2019

Activa

  

Vaste Activa

138

120

Materiële vaste activa

116

120

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

0

0

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

116

120

Materiële vaste activa in aanbouw

22

0

Immateriële vaste activa

0

0

Vlottende Activa

51.155

57.403

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

1.374

914

Overige vorderingen en overlopende activa

935

1.786

Liquide middelen

48.846

54.703

Totaal activa:

51.294

57.524

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

‒ 699

507

Exploitatiereserve

507

202

Onverdeeld resultaat

‒ 1.206

304

Voorzieningen

6.268

6.917

Langlopende schulden

0

0

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Vlottende passiva

45.725

50.100

Crediteuren

343

1.132

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Overige schulden en overlopende passiva

45.382

48.968

Totaal passiva:

51.294

57.524

Activa

Materiële vaste activa

Een belangrijk deel van deze post betreft het huidige wagenpark van de inspectie. Er hebben geen vervangings- of uitbreidingsinvesteringen in het wagenpark plaatsgevonden. Bij vervanging van het wagenpark worden voertuigen geleased. Van activeren is dan geen sprake meer. Onder inventaris en installaties vallen met name kantoormeubilair. Dit meubilair is volledig afgeschreven. Onder overige materiële vaste activa is inspectie-specifieke apparatuur opgenomen zoals meetapparatuur en een aangeschafte drone.

Debiteuren

De debiteurenstand is gestegen tot een hoogte van € 1,4 miljoen.

Overige vorderingen en overlopende activa

Deze post betreft grotendeels nog te factureren werkzaamheden vergunningverlening. De uit lasten onder dwangsom (LOD’s) voortkomende ontvangen boetes worden door de ILT verrekend met het moederdepartement.

Liquide middelen

De ILT heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. Ondanks de ruim € 48,8 miljoen die per 31 december op de rekening-courant staat, is er geen deposito geplaatst bij de Rijkshoofdboekhouding. Dit vanwege het ontbreken van een rentevergoeding (0%) voor korte en middellange deposito-looptijden. Het saldo op de rekening-courant staat ter vrije beschikking.

Passiva

Eigen vermogen

Het negatieve resultaat over 2020 bedraagt € 1,2 miljoen. Het positieve resultaat over 2019 van € 0,3 miljoen (€ 304.000) is ten gunste van de exploitatiereserve gebracht. Het eigen vermogen is per 31 december 2020 € 0,7 miljoen (€ 699.000) negatief. Zoals overeenkomstig met de Regeling Agentschappen artikelen 22, derde lid, respectievelijk 25, tweede lid, zal het eigen vermogen van de ILT uiterlijk per eerste suppletoire begrotingswet door de eigenaar worden aangevuld tot een eigen vermogen van minimaal nihil.

Tabel 99 Verloopstaat eigen vermogen t/m 31 december 2020 (bedragen x € 1.000)
 

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totale vermogen

Eigen vermorgen per 1/1

202

304

507

Resultaatverdeling

304

‒ 304

0

Resultaat boekjaar

0

‒ 1.206

‒ 1.206

Eigen vermogen per 31/12

507

‒ 1.206

‒ 699

De hoogte van het eigen vermogen van de ILT mag maximaal € 8,07 miljoen bedragen (5% van de gemiddelde omzet over de laatste 3 jaar). Er is geen sprake van overschrijding van het plafond.

Tabel 100 Verloopstaat voorzieningen t/m 31 december 2020 (bedragen x € 1.000)
 

SBF/FLO

Reorganisatie

Claims derden

Dubieuze debiteuren

Totaal

Saldo per 1/1

4.556

2.179

183

0

6.917

Dotatie

373

834

0

62

1.269

Vrijval

0

0

0

5

5

Onttrekking

318

1.539

0

57

1.914

Saldo per 31/12

4.611

1.474

183

0

6.268

Voorzieningen

  • Voorziening FLO/SBF: Voor werknemers die werkzaam zijn in een zogenoemde substantieel bezwarende functie is, op basis van de SBF/FLO-regeling, in het verleden een voorziening getroffen omdat deze werknemers recht hebben om vervroegd uit te treden. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. Deze contante waarde is berekend met behulp van de 10 jaar depositorente bij de Rijkshoofdboekhouding. De rente is in 2019 naar 0% gedaald en dit rente percentage is ook voor 2020 geldend. In 2020 is er voor een aantal rechthebbenden een correctie doorgevoerd op hun rechten en hebben er zich onttrekkingen plaatsgevonden. Actualisatie van de voorziening (rente en termijn waarbinnen een beroep gedaan kan worden op rechten) leidt tot een dotatie van € 373.000 in 2020 en onttrekking van € 318.000.

