Staat van Baten en Lasten
Vastgestelde begroting 2020 (1) | Realisatie 2020 (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2019 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 147.934 | 160.526 | 12.592 | 156.743 |
waarvan omzet moederdepartement1 | 123.234 | 140.818 | 17.584 | 131.945 |
waarvan omzet overige departementen | 831 | 168 | ‒ 663 | 341 |
waarvan omzet derden | 23.869 | 19.540 | ‒ 4.329 | 24.457 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 5 | 5 | 2 |
Bijzondere baten1 | 12.737 | 14.022 | 1.285 | 429 |
Totaal baten | 160.671 | 174.553 | 13.882 | 157.174 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 160.459 | 174.425 | 13.966 | 153.196 |
- Personele kosten | 118.599 | 127.431 | 8.832 | 112.148 |
waarvan eigen personeel | 113.328 | 112.320 | ‒ 1.008 | 104.567 |
waarvan inhuur externen | 5.071 | 14.939 | 9.868 | 7.581 |
waarvan overige personele kosten | 200 | 172 | ‒ 28 | 0 |
- Materiële kosten | 41.860 | 46.994 | 5.134 | 41.048 |
waarvan apparaat ICT | 200 | 33 | ‒ 167 | 1 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 20.374 | 21.508 | 1.134 | 28.560 |
waarvan overige materiële kosten | 21.286 | 25.453 | 4.167 | 12.487 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 112 | 64 | ‒ 48 | 574 |
- Materieel | 112 | 64 | ‒ 48 | 574 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 112 | 64 | ‒ 48 | 574 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 100 | 1.269 | 1.169 | 3.099 |
waarvan dotaties voorzieningen | 100 | 1.269 | 1.169 | 3.054 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 45 |
Totaal lasten | 160.671 | 175.759 | 15.088 | 156.869 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitvoering | 0 | ‒ 1.206 | ‒ 1.206 | 304 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 1.206 | ‒ 1.206 | 304 |
De post omzet moederdepartement en de post bijzondere baten voor 2020 wijkt af van de vastgestelde begroting 2020. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2020 (€ 12,7 miljoen).
Baten
Begroot 2020 | Realisatie 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|
Artikel 24 Handhaving en Toezicht | 123.234 | 140.818 | 17.584 |
Totaal | 123.234 | 140.818 | 17.584 |
Toelichting
– De omzet IenW betreft de omzet uit hoofde van activiteiten die de ILT verricht voor het moederdepartement. De omzet IenW is grotendeels een vergoeding voor het hoofdproduct Handhaving.
– De hier gepresenteerde waarde voor omzet moederdepartement wijkt af van de waarde zoals opgenomen in de vastgestelde begroting 2020. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2020 (€ 12,7 miljoen).
– Voor de verslaggevingsjaren 2020 en 2021 kan de huidige wijze van vastlegging worden gebruikt om de koppeling tussen de ontvangen bijdragen van de opdrachtgever (IenW) aan de opdrachtnemers (agentschappen) aan te tonen (uitzondering op artikel 14 Regeling Agentschappen).
– De agentschapsbijdrage 2020 wijkt af van de ontwerpbegroting door diverse mutaties die tijdens de verschillende begrotingsmomenten zijn doorgevoerd (€ 17,6 miljoen). Dit komt onder andere door BCT (€ 4,7 miljoen), Merkbaar Meer (€ 7,7 miljoen), Afsluitdijk (€ 1,3 miljoen) en diverse bijdragen die zijn verwerkt bij de 1e suppletoire-, 2e suppletoire begroting en slotwet.
– De gerealiseerde omzet moederdepartement over 2020 wijkt af van de betaalde bijdrage (in kastermen). Daarnaast zijn middelen, die in voorgaande jaren op de balans zijn gereserveerd, in 2020 gerealiseerd.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen van € 0,2 miljoen is verkregen vanuit Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Omzet derden
Begroot 2020 | Realisatie 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|
Opbrengsten vergunningverlening | 9.065 | 6.805 | ‒ 2.260 |
Opbrengsten woningcorporaties | 14.304 | 11.751 | ‒ 2.553 |
Opbrengst Afsluitdijk | 0 | 230 | 230 |
Opbrengsten DVO ANVS | 0 | 225 | 225 |
Overige opbrengsten | 500 | 528 | 28 |
Totaal omzet derden | 23.869 | 19.540 | ‒ 4.330 |
Opbrengsten vergunningverlening
De omzet van derden heeft betrekking op de aan afnemers van producten op het gebied van vergunningverlening in rekening gebrachte tarieven. Deze opbrengsten zijn vraag-gestuurd en vielen met € 2,3 miljoen lager uit dan de begroting te verklaren door de impact van Corona op bedrijven en de realisatie vanuit WABO Afsluitdijk die doorschuiven naar 2021.
