Base description which applies to whole site

4.8 Beleidsartikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor personele diensten, opleidingen, huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het Ministerie van Defensie.

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening binnen Defensie waaraan het DOSCO een bijdrage levert.

COVID-19 had ook in 2021 veel impact op onze samenleving, op Defensie en de ondersteuning door het DOSCO. Het DOSCO heeft ondanks alle beperkingen de krijgsmacht toch maximaal kunnen ondersteunen.

Het DOSCO heeft diverse COVID-19-maatregelen toegepast en ondersteund, waaronder het organiseren en faciliteren van quarantaine en isolatie van defensiepersoneel en personeel van Buitenlandse Zaken. Daarnaast heeft het DOSCO het interne COVID-19-vaccinatieprogramma uitgevoerd. Voor de ondersteuning aan de civiele gezondheidszorg heeft het DOSCO gezondheidspersoneel geleverd en heeft het militairen opgeleid om civiel ingezet te worden.

Naast de ondersteuning in het kader van de COVID-19-crisis heeft het DOSCO op defensielocaties facilitaire (inclusief catering) en infrastructurele ondersteuning geleverd aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) ten behoeve van de crisisopvang van evacuees uit Afghanistan en overige asielzoekers. Van de reguliere operationele ondersteuning zijn met name de redeployment en de evacuatie uit Afghanistan en de Host Nation Support-operaties in het oog springend.

Ook is in 2021 een chartercontract getekend voor gegarandeerde beschikking over een zogeheten Roll-on-Roll-off schip voor een periode van tien jaar voor strategisch zeetransport als bijdrage aan het terugdringen van het tekort aan strategische transportcapaciteit. Hiermee kunnen voertuigen en containers vervoerd worden ter ondersteuning van oefeningen en ten behoeve van militaire inzet, waarmee defensie aan haar internationale verplichtingen kan voldoen.

De uitgaven aan de instandhouding van infrastructuur zijn verplaatst naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF).

Afgelopen jaar zijn er veel meer en ook hogere uitkeringen vanuit het Nationaal Fonds Ereschuld (NFE) gedaan dan verwacht. In de toelichting op de uitgaven wordt hier nader op ingegaan.

Daarnaast is ook ingezet op onderwijsvernieuwing voor officieren op basis van de Defensievisie 2035. Onderwijsvernieuwing beslaat hierbij verbetering van het bestaande onderwijs en onderwijsinnovatie van werkwijzen, processen en (technologische) middelen. Tevens is gewerkt aan een vernieuwd vormingsconcept. De basis daarvoor is gelegen in ‘de Toetssteen Kameraadschap’.

Ten slotte heeft het DOSCO in 2021 belangrijke stappen gezet om de defensiebrede ondersteuning te moderniseren, door het proces van robotisering en intelligente automatisering op te schalen en te versnellen.

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

1.245.160

1.296.628

1.401.191

1.541.365

1.238.835

1.150.195

88.640

        

Uitgaven

1.223.267

1.315.775

1.393.756

1.531.401

1.214.400

1.150.195

64.205

        

Opdrachten

190

166

133

11.737

152

 

152

- gereedstelling

190

166

133

76

152

 

152

- instandhouding materieel

   

11.661

  

0

Inkomensoverdrachten

 

43.392

34.444

67.626

86.664

60.769

25.895

Nationaal Fonds Ereschuld

 

43.392

34.444

67.174

85.922

57.069

28.853

Reservering Schadevergoedingen Chroom 6 Defensie

   

452

742

3.700

‒ 2.958

Personele uitgaven

543.248

579.465

771.503

774.498

857.609

808.400

49.209

- Eigen personeel

510.000

540.789

581.098

604.573

617.054

637.108

‒ 20.054

- Externe inhuur

21.158

26.107

26.031

27.498

22.006

2.865

19.141

- Overige personele exploitatie1

  

150.599

128.562

203.830

154.732

49.098

- Overig, attachés

12.090

12.569

13.774

13.865

14.719

13.695

1.024

Materiële uitgaven

679.829

692.752

587.676

677.540

269.975

281.026

‒ 11.051

- Bijdrage agentschap RVB (huisvesting en infrastructuur)

256.916

263.593

     