  • Reorganisatievoorziening ILT «Van Werk Naar Werk» (VWNW): Met ingang van 1 januari 2020 is de TWO tijdelijk werkorganisatie formeel in de DWO definitieve werkorganisatie geformaliseerd. Voor drie medewerkers is besloten om de voorbereidende fase te verlengen. Afhankelijk van individuele keuzes van de VWNW-kandidaten kunnen de rechten over meerdere jaren doorlopen. Voor een aantal kandidaten lopen de verplichtingen nog door in 2021. Actualisatie van deze voorziening rekening houdend met ontwikkelingen in onze interne organisatie levert een noodzakelijk dotatie op van € 0,8 miljoen. Onttrekkingen in 2020 op de VWNW voorzieningen betreffen een bedrag groot € 1,5 miljoen. Hiermee heeft voor een groot aantal VWNW kandidaten de financiële afwikkeling plaatsgevonden.

  • Voorziening claim derden: De claim die in 2019 is ontstaan is in 2020 nog van toepassing. Op overige zaken die nog lopen wordt in de niet uit de balans blijkende verplichtingen ingegaan.

Crediteuren

De crediteuren betreffen facturen uit de reguliere bedrijfsvoering. In verband met het feit dat facturen later zijn ontvangen is de stand van de crediteuren ten opzichte van vorig jaar gedaald. De kosten die gepaard gaan zijn als overlopende passiva verwerkt.

Overige schulden en overlopende passiva

Hieronder vallen vele verschillende schuldposities van de inspectie. Belangrijkste daarbij zijn de verplichtingen aan het personeel (€ 7,6 miljoen) en transitorische posten (€ 19,1 miljoen). Apart onder nog te betalen staat nog de projectsteun wijkenaanpak. In 2008 heeft Centraal Fonds Woningcorporaties (CFV) een taak gekregen in het innen en verstrekken van bijzondere projectsteun voor de 40 aandachtswijken van jaarlijks € 75 miljoen. Op grond van de eindverantwoordingen (tussenstand) over de verstrekte subsidies 2008 tot en met 2012 is tot en met 2015 € 3,5 miljoen teruggevorderd bij diverse corporaties. Naar verwachting vinden de laatste eindafrekeningen in 2021 plaats. Het uiteindelijke saldo staat ter beschikking aan de Minister van BZK. Verder staan onder de overige schulden de rekening-courant verplichtingen vermeld van de Inspectieraad, van ParisMOU en van de SBR. Als vooruit ontvangen bedragen is een bedrag van € 6,4 miljoen verantwoord, dit zijn met name voor kosten die met name in 2021 worden gemaakt.

Verhouding vorderingen en schulden moederdepartement

De verhoudingen vorderingen en schulden ten opzichte van het moederdepartement, overige departementen en agentschappen en derden zijn als volgt:

Tabel 101 Specificatie vorderingen/schulden (bedragen x € 1.000)
 

Moederdepartement

Overige departementen en agentschappen

Overige derden

Totaal

Debiteuren1

32

303

1.183

1.518

Nog te ontvangen bedragen

385

749

‒ 246

888

Liquide middelen

0

48.846

0

48.846

Crediteuren

33

90

220

343

Nog te betalen bedragen

0

0

45.382

45.382

1

Exclusief de voorziening voor dubieuze debiteuren

Kasstroomoverzicht

Tabel 102 Kasstroomoverzicht over 2020 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2020 (1)

Realisatie 2020 (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Rekening courant RHB 1 januari 2020

35.202

54.703

19.501

    

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+/+)

160.671

174.553

13.882

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

160.460

180.328

19.868

Totaal operationele kasstroom

211

‒ 5.775

‒ 5.986

   

0

Totaal investeringen (-/-)

‒ 200

‒ 82

118

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

Totaal investeringskasstroom

‒ 200

‒ 82

118

   

0

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

    

Rekening courant RHB 31 december 2020 (=1+2+3+4)

35.214

48.846

13.632

De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding.