Opbrengsten woningcorporaties
Dit betreft de opbrengst voor het toezicht op de woningcorporaties verantwoord voor zover deze uit de heffing op de wooncorporaties is gefinancierd. De heffing 2020 bedroeg € 11,8 miljoen.
Opbrengsten Afsluitdijk
Dit betreft de opbrengst voor vergunningverlening Afsluitdijk. De opbrengsten in 2020 bedroeg € 0,2 miljoen.
Opbrengsten DVO ANVS
De opbrengsten van de dienstverleningsovereenkomst met de ANVS bedraagt € 0,2 miljoen.
Overige opbrengsten
De overige opbrengsten bedragen € 0,5 miljoen.
Rentebaten
Er zijn geen rentebaten door de lage rentestand.
Bijzondere baten
Begroot 2020 | Realisatie 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|
Artikel 97 Algemeen departement1 | 12.737 | 13.118 | 381 |
Diversen | 0 | 903 | 903 |
Totaal | 12.737 | 14.021 | 1.284 |
De bijzondere baten voor 2020 wijkt af van de vastgestelde begroting 2020. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is een aandeel van de post omzet moederdepartement (artikel 97) overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2020 (€ 12,7 miljoen).
Dit betreft met name de baten vanuit artikel 97 die de ILT ontvangt op de verliesgevende vergunningverleningsactiviteiten .
Lasten
De apparaatskosten betreffen de personele en materiële kosten over 2020.
Personele lasten
Begroot 2020 | Realisatie 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|
Aantal FTE | 1.184 | 1.249 | 65 |
Eigen Personeelskosten (x € 1.000) | 113.328 | 112.320 | ‒ 1.008 |
Inhuur (x € 1.000) | 5.071 | 14.939 | 9.868 |
Overige personele kosten (x € 1.000) | 200 | 172 | ‒ 28 |
Totale kosten | 118.599 | 127.431 | 8.832 |
Met name vallen de hogere kosten op voor inhuur op. De kosten van inhuur zijn hoger dan begroot (€ 10 miljoen). Naast de inhuur als gevolg van de onderbezetting en de inhuur voor Merkbaar Meer ten behoeve van versnelde uitbreiding capaciteit ILT (werving, opleiding), heeft inhuur plaatsgevonden in verband met de voortdurende verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de dienstverlening.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn hoger dan begroot (€ 4,8 miljoen). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitgave van BCT-kaarten.
Rentelasten
De inspectie heeft geen lopende leningen en daardoor ook geen rentelasten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot als gevolg van desinvesteringen die eerder dan gepland hebben plaats gevonden.
Dotaties voorzieningen
Een dotatie is gedaan aan de reorganisatievoorziening (€ 0,8 miljoen) met ingang van 1 januari 2020 is de TWO (tijdelijke werkorganisatie) overgegaan in de DWO (definitieve werk organisatie) in feite is hiermee de reorganisatie afgerond. Voor een drietal medewerkers is een verlenging van de voorbereidende fase toegewezen. Daarnaast is gedoteerd aan de voorziening functioneel leeftijdsontslag (€ 0,3 miljoen). Deze dotatie heeft voornamelijk te maken met de verhoogde verplichte rechten die voor een aantal medewerkers moest worden toegekend.
Saldo van baten en lasten
De ILT heeft over 2020 een negatief resultaat behaald van € 1,2 miljoen.
