Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 1.090 | 1.172 | 904 | 891 | 1.031 | 1.535 | ‒ 504 |
Uitgaven | 1.171 | 1.181 | 904 | 891 | 948 | 1.535 | ‒ 587 |
Materiële uitgaven | |||||||
Interparlementaire betrekkingen | 1.171 | 1.181 | 904 | 891 | 948 | 1.535 | ‒ 587 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven
Materiële uitgaven
Interparlementaire betrekkingen
Het budget voor interparlementaire betrekkingen is in 2022 niet volledig tot besteding gekomen. Dit als gevolg van de reisbeperkingen die voornamelijk in het begin van het jaar nog van kracht waren. Deze hebben een negatieve impact gehad op het reizen naar internationale organisaties, het Caribisch deel van het Koninkrijk en de ontvangst van buitenlandse delegaties. Dit heeft geleid tot een onderbenutting.