Rekening-courant RHB per 1 januari 2020

De rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding stond per 1 januari 2020 op € 54,7 miljoen.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom geeft de kasstromen weer die voortvloeien uit de bedrijfsvoering. Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva. De negatieve operationele kasstroom over 2020 is vooral een gevolg van gestegen uitgaven. De vooruit ontvangen bedragen waren al in 2019 ontvangen en de uitgaven van de kosten die betrekking hadden op deze baten zijn in 2020 betaald.

Totaal investeringsstroom

Er is minder dan begroot geïnvesteerd in inspectie-apparatuur.

Totaal financieringsstroom

Er is in 2020 geen financieringskasstroom.

Rekening-courant RHB per 31 december 2020

Per 31 december 2020 staat er € 48,8 miljoen op de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding. Het positieve saldo wordt verklaard doordat er tegenover de liquide middelen schuldposities zijn in de vorm van voorzieningen, eigen vermogen, transitorische posten en overige posten met een structureel karakter (ontvangen waarborgsommen, reservering vakantiegeld). Gezien de nulstand van de rente op deposito’s zijn er geen middelen vastgezet op korte of middellange deposito’s. Het saldo op de rekening-courant is daarmee ter vrije beschikking.

Tabel 103 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
  

Realisatie 2017

2018

2019

2020

Begroting 2020

Omschrijving generiek deel

      

1. Kostprijzen per productgroep (x €1.000)

      
 

- Handhaving

130.267

129.094

124.472

144.444

134.594

 

- Vergunningverlening

25.739

26.860

30.849

31.315

26.077

       

2.Tarieven/uur (in €)

      
 

- Handhaving

146

144

133

135

140

 

- Vergunningverlening

141

142

145

140

129

       

3. Omzet per productgroep (x € 1.000)

      
 

- Handhaving

122.759

125.386

131.945

161.434

134.985

 

- Vergunningverlening

14.221

13.239

12.718

13.119

12.949

       

4. FTE-totaal

      
 

(excl. externe inhuur)

1.099

1.103

1.071

1.249

1.184

       

5. Saldo van baten en lasten (%)

 

‒ 3,22%

‒ 2,29%

0,19%

‒ 0,69%

0,00%

       

6. kwaliteitsindicator 1: doorlooptijd vergunningen

 

91%

n.b.

90%

96%

95%

7. kwaliteitsindicator 2: wachttijden informatiecentrum

 

38 sec.

27 sec.

36 sec.

30 sec.

<20sec.

       

Omschrijving specifiek deel

      

8. Kwaliteit Handhaving:

      
 

Klachten(bezwaar en beroep)1

1.071

787

45

577

1.000

 

Gegrond verklaard (%)

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

0%

1

Het betreft hier enkel bezwaar en beroep. Klachten geregistreerd bij het meld- en informatiecentrum zijn niet meegenomen.

Toelichting

Ad 1, 2 en 3 De kostprijzen per productgroep zijn voor vergunningverlening gestegen ten opzichte van 2019. Het verschil tussen de omzet vergunningverlening en de kosten voor vergunningverlening wordt verklaard doordat de ILT (overwegend) niet-kostendekkende tarieven in rekening brengt. Daarnaast worden er niet-tarifeerbare producten afgegeven.

Ad 4 De bezetting van de ILT per ultimo 2020 ligt hoger dan eind 2019. Dit is met name toe te wijzen aan de intensivering vanuit Merkbaar Meer.

Ad 6 Een belangrijke indicator voor de klantwaarden is de doorlooptijd vergunningverlening. Voor 2020 is een ambitieuze doelstelling gesteld van 95% in relatie tot de realisatie van voorgaande jaren. Met de aanpassingen in LEEF en beheersingsmaatregelen om de capaciteit sterkte te krijgen is deze doelstelling gehaald voor alle meetbare vergunningen.

Ad 7 De wachttijden bij het Klantcontact Centrum zijn gemiddeld genomen verbeterd ten opzichte van 2019 en de doelstelling voor 2020 is overtroffen ondanks uitdagingen van het thuiswerken.

Ad 8 Van de 577 ontvangen klachten in 2020 zijn 521 bezwaarschriften en de overige 56 klachten betreffen klaagschriften en burgerbrieven.

Licence