Balans
31-12-2020 | 31-12-2019 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste Activa | 138 | 120 |
Materiële vaste activa | 116 | 120 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 0 | 0 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 116 | 120 |
Materiële vaste activa in aanbouw | 22 | 0 |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Vlottende Activa | 51.155 | 57.403 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 1.374 | 914 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 935 | 1.786 |
Liquide middelen | 48.846 | 54.703 |
Totaal activa: | 51.294 | 57.524 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ‒ 699 | 507 |
Exploitatiereserve | 507 | 202 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 1.206 | 304 |
Voorzieningen | 6.268 | 6.917 |
Langlopende schulden | 0 | 0 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Vlottende passiva | 45.725 | 50.100 |
Crediteuren | 343 | 1.132 |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Overige schulden en overlopende passiva | 45.382 | 48.968 |
Totaal passiva: | 51.294 | 57.524 |
Activa
Materiële vaste activa
Een belangrijk deel van deze post betreft het huidige wagenpark van de inspectie. Er hebben geen vervangings- of uitbreidingsinvesteringen in het wagenpark plaatsgevonden. Bij vervanging van het wagenpark worden voertuigen geleased. Van activeren is dan geen sprake meer. Onder inventaris en installaties vallen met name kantoormeubilair. Dit meubilair is volledig afgeschreven. Onder overige materiële vaste activa is inspectie-specifieke apparatuur opgenomen zoals meetapparatuur en een aangeschafte drone.
Debiteuren
De debiteurenstand is gestegen tot een hoogte van € 1,4 miljoen.
Overige vorderingen en overlopende activa
Deze post betreft grotendeels nog te factureren werkzaamheden vergunningverlening. De uit lasten onder dwangsom (LOD’s) voortkomende ontvangen boetes worden door de ILT verrekend met het moederdepartement.
Liquide middelen
De ILT heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. Ondanks de ruim € 48,8 miljoen die per 31 december op de rekening-courant staat, is er geen deposito geplaatst bij de Rijkshoofdboekhouding. Dit vanwege het ontbreken van een rentevergoeding (0%) voor korte en middellange deposito-looptijden. Het saldo op de rekening-courant staat ter vrije beschikking.
Passiva
Eigen vermogen
Het negatieve resultaat over 2020 bedraagt € 1,2 miljoen. Het positieve resultaat over 2019 van € 0,3 miljoen (€ 304.000) is ten gunste van de exploitatiereserve gebracht. Het eigen vermogen is per 31 december 2020 € 0,7 miljoen (€ 699.000) negatief. Zoals overeenkomstig met de Regeling Agentschappen artikelen 22, derde lid, respectievelijk 25, tweede lid, zal het eigen vermogen van de ILT uiterlijk per eerste suppletoire begrotingswet door de eigenaar worden aangevuld tot een eigen vermogen van minimaal nihil.
Exploitatiereserve | Onverdeeld resultaat | Totale vermogen | |
---|---|---|---|
Eigen vermorgen per 1/1 | 202 | 304 | 507 |
Resultaatverdeling | 304 | ‒ 304 | 0 |
Resultaat boekjaar | 0 | ‒ 1.206 | ‒ 1.206 |
Eigen vermogen per 31/12 | 507 | ‒ 1.206 | ‒ 699 |
De hoogte van het eigen vermogen van de ILT mag maximaal € 8,07 miljoen bedragen (5% van de gemiddelde omzet over de laatste 3 jaar). Er is geen sprake van overschrijding van het plafond.
SBF/FLO | Reorganisatie | Claims derden | Dubieuze debiteuren | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Saldo per 1/1 | 4.556 | 2.179 | 183 | 0 | 6.917 |
Dotatie | 373 | 834 | 0 | 62 | 1.269 |
Vrijval | 0 | 0 | 0 | 5 | 5 |
Onttrekking | 318 | 1.539 | 0 | 57 | 1.914 |
Saldo per 31/12 | 4.611 | 1.474 | 183 | 0 | 6.268 |
Voorzieningen
– Voorziening FLO/SBF: Voor werknemers die werkzaam zijn in een zogenoemde substantieel bezwarende functie is, op basis van de SBF/FLO-regeling, in het verleden een voorziening getroffen omdat deze werknemers recht hebben om vervroegd uit te treden. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. Deze contante waarde is berekend met behulp van de 10 jaar depositorente bij de Rijkshoofdboekhouding. De rente is in 2019 naar 0% gedaald en dit rente percentage is ook voor 2020 geldend. In 2020 is er voor een aantal rechthebbenden een correctie doorgevoerd op hun rechten en hebben er zich onttrekkingen plaatsgevonden. Actualisatie van de voorziening (rente en termijn waarbinnen een beroep gedaan kan worden op rechten) leidt tot een dotatie van € 373.000 in 2020 en onttrekking van € 318.000.