- Instandhouding infrastructuur

109.976

103.321

413.376

434.153

   

- Overige materiële exploitatie1

278.343

286.337

168.563

238.698

266.685

273.742

‒ 7.057

- SSO Paresto

29.550

33.590

     

- Instandhouding IT

   

28

   

- Overig, attachés

5.044

5.911

5.737

4.661

3.290

7.284

‒ 3.994

        

Apparaatsontvangsten

85.812

89.243

89.784

90.346

58.178

68.478

‒ 10.300

1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

De posten met een verschil groter dan € 10,0 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

In 2021 is voor een bedrag van € 88,6 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Het betreft met name verplichtingen die in 2021 zijn aangegaan en die in dat jaar tot uitgaven hebben geleid. Anderzijds betreft het verplichtingen die in 2021 zijn aangegaan, maar die betrekking hebben op activiteiten die later worden uitgevoerd. Ook is sprake van verplichtingen die samenhangen met de naheffingsaanslag van € 57,3 miljoen die de Belastingdienst heeft opgelegd met betrekking tot de werkkostenregeling (WKR) en met het Nationaal Fonds Ereschuld (NFE) (€ 28,9 miljoen).

Uitgaven

Inkomensoverdrachten De realisatie voor het NFE is per saldo € 28,9 miljoen hoger dan begroot. De uitgaven voor het NFE stijgen doordat meer (en ook jongere) veteranen een beroep op compensatie vanuit het fonds doen en door de gewijzigde te hanteren rekenrente. In 2021 is in totaal € 57,5 miljoen aan budget toegevoegd, bestaande uit de voor 2021 door het kabinet incidenteel beschikbaar gestelde € 30 miljoen om gestegen uitgaven op te vangen en een interne herschikking van € 27,5 miljoen die mogelijk was als gevolg van lagere uitgaven veroorzaakt door COVID-19. Daarnaast is wegens overrealisatie in 2020 aan de start van 2021 € 17 miljoen minder budget beschikbaar dan aanvankelijk begroot. Van het totaal beschikbare budget in 2021 is € 11,1 miljoen niet uitgegeven, dit deel zal worden toegevoegd aan het budget voor 2022.

Personele uitgaven De realisatie voor personele uitgaven is per saldo € 49,2 miljoen hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt binnen het budget voor de overige personele exploitatie door een onverwachte naheffing van de Belastingdienst van € 57,3 miljoen met betrekking tot de werkkostenregeling (WKR) over de periode vanaf 2016.

Op het budget voor eigen personeel is sprake van een onderrealisatie van € 20,1 miljoen ten opzichte van de ontwerpbegroting. Enerzijds is voor externe inhuur meer uitgegeven dan oorspronkelijk begroot (€ 19,1 miljoen) om de ondersteuning door DOSCO (met name medisch personeel, bewaking en inkoop) uit te kunnen voeren. Extern personeel wordt betaald uit de ondervulling van het eigen personeel. Daarnaast is door een lager dan verwachte vulling van militair personeel vanuit de onderrealisatie een herschikking verwerkt binnen het NFE (€ 18 miljoen). Anderzijds is het budget voor eigen personeel in 2021 verhoogd door overhevelingen vanuit andere defensieonderdelen (€ 7,8 miljoen), aanpassing pensioen- en sociale lasten (€ 5,2 miljoen), verhoging stagevergoeding (€ 2,3 miljoen) en uitdeling Tijdelijke Toelage Loongebouw (€ 1,6 miljoen).

Materiële uitgaven De realisatie voor de materiële uitgaven is per saldo € 11,1 miljoen lager dan begroot. Op het budget voor overige materiële exploitatie is € 7,1 miljoen minder uitgegeven, bestaande uit meerdere kleine posten. Het budget «overig, attachés» valt € 4 miljoen lager uit, voornamelijk doordat er net als in 2020 als gevolg van COVID-19, minder dienstreizen en minder overige kosten zijn gemaakt.

Ontvangsten

De ontvangsten vallen € 10,3 miljoen lager uit de begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een ontvangst van de zorgverzekeraar die in 2021 verwacht werd, maar eind 2020 al ontvangen is (€ 11 miljoen). Het budget voor 2021 is met dit bedrag verlaagd.

Licence