Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
De Afdeling Advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.
De Afdeling advisering heeft sinds 2019 een nieuwe adviserende taak, die voortkomt uit de Klimaatwet. Zij brengt advies uit over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2018 ‒ 2021 weergegeven. Voor het jaar 2021 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedane adviesaanvragen).
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | |
Ingekomen | 410 | 427 | 508 | 389 | 400 |
Afgedaan | 392 | 420 | 485 | 431 | 400 |
Mede in verband met de verkiezingen voor de Tweede Kamer en de daarop volgende kabinetsformatie is het aantal ingekomen adviesaanvragen iets lager dan de prognose. Dat is een vaste trend voor een verkiezingsjaar. Ten opzichte van het jaar 2020 is er in 2021 sprake van een lagere instroom. Dat heeft onder meer te maken met het grote aantal corona-gerelateerde zaken dat in 2020 voor advies aan de Afdeling advisering is voorgelegd.
Tegelijkertijd kon de als gevolg van de hoge instroom van zaken de in 2020 ontstane voorraad rond de jaarwisseling 2020/2021 worden afgewikkeld. Dat leidde tot een hoger aantal afgedane zaken in de begroting van 2021 was opgenomen.
De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief.
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid, bruikbare rechtsvorming en individuele rechtsbescherming zijn daarbij belangrijke aspecten.
De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Omgevingskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Norm doorlooptijd | Realisatie 2021 gemiddelde doorlooptijd | Realisatie 2020 gemiddelde doorlooptijd | |
---|---|---|---|
Omgevingskamer | 52 | 37 | 33 |
Algemene kamer | 40 | 41 | 40 |
Vreemdelingenkamer | 23 | 9 | 12 |
Totaal bestuursrechtspraak | 115 | 87 | 85 |
Afgedaan | Ingekomen | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | |
Omgevingskamer | 1.107 | 1.328 | 1.891 | 2.286 | 2.744 | 2.500 |
Algemene kamer | 3.816 | 3.409 | 1.499 | 1.306 | 1.543 | 1.850 |
Vreemdelingenkamer | 8.558 | 8.788 | 6.003 | 5.562 | 6.410 | 12.210 |
Totaal bestuursrechtspraak | 13.481 | 13.525 | 9.393 | 9.154 | 10.697 | 16.560 |
De in de begroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. De veronderstellingen van de instroom en de uitstroom van hoger beroepen van vreemdelingen wordt doorgaans in de maand november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de suppletoire begrotingen.
Zoals dat in 2020 reeds het geval was, was ook 2021 vanwege de corona pandemie een uitzonderlijk jaar. De instroom van zaken van de Omgevingskamer lag hoger dan de prognose. Binnen de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer was het aantal ingekomen zaken lager dan de prognose. Het aantal zaken dat in 2021 is afgedaan is lager dan het aantal zaken dat is ingekomen. De Afdeling bestuursrechtspraak ondersteunt sinds eind 2019 het College van Beroep voor het bedrijfsleven bij het afdoen van beroepszaken over besluiten met daarin heffingen gebaseerd op de Regeling fosfaatreductieplan 2017. De fosfaatzaken waaraan door de Algemene kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak in 2021 een relevante bijdrage heeft geleverd zijn niet meegerekend in bovenstaande tabel. Voorts zag de directie Bestuursrechtspraak zich geconfronteerd met vacatures voor juristen die vanwege de krapte op de arbeidsmarkt niet volledig en tijdig konden worden vervuld.
De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. In 2021 was mede als gevolg van lagere instroom vanuit respectievelijk de IND en de rechtbanken de instroom van zaken lager dan het in de begroting vermelde aantal.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | |
Verplichtingen | 54.691 | 63.633 | 67.900 | 78.389 | 74.126 | 65.597 | 8.529 |
Uitgaven | 56.173 | 60.428 | 65.394 | 72.711 | 73.037 | 65.597 | 7.440 |
Institutionele inrichting | |||||||
Advisering | 7.519 | 5.193 | 6.084 | 6.960 | 7.204 | 6.499 | 705 |
Bestuursrechtspraak | 24.832 | 28.598 | 31.475 | 32.422 | 31.500 | 35.388 | ‒ 3.888 |
Raad van State gemeenschappelijke diensten | 23.822 | 26.637 | 27.835 | 33.329 | 34.333 | 23.710 | 10.623 |
Ontvangsten | 1.899 | 1.704 | 1.557 | 1.280 | 1.286 | 1.950 | ‒ 664 |
2021 | |
---|---|
Totaal apparaat | 73.037 |
waarvan personeel | 61.818 |
Eigen personeel | 52.999 |
Externe inhuur | 6.557 |
Overig personeel | 2.262 |
waarvan materieel | 11.219 |
Verplichtingen
Gedurende de begrotingsuitvoering 2021 is de verplichtingenraming enkele malen aangepast. De mutaties zijn hieronder in de toelichting bij de uitgaven vermeld.
Het bedrag van de aangegane verplichtingen is circa € 0,9 mln. hoger dan bij tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is veroorzaakt door enkele meerjarige verplichtingen, waarvan het meerjarig karakter bij gelegenheid van tweede suppletoire begroting nog niet bekend was. Het betreft facilitaire en ICT verplichtingen.
Uitgaven
Institutionele inrichting
Advisering
Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is de begroting van het artikelonderdeel Advisering verhoogd. Deze verhoging betrof de toevoeging van meerjarige begrotingsgelden bestemd voor de uitvoering van uit hoofde van de Klimaatwet. Ook zijn ten behoeve van de professionalisering van de adviseringstaak generale middelen toegevoegd aan de begroting.
De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van enkele vacatures die in 2021 niet zijn vervuld of later ingevuld zijn dan verwacht, circa € 0,5 mln. lager dan begroot.
Bestuursrechtspraak
Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is de begroting van de uitgaven van het artikelonderdeel Bestuursrechtspraak verhoogd. Deze verhoging was het gevolg van een opwaartse bijstelling van de instroom- en productieraming in het Hoger Beroep Vreemdelingen. Bij gelegenheid van de tweede suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de begroting toegevoegd en is de begroting van de uitgaven op basis van de inmiddels verlaagde prognose van de instroom en uitstroom van vreemdelingenzaken verlaagd.
De ambtelijke capaciteit die beschikbaar is voor de bestuursrechtspraak is, in vergelijking met het jaar 2020, licht gedaald. De aan bestuursrechtspraak toe te rekenen personele uitgaven zijn navenant gedaald.
Gemeenschappelijke diensten
Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting zijn middelen aan de begroting van de Raad van State toegevoegd voor de implementatie en uitvoering van de Wet Open Overheid, het inrichten van thuiswerken en de IV-kalender.
De in 2021 gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van een aantal projecten op het vlak van de bedrijfsvoering en als gevolg van gestegen inhuur van externe capaciteit en aanschaffingen op het vlak van IT ontwikkeling en beheer hoger dan de realisatie 2020. Tot de aanschaffingen behoren de incidentele uitgaven die gemaakt zijn ten behoeve van de verbetering en beveiliging van het thuiswerken.
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten vallen als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen tegen met circa € 0,7 mln.