– Reorganisatievoorziening ILT «Van Werk Naar Werk» (VWNW): Met ingang van 1 januari 2020 is de TWO tijdelijk werkorganisatie formeel in de DWO definitieve werkorganisatie geformaliseerd. Voor drie medewerkers is besloten om de voorbereidende fase te verlengen. Afhankelijk van individuele keuzes van de VWNW-kandidaten kunnen de rechten over meerdere jaren doorlopen. Voor een aantal kandidaten lopen de verplichtingen nog door in 2021. Actualisatie van deze voorziening rekening houdend met ontwikkelingen in onze interne organisatie levert een noodzakelijk dotatie op van € 0,8 miljoen. Onttrekkingen in 2020 op de VWNW voorzieningen betreffen een bedrag groot € 1,5 miljoen. Hiermee heeft voor een groot aantal VWNW kandidaten de financiële afwikkeling plaatsgevonden.
– Voorziening claim derden: De claim die in 2019 is ontstaan is in 2020 nog van toepassing. Op overige zaken die nog lopen wordt in de niet uit de balans blijkende verplichtingen ingegaan.
Crediteuren
De crediteuren betreffen facturen uit de reguliere bedrijfsvoering. In verband met het feit dat facturen later zijn ontvangen is de stand van de crediteuren ten opzichte van vorig jaar gedaald. De kosten die gepaard gaan zijn als overlopende passiva verwerkt.
Overige schulden en overlopende passiva
Hieronder vallen vele verschillende schuldposities van de inspectie. Belangrijkste daarbij zijn de verplichtingen aan het personeel (€ 7,6 miljoen) en transitorische posten (€ 19,1 miljoen). Apart onder nog te betalen staat nog de projectsteun wijkenaanpak. In 2008 heeft Centraal Fonds Woningcorporaties (CFV) een taak gekregen in het innen en verstrekken van bijzondere projectsteun voor de 40 aandachtswijken van jaarlijks € 75 miljoen. Op grond van de eindverantwoordingen (tussenstand) over de verstrekte subsidies 2008 tot en met 2012 is tot en met 2015 € 3,5 miljoen teruggevorderd bij diverse corporaties. Naar verwachting vinden de laatste eindafrekeningen in 2021 plaats. Het uiteindelijke saldo staat ter beschikking aan de Minister van BZK. Verder staan onder de overige schulden de rekening-courant verplichtingen vermeld van de Inspectieraad, van ParisMOU en van de SBR. Als vooruit ontvangen bedragen is een bedrag van € 6,4 miljoen verantwoord, dit zijn met name voor kosten die met name in 2021 worden gemaakt.
Verhouding vorderingen en schulden moederdepartement
De verhoudingen vorderingen en schulden ten opzichte van het moederdepartement, overige departementen en agentschappen en derden zijn als volgt:
Moederdepartement | Overige departementen en agentschappen | Overige derden | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Debiteuren1 | 32 | 303 | 1.183 | 1.518 |
Nog te ontvangen bedragen | 385 | 749 | ‒ 246 | 888 |
Liquide middelen | 0 | 48.846 | 0 | 48.846 |
Crediteuren | 33 | 90 | 220 | 343 |
Nog te betalen bedragen | 0 | 0 | 45.382 | 45.382 |
Kasstroomoverzicht
Vastgestelde begroting 2020 (1) | Realisatie 2020 (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | |
---|---|---|---|
Rekening courant RHB 1 januari 2020 | 35.202 | 54.703 | 19.501 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+/+) | 160.671 | 174.553 | 13.882 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | 160.460 | 180.328 | 19.868 |
Totaal operationele kasstroom | 211 | ‒ 5.775 | ‒ 5.986 |
0 | |||
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 200 | ‒ 82 | 118 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 200 | ‒ 82 | 118 |
0 | |||
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 |
Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
Rekening courant RHB 31 december 2020 (=1+2+3+4) | 35.214 | 48.846 | 13.632 |
De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding.
