Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 1. Raad van State

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013. De Afdeling advisering is krachtens de artikelen 5 en 7 van de Klimaatwet belast met de toetsing van het klimaatbeleid van de regering. Zij adviseert over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De Afdeling advisering

Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen. In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2020 ‒ 2023 weergegeven. Voor het jaar 2023 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).

Tabel 2 Instroom en afhandeling van adviesaanvragen
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Ingekomen

508

389

396

342

400

Afgedaan

485

431

377

349

400

De Afdeling bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid, bruikbare rechtsvorming en individuele rechtsbescherming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Omgevingskamer. In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.

Tabel 3 Doorlooptijden in weken
 

Norm doorlooptijd

Realisatie 2023 gemiddelde doorlooptijd

Realisatie 2022 gemiddelde doorlooptijd

Omgevingskamer

52

47

39

Algemene kamer

40

45

42

Vreemdelingenkamer

23

19

16

Tabel 4 Instroom en afhandeling van zaken van de Afdeling bestuursrechtspraak (hoofdzaken en voorlopige voorzieningen)
 

Afgedaan

Ingekomen

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Omgevingskamer

1.891

2.286

2.242

2.262

2.671

3.100

Algemene kamer

1.499

1.306

1.333

1.599

1.949

2.000

Vreemdelingenkamer

6.003

5.562

5.084

5.450

5.714

8.790

Totaal bestuursrechtspraak

9.393

9.154

8.659

9.311

10.334

13.890

In 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het programma Betrokken Rechtspraak afgerond. Met het opstellen van dit programma heeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitvoering gegeven aan de 35 actiepunten uit het rapport ‘Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken’ van het Reflectieprogramma Kinderopvangtoeslagen uit 2021.

De in de begroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. De veronderstellingen van de instroom en de uitstroom van hoger beroepen van vreemdelingen wordt doorgaans in de maand november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de suppletoire begrotingen.

In 2023 was het aanbod aan nieuwe zaken circa 10.300. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in 2023 circa 9.300 zaken afgedaan. In de Omgevingskamer 2023 is de instroom van zaken ongeveer gelijk aan het niveau van 2022.  De instroom van zaken in de Algemene kamer en Vreemdelingenkamer zijn beide met circa 10% gestegen ten opzichte van de instroom in 2022. De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. Ook in 2023 was, mede als gevolg van lagere instroom vanuit respectievelijk de IND en de rechtbanken, de instroom van zaken lager dan het in de ontwerpbegroting vermelde aantal.

De gemiddelde doorlooptijd van zaken in 2023 is 30 weken, de gemiddelde doorlooptijd in weken is in alle drie de kamers toegenomen. Dit is het gevolg van de stijgende moeilijkheidsgraad van de zaken en een groot tekort aan juristen binnen de directie Bestuursrechtspraak. De verwachting die in het jaarverslag 2022 was uitgesproken, met de boodschap dat er rekening moest worden gehouden met een te beperkte afdoeningscapaciteit en daardoor oplopende doorlooptijden, is helaas uitgekomen. Gelet op de krappe arbeidsmarkt zullen de verhoogde doorlooptijden zich waarschijnlijk ook in 2024 nog blijven voordoen.

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

67.900

78.389

74.126

75.528

83.372

80.664

2.708

        

Uitgaven

65.394

72.711

73.037

76.467

85.301

80.664

4.637

        

Institutionele inrichting

       

Advisering

6.084

6.960

7.204

6.978

7.189

7.918

‒ 729

Bestuursrechtspraak

31.475

32.422

31.500

32.724

36.140

43.818

‒ 7.678

Raad van State gemeenschappelijke diensten

27.835

33.329

34.333

36.765

41.972

28.928

13.044

        

Ontvangsten

1.557

1.280

1.286

1.699

1.486

1.950

‒ 464

Tabel 6 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

85.301

waarvan personeel

69.432

Eigen personeel

61.231

Externe inhuur

7.146

Overig personeel

1.055

  

waarvan materieel

15.869

Verplichtingen

Het bedrag van de aangegane verplichtingen is circa € 2,7 mln. hoger dan bij de vastgestelde begroting werd geraamd. Bij de suppletoire begrotingen hebben diverse mutaties plaatsgevonden waardoor het budget per saldo met € 4,6 mln. is verhoogd. Het uiteindelijke resultaat is een overschot van € 1,9 mln. Dit is veroorzaakt door geraamde verplichtingen op het gebied van ICT die niet in 2023 hebben plaats gevonden. De Raad van State heeft besloten om de verplichtingen aangaande een aantal licenties in 2024 vast te leggen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Advisering

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van enkele vacatures die in 2023 niet zijn vervuld of later ingevuld zijn dan verwacht, circa € 1,0 mln. lager dan begroot.

Bestuursrechtspraak

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd en is de uitgavenraming op basis van de inmiddels verlaagde prognose van de instroom en uitstroom van vreemdelingenzaken verlaagd. De ambtelijke capaciteit die beschikbaar is voor de bestuursrechtspraak is, in vergelijking met het jaar 2022, gestegen. De aan bestuursrechtspraak toe te rekenen personele uitgaven zijn navenant gestegen.

Gemeenschappelijke diensten

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting zijn het bedrag voor de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. Bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting zijn er middelen overgeheveld van de afdeling Bestuursrechtspraak naar Gemeenschappelijke diensten voor in totaal € 8 mln. Dit betreft voor de uitgaven voor informatievoorziening en ICT. Dit is onder andere het gevolg van de verscherpte eisen op het gebied van informatiebeveiliging binnen en de doorgevoerde digitalisering binnen de Raad van State.

Ontvangsten

De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen circa € 0,5 mln. lager dan oorspronkelijk geraamd.

Licence