Rekening-courant RHB per 1 januari 2020
De rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding stond per 1 januari 2020 op € 54,7 miljoen.
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom geeft de kasstromen weer die voortvloeien uit de bedrijfsvoering. Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva. De negatieve operationele kasstroom over 2020 is vooral een gevolg van gestegen uitgaven. De vooruit ontvangen bedragen waren al in 2019 ontvangen en de uitgaven van de kosten die betrekking hadden op deze baten zijn in 2020 betaald.
Totaal investeringsstroom
Er is minder dan begroot geïnvesteerd in inspectie-apparatuur.
Totaal financieringsstroom
Er is in 2020 geen financieringskasstroom.
Rekening-courant RHB per 31 december 2020
Per 31 december 2020 staat er € 48,8 miljoen op de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding. Het positieve saldo wordt verklaard doordat er tegenover de liquide middelen schuldposities zijn in de vorm van voorzieningen, eigen vermogen, transitorische posten en overige posten met een structureel karakter (ontvangen waarborgsommen, reservering vakantiegeld). Gezien de nulstand van de rente op deposito’s zijn er geen middelen vastgezet op korte of middellange deposito’s. Het saldo op de rekening-courant is daarmee ter vrije beschikking.
Realisatie 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Begroting 2020 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generiek deel | ||||||
1. Kostprijzen per productgroep (x €1.000) | ||||||
- Handhaving | 130.267 | 129.094 | 124.472 | 144.444 | 134.594 | |
- Vergunningverlening | 25.739 | 26.860 | 30.849 | 31.315 | 26.077 | |
2.Tarieven/uur (in €) | ||||||
- Handhaving | 146 | 144 | 133 | 135 | 140 | |
- Vergunningverlening | 141 | 142 | 145 | 140 | 129 | |
3. Omzet per productgroep (x € 1.000) | ||||||
- Handhaving | 122.759 | 125.386 | 131.945 | 161.434 | 134.985 | |
- Vergunningverlening | 14.221 | 13.239 | 12.718 | 13.119 | 12.949 | |
4. FTE-totaal | ||||||
(excl. externe inhuur) | 1.099 | 1.103 | 1.071 | 1.249 | 1.184 | |
5. Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 3,22% | ‒ 2,29% | 0,19% | ‒ 0,69% | 0,00% | |
6. kwaliteitsindicator 1: doorlooptijd vergunningen | 91% | n.b. | 90% | 96% | 95% | |
7. kwaliteitsindicator 2: wachttijden informatiecentrum | 38 sec. | 27 sec. | 36 sec. | 30 sec. | <20sec. | |
Omschrijving specifiek deel | ||||||
8. Kwaliteit Handhaving: | ||||||
Klachten(bezwaar en beroep)1 | 1.071 | 787 | 45 | 577 | 1.000 | |
Gegrond verklaard (%) | n.b. | n.b. | n.b. | n.b. | 0% |
Toelichting
Ad 1, 2 en 3 De kostprijzen per productgroep zijn voor vergunningverlening gestegen ten opzichte van 2019. Het verschil tussen de omzet vergunningverlening en de kosten voor vergunningverlening wordt verklaard doordat de ILT (overwegend) niet-kostendekkende tarieven in rekening brengt. Daarnaast worden er niet-tarifeerbare producten afgegeven.
Ad 4 De bezetting van de ILT per ultimo 2020 ligt hoger dan eind 2019. Dit is met name toe te wijzen aan de intensivering vanuit Merkbaar Meer.
Ad 6 Een belangrijke indicator voor de klantwaarden is de doorlooptijd vergunningverlening. Voor 2020 is een ambitieuze doelstelling gesteld van 95% in relatie tot de realisatie van voorgaande jaren. Met de aanpassingen in LEEF en beheersingsmaatregelen om de capaciteit sterkte te krijgen is deze doelstelling gehaald voor alle meetbare vergunningen.
Ad 7 De wachttijden bij het Klantcontact Centrum zijn gemiddeld genomen verbeterd ten opzichte van 2019 en de doelstelling voor 2020 is overtroffen ondanks uitdagingen van het thuiswerken.
Ad 8 Van de 577 ontvangen klachten in 2020 zijn 521 bezwaarschriften en de overige 56 klachten betreffen klaagschriften en burgerbrieven.